Scliaier Courant
Tutti Frutti.
HET PROVINCIALE WEGENPLAN EN DE WEG
KOLHORN-SCHAGEN.
Uit de Radio-wereld.
Tweede Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
Schade voor den Nederlandschen
pootaardappelhandel.
sze
[RUI
;haj
Ifli
Woensdag 22 Februari 1928
71ste Jaargang. No. 8208.
waarvan m*n eeker 1* dat sct«n werkelijk datgene
krijgt wat men gekocht heeft. Niet elk z.g. certifi
caat uit Holland is een bewijs voor een werkelijke
goedkeuring. D'it zal eerst anders worden wanneer de
betreffende keuringsdiensten zonder aanzien des
persoons doortasten.
DE LUISTERVINKEN BEDREIGD MET
RADIO-BELASTING.
De A.V.R.O. verzoekt verwerping van het voorstel.
>1
-H2II
Lp ANK S DAT HET BEDROG ER DIK OP LXGT.~
I De secretaris van het Centi'aal Comité inzake de
I uiring van gewassen te velde, ir. J. D. Koeslag,
i eft een beroep op de landbouwers gedaan teneinde
t, ernstig gevaar in het licht te stellen, dat voor
jNederlandsche pootgoed in het buitenland dreigt.
pT)P lus lezen we in de N.R.Crt. Dit gevaar is het ver-
p gebruik en in zeer veel gevallen het misbruik,
i gemaakt wordt van kaarten, welke bij de geëx-
Ifi, [teerde aardappelen worden gevoegd en die door
0 argelooze afnemers miaar al te vaak worden aan-
voor certificaten, zooals die door de organi-
uvw voor de keuringen te velde worden gebruikt.
Tmag wel aannemen, aldus ir. Koeslag, dat het
iruik dezer kaarten pas in zwang is gekomen,
-idat de buitenlandsche koopers de certificaten der
uiingsdieasten als een waarborg voor de hoedanig-
id van het pootgoed hadden leeren kennen en
lardeeren, zoodat er vraag ontstond naar aardap-
jen. met „papieren".
De handel is aan dit verlangen naar papieren in
oogeraate tegemoet gekomen. De toestand is thans
bijna zoo, dat een zak pootaardappelen, zonder pa-
JD jertje als minderwaardig wordt beschouwd. En de
rje OTcheidenlieid dezer papieren is groot, zoowel in
rm en klour als in tekst, zooals ir. Koeslag met
jtukken aantoont. Een der kaarten vertoont zelfs
j wapen van het Koninkrijk der Nederlanden
it de woorden: Koninkrijk der Nederlanden en
medeeling „Deze plantaardappelen, voortkomen-
uit de beste aardappelvelden van Nederland, zijn
keurd geweest door den Ipspecteur, hoofd van
q Plantenziektenkundigen Dienst". Deze kaart
rd door een Nederlandschen handelaar gevoegd
uit België aangevoerde aardappelen. Op inerk-
irdige wijze kwam mien in België achter dit be-
ig. Een landbouwer, die zijn kooper niet ver-
iiwde, deed in eenige door hem afgeleverde zak-
n een briefje, waarin hij den ontvanger verzocht
b mede te deelon, waar do aardappelen terecht-
lomen waren. Groot was de verwondering van
lontvanger, toen hem bleek dat de als Nederland-
ie aardappels gekochte waar (ter staving waar-
het „(bewijs" van keuring door het hoofd van
plantenziektenkundigen dienst moest dienen!)
zijn omgeving afkomstig bleken te zijn.
en koste van overbodige en vaak raadselachtige
ansporten, waaraan zelfs zeer bekende firma's
fiedoen, worden de koopers in den waan gebracht
ut de aardappelen uit een gerenommeerde streek
jkp&tig zijn, terwijl zij inderdaad in heel andere
fiwken gegroeid zijn.
Natuurlijk ontbreekt de komische noot aan dit be-
-rog ook niet:- veel teksten zijn gesteld in een taal-
fj fcje dat vermakelijk is. Een der kaarten vermeldde,
1 lat de aangeboden prima eerstelingen, ook wel „Ko-
igen dor Hlallen" genoemd, voortkomen uit de
ffvelden van Zuid zwaag (Friesland), de baker-
Uer vroegere aardappelen!
[aar al moge het bedrog er soms dik op liggen:
die valsche certificaten moeten op dien duur den
dderiandachen pootaardappellmndel op het buiten-
ad enorme schade berokkenen. Dat deze hand )1
ia beteekenis is, blijkt wel uit de uitvoercijfers:
■n, Juni tot December 1927 zijn ruim 12 millioen
pooraardappelen uitgevoerd. V-oor enkele streken
n ons land is deze uitvoer een der voornaamste
onnen van inkomsten. Hoe men thans reeds in het
litenland over ons pootgoed denkt, blijkt uit het
Igende citaat uit de Deutsche Landwirtschaftliche
esse van 31 December jl.„Men is hier in West-
uitschland zeer voorzichtig geworden met goed
keurde Eersbelingênpoters, en geeft de voorkeur
jn origineel© of goedgekeurde Duitsche soortep,
De Algemeen e Vereeniging „Radio Omroep", 'heeft
zich met betrekking tot de onlangs verschenen Me
morie van Antwoord der Regeering op het Voorloo-
pig Verslag der Tweede Kamer over het ontwerp
van wet tot aanvulling en wijziging van de Tele
graaf- en Telefoonwet 1904 met een adres gewend
tot de Tweede Kamer, waaraan wij het volgende
ontleenen:
„De strekking van dit wetsontwerp is blijkens de
Memorie van Antwoord geen andere dan het ver
krijgen door het Uitvoerend Gezag van eene mach
tiging van den wetgever om de noodige regelingen
te kunnen vaststellen met betrekking tot den radio-
omroep.
Deze regelingen zullen o.m. omvatten de heffing
en de invordering van met betrekking tot de inrich
ting (ontvangtoestel) te betalen rechten, terwijl het
in.de bedoeling ligt om van de opbrengst dier hef
fing een deel af te staan aan derden, zijnde i.c. ver-
eenigingen, die den radio-omroep verzorgen.
Onze vereeniging mloge er in verband met dit
voornemen met nadruk op wijzen, dat ondanks
den door de Regeering bedachten formeelen uitweg:
eerst storting van de belastingopbrengst in de
staatskas en daarna, met machtiging van den be
grotingswetgever, de uitkeeringen aan de derden,
voor wie de gelden van den aanvang af" bestemd
waren hier in wezen aangekondigd wordt een
belasting ten behoeve van particulieren, hetgeen
naar ons oordeel met het Nederlandsche Staats
recht volstrekt in strijd is.
Eerst dan zou er naar de meening onzer ver
eeniging voor een heffing van Rijkswege, aanleiding
kunnen bestaan, wanneer er één nationale omroep
zou zijn tot stand gekomen, waarmede de be
moeiingen van den Staat van dien aard zijn, dat zij
•de heffing eener retributie voldoende kunnen wet
tigen.
Thans echter zal de voorgestelde heffing in hoofd
zaak dienen voor het in standhouden der bestaan
de, onderling sterk verdeelde groepen, door middel
van uitkeeringen aan deze van gelden, om welke
de grootst mogelijke meerderheid niet verzocht
beeft en die allen om strijd verzekeren niet noodig
te hebben.
Zoolang de feitelijke toestand op het gebied van
den radio-omroep niet verandert, kan derhalve bij
aanneming van het hier bedoelde wetsontwerp deze
eigenaardige toestand ontstaan, dat de luisteraars
lijdelijk zullen moeten afwachten voor welk doel
de door hen opgebrachte geiden zullen worden aan
gewend en dat de vrijheid, die elk Staatsburger
beeft om zelf uit te maken wolk© cultureele rich
ting hij wil steunen, aan een bepaalde categorie van
staatsburgers zoo al niet geheel, dan toch grooten-
deels wordt ontnomen. Immers de financieel© draag
kracht van de overgroot© meerderheid der luiste
raars is niet van dien aard, dat zij, boven het bedrag
dier heffing, voor dit doel nog iets zullen kunnen
afzonderen.
Dientengevolge zal deze heffing door die over
groot© meerderheid als een groote onbillijkheid wor
den gevoeld, terwijl kwalijk zal kunnen worden
mngetoond, dat het algemeen belang deze heffing
vordert.
Op grond van dit alles kan onze vereeniging op
dit oogenblik van de voorgestelde heffing dan ook
niets anders verwachten dan het dooden van het-
goen door het particulier initiatief uit de belangheb
benden (de luisteraars) in jarenlangen arbeid is
voortgekomen. En verder voorziet zij, als gevolg
van don bestaanden toestand hier te lande de
mogelijkheid, dat door de bedoelde heffing de zoo
hoog noodige samenwerking tusschen de bestaande
radio-omroepvereenigingen eerder wordt tegenge
houden dan bevorderd.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer
Uw Hooge College eerbiedig te verzoeken het in ar
tikel I van het wetsontwerp voorgestelde nieuwe
artikel 3 ter, althans voor zoover betreft de bepa
lingen bedoeld sub c, zijne goedkeuring te willen
onthouden."
De vereeniging „De vrije Luistervink" heeft een
adres van dezelfde strekking aan de Tweede Kamer
verzonden.
icktifr
TOOG VAN DE WET EN DAT VAN DEN
tAUFEEUR. Wegens overtreding van de rege
lingen op het verkeer werd dezer dagen of
juister, het was in den nacht, een chauffeur
in Stockholms straten door ©en agent aange
houden on opgeschreven. Daar echter de
chauffeur van meening was, dat hem een
grjit onrecht, werd aangedaan wat hij ove
rigens met eiken anderen chauffeur gemeen
had en hij dit nog op temperamentvolle
wijze den agent aanvzijn verstand trachtte te
brengen, kwam hij den laatste allengs de ge
dachte op, dat zijn delinquent een tikje te
veel aan Bacchus geofferd bad, weshalve hij
het geraden achtte, om hem mee te nemen
naar het politiebureau, teneinde daar 's mans
graad van nuchterheid vast te stellen. Daar
aangekomen protesteerde de zondaar niet min
der heftig en de politie-arts werd er bij be
roepen, om te onderzoeken in hoeverre de
man zich nu toch wel aan sterke dranken
had te buiten gegaan. Eenige dagen lat ar
kwam het geval voor den politierechter, waar
bij de aanklacht hoofdzakelijk gegrond was
op do meening van den arts, die als onom-
Btootelijk bewijs van 'smans dronkenschap
had vastgesteld, dat diens linkeroog
hij de proefneming niet naar be
hoor en gereageerd ha d. Na deze ver
klaring gaf de chauffeur met een breed© grijns
le kennen, dat zijn linkeroog een glazen
oog was. Tableau. I
SEN GOEDKOOPE ONTDEKKING. Een Engelsch-
man, die nieuwsgierig was, hoeveel geld de
onvervaarde Columbus van de Spaansche
vloot noodig heeft gehad om zijn pioniers
werk te verrichten, kwam onlangs de wereld
verrassen met de mededeeling, dat de ontdek
king van Amerika, zuiver berekend, geen stui
ver meer heeft gekost dan zes duizend zes en
dertig gulden!
Volgens zijn berekening kreeg Columbus
vijl honderd elf gulden en twintig cent voor de
ij?*8- Zijn salaris, als admiraal bedroeg narne-
hJ'k 1768 per jaar, en daar de expeditie duur-
d® van begin Augustus 1492 tot eind Februari
P het daarop volgende jaar, kon hij de
juist© som precies vaststellen.
Toen de rekenmeester vervolgens het aantal
schepen, kapiteins en manschappen te weten
was gekomen, cijferde hij net zoo lang, tot
hij wist hoeveel de salarissen van al deze lie
den te zamen bedroegen. Een kapitein uil
dien tijd verdiende f 492 per jaar; de gages
van de overige bootslui varieerden tusschen
de f55 en f72.
Zoodra de Engelschman zijn cijfers nauw
keurig getoetst had aan die, welke in oude
scheepsjournalen en folianten stonden opgu-
teekend, begon hij te vermenigvuldigen en te
deelen, op te tellen en af te trekken. Met als
resultaat: zes duizend en zes en dertig gulden
onkosten voor dt Spaansche regeering om „In
dia" (Amerika) te vinden!
DE ZUCHT NAAR SENSATIE, Nu was het on
langs weer R u t h S n ij d e r, de moordenares
van haar echtgenoot, die werd terecht gesteld
op den electrischen stoel in de Sing-
Sing-gevangenis. Zij kwam het eerst aan
de beurt en daarna haar minnaar. Alles
was in enkele minuten gebeurd. En toch was
het, als alle andere, weer een afschuwelijke
gebeurtenis, die door de pers tot wilde or
gieën van schandaal-reportage werden uit
gebuit. Slechts een beperkt aantal getuigen
was in de .doodencel" toegelaten, waaronder
ook eenige vertegenwoordigers van de pees.
De bewaking was streng, en zoodra de exe
cutie had plaats gehad, werd de cel ontruimd.
Den volgenden morgen verscheen één van de
foto-bladen van N'ew-York met een 'groot
beeld van de ongelukkige moordenares.
Daarop zag men haar zitten op den elec-
trischen stoel vastgebonden, op
het oogenblik, dat de dood door haar li
chaam voer. Een vreeselijk beeld. Toch was
het geen fotographische truc, maar een regel
rechte opname, die één van de persvertegen
woordigers in den doodencel hadi weten te
bewerkstelligen, doordat hij' aan zijn voet
een miniatuurapparaat met een buitenge
woon scherpe lens had bevestigd, dat op ver
nuftige wijze voor andere oogen onzichtbaar
was gemaakt. Op het bewuste moment liet
hij het apparaat door een onmerkbare bewe
ging van zijn heen te voorschijn komen, waar
na hij door middel van den afsluiter, dien hij
in zijn jaszak had, de foto afdrukte De opna
me was gelukt en de krankzinnige begeerte
naar sensatie bevredigd. Den gelukkigen fo
tograaf zal dit zaakje ook wel geen wind
eieren gelegd hebben, want dien morgen was
Op initiatief van de Commissie van Actie, de hee
ren Ch. H. Th. Sohmalz, B. G. G. König en A. M.
Kiossen, de respectievelijke voorzitters van de Han
deldrijvende en Industrieele Middenstandsvereeni-
ging, ,De Hanze" en „Algemeen Belang", had Dins
dagmiddag 24 Februari ten raadhuize alhier een
vergadering plaats, waarin de plannen werden be
sproken tot verkrijging van opname van een weg
Kplhorn—Schagen in het Provinciaal Wegenplan.
Wie er zijn en wie er niet zijn.
Behalve deze commissieleden waren aanwezig:
burgemeesters en wethouders, benevens de secreta
rissen der gemeenten Schagen en Barsingerhorn, de
heeren J. Koster, Winkel en R. Kaan, Wieringer-
waard leden van Prov. Staten, de heer C. Wijdenes
Spaans, Anna Paulowna, Dijkgraaf van het Hoog
heemraadschap Noordhóllands Noorderkwartier, de
heer P. Trapman, Schagen, lid van de Commissie-
Van Aalst, de heeren A. J. Waiboer, Winkel en P.
Kistemaker, Schagen, respectievelijk jtLijkgraaf en
heemraad van den polder Waard en Groet.
De heer J. Corneiissen, burgemeester van Scha-
gep, leidde de bijeenkomst en heette in zijn ope
ningswoord de aanwezigen hartelijk welkom, er
zijn genoegen over uitsprekende dat zoovelen ge
hoor hadden gegeven aan de uitnoodiging tot deze
vergadering, die tot doel had de plannen te bespre
ken die zouden kunnen leiden tot het verkrijgen
van een goeden verbindingsweg van den Wierin
germeerpolder naar Schagen. Spr, deelt mede, dat
bericht van verhindering was ingekomen van den
heer Reigersman, Hoofdingenieur-directeur van den
Prov. Waterstaat, die in zijn schrijven mededeelt,
dat wanneer hij ter vergadering aanwezig zou zijn,
bij zeker zou adviseeren zich ten aanzien van het
verkrijgen van een weg Kolhorn—-Schagen, te wen
den tot Ged. Staten, en er dan op zon wijzen, dat er
waarschijnlijk kans van slagen zou zijn, indien er
sprake z.ou zijn van het maken van een weg Iang9
het geprojecteerde kanaal Kolhorn-Schagen.
De heer G. Nobel, Lutj ©winkel, gaf kennis van
vei hindering, doordat deizen middag ook plaats
vond de vergadering van de Wegencocmmissie uit de
Vereeniging tot Ontwikkeling van don Landbouw
in Hollands Noorderkwartier, terwijl mede bericht
van vei hindering zonden de heeren D. Smit Cz. en
W. Vader Dz.. voorzitter en secretaris van de
Banne en den Polder Schagen.
D1© Voorzitter zegt, dat B. en W. van Schagen
hunne bijzondere ingenomenheid kenbaar tmakon
over de Ijver, waarmee het comité tracht een ver
binding met den Wieringermeerpolder tot stand te
brengen. Ook 'bij 'B. en IW. 'had' deze zaak de aan
dacht getrokken en het was de bedoeling, dat in dien
loopi van Maart een vergadering zou plaats hebben
met de heeren R. Kaan en Roigorsman. Evenwel de
heer Kaan zal het wel niet kwalijk nemen, dat wij
nu een weg zijn ingeslagen, die beter is.
De heer Scbmalz dankt namens de Commissie
voor de gastvrijheid] die de gemeente Schagen be
toont, door deze vergadering ten raadhuize te doen
(houden en in 't bijzonder den 'burgemeester, voor de
bereidwilligheid deze vergadering te willen leiden.
Ook spr. dankt de aanwezigen voor hun opkomst en
dan speciaal den heer Koster, die izich bereid heeft
verklaard, een inleiding over het Provinciaal Wegen^
plan te houden Spr. wil deze inleiding niet voor-
uitloopen. maar het standpunt van de Commissie
isr dat hoewel het Provinciaal Wegenplan ©eri schit
terend plan genoemd kan worden ,er één 'leemte is,
n.1. dat er in ontbreekt een verbinding van het hart
van den Wieringermeerpolder met deze streek. Daar
om heeft de Commissie gemeend te moeten trachten,
het tot stand komen van dezen verbindingsweg.
Voor Schagen is dat een levensbelang en voor den
Wieringermieerpolder eeni zeer groot belang*
Spr. verzoekt den aanwezigen heeren de Commissie
bij haar streven te willen steunen.
De inleiding.
De heer -J. Koster, lid van Prov. Staten, verkrijgt
nu het woord en zegt, dat het niet zijne bedoeling
is om een inleiding te houden over de wegenwet-
belasting, maar om uit de plannen ten opzichte van
het prov. wegenplan enkele dingen te lichten, waar
door spr. hoopt de helderheid der zaak te zullen
helpen bevorderen.
Spr. begint dan met de mededeeling, dat 3 a 4 we
ken terug een vergadering van burgemeesters en
secretarissen in dit kanton heeft plaats gehad, waar
in spr. een korte inleiding heeft gehouden over het
Prov. Wegenplan. Tot sprekers leedwezen was de bur
gemeester van Barsingerhorn verhinderd die verga
dering bij te wonen, maar ook ontbrak daar de ver
tegenwoordiger uit de gemeente Schagen. Spreker
heeft dat betreurd, omdat de verbindingsweg dien
men thans wenscht, inderdaad leidt naar het hart
van den Wieringermeerpolder en de 'betrokken weg-
be'heerders ernstig in het oog dienen te houden op
welke wijze men de tot stand koming van een ver
langden weg kan bevorderen.
Spreker baalt daartoe als voorbeeld aan den weg
waarover in Alkmaar onlangs is vergaderd, en waar
over mijn mede-Statenlid, de heer Kostelijk, een in
leiding heeft gëhouden, n.1. de weg Heerhugowaard
Langendijk'Koedijk, een weg van het allergrootste
belang voor de geheele provincie.
Over de eventueels 'komst van dezen tot nu toe
geheel ontbrekenden weg, werd nl. door Ged. St. ge
zegd:
Ten aanzien van den op het wegenplan ingevolge
de Wegenbelastingwet voorkomenden weg door den
polder Geestmerambacht, die eene oppervlakte heeft
j van ongeveer 4800 Hectaren en thans niet door
een behoorlijken weg wordt doorsneden, brengen
i Gedeputeerde Staten in herinnering, dat bij ver-
i schillende gelegenheden door hen is verklaard, dat
i de aanleg van den weg door de daarbij belangheb
bende streek kan worden bespoedigd, indien zij zich
bereid verklaart in de. daarmede gepaard gaande
kosten bij te dragen of op andere wijze, bijvoorbeld
door gratis beschikbaarstelling van den grond, mee
te werken.
Eene dergelijke medewerking zou ook in het on
derhavige geval aan de spoedige tot st'andkoming
van den weg bevorderlijk zijn.
Ufit deze mededeeling blijkt dus, dat hoe breeder
de medewerking is van de betrokken wegbeheer-
ders, hoe grooter de kans van slagen is.
En omdat de belangstelling inzake de kwestie van
den Twuijverweg zoo algemeen is, wil spr. nog even
mededeelen, dat ten aanzien van dezen wtg Ged.
Staten het niet onmogelijk achten, dat, nu do Twuij
verweg op het plan, ingevolge de Wegenwetbelas-
ting voorkomt en dientengevolge voor eene uitkeo-
ring uit de opbrengst der wegenbelasting in aan
merking zou kunnen komen, eene oplossing kan
worden verkregen, welke zijne verbetering en open
stelling voor 'het motorverkeer mogelijk rna-akt.
Spr. zal gaarne meewerken om dezen aller onge-
lukkigsten toestand van wegbeheer op te heffen.
Bij de behandeling van het Prov. Wegenplan, door
de Prov. Staten, is de vraag gesteld of de mogelijk-
heid bestond dat voor bulten het Prov. wegenplan
vallende wegen, soortgelijkig aan de wel in dit plan
voorkombende wegen, op steun door de provincie
gerekend zou kunnen worden.
Ged, Staten gaven op deze vraag het volgende
antwoord
Omtrent het verleenen van steun voor wegen, die
niet op het Provinciaal wegenplan voorkomen, moe
ten Ged. Staten ontkennen, dat het een uitgemaakte
zaait zou zijn, dat voor wegen, die niet voor door
gaand verkeer bestemd zijn, gelden uit de provin
ciale kas beschikbaar zouden kunnen worden ge
steld. Naar hunne meening zou. steun voor derge
lijke wegen in de gegeven omstandigheden slechts
bij hooge uitzondering kunnen worden verleend.
Trouwens zullen naar mate de verbetering van het
voor het doorgaande verkeer bestemd© wegennet
haar beslag krijgt, de overige wegen meer en meer
een plaatselijk karakter verkrijgen en dientengevol-
i ge minder aan onderhoud vergen, zoodat de zorg
daarvoor aan de plaatselijke belanghebbenden kan
worden overgelaten.
Spr. acht het gewenscht op dit antwoord van Ged.
Staten te wijzen, omdat bij vele colloge's van weg
beheer een andere gedachte blijkt te bestaan, nl. dat
bij een zeer belangrijke verbetering of onderhoud
aanspraak op steun van de provincie zal kunnen
worden gemaakt.
Maar toch, zegt spreker, heb ik ge
merkt, dat er bij Prov. Staten lichtelijk een geest
heerscht, dat bij zulke voorkomende gevallen steun
verleend kan dienen te worden. Eén zaak is zeer
jammer en wel, dat het wegenplan reeds de voorloo-
pige goedkeuring behoefde, want wilde de Minister
in de gelegenheid zijn het ingediende plan der pro
vincie vóór 31 December 1927 goed te keuren, dan
moet de Provincie, wilde zij: de subsidie van het rijk
niet misloppen, de ontwerpen indienen tusschen 15
Öctober en 1 November.
Dat is de reden geweest, dat Ged. Staten ook heb-
het tijdschrift, waarvoor hij werkte, en dat in
een dagelijksche oplaag van anderhalf mil
lioen exemplaren verschijnt, totaal uitver
kocht.
DENKENDE DIEREN. Naar dr. Jasques Boyer
in Die Umschau mededeelt zijn in het Institut
Pasteur te Parijs onlangs proeven genomen
over de verstandelijke vermogens en het ge
heugen van gewervelde dieren.
Als proefdieren dienden cavia's en ratten,
die in een kooi werden gesloten, waarvan de
wanden en 'het dak voor de helft uit door
zichtig en voor de helft uit donker glas be
stonden. De lichte helft was met een net van
dun koperdraad, dat 'electrisch kon worden
geladen, overtrokken. Aan een van de zijkan
ten was in de donkere helft een doorschijnend
venstertje aangebracht, dat in verschillende
kleuren kon worden belicht.
Een cavia of rat, in de proefkooi gebracht,
verkiest de lichte helft daarvan als verblijf
boven de donkere. Werd nu het venstertje ir.
de donkere helft verlicht en tegelijk de elec-
trische stroom in de lichte helfi ingeschakeld,
dan kreeg het dier lichte schokken, die het
bewogen de andere helft op te zoeken, waar
het geen schokken meer kreeg. Die proef werd
tweemaal per dag ongeveer 20 minuten her
haald Binnen korten tijd (bij ratten duurde
het gemiddeld maar twee of drie dagen) had
den de dieren geleerd dat zij bij het verlichte
venstertje veilig waren voor den stroom. Er
had zich een associatie gevormd tusschen hst
gekleurde venstertje en do door den stroom
veroorzaakte pijn.
Het dier zocht na den proeftijd het venster
tje op zoodra he verlicht werd, ook als de
stroom niet werd ingeschakeld.
Als men na geruimen tijd de proeven te heb
ben gestaakt, zoo'n „geleerde' cavia of rit
weer in de kooi bracht, bleek de associatie
in vele gevallen nog te bestaan en werd an
ders in zeer korten tijd hersteld.
De Umlschau teekent er bij aan dat de resul
taten van deze proeven weliswaar niet nieuw
zijn, xnaar toch belangwekkend mogen
heeten, omdat associaties Ituisischen gewaalr-
wordingen van kleur en pijn tot dusver niet
waren onderzocht.
DE HAARDOS VAN KONINGIN SOERAYAH.
Toen de koningin van Afghanistan voor ©eni
gen tijd terug te Parijs op bezoek was, deed
zij de ontdekking, dat haar kapsel niet aan de
mode voldeed. Een kapper werd geroepen om
haar haar, dat zeer lang en bijzonder mooi
was, af te knippen. Deze kwam, maar toen
hij het prachtige haar zag, wendde hij al zijn
overredingskracht aan, om de koningin te
bewegen, haar haar te bewaren. Zij stemde
hierin toe, mits de kapper er in zou slagen
haar een kapsel te maken, dat met de moder
ne eischen van dezen tfjd meeging. En na een
paar uur was het den kapper inderdaad ge
lukt om met behoud der lange haren de ko
ningin aldus te kappen, dat het den indruk
maakte, alsof zij kort haar droeg.
ADIEU „BOB EN „SHINGLEH De kammenfa-
brieken te Naumburg ontvingen uit Amerika
voor den eersten keer sinds langen tijd, weer
- aanzienlijke bestellingen aan sierkammen
voor lang haar.
DE LONDENAARS BIJ HUN NEUS GENOMEN.
De Lonc'enaars die verzot zijn op hoogwaar
digheidsbekleders van vreemde nationaliteit
hebben onlangs op een Zondag hun hart eens
kunnen ophalen aan een Indi3chen Mahamd-
jah —en zijn gemalin, die in schitterende
kleedij Whitehall, de Zoo en restaurants aan
het West End bezochten.
De Maharadjah van Ardwan was een jonge
man en hij droeg een vuurrood gewaad, zwaar
bestlkt met parels; een prachtige groene tul
band sierde zijn hoofd. Zijn vrouw, een knappe
verschijning, droeg abnormaal veel en nog wol
zeer groote parels. In de Zoo liet de vorst
zich den tijger toonen, dien zijn vader inder
tijd had geschonken: men wist het dier in
derdaad op te duiken. Een rit door de stad
eindigde in het peperdure May Fair Restau
rant waar het noodlot de vorstelijke perso
nen achterhaalde.
Een ober zag namelijk, dat de gemalin van
de bruine radjah haar doorluchtig neusje
snoot. Toen zij echter hiermede klaar was,
bleek dit reukorgaan, zoomede enkele deelen
van haar wangen totaal ontkleurd. De ober
waarschuwde den gérant en.
De Maharadjah was een student uit Oxford.
Zijn gemalin was een meisjes-student. Ardwan
bestaat zelfs niet, wat ook al niet pleit voor
de geografische kennis der Engelschen. Het
geheel avontuur was een grap, gevolg van
een weddenschap.