Aliencei Nitnus-
limtntit- Lniimvllil
Een waardevolle
getuigenis
HET KASTEEL
VAN GRANIET
deze reclame heeft zeer merk
bare resultaten opgeleverd."
SCHAGER COURANT.
Woensdag 22 Februari 1928.
71site Jaairgainig No. 8208.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen.
Eerste Blad.
Wat de „Seine" meemaakte.
Itate
Feuilleton.
Het Jaarverslag der Coöperatieve Ver-
eeniging Tijdgeest" over 1927 is ver
schenen en daarin lazen wij onder meer:
Wil men dus grooter omzet, grooter
winst, dan adverteere men in de
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
lok q
loc»
n 011
'eston
lathi
meti
Tsjij
Isinta
SCHAGER
COURAiVT.
blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder-
7SiIg en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver
teer ,tiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
BSffl
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend
ph dit nummer bestaat uit twee bladen.
dim
een zeesleepboot temidden van de
woeste oveaan-golven.
Deier dagen ls de zeesleepboot Seine van L. Smit ëb
'i internationalen sleepdienst te Maassluis aangeko-
m. Zooals indertijd gemeld heeft deze 308 ton groote
_ileeper het tijdens bijzonder zwaar stormweer op den
fl&ntiachen Oceaan zwaar te verantwoorden gehad, zóó
otatil Ik dit voor het behoud van opvarenden en schip
enedt werd gevreesd en de noodkreet S.O.S. werd ge-
snscb sJnd. Het schip had ernstige averij gekregen, d© kom
en waren weggeslagen, de verschansing was inge-
;t, luchtkokers waren vernield en de boeg was lek
lltgen. Oeconvoyeerd door den Engelschen treiler
usscï Bw ls de Seine naar Queenstown opgestoomd. Daar
ite het schip een nieuw kompas gekregen en daarna
iet naar Maassluis gegaan.
rd, hi
luk nu
erd
nog
steliji
te pi
:ht
rbrat
De stuurman van de Seine vertelt:
stuurman van de Seine, de heer M. Bekker, heeft
volgende relaas van zijn avonturen gedaan:
31 Januari zijn wij van Maassluis naar
•nstown vertrokken, om de Zwarte Zee, welke zee-
per hot Engelsche tankschip Varand, dat op den
itisohen Oceaan, tijdens een zwaren storm, roer en
toef had gebroken op sleeptouw had, te assisteeren.
teda op de uitreis hadden wij bijzonder slecht weer.
4en Februari kwamen wij te Queenstown aan en
r hebben wij gewacht, tot de Zwarte Zee met.de Va-
1 wat dichterbij was gekomen. Den 8sten Februari
wij bij hevig stormweer van Queenstown vertrok-
,met de bedoeling de sleep op te pikken. Op Vrij-
10 Februarides morgens om 10 uur, kregen wij op
N. B. en 12° W. L.. dus ongeveer op 170 mijl Zuid-
n ten at van Cork Harbour, de sleep in het zicht. Er blies
n krachtige storm, welke af en toe tot een orkaan
Mg ngroelde en op de hooge zeeën dobberde onze boot er
lief wueht oo los. Onder deze omstandigheden viel er na-
v-.; uurhjk niet aan te denken, dat wij verbinding met de
t, ho::/aran(1 honden krijgen. Alles wat wij konden doen was
zak" khen, <1.1. het schip met den kop op de golven houden
l ïien, dat wij zoo'n beetje in de buurt van de sleep
«ven.
te k!, Maar het weer werd met het uur slechter en wij ge-
bliWI 1108 lanH0r hoe meer van de Varand af. Des
om 5 uur stonden de gezagvoerder kapitein J.
t, de matroos A. Jol, die als roerganger dienst deed,
Ik in de stuurhut. Plotseling zagen wij aan stuur-
voor ons it een geweldigen berg water op ons
«n. Aan ontkomen viel nietmeer te denken en
haler wa* konden doen was het schip er met den
recht tegen inzetten en afwachten. De kapitein
ifwuwde naar de bemanning, die beneden In het
neert Ikslogies in het vooronder zat, dat men plat op den
Lncr. )nd moest gaan liggen, en bijna op het zelfde oogen-
toe«; Ik werd de Seine hoog opgetild en neergesmakt. Een
Lropi tzaglijke stortzee spoelde over ons heen en het had
aar éi veel van, of onze heele boot onder het water ver-
VOTdS i«n. Er weerklonk een onheilspellend geraas; scher-
ele 'il B rinkelden In het rond en hout sloeg krakend in
a dal Mnders, Een vloedgolf drong door de deur en door
/an b .patrijspoorten de stuurhut binnen, welke ln aen oog-
i hev M vol water stond; de deur naar de marconihut,
onn(p» achter de stuurhut ligt, bezweek onder den drang
tot water en de marconist zat eensklaps tot aan
tnlidel in het water.
dadelijk daarop werden wij weer hoog opgetild en
üwrgesmakt en met een knal als een kanonschot
il
DOOR ETHEL M. DELL
Bewerlkt door Jhr. R. H. G. NAHUYS.
lö beschouwde zijn vra.ag niet als onbescheiden. Dat
i het voorrecht van Kelly. Doch evenmin schonk
hem het volledige antwoord, waarnaar hij zoo reik-
wi u^ïag' keb gevonden," zeide Bij na een
ïcnblik langzaam, „hoe men het kasteel van gra-
«i kan bereiken."
in rlep Ke"y ult> zljn °°gen wijd open-
Perü. „En gaat u thans koffer pakken en daarheen
Segrt'
i,
jieW rtrekken?"
eleüZij lachte flauwtjes en keek recht voor zich.
«ween, het is nu te laat," zeide zij. „Ik heb den ver-
»iaen weg Ingeslagen en Burke ook.'
jra jMif het ls nog eens te probeeren het is nog over
7' drong Kelly aan, als een kind, verlangend
ae heugelijke ontknooping van een sprookje.
P «chudde het hoofd. Haar lippen trilden, maar toch
l S j 4 uu ln ^en la*en lachen. „Die weg niet. Ik
VflPf iu .u ver»Perd is," zeide zij, en bij die woorden
nrJ* me, haar hlel tegen de flank van haar paard
5JJ 8nel vooruit stadwaarts.
3 riA^aa volgde haar met loomen gang. Er waren tij-
Sfilde tIcb" over de vvereld teleurgesteld ge-
hoofdstuk m.
DE STRAF.
V,r ivivir- av,on,d' ««vrouw Ranger!"
k,j ,t Vf,._ het hotel binnengetreden en schrikte op bij
'li'ij »en n van e®n koele, onverschillige stem. Twee
n lisWn°^r7art 8ls onyx en ®ven uitdrukkingloos, za-
«•»-< u 'n de hare. Een rilling doorliep haar. On-
lllèksurl —v. ajvu uuviiicy wcku. v
in 80cbten haar oogen Kelly, die terstond met
1 hulp V ltan^e gestalte naar voren trad, als kwam
Wat <3o° hier? Hengelen naar den
Ittta» Klef, met een vooruitsteken van zijn
oedeiooze lippen, dat nauwelijks een lachje
stortte een tweede berg van water zich schuimend en
bruisend over het schip dat trilde ên kraakte en hevig
schudde. Tegelijkertijd loeide de storm met een akelig
gehuil en gefluit door het want en rond de stuurhut.
Het was een „hurricane" met een windkracht van 10
tot IL
Wij begrepen, dat als er nog zulk een zee over kwam,
het zeer waarschijnlijk met ons gedaan zou zijn.
Doch gelukkig heeft het zich niet herhaald. Wel bleef
de zee hoog en wild en stormde het nog geducht, maar
een derde waterhoos bleef ons gespaard. Toen konden
wij de schade eens gaan opnemen.
De verschansing van de brug en de reellng van het
sloependek, dat dadelijk aan de brug aansluit, waren
aan stuurboordzijde grootendeels weggeslagen of in el
kaar gebeukt. Van de stuurhut waren alle ruiten ver
nield. Van het een centimeter dikke glas zat een scherf
tusschen de balken van de zoldering gewrongen. De kap
van het stuurkompas met de belde ijzeren ballen en de
lampen waren weggeslagen, het dikke glas, dat het
eigenlijke kompas beschermt, was in diggelen de ijze
ren kist met vlaggen, welke aan den zijwand van de
hut gesjord stond, was van haar plaats gespoeld, de
deur uitgeslagen en over boord gewipt, het peilkompas
dat op de stuurhut stond, was verdwenen, het electri-
sche lampje, dat boven in de stuurhut hing, was door
het water uit de fitting gerukt, de kap van de stuur
boord-luchtkoker, die naast den voorsten schoorsteen
staat de Seine is een tweepijper was afgerukt en
overboord geslagen. Het stompje, dat van dezen koker
nog restte, was finaal dicht geknepen onder het gebeuk
van de golven; de kist met zwemvesten was over boord
gespoeld en de roosters van het roer waren vernield.
De stuurboordsloep was finaal door de houten on
derstoppingen geslagen. De steunijzers waren verbogen
en verwrongen. Stukken hout, welke hier en daar waren
afgeslagen, waren tusschen de roerketting geraakt, zoo
dat onze stuurinrichting al heel gauw dienst weigerde.
Bovendien was er kortsluiting ontstaan, zoodat wij geen
licht konden maken en ook de navigatielampen niet
konden ontsteken. Het marconitoestel had voor een deel
onder water gestaan waardoor wij niet eens dadelijk
konden seinen. Gelukkig heeft de marconist spoedig
kans gezien, zijn apparaat te repareeren, en kon hij al
gauw het S.O.S.-sein geven, want wij verwachtten ieder
oogenblik een herhaling te krijgen en dan viel het
ergste te vreezen. Tot overmaat van ramp werd even la
ter gerapporteerd, dat het schip bij den boeg lekte, ten
gevolge van het onophoudelijke stooten op de zee.
In die eerste oogenblikken na het gebeurde was dê
geheele equipage, bestaande uit 14 koppen over stuur.
Een lid van het machinekamer-personeel heeft zelfs 20
minuten buiten westen gelegen, maar verder zijn er ge
lukkig geen persoonlijke ongelukken gebeurd.
Op ons alarmsignaal s.o.a kregen wij al spoedig ant
woord. Het Amerikaansche stoomschip Agnistone, het
Duitsche stoomschip Munchen, en de treiler Settsu Uit
Cardiff seinden terug, dat zij op ons aan zouden hou
den. De Zwarte Zee liet de Varand los en kwam ook
naar ons toe. We waren in dien tusschentijd al meer
dan 40 mijl van de sleep afgeraakt.
Het eerste wat wij deden was de roerketting vrij ma
„Verder werd geregeld geadverteerd, in de
SCHAGER COURANT en
mocht heeten. „Ik gooi mijn geld niet weg aan diaman
ten, mijn waarde Kelly. Wel, mevrouw Ranger, ik hoop
dat uw uitstapje naar hier u genoegen geeft."
„Hij hengelt alleen naar zielen,-" was de gedachte, die
Sylvia door het hoofd speelde, toen zij in een snelle po
ging haar zelfbeheersching herwonnen had en hem in
ijzig stilzwijgen voorbijliep. Nooit zou zij vrijwillig weer
het woord tot Kieff richten. Hij was een verklaarde vij
and; en zij keerde zich van hem af zooals zij zich van
een kruipend ongedierte op haar pad zou hebben afge
wend.
Zijn lach die vreeselijke onheilspellende lach, klonk
haar achterna. Hij zeide iets in het Hollandsch tegen
een man die naast hem stond, en een tweede lach
die van Piet Vrijboom weergalmde als het loeien van
een stier. Doch het volgende oogenblik had zij zich, zoo
fier als een vorstin omgekeerd en stond tegenover de
beide mannen. In dat lachen had Iets hoonends gelegen,
iets wat zij zich onmogelijk kon laten welgevallen.
„Zeg mij eens," wendde zij zich gebiedend tot Kelly,
„zeg mij eens wat voor belachelijks deze heeren
aan mU vinden!"
Haar gelaat was doodsbleek, doch haar oogen gloei
den als vonken. Zij was op dat oogenblik verschrikke
lijk zoo verschrikkelijk als een getergde leeuwin
en het lachen hield op. Piet Vrijboom schoof een eind
achteruit, zijn kleine oogjes gluurden onrustig.
Kelly smoorde een vloek in zijn keel; zijn vuisten wa
ren gebald. Doch Kieff, zoo glad als een aal, was met
zijn smadelijk antwoord gereed. „O, wij lachen niet om
u, mevrouw! Dat verhoede de Hemel! Wat voor be
lachelijks kan iemand vinden aan zulk een voorbeeld
van huishoudelijke deugd als u?"
Hij tartte haar in het openbaar, dat wist zij.
Een hevige gloed van toorn woedde In haar hersens,
zulk een ziedende woede als zij nog nooit ondervonden
had. Voor een oogenblik voelde zij zich misselijk, als
had zij een te grooten teug genomen van een verdoovend
middel. Zijn bedoeling was haar in het openbaar te ver
nederen. Dat werd haar bliksemsnel duidelijk. En zij
was machteloos het te voorkomen. Of zij bleef, of ging,
hij zou zijn doel beëindigen. Tusschen alle vreemde ge
zichten die haar omringden, gaf alleen dat van Kelly,
peinzend en verrast, eenig medelijden met haar te ken
nen. En het was duidelijk, dat hij, na haar onverwachte
handeling geheel de kluts kwijt was en volstrekt niet
wist hoe met den toestand of met haar te, handelen.
Ware hij alleen geweest, dan zou hij de menigte het
hoofd geboden hebben, doch met haar tot zijn last wa
ren zijn handen hopeloos gebonden en vreesde hij iets
verkeerds te doen wat de zaak slechts erger kon ma
ken.
„Kom, kom, ga heen!" mompelde hij tot haar. „Het Is
hier in het geheel niet de plaats voor u. Het zijn zwij
nen van kerels, allen, zonder uitzondering. Gij kunt u
met hen niet inlaten!"
Doch zij week niet van de plek, want er stroomde
heet bloed door de aderen van Sylvia en een trots, die
geen smaad dulde4 was haar deel. Bovendien was zij
diep beleedigd geworden, en het verlangen naar wraak
golfde hevig in haar op. Nu zij eenmaal tegenover haar
vijand stond, was het haar onmogelijk aan den drang
tot terugslaan weerstand te biedene hoe licht haar slag
ook mocht aankomen.
Vastberaden plaatste zij zich vlak tegenover Saul Kieff
„Ge zult herhalen of een nadere verklaring geven
van datgene, wat ge zooeven over mij tot uw vriend
gezegd hebt," zeide zij op een toon, die onbevreesd door
de verzamelde menigte klonk, „of ge zult u laten ken
nen als een verachtelijke lafaard, die een vrouw, waar
van ge weet, dat zij zich niet kan verdedigen, vuig heeft
belasterd!"
Het werd koninklijk gesproken. Zij stond met trotsch
opgeheven hoofd en nam hem van het hoofd tot de
voeten op met oogen, die van ingehouden woede flik
kerden. Een gemompel van sympathie liep door de me
nigte ruwe mannen, die rond haar verzameld stonden.
Een of twee gaven min of meer luide hun misnoegen
te kennen over Kieff. Doch Kieff zeliV liet zich niet het
minst van zijn stuk brengen. Hij- rookte een sigaret en
haalde den rook van verscheidene, zware trekken in,
alvorens haar uitdaging te beantwoorden. Met zijn ba-
siliskeoogen onbeweeglijk op haar gevestigd, zich als het
ware aan haar hechtende, kwam hem vervolgens het
doodelijk beleedigende antwoord over de lippen: „Ik
ben stellig met het grootste genoegen bereid u te her
halen wat ik gezegd heb, mevrouw, indien u het wenscht
Doch alleen u is in staat, de verklaring er van te ge
ven. Ik zeide tot mijn vriend: „Daar gaat de vrouw van
Rangers." En heb ik mij daarin vergist?"
„Ja, vervloekte hond, dat heb je!" De stem waarmede
deze woorden als een donderslag werden geuit, kwam
uit de deur, die naar het kantoor voerde. Burke Ranger
baande zich plotseling een weg, met een vertoon van
kracht weermede niet te spotten viel. Mannen stoven
zonder zich te bedenken uit elkander als waagden zij
het niet zich klakkeloos in zijn weg te stellen; want
deze man zou zich een weg hebben gebaand door onver
schillig welke hindernis zich op dat oogenblik mocht
voordoen. Zonder een blik rechts of links te werpen,
stoof hij recht op den man dien hij hebben moest af.
Sylvia verbaasde zich ten zeerste over zijn tusschen-
ken van het hout en het schip met den kop weer op
de golven gooien opdat wij het minste last van de zwa
re stortzeeën, welke nog telkens overkwamen en het
geheele voorschip onder water zetten, zouden hebben,
De bemanning kreeg geen verlof om ter kooi te gaan,
teneinde ten allen tijde de menschen dadelijk bij de hand
te hebben. Uit een reddingsboot hebben wij een kompas
genomen en daar hebben wij ons gedurenden den nacht
zoo'n beetje mee beholpen. De kombuis was vol water
geloopen, zoodat er niets warms gemaakt kon worden,
Om 4 uur 's-avonds hebben wij naar de Agnistone, de
München en de Zwarte Zee geseind, dat hun hulp niet
meer noodig was. De eerste twee hebben daarna haar
reis voortgezet; de Zwarte Zee is naar de Varand te
ruggekeerd.
Zoo hebben wij den geheelén nacht liggen steken- Om
B uur 's morgens werd het weer iets kalmer en van een
korte Inzinking tusschen 2 windvlagen maakten wij ge
bruik, om de Seine om te gooien, zoodat wij recht voor
de zee kwamen te liggen. Met stroom mee en den har
den wind in den rug hebben wij toen recht op de Settsu
aangekoerst welke treiler al om 6 uur in het zicht kwam
Samen hebben wij toen de terugreis naar Queenstown
aanvaard, waar wij Zondagmorgen om 9 uur aankwa
men.
In Queenstown hebben wij een nieuw kompas ge
kregen en een noodlelding voor het electrische licht ge
legd. Vrijdagavond zijn wij opnieuw van Queenstown
vertrokken en na een kalm reisje zijn wij Maandag
morgenmorgen hier aangekomen. Gister ls de Seiné
naar Rotterdam gegaan om te dokken.
VOOR DEN P OLITIERECHTER.
Zitting van Maandag 20 Februari,
VORDERING TOT TENI UITVOERLEGGING:
De reclaaisarut cLe L.. wonende te Medemblük,
voorsv. veroordeeld, is zonder toestemming van de
reciasseeiing van woonplaats vernderd en heeft zich
naar België begeven. Dientengevolge heeft hij' de
bijzondere voorwaarden verwaarloosd en is hiji voor
den politierechter geroepen, ten 'einde ovqe
een eventueel© vordering tot ten uitvoerlegging ge
hoord te worden. Deze behandeling heeft plaats met
gesloten deuren. Elen berisping! wordt den. voorw.
veroordeelde toegediend.
Nog! twee soortgelijke zaken, tenuitvoerleggingen,
worden op gelijke wijze behandeld.
VOORTGEZETTE ZAAK.
De behandeling van de strafzaak contra A. G. te
Helder wordt daarop voortgezet. DeOfficier vordert
4 tóaanden met 2 jaar proeftijd. Vonnis 2 maanden
»ev. met 2 proefjaren en onder toezicht van het
Leger des Heil» gesteld.
DIEFSTAL VAN KATTEN.
Twee arbeiders uit Hindeloopen, Jan AL en Harm
v. R., die in December te Ehkbuiizen vertoefden,
hebben zich daar verdienstelijk gemiaakt door een
slachting aan te richten onder de gemeentelijke huis
katten, die zij' nadat zij de arme Mauwerikken had
den gemept, ter wille van de huidjes hebben verkocht
Elen der eigenaars van de om hals gebrachte kat
ten, 'n oude man, schreit nu nog om het verlies van
het' aardige huisdier, waarvan zij allen zooveel hiel
den. Het.is dan ook meer om het verdriet, dat zij
veroorzaken, dan orni het geldelijk nadeel, dat der
gelijke straatslijpers streng gestraft behooren te
worden. Eiisch tegen A. f 3 boete f 3 .dagen, en tegen
den minderjarigen v. R. 6 maanden tuchtschool.
Mr. J'Udell, verdediger van v. E., refereert izich.
komst. Hetgeen haar vijand bij haar niet had kunnen
bereiken, werd zonder een woord of een blik, door haar
echtgenoot bereikt. Haar koninklijke houding liet zij var
ren. Zij drong zich tegen Kelly aan, als zocht zij daar
beschutting. Want zij had de oogen van Burke gezien,
en daarin flikkerde dezelfde glans als den avond te vo
ren; en deze flikkering was niets anders dan de dorst
naar bloed. Het waren de oogen van een moordenaar.
Hij vloog recht op Kieff aan, en Kieff wachtte hem
af, volmaakt bewegingloos, de dunne lippen opgetrok
ken en een glinsterende rij witte, schérpe tanden ver-
toonende. Doch op hetzelfde oogenblik waarop Burke
hem genaderd was, maakte hij een snelle beweging.
Zijn rechterarm schoot als een slang vooruit, en de
tromp van een revolver glinsterde tusschen de beide
mannen.
„Handen ofnhoog, als 't u blieft, mijnheer Hanger!"
zeide hij zalvend. „In die houding kunnen wij beter
praten."
Doch voor eens ln zijn leven had hij een misrekening
gemaakt, en het volgende oogenblik zag hij dat ln.
Want hij had buiten den waard gerekend, wat betreft
de altijd te onpas komende Kelly. Want bij het zien van
het wapen was aan de lippen van den Ier een hemelter-
genden vloek ontsnapt, en in hetzelfde oogenblik sloeg
hij er naar met zulk een kracht, dat het aan de hand
van Kieff ontviel. De revolver viel aan de voeten van
Sylvia, die zich bukte en het wapen opraapte.
Burke wierp zelfs geen blik om zich heen. Hij had
Kieff bij den kraag van zijn jas gegrepen, en wat er
verder met de revolver gebeurde liet hem blijkbaar
koud. „Geef mij je rijzweep eens even aan, Donovan,"
verzocht hij dezen.
Kelly deed wat hem gevraagd werd met die kinderlij
ke gehoorzaamheid, die hij ten allen tijde aan Burke
bewees. Toen trad hij terug tot naast Sylvia, en wrong
haar de revolver zacht uit de hand.
Zij zag hem aan, met wijd opengesperde, een doode-
1 ijken angst verradende oogen. „Hij zal hem vermoor
den!" zeide zij in «en ademloos gefluister.
„Maak u niet ongerust!" zeide Kelly, terwijl hij een
arm om haar heen sloeg. „Dat addergebroed sterft niet
zoo gemakkelijk. Jammer genoeg!"
En toen ontplooide zich het vreeselijkste schouwspel
waarvan Sylvia Ooit getuige geweest was. Niemand trad
tusschen Burke en zijn slachtoffer tusschenbeide. Op
de gezichten in het rond was zelfs eenige voldoening
te lezen. Piet Vifijboom scheen zich zelfs uitbundig te
venpaken, als woonde hij een groot feest bij.
Wordt vervolgd.