GEESTELIJK LEVEN.
Tutti Frutti.
DE KENMERKEN VAN DE ZIEKTEN ONDER Hfl
VEE EN HARE BEHANDELING.
felende asiel zich op. Dan herleeft mljin geloof in de en.hoor xe nog. En het wordt mij tot een
<inn wnflt. li* waai* 'rint. d» wnr«it«i#n/dR lied. w<A&iin gezongen wordt van den uiteindelf
triomfl van. den «eest over de stof, van de ovtr
imensohhc'.d, dan weet ik weer. 'dat de worstelende
God, die ie het Scheppende Leven, Zijn glorievollen
weg gaat door ^e eeuwen.
Toen Lorentz werd gevoerd naar het grftf, luidden
de (klokken. De klokken van d!e protestantsche èn van
de rocxmsche kerften. Ik heb ze in gedachten gehoord
ning van het barbarisme door de komende
lijkheid.
mee,
ASTOi ci
De Schoorlsche brie.schrijiver zal het mij wel niet
•kwalijk nemen, uat ik hem nog een keer laat wach
ten o»> de behandeling van zijn brief Er i9 iets, dat
mij den laarsten tijd sterk heeft getroffen en voo: t-
durend heelt bezig gehouden en ik heb een onweer
staanbare behoefte om -de gedachten, die bij m>e zijn
opgekomen, die zich krachtig aan mij hebben op
gedrongen, te uiten.
Twee begra.enissen hebben plaats gehad, waar
over in a'lle kranten der wereld artikelen hebben ge
staan. T'wee mannen zijn naar den doodenaklker ge
lei^; mannen, wier namen door allen gekend worden,
we.ke liun tijd meeleven imet kennis en bewustheid.
Deze mannen zijn geweest de voormalige opper
bevelhebber van het Engelsche 'leger, Haig. die met
zijn t oepen in den grooten wereldoorlog aan het
YVestfront was, en prof. Lorentiz, de wereldberoemde
geloerde.
Ik heb langen tijd gestaard op de foto's, welke
genomen zijn van de begrafenisplechtigheden van
deze beide dooden.
De belangstelling was overweldigend.
In zulk een belangstelling komt altijd iets rvgn de
menscnelijUe ziel tot uiting. Zij is méér dan nieuws
te rigreid alléén. Daar is bij de menigte, welke zich
bij zulke gelegenheden verzamelt, althans bit een
groot percentage iets van een besef, dat de
aoode wat heeft beteekent voor de wereld. Daar is
een vaag gevoelen, dat de wereld aan hen, die is
heer.gegaan iets heeit te danken.
Als wij dit bedenken, gaan wij onwillekeurig na
denken.
Wij vragen ons zelf allereerst af, hoe ia het mo
gelij. dat twee menschen zóó midden in de publieke
aandacht kunnen staan, terwijl zij toch geheel ver
schillend zijn.
Want weJk een onderscheid tuaschen Lorentz en
Haig!
Lorentz. de bescheiden man van de wetenschap,
de eenvoudige mensch, wiens gansche leven gewijd
is geweest aan studie en wiens diepste vreugde
hierin bestond, dat hij steeds dieper kon doordrin
gen in de- groote problemen, welke oprijzen voor
den zoekenden geest. Ik denk (hierbij onwillekeurig
aan een ipaar jaar geleden, toen ik met een vriend
op het perron van hyet Haarlemsche station liep. Daar
zag ik Lorentz en ik zeide tot mijn vriend: zie je
daar dien doodgewonen man staan en weet je wie
dat is? Hij kende hem niet en toen hernam ik: dat
is nu een van de allergrootste menschen vani onzen
tijd, dat is piof. Lorentz. Na dien tijd.' heb ik hem
nooit meer~gepien. Maar nóg staat 'ihij zijn beeld
klaar voor oogen. Waarom? Omdat ik zoo machtig
onder den indruk kwam van den simpelen- een
voud van dezen zoo torenhoog (boven de meerder
heid uitstekenden mensch. En dit niet alleen, om
dat hij. beschikte over een wonderbare scherpzinnig
heid, maar ook omdat hij daarbij een, bescheiden en
goed merusdh. is geweest.
Hoe anders- is het beeld van Haig, dat voor ons
oprijst. Hij staait voor ons in de generaalsuniform;
we zien die- schittering van de decoraties op zijn
borst; we hooren een coimmandotoon; zijn oogen zijn
niet die van den zoeker, maar van den gebieder;
zijn houding teekent ons niet de bescheidenheid van
den wijze, die met al zijn weten óók weet. dat hij
zeer weinig weet, maar daarin is iets van de onr
verzettelijke koppigheid van hem die zegt niet „uw
wil geschiedde, maar „mijn wil zal geschieden" en
die in de aan hem onderworpen menschen slechts
het materiaal ©iet waarmede hij dien wil zal door
zetten.
Lorentz en Haigl Beide gehuldigd1 door- duizenden!
En de eerste (heeft zijn gaven gebruikt om de
menschheid te dienen. En de tweede heeft er riich
op kunnen beioemon, dat onder zijn aanvoering
zeer vele honderden een afgrijselijken dood hebben
gevonden op het slagveld.
Lorentiz en Haig! Het is mij niet bekend of de
eerste, de strijder met de edele wapenen van den
geest, lid was van een kerk. of hij zich Christen
noemde, maa van den tweede is gemeld, dat hij
zelfs ouderling- was! Wie echter zoü het meest nabij
den Christus nebben gestaan?
Een vreemde gedachte dringt zich aan mij' op. In
dien het eens zoo wa e dat, wanneer het aardsohe
leven is geëindigd, wij menschen komen tc staan
voor God's achtersteel om. te word'en.geoordeeld, ge
lijk zoo vel©n gelooven Indien dus ook deze twee
met zooveel huldebetoon naar het graf geleide doo
den hebben moeten verschijnen voor den grooten
rechter, hoe zal 't hun zijn vergaan?
Ik hoor in gedaichten Lorentz spTeken: ..Heer, ik
neb «mijn leven gewijd aan de wetenschap; ik heb
niet gezocht naar geJdt naar roem. naar macht; mijn
streven is geweest iets te begrijpen van dat wonder
volle leven, waarin Gij ons hebt geplaatst, maar ach,
slechts weinig -heb ik kunnen doen. misschien dat dit
weinige er iets toe- bijdraagt om de menschheid. een
stap verder te brengen naar licht en waarheid. Is
niet het zoeken daarnaar, het zoeken van U, o God,
die Jicht en waarheid-zelve zijt?"
En ik hoor oc'k Haig: „Ik. Heer. heb mijn leven
gesteld in den dienst van. mijn land. Ik heb de En-
„e.<9clie legers gemaakt tot onweerstaanbaar-da-ppere
strijders; onder mijn leiding hebben ze de zege be
vochten. Duizenden zijn gesneuveld, maar hun bloed
is niet tevergeefs, gestort. Nooit heb ik vergeten,
tot U te bidden en te smeeken om uw hu'lp. Mijn land
heeft mij geëerd, een gave van een miliioen is mij
uit dankbaarheid aangeboden, onderscheidingen zijn'
mij ten deel gevallen toch. ben ik nederig gebleven
au vroom en beb 't niet (beneden tmü1 geacht ouder
ling te zijn in uw kerk."
Toen opende de groote mensohenzoo-n, die gezeten
wu ter rechterhand God®. den mond en zeide: „Al
I wat gij hebt gedaan voor de menschen beschouw ik
als te zijn gedaan voor mij. En hij drukte Lorentz aan
zijn groot en liefdevol hart maar tot Haig zeide hij:
„ga heen. want gij! hebt u vergrepen aan het Leven,
uw handen zijn rood van Moed."
Dit is slecht® een fantasie. Maar mijne lezers,
zult er den zin van. verstaan, naar ik hoop. Maar nu
ia voor ons de vraag, hoe komt het, dat de wereld
Lorentz en Haig belde heeft kunnen eeren?
&n mijn antwoord op dege vraag lm: omdat Idle
wereld hinkt op twee gedachten of anders gezegd:
omdat In de ziel der menschheid nog niet is uitge
sloten de groote strijd tuaschen de twee beginselen,
welke daarin worstelen: het dierlijke en het geeste
lijke.
Het dierlijke is het natuurlijke, dat vertrouwt op
physieke kracht, op geweld, dat vóór -alle® Boekt
naar de materieel e zelfhandhaving.
Het geestelijke is dat andere, hetwelk den mensch
doet Zoeken naar de glorie van de persoonlijkheid,
wier waarde niet beooideeld wordt naar lichamelij-
ken welstand of naar stoffelijke .goederen, maar naar
karakter, gezindheid, neiging of m.a.w. naar het in-
neriijke.
I Oorspronkelijk was er alleen het eerste beginsel,
daarnaast is het tweede opgetreden Tengevolge daar
van arien wij in de eeuwenoude imensChheidsgeschie-
dems een steeds krachtiger wordende botsing tus-
schen die beide beginselen en ieder, die zich zelf
kent. zal weten, dat deze botsing ook bij hun Eelf
j aanwezig i© en wanneer hij een dien-lavend mensch
is, zal hij óók weten, dat het waarlijk stijgen in
menschwaarde niet anders beteekent dan het mach-4
j tteer en invloedrijker worden van het g e es t e l ijk e
i beginsel. Want het ideaal is niet de splersterko, do
door geweld-machtige, maar de zuivere vam ziel en
de reine van hart!
Nog 'is de botsing in de wereld in vollen gang.
Een uiting daarvan zie ik in de beide genoemde
gebeurtenissen. In de hulde aan Lorentz en Haig ge
bracht. komen de beide -beginselen tee voorschijn.
(Haig wordt zelfs op een affuit van oen kanon ten
grave geleid). Het is de huldiging van twee tegen
strijdige beginselen.
Ik ben zelfs geneigd daarin te zien iets dat reden
geeft tot blijmoedig toekomst/vertrouwen. Want ik
ben er zeer levendig van overtuigd, dat b.v. twee of
drie -eeuwen geleden wèl een man als Haig met ge
lijken praal zou zijn begraven, maar zonder twijfel
niet een man als Lorentz.
Hierin zie ik een groote winst. Het bewijst ons.
dat groeien gaat de waardeering voor de geestelijke
weikers. Wel is daarnaast ook nog de antieke „hel-
denvereerintz". maar zij moet een langzaam groofer
wordende plaats afstaan voor de vereering ivan den
held in de wereld des geestes
Ligt het dan niet in de rede om te gelooven, dat
steeds mee- dit groeiproóes zal doorgaan? En -mogen
wiji daarom niet op goede gronden aannemen, dat er
een tijd zal komen dat de- held van -het slagveld voor
goed. zal hebben a'gediaan?
Dm deze reden is miji de begrafenis van Lorentz
geworden tot een heerlijke Ptefetie. Wanneer ik be
denk. dat duizenden 'deze plechtigheid bijwoonden
dat gans oh een stad in rouw verkeerde, dat uit hü
buitenland de vertegenwoordiger© der wetenschap
aanwezig wa*en dan komt er een stille vreugde
on in mijn hart, dan .richt miijn vaak moede en twij-1
Evenals vorig maal was ook de tweede praatavond
van de afdeeling Schagen van de Hollandsche Maat
schappij, die wederom in het café „De Beurs", van den
heer C. Boontjes werd gehouden, weer druk bezocht.
Ook nu waren de omliggende gemeenten weer goed
vertegenwoordigd.
Het spreekt vanzelf dat de voorzitter der afdeeling
Schagen, de heer Ir. S. Smeding, over deze goede opL
komst zijn tevredenheid uitsprak en er op wees, dat
dit feit moed gaf om weer eens iets ter hand te ne
men, in samenwerking met de zusterafdeelingan.
Door den heer P. de Boer zegt de Voorzitter, zal
vanavond worden behandeld het onderwerp: De ken
merken van de Ziekten onder het Vee cn hare be
handeling." (Het is de bedoeling dat de inleider de
verschillende ziekten die op het bedrijf voorkomen,
zal bespreken en dat daarna gelegenheid wordt gege
ven tot het stellen van vragen. Niet zal worden be
sproken wat de veearts zal doen bij voorkomende
ziektegevallen onder het vee op het bedrijf, maar wat
de boer zal moeten doen in afwachting van de komst
van den veearts, dus vóór dat afdoende maatregelen
worden getroffen. Spr. geeft na deze Inleiding het
woord aan den heer P. de Boer, rijksveearU te Scha
gen.
De heer De Boer begint met de mededeeling, dat hij
vanavond niet zal spreken over de tuberculose,, het
besmettelijk verwerpen en het niet bestand kunnen
krijgen der vrouwelijke dieren, doch een causerie zal
houden over enkele veel voorkomende ziekten op de
boerderij, en deze ziekten bespreken op een wijze,
waardoor, naar hij hoopt, eenlg inzioht over oorzaak
en verloop wordt verkregen, terwijl af en toe een
practische raadgeving zal worden gedaan hoe in be
paalde omstandigheden te handelen.
In de eerste plaats bespreekt de inleider dan de
melkziekte melk over 't lijf een ziekte van pas
gekalfd hebbende koeien, met als voornaamste ver
schijnselen, dat het dier ziek is en niet kan rijzen.
Bij deze ziekte is het slikken de koeien moeilijk of
onmogelijk, zoodat nooit genees- of huismiddeltjes
moeten worden gegeven. Vaak toch schrijft de veehou
der de ziekte toe aan verstopping of de nageboorte.
Het toedienen van genees- of huiemiiddeitjes nu kan
verslikking tot gevolg hebben, met daarop volgend
longontsteking en de dood. Geef dus deze dieren nooit
iets in.
Voorafgaande verschijnselen van deze ziekte zijn af
wijkingen van het zenuwgestel, eenigszins schrikach
tig, soms ook wel versuft. De dieren vertoonen een
wankelenden gang, kotmen met moeite overeind en
blijven door verlamming liggen.
De behandeling van deze ziekte is het opblazen van
den uier met lucht. Door inblazen van gas wordt de
druk in den uier gebracht en het bloed' wordt terug
gebracht in het lichaam. Men denke er om de koe op
den buik te leggen en zorge ervoor dat geen smetstof
in den uier wordt gebracht, wajit dan bestaat groot
gevaar van uierontsteking met soms de dood als ge
volg. Het instrument moet dus bacterie-vrij zijn en
de lucht die wordt ingeblazen, zuiver.
Het aan de melk blijven liggen van een kalikoe
vindt men 't meest bij melkrijk vee en de middelen die
de mclkgift tegengaan, verminderen dan ook de kans
op deze ziekte, bijv. minder voeren, meerdere dagen
voor 't kalven de koe gaan melken of de -koe 24-—36
uur na het kalven niet melken. De behandeling is
hier dus, mits deskundig toegepast, zoo eenvoudig
cn doeltreffend, dat de voorgeschreven voorbehoed
middelen overbodig lijken.
Spr. behandelt dan het z.g. 't lijf af, de koe werkt
direct of kort. na het kalven zijn lijf de baarmoe
der naar buiten. Om deze baarmoeder weer naar
binnen te krijgen, is eenige routine noodig, maar
bovenal dient in dit geval de uiterste zindelijkheid te
worden betracht. Hulp dient te worden gehaald en
ondertusschen wordt zorg gedragen dat de baarmoe
der niet bevuild of -beleedigd kan worden. -De mest
dus afhouden en mocht hulp enkele uren wegblijven,
dan de baarmoeder vochtig houden (door middel van
een slappe Vfe creblin- of ^4 lysol-oplossing).
Als voorzorg wordt genoemd om wanneer een koe
blijft persen, nadat het kalf geboren is, de koe over
eind te zetten of om te keeren, en zoo mogelijk de
DE HOOIKIST. Een rijke dame In Londen had een
arme vrouw in Whltechapel een kookklst
cadeau gedaan, een mooie kookkist met hool-vul-
ling, waarin de soep en aardappelen dagen lang
warm konden blijven. Ze had echter verzuimd er
een uitvoerige verklaring bij te geven. Na eeni-
gen "tijd voerde een nieuw philantropisch tóurhée
haar weer naar Whltechapel. Bij deze gelegenheid
viel het haar In kon zij wel eens even in-
formeeren bij de arme vrouw aan wie ze de hooi-
kist geschenken had, hoe of *!eze laatste zich ge
houden had en of zij goed beviel. In de volle ver-
wachting te hooren, dat de hooikist het leven tot
'een lust maakt, klopte ze bij haar beschermelin
ge aan. Een koele ontvangst viel haar echter ten
deel, die in een uitbarsting van woede verander
de, toen de schenkster naar de hooikist infor
meerde. „De hooikist", kreeg zij ten antwoord,
„mijn beste gordijnen zijn verbrand en gerookt
heeft het tot aan de derde verdieping!" „Ver
brand?" vroeg verbijsterd het hooge bezoek. .Ja
wel, zóó hoog sloegen de vlammen er uit, nauwe
lijks nadat Ik een brandende lucifer in de hooi
kist gehouden had want hoe moet je nu iets
warm krijgen, als je de brand er niet in steekt?
Neen, van die nieuwe uitvindingen moet ik niets
hebben.
HET EENE OORDEEL. Dezer dagen heeft een ge
ducht rooker zijn 71sten verjaardag gevierd, het
geen een bewijs is, dat althans voor hem het Nl-
cotiaansche kruid niet schadelijk is. Die „hem"
is de Engelsche lord Lonsdale, dien men nooit
zonder sigaar ziet; van dat hij opstaat, tot hij
naar bed gaat rookt hij, behalve als hij eet. Een
bijzonderheid van hem is, dat hij zijn sigaar nooit
verder dan een paar centimeter oprookt. En zoo
lijkt het alsof hij' zijn sigaar pas heeft opgesto
ken, wat trouwens ook werkelijk het geval is. De
zen zomer hoopt hij ook zijn gouden bruiloft te
vieren.
DE SCHEIDING. In de jaren vóór den grooten
wereldoorlog was het bij den Itallaanschen adel
gewoonte geworden, om het wapenschild met het
Amerikaansche goud der dollarprinceesen een
beetje op te frleecbeu. ea vele Romeinacbe her-
tofea «i venten veerden elenke, biesde vrouwen
hunne paleizen binnen. De v o r s t van T o r 1 o n 1
een nakomeling van den beroemden bankier, die
aan de doorreizende Engelschen zijn millioenen
verdiende huwde voor ongeveer twintig jaar terug
de schoone Elsie Moore uit Massachusetts,
en het vorstelijke echtpaar leefde oogenschijnlljk
In de beste harmonie naast elkaar voort. Op al
de schitterende feesten der voorname Italiaansche
famille's, op het gezantschapsbal. Ja, overal ver
scheen de blonde, elegante vrouw aan den arm
van haar voorname echtgenoot Donna Elsie was
een van de schoonste en meest gevierde vrouwen
van het Romeinsche gezelschap, die den wereld-
beroemden dichter, D'Annuzlo geïnspireerd heeft
tot het schrijven van zijn werk „H piacere".
Voor ongeveer zes maanden terug is echter plot
seling aan dit alles een einde gekomen, doordat
de nauwelijks 40-jarige vorstin naar haar vader
land ia teruggekeerd, vergezeld van haar kinde
ren, een zoon en twee dochters. Nadat zij weer
het Amerikaansche burgerrecht verworven had,
diende zij een aanklacht wegens echtbreuk tegen
haar echtgenoot in, van wien zij wenschte te
scheiden. Het Amerikaansche gerecht heeft deze
scheiding uitgesproken, en Mrs. Moore, zooals
Donna Elsie zich thans noemt, werd de opvoeding
der drie kinderen opgedragen. Haar echtgenoot,
de vorst van Torlonia, is met deze uitspraak ech
ter niet tevreden en heeft (in Italië is echtschei
ding niet mogelijk) bij het hoogste Amerikaansche
gerecht een proces aanhangig gemaakt, waarbij
hij om herstel van het huwelijk vraagt. Hij
zet daarin uiteen, dat de katholiek opgevoede kin
deren en erfgenamen van één der voornaamste
Italiaansche nanpen geen Amerikanen kun
nen zijn en daarom niet onderworpen zijn aar
de alda&r heerschende wettelijke bepalingen.
De bladen te Rome die zich met het geval heb
ben bemoeid, willen zeer naïef beweren, dat Don
Marino zich met de echtscheiding niet kan ver
eenigen uit hoofde van religieuse en materi-
eele gronden.
BUSTER KEATON. Hoe kwaamt gij bij den film?
Is een vraag die iedere filmartiest op zijn beurt
moet beantwoorden. „Op die vraag past een erns
tig antwoord", zei de komiek Buster Keaton, toen
de beurt aan hem kwam. „Ik ben filmland bin-
nengebuiteld, zooals ik mijn heele leven gebuiteld
heb, sinds ik de zuigflesch ontgroeid was. Jaren
lang heb Ik massa's menschen vermaakt met m'n
buitelingen in reizende theaters en varlété's. Ik
mocht het werk web maar het la een hard kar
wei en lk keek al eene den kant uit van de Caii-
foralMl» Olmstvullos. Ai o* h«t *1* uar alt,
voorbeenen in de groep te plaatsen.
De herpus tonsurans is één huidziekte bij k#
die door veehandelaars zeer karakteristiek datf
schimmelziekte wordt genoemd. Schubbige piel
ter grootte van een kwartje, een gulden en gro
en veroorzaakt door schimmel. Deze ziekte kan
op den mensch overgaan en heet dan ringworm!
hierom wijst spr. op de gevaren van deze zi(
want ringworm kan bij den mensch onerbanm
hardnekkig zijn. Let dus op deze ziekte en pas op
ze niet overgaat op alle koeien en dan ook missclL
op n en uw personeel. Gewoonlijk rijn de pinkej
ee: st süadhtoffer en verspreiding van do ziekte vi
wel plaat» door rolkam en -schuier. Behandel dn
ren die deze schubbige plekjes kriigen, met 'n wp
dige inwrijving met groene zeep, laten inwerk*
daarna uitwasschen met warm water. Creolin 1
wil vaak helpen, terwijl jodium minder goed
Geneest de aandoening niet spoedig, vraag dan!»
bij uw veearts.
De blaar binnenblaar is een ziekte waarbij
koe veel pijn te kennen geeft, ze schopt, trapt,;
liggen of laat zich vallen, rent door het land
kruipt soms in de sloot. Deze ziekte houdt verlx
met een stoornis In de afvloeiing van gal. Dt
wordt niet afgescheiden, maar in de lever door
bloed gedeeltelijk opgenomen. Deze galbestand
len, galkleurstoffen, komen met de bloedcirculali
de huid terecht en geven daar een pijnlijken toet
Vooral de witte huid is gevoelig: voor deze stoffen
huid zwelt op; zwelling van witte huid, spens
küng. Het daglicht 'beïnvloedt deze afwijking zeer
gunstig, de witte huid valt soms af, spenen en i
ook kling gaan vervellen en in dat geval wordl
sproken van buitenblaar.
Om deze hoogst onaangename gevolgen te vi,
men, is het noodzakelijk en ook vaak reeds volt
de, omi de (patiënte op te stallen en er daarbij vol
zorgen,, dat alle raan-en en openingen zoo worde»]
gesloten, dat geen daglicht kan binnen dringen.)
is immers niet alleen het zonlicht, maar ook hd]
wone daglicht dat de prikkeling in de aangetasUI
veroorzaakt.
Maar behalve opstallen is ook een flinke adi
noodzakelijk. De gal kleurstoffen in hot bloed
met het bloed deels verwijderd, er heeft een
wassching plaats. Het bloed kan worden afgi
bij halsader of melkloop. De hoeveelheid af te
bloed behoeft niet te zuinig te worden genomen,"
der bezwaar kan bij een koe van 2 jaar of ouder!
ter worden afgenomen. Het aftappen van het f
neemt dus een deel van de prikkelende stoffen
maar geneest evenwel niet altijd. Nieuwe opnam»]
ealkleurstoffen dient dan te worden tegcngemi
de door uw iveeart® in te stellen behandeling
daarop gericht worden.
De tweede ziekte die als blaar of bloed wordt
geduid is een ziekte, die weinig karakteristlll
opvallende verschijnselen vertoont, zoo zelfs, dj
koe zonder voorafgaande waarschuwing doof»»
Doet zij dat niet, dan ziet men een koe met
gezwollen oogen, soms haar oogen dicht, giwè
kling en oppervlakkige en benauwde ademhaling
Al« oorzaak van deze ziekte wordt aangegeven'
vergiftiging van het dierlijk lichaam door opnn
'van eiwit uiit de 'darm. dat in de bloedbaan uil»
valt, en waarbij een teveel aan giftige stoffenw A
gevormd. Deze vorm van blaar komt voor
koeien, die geniest worden of bij melkkoeien diti
flinke dosis kortvoer krijgen. Mits bijtijds tc*
past kan ook hier een flinke aderlating heel i)
dig verbetering van den ziektetoestand geven em Bij
veehouder die de hier bedoelde patiënte spi Khl
laat of laat laten, maakt goede kans zijn die'Bde
kunnen behouden.
Spr. wijst er op, dat er een tijd is geweest
Mi elke ziekte de' vlijim in actie ikwaim:, .terwijl dt
na de ^lijm bij het oude roest werd opgeboij
Thans wordt de gulden middenweg bewandeld rot
wordt alleen bloed afgeqomen wanneer een veri me
ring kan worden verkregen, dat deze eenvoud ko]
operatie succes kan geven, Tegenwoordig wordt «ie
gemeen de vlijm gebruikt bij de zooeven besprj»
vormen van blaar, oók wel bij hersenafwf
dat lk ooit op het doek zou komen, dacht ik er
hoe langer hoe meer over. Maar ik kon geen tijd
vinden om naar Hollywood te marcheeren en me
erin te werken. Het geluk was echter op mijn
hand, zooals het geloof ik, altijd geweest is. Op
een avond kwam Fatty Arbuckle, toen nummer
één van ons slag van comedlanten, In den schouw
burg, waar ,De drie Keatons" dat waren m'n
moeder, m'n vader en ik optraden. Wat lk deed
beviel hem. Hij kwam eens achter kijken, begon
met te zeggen dat m'n toekomst bij de film lag
en eindigde met me een kans bij hem aan te bie
den. Ik pakte de gelegenheid met beide handen
aan en heb heel plezierig met Fatty Arbuckle sa
men gewerkt. Hij heeft me de filmtechniek ge
leerd en v/at lk verder moest weten om „op me
zelf" te kunnen werken. En nu lk bij Metro-
Goldwyn-Mayer weer in de film vervallen ben, sta
ik op het punt m'n val-loopbaan voort te zetten,
omdat ik niet uit de film wil wegvallen en niet
ontvallen wil aan de waardeering van leder jaar
nieuwe duizenden. Het is de plaats waar lk me
roeren moet ik ben tevreden.
EEN WATER TOAST. Den koning van Afgha-
n 1 s t i a n is In België, evenals in Frankrijk en
-Italië, een warme ontvangst ten deel gevallen.
Men verstaat het daar trouwens, feest te vieren.
In de rede, die de koning als antwoord op de toe
spraak van den Belgischen souverein hield, wa
ren zeer opvallend do woorden: „Ik hef mijn glas
in de h'oogte, gevuld met zuiver water, en
drink op de gezondheid van Uwe Majesteit!" Daar
mee zou dus de vraag, hoe geheelonthouders zich
bij officieel© aangelegenheden hebben te gedragen
opgelost zijn. Tot nog toe werd het altijd voor
tactloos gehouden, wanneer zij, inplaats van met
alcohol-houdende dranken, bijvoorbeeld met spuit
water aanstieten. Zij kunnen zich thans op het
koninklijke voorbeeld beroepen en een konings
woord geldt, zooals bekend, nog altijd, ook in de
kringen der bier-fulvers.
WELKE KRACHT ONTWIKKELT DE PIANIST?
Hebt u eenlg idee van de kracht die een pianist
noodig heeft enkel en alleen om de toetsen van
zijn Instrument op en neer te doen gaan?
De heer Ernest Closson, een medewerker van
de Revue mualcale heeft zich eens de moeite ge
geven de kracht te meten, die noodig is voor het
aanslaan van een toets van een modernen vleu
gel. Het vereisehte gewicht voor elke noot wis-
geit van 106 tot 130 grut, al mat het merk sa
het instrfiment.
Weliswaar gebruikt d4 pianist misschiet
een zoo groot gewicht en moet men er ieti
kenen, toch, al trekt men er 20 pet. af, d«
teekenen de 80 gram, die overblijven, in iedl
val een zeer laag gemiddelde.
Ernest Closson heeft aan een van zijn
spelende kennissen gevraagd om gedurendi
minuut onafgebroken' toonladders voor hes
spelen en hij berekende, dat zij in dien tiji
iedere hand 840 noten gespeeld had, hetgs
totaal geeft 1680 noten, waarvoor, vermin)
digd met 0.80, een krachtsinspanning is g*
van 134 kilo.
Laten we ons een leerling denken stelt
son voor die een uur achtereen studeert
die gemiddeld slechts 500 noten per minuut)
teert, hetgeen niet erg veel is als men er
denkt, dat in verschillende figuren twee toe'
tegelijk moeten worden aangeslagen,
men tot 2400 kilo, of, wil men het uitdru
als sprak men over een oceaanstoomer: bijn*
ton.
Een pianist, die waarlijk virtuoos wil
moet ten minste 4 uur per dag studeere^
leder kan inzien, welk een record aan geww*
fen zulk een athleet behaalt
Ook voor andere berekeningen is dit g*-
nuttig. Zoo kan men het notenaantal
van Beethoven's Appassionota. Rekent mi1
„normale" trillingsgetal van de trillers In W
gin, dan is het resultaat voor het geheel ong»
12.200 noten. Neemt men de 80 gram enerp
noot als basis, dan geeft dit een totaal vu
kilo of bijna één ton.
Een spotter heeft er Closson op attent ge®
dat deze rekenarijen onmuzikale HienscMJ
middel aan de hand doen om muziek
eenig opzicht te apprecleeren.
De samensteller van een conccrtprog^
moet hierop letten. Cijfers zijn cijfers. W
niet mee te disputeeren.
Het is een bekend verschijnsel, dat bp*
die niet zoo heel erg geboeid worden door
ziek, hoe langer hoe nauwkeuriger gaan
do snelle vingerbewegingen en in hun
ring voor de techniek een componsatJ
te vinden voor de ontroering, die ze
Wat moet er niet 1» dat slag conC9rjJi
omgaan, wanneer zij tusschen haakjes
ter de Danse macabre van Liszt zien ver
zal nu maar zeggen: vier ton!
Dan zouden ze Immers tevreden naa
nen gaan, zich verkneukelend bü de r-
dAt waar voor hun geld hebben geb**