RADIO-RUBRIEK. WETENSWAARDIGHEDEN. i VOOR DENTOESTELBOUWER. Een nltra-kortegolf-ontranger. Een leuke mop! Wat ie eerst moest doen. Pech. Ik zou graag een stevige karwats hebben. Die worden in deze af deeling niet verkocht Informeert u maar eens bij de afdeeling ..huwelijks-uitzetten" Ie het U bekend: d t er, duidelijk waarneembaar, in het lichaam van een volwaseen menach 254 beenderen zijn? dat het Snee-kanaal 103 mijl (aat ia ongeveer 170 K.M.) lang is? dat het gemiddeld 12 meter diep ia en 120 meter op zijn oreedst? I dat het stoomschip Aquttania op een reis van Amerika naar En geland 5.000.000 K.G. stookolie ver bruikt? 1 dat de toren van Pisa 6K me ter uit het lood heit? dat de planeet Mare in 24 uur, 37 minuten en 22 seconden om rijn aa draait? aeh dat sommige negerstammen gelooven, dat zij drie zielen bezit ten, waarvan er een in het hoofd, en ln de maag en een in de groots teen huist. dat in Amerika auto's veel op afbetaling gekocht worden? Veel risico schijnt aan dta afbetalings- 3ysetem niet verbonden te zijn. OpO ie 10.000 gevallen zijn maar 50 ris kante. dat naar de Duitache bladen vernemen, prof. Emil Bürgi te Bern er in geslaagd is aderverkal king met succes te bestrijden door middel van bladgroen. dat in Engeland nu bijna drie millioen hondenpenningen zijn uit gereikt. Naar schatting loopen nog minstens evenveel straathonden zonder penning in het Vereenig Koninkrijk rond. Portier: Ik laat u niet binnen. Miin hotel is wereldbe roemd! Berucht landlooperDat ben ik óókI Urenlang had: hij nu al in donker door het vreem de Pruisische land gejakkerd, uitsluitend op zijn kaarten afgaand. Af en toe was hij door «en etad gekomen, of een dorpje, om dan weer op eens al leen te zijn in den zwaiten nacht, te midden van de kale heide, of in een eenzaam, zwijgend bosch, waar zijn schijnwerpers de stammen der berken wit deden lichten. Hij begon moe te worden. N&et zoo zeer lichamelijk vermoeid, maar meer gedacht el ijk, van het voortdurend turen in izijn .lichtbundel, voor zich op den weg, van het ingespannen kijken, het opletten op wegen en zijwegen, op bordje» en pijlen, die den weg naar Be-lijn moesten aangeven. Stel je voor, dat hijl nu hier, midden in zoo'n verlaten streek iets kreeg? Iets aan den motor, zoodat hij niet verder kon? Of aan een band? Daa- straks had hij al een lekke band gehad gehad, zoodat hiji een nieuw reserve-wiel had moeten opzetten. 'Hi| had zich den tijd niet gegund in een der steden, die hij gepasseerd had, den kapotten band' te laten repa- reeren. Zoodat, als hij nu weer een lekke band kreeg, hij geen reserve zou hebben. En wat dan? Nauwelijks had hij dit zoo overdacht, of de auto begon eensklaps heftig te bonken. Vreemd was dat, de weg was hier toch niet zoo slecht! Hoe kwam dat nu? Was het verbeelding? Nee, de auto schokte heftig en zonder dat hij. minder gas gaf, liep de snelheidsmeter terug van 70 K.M. op 60 en daarna op vijftig. Tevens begon het stuur onheilspellend naar links van-den weg te trekken. Hijl voelde het duidelijk.... dat waren de onmiskenbare kenteeke- nenvan een lekke band'! Het ongeluk was be- beurd. Met een uitroep van woede en spijt liet Philip van Norden den gaspedaal schieten oi liet den wagen zachtjes aan den kant van den weg uitloopen. Hij zette den motor af en stapte uit. Jawel, daar had je het al, één van de achterbanden was leeg, zoo plat als een schol! Voorzichtig voelde hij met de hand over het wieloppervlak en even later «tuitte hij op een grooten spijker, die rechtop in de leeggeloopen band stak Wat nu? Besluiteloos ging hij een oojgen- blik op de treeplank zitten. Hij zat midden in een stikdonker hosch. Uren gaans van een stad' of dorp af. Zou hij maar zijn lichten dooven en binnen in den auto kruipen en probeeren wat te slapen en zoo den dag afwachten, om dan te zien ergens, hulp te krijgen? Want dat er een andere auto zou pas- seeren, die hem misschien hulp zou kunnen bieden, leek welhaast uitgesloten. In de laatste twee uur Waren de opmerkingen en raadgevingen in de vo rige beschouwing gegeven, van meer algemeene strekking, thans zullen wij een grondig beproefd schema geven, vergezeld van een situatie-teekening Men beschouwe daartoe nevenstaande teekening: maal, achterwege. De antenne-kring is aperiodisch, condensator C is 125 ©cM (vooral fijnrtgeling!) Hst condenaatoitjs Cl had. hij1 geen auto meer gezien. Dan opeen» stond hij, op, maakte de zoeklamp Van den auto los, knipte het zoeklicht aan en begon met de lamp, die een elwitte straal uitschoot, zijn omgeving te belichten. Boomen, hoornen, niets dan boomen, waartuaschen het felle witte licht spookachtig scheen. Maar wat was dat? Een huis? Daar tusschen de boomen, een honderd meter van den weg af, meende hij de om trekken van een huisje te ontwaren, zoo tusschen Waarom is uw man niet met u meegekomen op de Al- pentocht Hii is er te dik voor erewv.. óen en nu leest hii de Alpen- bladen thuis de hoornen door. Nog eens richtte hij zijn zoeklamp in die richting. Ja zeker, daar was een huis. Mis schien was daar eenige hulp te krijgen. Want Philip was tot de ontdekking gekomen, dat hij niet alleen een lekke band' had, maar een geweldige honger en dorst eveneen». En zijn radiateur had ook hoognoodig water noodig, om bijgevuld te worden. Hij maakte ie zoeklamp weer aan den auto "'ast, dempte zijl lichten, haalde een zaklantaarn te voorschijn en zocht het boschpad op, dat naar het huisje scheen te leiden. De doode blaren en takken, nu hard be vroren, kraakten lulde onder izijn voeten. Even later stond hij voor een armelijk, oud-Duitech boeren huisje, waarvan de vensters van binnen met luiken afgesloten schenen. Het huis lag geheel in duister gehuld. Geen kiertje licht drong naar buiten. Eta toch voelde Philip, als bij, instinct, dat daarbinnen en de lekweerstand' UW zijn oude bekenden; de lekweerstand wordt hier aangesloten tusschen roos ter en gloeidraad. De spoelen 1, 2 en 3, verwisselbaar, zijn du» de zoogenaamde ultra-korte-golfspoelen, waarvan de windingen vrij: van elkaar liggen. Condensator C2 dient voor het blokkeeren van het >Lf. gedeelte van het toestel, eventueels h-.f- stroompjes uit den detectorkring kunnen we nu niet passeeren. Fig. 49b toont ons het vooraanzicht van het twee- lam ps-toestel. Op de frontplaat monteeren wij. dus den Condensator C, de twee lampvoetjes (bij een 3-lampstoestel 3 lampvoetjes) en den gloeidraad- weergtand. Op het deksel van het toestel bouwen wij de spoelhouders, en wel zoo, dat de verbindingen met de ove- eenkomendé condensator-contacten zoo kort mogelijk zijn De telefoonbusjes en de stecker- busjes voor accu en anode-steckers kunnen zoowe' vóór, op de frontplaat, als aan de achterzijde van het toestel aangebracht worden. Voor antenne- en aardverbinding geldt hetzelfde. Als detectorlamp kunnen wij de Philips A 415 al» geschikt noemen Ten slotte nog eenige algemeene opmerkingen. De veihindingen in het toestel moeten allen ge soldeerd woeden, waardoor het teven» mogelijk wordt het aantal verbindingen belangrijk te beperken. Wij vermijden daardoor twee of drie draden onder één schroef. Voor den ultra-korte-golf-ontvamger geld twel in het bijzonder de regel, dat alleen goede onderdee- len hier het gewenschte resultaat kunnen geven. Daarom verdient het aanbeveling, den leverancier kenbaar te maken, dat men een ultra-korte-golf-ont- van-ge' wil «bouwen. Hij' kan dan bij de keuze der on- derdeelen adviseeren. leven was, dat daar menschen waren. Hij richtte zijn electrische lantaarn op de vervallen1 deur en klopte aam Het klonk dof door het oude, stille hui». Hij wachtte eenige minuten, ingespannen luisterend. Maar geen geluid werd gehoord'. Zou de bewoner slapen? Nogmaals, luider dan daar strak», bonkte hij met zijn stevige vuisten op de deur. Weer bleef het stil. Wat verborg dit huls, dat daar zoo eenzaam lag ,te midden van de boaschen? Hoor. daar piepte wat, alsof er een deur in het huis geopend werd. Gestommel kwam naderbij, de deur bewoog Philip richtte zijn lantaarn naar binnenen staarde ontzet naar de figuur, die zich daar aan zijn iogen vertoonde, in de deuropening De verschij ning was z onverwacht. ®6ó vreemd en zóó ver schillend van hetgeen hij gedacht had te zullen ontmoeten, dat hij een oogenblik dacht ,dat hij i oornde. Want daar in de deur stond', het gelaat beschenen door den zaklantaarn van van Norden, een meisje, van omstreeks twintig jaar. Ze was blootshoofds, het volle donkere haar in een' modieus kapsel, en in een eenvoudige doch heel fijne japon gekleed- Met groote angstoogen staarde ze naar Philip. Haar gelaat was smartelijk vertrokken, als of ze aan groote wanhoop ten prooi was. Ze bracht in een troosteloos wanhoopsgebaar de hand naar den mond, als wilde ze zich zelf beletten om het uit te gillen van angst. Em eindelijk bracht ze uit, met een gejaagde, heesc'he stem, in het Duitsch: „Ga heen, ga heen, wie U ook bent, ga weg,! Kom hier niet binnen! Het izou U noodlottig worden, en ik zou er niets aan kunnen doen! En mijl zou het het leven kosten, maar toe dan, man, ga toch weg! Voor het te laat is! Toe dan...." smeekte ze bijna. Philip van Nordén was als versteend. Dat beeld- schoone jonge meisje daar, alleen in dat oude boerenhuis, in een verlaten streek en dat gevaar dat hem dreigde en haar, wat was dat toch, wat voor vreeselijk geheim herbergde dit huis? Hij wilde ''ets zeggen, toen het meisje opeens een gil gaf. Er klonk geritsel naast van Norden, plotseling rees er pen. gestalte voor hem op. Hij zag, dat een hand omhoog gingEen felle vuurstraal opeens, on middellijk gevolgd door een knal! Maar in een on deelbaar oogenhilik had Philip van Norden de hand die het dood olijke wapen op hem gericht had, op zij zeslagen en de kogel verdwaalde ergiens in, het bosch, zonder hem te raken. Er klonk een onder drukte verwensching. Maar het volgende oogenblik had Philip, in het wilde weg, een geweldige vuist slag aan zijn onverhoedschen aanvaller toegediend. Al» een blok stortte hij neer. Met de handen tegen den mond gedrukt, had het meisje toegezien. N\i de aanvaller, voorloopig althans, onschadelijk was ge maakt, ontspanden haar trekken zich. Ze begon zacht te snikken en jammerde: „Wat moet ik nu beginnen, zoo «meteen komt hij bijl, en dan...." Zonder te vragen waarom of hoe, gedrongen door pen plotselinge ingeving, pakte Philip haar eensklaps bij* een pols en zei snel: „Kom mee, gauw, mijn auto staat ginds, ik heb wel een Lekke band, maar als het moet rijden we toch! Kom meet" Het meisje, dat wanhopig snikte, liet zich mee trekken. Een oogenblik later zat zij achter in de kussens van den auto gedrukt. Philip liet den motoT roemen, keerde en reed, hoe wiel de wagen ontzettend -chokte en hij alle kracht noodig had, om den wa gen op den weg te houden, zoo snel hij kon heen, in ie richting van Maagdenburg, de stad die het dichtst bij moest liggen, volgens zijn berekening. Om drie uur 's nachts reed hij, doodelijk vermoeid, Maag denburg binnen, stopte voor het grootste hotel, alar meerde de nachtportier en wist met grove fooien WtrAvGi Top de huwelijksreis) Wees nou niet zoo vriendelijk teeen me Egon, anders gelooven de menschen niet, dat we 'be trouwd zijn. te bewerken, dat hen nog een .souper werd geserveerd I en dat er midden in den nacht iemand opgetrom- meld werd, om tegeni boogie belooning zijp lekke banden te reparee en. Ep daar, in het slapende hotel, deed het meisje haar wonderlijke geschiede- 'enis. Door een trieste samenloop van omstandig heden, was zij in aanraking gekomen met een «pi- nnnage-agent, die voor een buitenlandsche mogend heid werkte. Zóó was zij er toe gekomen, haar ei-^en land te verraden. Terug kon ze niet meer. ^eed ze niet meer, wat de agent verlangde, dan zou hij haar aan haar eigen regeering verraden En het verlaten huisje was hun plaats van samenkomst, -mi berichten uit te leveren. Had hi] haar daar aan getroffen, met een vreemde, dan had hijl zeker ver- vaad' geroken en haar, en den vreemdeling gedood. En nu? Wat dacht ze nu te doen? Ze had nieta anders bij izi«ch dan haar pas, haar papieren en wat kleingeld. Wat moest, ze beginnen? En als de agent haar weer zou ontdekken? Wat dan? Toen nam Philip een besluit. Hij zei:., Ik breng U vannacht nog over de Hollandsche grens, naar goede vrienden van mij, als U wilt. Eenmaal op Hollandsch vebied. bent U veilig. En dan zullen w© wel weer zien. Ik zal U helpen" Een uur later stoof een auto de slapende stad Maagdenburg uit, de richting naar Holland in. 's Morgens in de vroegte, het was nog donker, werd' de veilige Hollandsche grens be reikt. Zoo verloor Philip van Norden zijn wedden schap. Maar hij won toch ook iets. Want een half jaar later trouwde hij met het beeldschoons meisje. En «dat was wel een verloren weddenschap waard, vond hij. Trapéze-kunstenaar (tot col lepa)Excuseer, Gustaaf maar ik moet eens flink niezen 1 Vriendelijke oude dame: „Je zegt, dat je tien jaar lang achter de tralies gezeten hebt? Zat je dan in de gevangenis, beste man?" Zwerver (sarcastisch): „Nee, juf, ik was een kana- riepietje!" Juffrouw Kikkerveer had uit liefdadigheid" een werklooze aangenomen, om op een zekeren morgen verschillende werkjes voor «haar te doen en ze zei: „'Nu moet u eerst vanmorgen den tuin twee keer diep omspitten, en dan die oude eikenboom in den boek van den tuin omzagen en klein hakken tot kachelhoutjes, en dan die twee schuren schoon- schrobben en de grasmaaimachine in orde maken en heelemaal goed nakijken en smeren en dan de hond goed wasschen en afdrogen en kammen! Waarop de man overdreven vriendelijk vroeg: En zal ik dan, om den tijd te dooden nog binnen komen en een handje helpen bij het kousenbreien? Een man solliciteerde voor een baantje bij de film De regisseur nam hem van top tot teen op, schudde dan het hoofd en zei: „Nee, ik kan je niet gebruiken, je bent niet het type dat ik noodig heb". ,,Wat heeft u dan noodig?" vroeg de man. ,,Een kerel, die de wereld rondgevlogen heeft in een vliegmachine, die op olifanten gejaagd heeft in Afrika en wiens eene been door een krokodil is af gebeten 1", was het antwoord. De sollicitant ging heen, vloog de wereld rond, joeg op olifanten in Afrika, en liet zich in Florida door een krokodil een been afbijten. Toen keerde hij terug. De regisseur nam hem weer van top tot toen op «n schudde weer het hoofd en zei: „Je bent nog niet het type, dat w« noodig hebben, want dat 1» het verkeer de been!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 16