Scliaier Courant Tutti Frutti. HET PROVINCIALE WEGENPLAN EN DE WEG KOLHORN-SCHAGEN. Uit de Radio-wereld. Tweede Blad. Binnenlandsch Nieuws. Schade voor den Nederlandschen pootaardappelhandel. sze [RUI ;haj Ifli Woensdag 22 Februari 1928 71ste Jaargang. No. 8208. waarvan m*n eeker 1* dat sct«n werkelijk datgene krijgt wat men gekocht heeft. Niet elk z.g. certifi caat uit Holland is een bewijs voor een werkelijke goedkeuring. D'it zal eerst anders worden wanneer de betreffende keuringsdiensten zonder aanzien des persoons doortasten. DE LUISTERVINKEN BEDREIGD MET RADIO-BELASTING. De A.V.R.O. verzoekt verwerping van het voorstel. >1 -H2II Lp ANK S DAT HET BEDROG ER DIK OP LXGT.~ I De secretaris van het Centi'aal Comité inzake de I uiring van gewassen te velde, ir. J. D. Koeslag, i eft een beroep op de landbouwers gedaan teneinde t, ernstig gevaar in het licht te stellen, dat voor jNederlandsche pootgoed in het buitenland dreigt. pT)P lus lezen we in de N.R.Crt. Dit gevaar is het ver- p gebruik en in zeer veel gevallen het misbruik, i gemaakt wordt van kaarten, welke bij de geëx- Ifi, [teerde aardappelen worden gevoegd en die door 0 argelooze afnemers miaar al te vaak worden aan- voor certificaten, zooals die door de organi- uvw voor de keuringen te velde worden gebruikt. Tmag wel aannemen, aldus ir. Koeslag, dat het iruik dezer kaarten pas in zwang is gekomen, -idat de buitenlandsche koopers de certificaten der uiingsdieasten als een waarborg voor de hoedanig- id van het pootgoed hadden leeren kennen en lardeeren, zoodat er vraag ontstond naar aardap- jen. met „papieren". De handel is aan dit verlangen naar papieren in oogeraate tegemoet gekomen. De toestand is thans bijna zoo, dat een zak pootaardappelen, zonder pa- JD jertje als minderwaardig wordt beschouwd. En de rje OTcheidenlieid dezer papieren is groot, zoowel in rm en klour als in tekst, zooals ir. Koeslag met jtukken aantoont. Een der kaarten vertoont zelfs j wapen van het Koninkrijk der Nederlanden it de woorden: Koninkrijk der Nederlanden en medeeling „Deze plantaardappelen, voortkomen- uit de beste aardappelvelden van Nederland, zijn keurd geweest door den Ipspecteur, hoofd van q Plantenziektenkundigen Dienst". Deze kaart rd door een Nederlandschen handelaar gevoegd uit België aangevoerde aardappelen. Op inerk- irdige wijze kwam mien in België achter dit be- ig. Een landbouwer, die zijn kooper niet ver- iiwde, deed in eenige door hem afgeleverde zak- n een briefje, waarin hij den ontvanger verzocht b mede te deelon, waar do aardappelen terecht- lomen waren. Groot was de verwondering van lontvanger, toen hem bleek dat de als Nederland- ie aardappels gekochte waar (ter staving waar- het „(bewijs" van keuring door het hoofd van plantenziektenkundigen dienst moest dienen!) zijn omgeving afkomstig bleken te zijn. en koste van overbodige en vaak raadselachtige ansporten, waaraan zelfs zeer bekende firma's fiedoen, worden de koopers in den waan gebracht ut de aardappelen uit een gerenommeerde streek jkp&tig zijn, terwijl zij inderdaad in heel andere fiwken gegroeid zijn. Natuurlijk ontbreekt de komische noot aan dit be- -rog ook niet:- veel teksten zijn gesteld in een taal- fj fcje dat vermakelijk is. Een der kaarten vermeldde, 1 lat de aangeboden prima eerstelingen, ook wel „Ko- igen dor Hlallen" genoemd, voortkomen uit de ffvelden van Zuid zwaag (Friesland), de baker- Uer vroegere aardappelen! [aar al moge het bedrog er soms dik op liggen: die valsche certificaten moeten op dien duur den dderiandachen pootaardappellmndel op het buiten- ad enorme schade berokkenen. Dat deze hand )1 ia beteekenis is, blijkt wel uit de uitvoercijfers: ■n, Juni tot December 1927 zijn ruim 12 millioen pooraardappelen uitgevoerd. V-oor enkele streken n ons land is deze uitvoer een der voornaamste onnen van inkomsten. Hoe men thans reeds in het litenland over ons pootgoed denkt, blijkt uit het Igende citaat uit de Deutsche Landwirtschaftliche esse van 31 December jl.„Men is hier in West- uitschland zeer voorzichtig geworden met goed keurde Eersbelingênpoters, en geeft de voorkeur jn origineel© of goedgekeurde Duitsche soortep, De Algemeen e Vereeniging „Radio Omroep", 'heeft zich met betrekking tot de onlangs verschenen Me morie van Antwoord der Regeering op het Voorloo- pig Verslag der Tweede Kamer over het ontwerp van wet tot aanvulling en wijziging van de Tele graaf- en Telefoonwet 1904 met een adres gewend tot de Tweede Kamer, waaraan wij het volgende ontleenen: „De strekking van dit wetsontwerp is blijkens de Memorie van Antwoord geen andere dan het ver krijgen door het Uitvoerend Gezag van eene mach tiging van den wetgever om de noodige regelingen te kunnen vaststellen met betrekking tot den radio- omroep. Deze regelingen zullen o.m. omvatten de heffing en de invordering van met betrekking tot de inrich ting (ontvangtoestel) te betalen rechten, terwijl het in.de bedoeling ligt om van de opbrengst dier hef fing een deel af te staan aan derden, zijnde i.c. ver- eenigingen, die den radio-omroep verzorgen. Onze vereeniging mloge er in verband met dit voornemen met nadruk op wijzen, dat ondanks den door de Regeering bedachten formeelen uitweg: eerst storting van de belastingopbrengst in de staatskas en daarna, met machtiging van den be grotingswetgever, de uitkeeringen aan de derden, voor wie de gelden van den aanvang af" bestemd waren hier in wezen aangekondigd wordt een belasting ten behoeve van particulieren, hetgeen naar ons oordeel met het Nederlandsche Staats recht volstrekt in strijd is. Eerst dan zou er naar de meening onzer ver eeniging voor een heffing van Rijkswege, aanleiding kunnen bestaan, wanneer er één nationale omroep zou zijn tot stand gekomen, waarmede de be moeiingen van den Staat van dien aard zijn, dat zij •de heffing eener retributie voldoende kunnen wet tigen. Thans echter zal de voorgestelde heffing in hoofd zaak dienen voor het in standhouden der bestaan de, onderling sterk verdeelde groepen, door middel van uitkeeringen aan deze van gelden, om welke de grootst mogelijke meerderheid niet verzocht beeft en die allen om strijd verzekeren niet noodig te hebben. Zoolang de feitelijke toestand op het gebied van den radio-omroep niet verandert, kan derhalve bij aanneming van het hier bedoelde wetsontwerp deze eigenaardige toestand ontstaan, dat de luisteraars lijdelijk zullen moeten afwachten voor welk doel de door hen opgebrachte geiden zullen worden aan gewend en dat de vrijheid, die elk Staatsburger beeft om zelf uit te maken wolk© cultureele rich ting hij wil steunen, aan een bepaalde categorie van staatsburgers zoo al niet geheel, dan toch grooten- deels wordt ontnomen. Immers de financieel© draag kracht van de overgroot© meerderheid der luiste raars is niet van dien aard, dat zij, boven het bedrag dier heffing, voor dit doel nog iets zullen kunnen afzonderen. Dientengevolge zal deze heffing door die over groot© meerderheid als een groote onbillijkheid wor den gevoeld, terwijl kwalijk zal kunnen worden mngetoond, dat het algemeen belang deze heffing vordert. Op grond van dit alles kan onze vereeniging op dit oogenblik van de voorgestelde heffing dan ook niets anders verwachten dan het dooden van het- goen door het particulier initiatief uit de belangheb benden (de luisteraars) in jarenlangen arbeid is voortgekomen. En verder voorziet zij, als gevolg van don bestaanden toestand hier te lande de mogelijkheid, dat door de bedoelde heffing de zoo hoog noodige samenwerking tusschen de bestaande radio-omroepvereenigingen eerder wordt tegenge houden dan bevorderd. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer Uw Hooge College eerbiedig te verzoeken het in ar tikel I van het wetsontwerp voorgestelde nieuwe artikel 3 ter, althans voor zoover betreft de bepa lingen bedoeld sub c, zijne goedkeuring te willen onthouden." De vereeniging „De vrije Luistervink" heeft een adres van dezelfde strekking aan de Tweede Kamer verzonden. icktifr TOOG VAN DE WET EN DAT VAN DEN tAUFEEUR. Wegens overtreding van de rege lingen op het verkeer werd dezer dagen of juister, het was in den nacht, een chauffeur in Stockholms straten door ©en agent aange houden on opgeschreven. Daar echter de chauffeur van meening was, dat hem een grjit onrecht, werd aangedaan wat hij ove rigens met eiken anderen chauffeur gemeen had en hij dit nog op temperamentvolle wijze den agent aanvzijn verstand trachtte te brengen, kwam hij den laatste allengs de ge dachte op, dat zijn delinquent een tikje te veel aan Bacchus geofferd bad, weshalve hij het geraden achtte, om hem mee te nemen naar het politiebureau, teneinde daar 's mans graad van nuchterheid vast te stellen. Daar aangekomen protesteerde de zondaar niet min der heftig en de politie-arts werd er bij be roepen, om te onderzoeken in hoeverre de man zich nu toch wel aan sterke dranken had te buiten gegaan. Eenige dagen lat ar kwam het geval voor den politierechter, waar bij de aanklacht hoofdzakelijk gegrond was op do meening van den arts, die als onom- Btootelijk bewijs van 'smans dronkenschap had vastgesteld, dat diens linkeroog hij de proefneming niet naar be hoor en gereageerd ha d. Na deze ver klaring gaf de chauffeur met een breed© grijns le kennen, dat zijn linkeroog een glazen oog was. Tableau. I SEN GOEDKOOPE ONTDEKKING. Een Engelsch- man, die nieuwsgierig was, hoeveel geld de onvervaarde Columbus van de Spaansche vloot noodig heeft gehad om zijn pioniers werk te verrichten, kwam onlangs de wereld verrassen met de mededeeling, dat de ontdek king van Amerika, zuiver berekend, geen stui ver meer heeft gekost dan zes duizend zes en dertig gulden! Volgens zijn berekening kreeg Columbus vijl honderd elf gulden en twintig cent voor de ij?*8- Zijn salaris, als admiraal bedroeg narne- hJ'k 1768 per jaar, en daar de expeditie duur- d® van begin Augustus 1492 tot eind Februari P het daarop volgende jaar, kon hij de juist© som precies vaststellen. Toen de rekenmeester vervolgens het aantal schepen, kapiteins en manschappen te weten was gekomen, cijferde hij net zoo lang, tot hij wist hoeveel de salarissen van al deze lie den te zamen bedroegen. Een kapitein uil dien tijd verdiende f 492 per jaar; de gages van de overige bootslui varieerden tusschen de f55 en f72. Zoodra de Engelschman zijn cijfers nauw keurig getoetst had aan die, welke in oude scheepsjournalen en folianten stonden opgu- teekend, begon hij te vermenigvuldigen en te deelen, op te tellen en af te trekken. Met als resultaat: zes duizend en zes en dertig gulden onkosten voor dt Spaansche regeering om „In dia" (Amerika) te vinden! DE ZUCHT NAAR SENSATIE, Nu was het on langs weer R u t h S n ij d e r, de moordenares van haar echtgenoot, die werd terecht gesteld op den electrischen stoel in de Sing- Sing-gevangenis. Zij kwam het eerst aan de beurt en daarna haar minnaar. Alles was in enkele minuten gebeurd. En toch was het, als alle andere, weer een afschuwelijke gebeurtenis, die door de pers tot wilde or gieën van schandaal-reportage werden uit gebuit. Slechts een beperkt aantal getuigen was in de .doodencel" toegelaten, waaronder ook eenige vertegenwoordigers van de pees. De bewaking was streng, en zoodra de exe cutie had plaats gehad, werd de cel ontruimd. Den volgenden morgen verscheen één van de foto-bladen van N'ew-York met een 'groot beeld van de ongelukkige moordenares. Daarop zag men haar zitten op den elec- trischen stoel vastgebonden, op het oogenblik, dat de dood door haar li chaam voer. Een vreeselijk beeld. Toch was het geen fotographische truc, maar een regel rechte opname, die één van de persvertegen woordigers in den doodencel hadi weten te bewerkstelligen, doordat hij' aan zijn voet een miniatuurapparaat met een buitenge woon scherpe lens had bevestigd, dat op ver nuftige wijze voor andere oogen onzichtbaar was gemaakt. Op het bewuste moment liet hij het apparaat door een onmerkbare bewe ging van zijn heen te voorschijn komen, waar na hij door middel van den afsluiter, dien hij in zijn jaszak had, de foto afdrukte De opna me was gelukt en de krankzinnige begeerte naar sensatie bevredigd. Den gelukkigen fo tograaf zal dit zaakje ook wel geen wind eieren gelegd hebben, want dien morgen was Op initiatief van de Commissie van Actie, de hee ren Ch. H. Th. Sohmalz, B. G. G. König en A. M. Kiossen, de respectievelijke voorzitters van de Han deldrijvende en Industrieele Middenstandsvereeni- ging, ,De Hanze" en „Algemeen Belang", had Dins dagmiddag 24 Februari ten raadhuize alhier een vergadering plaats, waarin de plannen werden be sproken tot verkrijging van opname van een weg Kplhorn—Schagen in het Provinciaal Wegenplan. Wie er zijn en wie er niet zijn. Behalve deze commissieleden waren aanwezig: burgemeesters en wethouders, benevens de secreta rissen der gemeenten Schagen en Barsingerhorn, de heeren J. Koster, Winkel en R. Kaan, Wieringer- waard leden van Prov. Staten, de heer C. Wijdenes Spaans, Anna Paulowna, Dijkgraaf van het Hoog heemraadschap Noordhóllands Noorderkwartier, de heer P. Trapman, Schagen, lid van de Commissie- Van Aalst, de heeren A. J. Waiboer, Winkel en P. Kistemaker, Schagen, respectievelijk jtLijkgraaf en heemraad van den polder Waard en Groet. De heer J. Corneiissen, burgemeester van Scha- gep, leidde de bijeenkomst en heette in zijn ope ningswoord de aanwezigen hartelijk welkom, er zijn genoegen over uitsprekende dat zoovelen ge hoor hadden gegeven aan de uitnoodiging tot deze vergadering, die tot doel had de plannen te bespre ken die zouden kunnen leiden tot het verkrijgen van een goeden verbindingsweg van den Wierin germeerpolder naar Schagen. Spr, deelt mede, dat bericht van verhindering was ingekomen van den heer Reigersman, Hoofdingenieur-directeur van den Prov. Waterstaat, die in zijn schrijven mededeelt, dat wanneer hij ter vergadering aanwezig zou zijn, bij zeker zou adviseeren zich ten aanzien van het verkrijgen van een weg Kolhorn—-Schagen, te wen den tot Ged. Staten, en er dan op zon wijzen, dat er waarschijnlijk kans van slagen zou zijn, indien er sprake z.ou zijn van het maken van een weg Iang9 het geprojecteerde kanaal Kolhorn-Schagen. De heer G. Nobel, Lutj ©winkel, gaf kennis van vei hindering, doordat deizen middag ook plaats vond de vergadering van de Wegencocmmissie uit de Vereeniging tot Ontwikkeling van don Landbouw in Hollands Noorderkwartier, terwijl mede bericht van vei hindering zonden de heeren D. Smit Cz. en W. Vader Dz.. voorzitter en secretaris van de Banne en den Polder Schagen. D1© Voorzitter zegt, dat B. en W. van Schagen hunne bijzondere ingenomenheid kenbaar tmakon over de Ijver, waarmee het comité tracht een ver binding met den Wieringermeerpolder tot stand te brengen. Ook 'bij 'B. en IW. 'had' deze zaak de aan dacht getrokken en het was de bedoeling, dat in dien loopi van Maart een vergadering zou plaats hebben met de heeren R. Kaan en Roigorsman. Evenwel de heer Kaan zal het wel niet kwalijk nemen, dat wij nu een weg zijn ingeslagen, die beter is. De heer Scbmalz dankt namens de Commissie voor de gastvrijheid] die de gemeente Schagen be toont, door deze vergadering ten raadhuize te doen (houden en in 't bijzonder den 'burgemeester, voor de bereidwilligheid deze vergadering te willen leiden. Ook spr. dankt de aanwezigen voor hun opkomst en dan speciaal den heer Koster, die izich bereid heeft verklaard, een inleiding over het Provinciaal Wegen^ plan te houden Spr. wil deze inleiding niet voor- uitloopen. maar het standpunt van de Commissie isr dat hoewel het Provinciaal Wegenplan ©eri schit terend plan genoemd kan worden ,er één 'leemte is, n.1. dat er in ontbreekt een verbinding van het hart van den Wieringermeerpolder met deze streek. Daar om heeft de Commissie gemeend te moeten trachten, het tot stand komen van dezen verbindingsweg. Voor Schagen is dat een levensbelang en voor den Wieringermieerpolder eeni zeer groot belang* Spr. verzoekt den aanwezigen heeren de Commissie bij haar streven te willen steunen. De inleiding. De heer -J. Koster, lid van Prov. Staten, verkrijgt nu het woord en zegt, dat het niet zijne bedoeling is om een inleiding te houden over de wegenwet- belasting, maar om uit de plannen ten opzichte van het prov. wegenplan enkele dingen te lichten, waar door spr. hoopt de helderheid der zaak te zullen helpen bevorderen. Spr. begint dan met de mededeeling, dat 3 a 4 we ken terug een vergadering van burgemeesters en secretarissen in dit kanton heeft plaats gehad, waar in spr. een korte inleiding heeft gehouden over het Prov. Wegenplan. Tot sprekers leedwezen was de bur gemeester van Barsingerhorn verhinderd die verga dering bij te wonen, maar ook ontbrak daar de ver tegenwoordiger uit de gemeente Schagen. Spreker heeft dat betreurd, omdat de verbindingsweg dien men thans wenscht, inderdaad leidt naar het hart van den Wieringermeerpolder en de 'betrokken weg- be'heerders ernstig in het oog dienen te houden op welke wijze men de tot stand koming van een ver langden weg kan bevorderen. Spreker baalt daartoe als voorbeeld aan den weg waarover in Alkmaar onlangs is vergaderd, en waar over mijn mede-Statenlid, de heer Kostelijk, een in leiding heeft gëhouden, n.1. de weg Heerhugowaard Langendijk'Koedijk, een weg van het allergrootste belang voor de geheele provincie. Over de eventueels 'komst van dezen tot nu toe geheel ontbrekenden weg, werd nl. door Ged. St. ge zegd: Ten aanzien van den op het wegenplan ingevolge de Wegenbelastingwet voorkomenden weg door den polder Geestmerambacht, die eene oppervlakte heeft j van ongeveer 4800 Hectaren en thans niet door een behoorlijken weg wordt doorsneden, brengen i Gedeputeerde Staten in herinnering, dat bij ver- i schillende gelegenheden door hen is verklaard, dat i de aanleg van den weg door de daarbij belangheb bende streek kan worden bespoedigd, indien zij zich bereid verklaart in de. daarmede gepaard gaande kosten bij te dragen of op andere wijze, bijvoorbeld door gratis beschikbaarstelling van den grond, mee te werken. Eene dergelijke medewerking zou ook in het on derhavige geval aan de spoedige tot st'andkoming van den weg bevorderlijk zijn. Ufit deze mededeeling blijkt dus, dat hoe breeder de medewerking is van de betrokken wegbeheer- ders, hoe grooter de kans van slagen is. En omdat de belangstelling inzake de kwestie van den Twuijverweg zoo algemeen is, wil spr. nog even mededeelen, dat ten aanzien van dezen wtg Ged. Staten het niet onmogelijk achten, dat, nu do Twuij verweg op het plan, ingevolge de Wegenwetbelas- ting voorkomt en dientengevolge voor eene uitkeo- ring uit de opbrengst der wegenbelasting in aan merking zou kunnen komen, eene oplossing kan worden verkregen, welke zijne verbetering en open stelling voor 'het motorverkeer mogelijk rna-akt. Spr. zal gaarne meewerken om dezen aller onge- lukkigsten toestand van wegbeheer op te heffen. Bij de behandeling van het Prov. Wegenplan, door de Prov. Staten, is de vraag gesteld of de mogelijk- heid bestond dat voor bulten het Prov. wegenplan vallende wegen, soortgelijkig aan de wel in dit plan voorkombende wegen, op steun door de provincie gerekend zou kunnen worden. Ged, Staten gaven op deze vraag het volgende antwoord Omtrent het verleenen van steun voor wegen, die niet op het Provinciaal wegenplan voorkomen, moe ten Ged. Staten ontkennen, dat het een uitgemaakte zaait zou zijn, dat voor wegen, die niet voor door gaand verkeer bestemd zijn, gelden uit de provin ciale kas beschikbaar zouden kunnen worden ge steld. Naar hunne meening zou. steun voor derge lijke wegen in de gegeven omstandigheden slechts bij hooge uitzondering kunnen worden verleend. Trouwens zullen naar mate de verbetering van het voor het doorgaande verkeer bestemd© wegennet haar beslag krijgt, de overige wegen meer en meer een plaatselijk karakter verkrijgen en dientengevol- i ge minder aan onderhoud vergen, zoodat de zorg daarvoor aan de plaatselijke belanghebbenden kan worden overgelaten. Spr. acht het gewenscht op dit antwoord van Ged. Staten te wijzen, omdat bij vele colloge's van weg beheer een andere gedachte blijkt te bestaan, nl. dat bij een zeer belangrijke verbetering of onderhoud aanspraak op steun van de provincie zal kunnen worden gemaakt. Maar toch, zegt spreker, heb ik ge merkt, dat er bij Prov. Staten lichtelijk een geest heerscht, dat bij zulke voorkomende gevallen steun verleend kan dienen te worden. Eén zaak is zeer jammer en wel, dat het wegenplan reeds de voorloo- pige goedkeuring behoefde, want wilde de Minister in de gelegenheid zijn het ingediende plan der pro vincie vóór 31 December 1927 goed te keuren, dan moet de Provincie, wilde zij: de subsidie van het rijk niet misloppen, de ontwerpen indienen tusschen 15 Öctober en 1 November. Dat is de reden geweest, dat Ged. Staten ook heb- het tijdschrift, waarvoor hij werkte, en dat in een dagelijksche oplaag van anderhalf mil lioen exemplaren verschijnt, totaal uitver kocht. DENKENDE DIEREN. Naar dr. Jasques Boyer in Die Umschau mededeelt zijn in het Institut Pasteur te Parijs onlangs proeven genomen over de verstandelijke vermogens en het ge heugen van gewervelde dieren. Als proefdieren dienden cavia's en ratten, die in een kooi werden gesloten, waarvan de wanden en 'het dak voor de helft uit door zichtig en voor de helft uit donker glas be stonden. De lichte helft was met een net van dun koperdraad, dat 'electrisch kon worden geladen, overtrokken. Aan een van de zijkan ten was in de donkere helft een doorschijnend venstertje aangebracht, dat in verschillende kleuren kon worden belicht. Een cavia of rat, in de proefkooi gebracht, verkiest de lichte helft daarvan als verblijf boven de donkere. Werd nu het venstertje ir. de donkere helft verlicht en tegelijk de elec- trische stroom in de lichte helfi ingeschakeld, dan kreeg het dier lichte schokken, die het bewogen de andere helft op te zoeken, waar het geen schokken meer kreeg. Die proef werd tweemaal per dag ongeveer 20 minuten her haald Binnen korten tijd (bij ratten duurde het gemiddeld maar twee of drie dagen) had den de dieren geleerd dat zij bij het verlichte venstertje veilig waren voor den stroom. Er had zich een associatie gevormd tusschen hst gekleurde venstertje en do door den stroom veroorzaakte pijn. Het dier zocht na den proeftijd het venster tje op zoodra he verlicht werd, ook als de stroom niet werd ingeschakeld. Als men na geruimen tijd de proeven te heb ben gestaakt, zoo'n „geleerde' cavia of rit weer in de kooi bracht, bleek de associatie in vele gevallen nog te bestaan en werd an ders in zeer korten tijd hersteld. De Umlschau teekent er bij aan dat de resul taten van deze proeven weliswaar niet nieuw zijn, xnaar toch belangwekkend mogen heeten, omdat associaties Ituisischen gewaalr- wordingen van kleur en pijn tot dusver niet waren onderzocht. DE HAARDOS VAN KONINGIN SOERAYAH. Toen de koningin van Afghanistan voor ©eni gen tijd terug te Parijs op bezoek was, deed zij de ontdekking, dat haar kapsel niet aan de mode voldeed. Een kapper werd geroepen om haar haar, dat zeer lang en bijzonder mooi was, af te knippen. Deze kwam, maar toen hij het prachtige haar zag, wendde hij al zijn overredingskracht aan, om de koningin te bewegen, haar haar te bewaren. Zij stemde hierin toe, mits de kapper er in zou slagen haar een kapsel te maken, dat met de moder ne eischen van dezen tfjd meeging. En na een paar uur was het den kapper inderdaad ge lukt om met behoud der lange haren de ko ningin aldus te kappen, dat het den indruk maakte, alsof zij kort haar droeg. ADIEU „BOB EN „SHINGLEH De kammenfa- brieken te Naumburg ontvingen uit Amerika voor den eersten keer sinds langen tijd, weer - aanzienlijke bestellingen aan sierkammen voor lang haar. DE LONDENAARS BIJ HUN NEUS GENOMEN. De Lonc'enaars die verzot zijn op hoogwaar digheidsbekleders van vreemde nationaliteit hebben onlangs op een Zondag hun hart eens kunnen ophalen aan een Indi3chen Mahamd- jah —en zijn gemalin, die in schitterende kleedij Whitehall, de Zoo en restaurants aan het West End bezochten. De Maharadjah van Ardwan was een jonge man en hij droeg een vuurrood gewaad, zwaar bestlkt met parels; een prachtige groene tul band sierde zijn hoofd. Zijn vrouw, een knappe verschijning, droeg abnormaal veel en nog wol zeer groote parels. In de Zoo liet de vorst zich den tijger toonen, dien zijn vader inder tijd had geschonken: men wist het dier in derdaad op te duiken. Een rit door de stad eindigde in het peperdure May Fair Restau rant waar het noodlot de vorstelijke perso nen achterhaalde. Een ober zag namelijk, dat de gemalin van de bruine radjah haar doorluchtig neusje snoot. Toen zij echter hiermede klaar was, bleek dit reukorgaan, zoomede enkele deelen van haar wangen totaal ontkleurd. De ober waarschuwde den gérant en. De Maharadjah was een student uit Oxford. Zijn gemalin was een meisjes-student. Ardwan bestaat zelfs niet, wat ook al niet pleit voor de geografische kennis der Engelschen. Het geheel avontuur was een grap, gevolg van een weddenschap.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5