GEESTELIJK LEVEN. Tutti Frutti. DE KENMERKEN VAN DE ZIEKTEN ONDER Hfl VEE EN HARE BEHANDELING. felende asiel zich op. Dan herleeft mljin geloof in de en.hoor xe nog. En het wordt mij tot een <inn wnflt. li* waai* 'rint. d» wnr«it«i#n/dR lied. w<A&iin gezongen wordt van den uiteindelf triomfl van. den «eest over de stof, van de ovtr imensohhc'.d, dan weet ik weer. 'dat de worstelende God, die ie het Scheppende Leven, Zijn glorievollen weg gaat door ^e eeuwen. Toen Lorentz werd gevoerd naar het grftf, luidden de (klokken. De klokken van d!e protestantsche èn van de rocxmsche kerften. Ik heb ze in gedachten gehoord ning van het barbarisme door de komende lijkheid. mee, ASTOi ci De Schoorlsche brie.schrijiver zal het mij wel niet •kwalijk nemen, uat ik hem nog een keer laat wach ten o»> de behandeling van zijn brief Er i9 iets, dat mij den laarsten tijd sterk heeft getroffen en voo: t- durend heelt bezig gehouden en ik heb een onweer staanbare behoefte om -de gedachten, die bij m>e zijn opgekomen, die zich krachtig aan mij hebben op gedrongen, te uiten. Twee begra.enissen hebben plaats gehad, waar over in a'lle kranten der wereld artikelen hebben ge staan. T'wee mannen zijn naar den doodenaklker ge lei^; mannen, wier namen door allen gekend worden, we.ke liun tijd meeleven imet kennis en bewustheid. Deze mannen zijn geweest de voormalige opper bevelhebber van het Engelsche 'leger, Haig. die met zijn t oepen in den grooten wereldoorlog aan het YVestfront was, en prof. Lorentiz, de wereldberoemde geloerde. Ik heb langen tijd gestaard op de foto's, welke genomen zijn van de begrafenisplechtigheden van deze beide dooden. De belangstelling was overweldigend. In zulk een belangstelling komt altijd iets rvgn de menscnelijUe ziel tot uiting. Zij is méér dan nieuws te rigreid alléén. Daar is bij de menigte, welke zich bij zulke gelegenheden verzamelt, althans bit een groot percentage iets van een besef, dat de aoode wat heeft beteekent voor de wereld. Daar is een vaag gevoelen, dat de wereld aan hen, die is heer.gegaan iets heeit te danken. Als wij dit bedenken, gaan wij onwillekeurig na denken. Wij vragen ons zelf allereerst af, hoe ia het mo gelij. dat twee menschen zóó midden in de publieke aandacht kunnen staan, terwijl zij toch geheel ver schillend zijn. Want weJk een onderscheid tuaschen Lorentz en Haig! Lorentz. de bescheiden man van de wetenschap, de eenvoudige mensch, wiens gansche leven gewijd is geweest aan studie en wiens diepste vreugde hierin bestond, dat hij steeds dieper kon doordrin gen in de- groote problemen, welke oprijzen voor den zoekenden geest. Ik denk (hierbij onwillekeurig aan een ipaar jaar geleden, toen ik met een vriend op het perron van hyet Haarlemsche station liep. Daar zag ik Lorentz en ik zeide tot mijn vriend: zie je daar dien doodgewonen man staan en weet je wie dat is? Hij kende hem niet en toen hernam ik: dat is nu een van de allergrootste menschen vani onzen tijd, dat is piof. Lorentz. Na dien tijd.' heb ik hem nooit meer~gepien. Maar nóg staat 'ihij zijn beeld klaar voor oogen. Waarom? Omdat ik zoo machtig onder den indruk kwam van den simpelen- een voud van dezen zoo torenhoog (boven de meerder heid uitstekenden mensch. En dit niet alleen, om dat hij. beschikte over een wonderbare scherpzinnig heid, maar ook omdat hij daarbij een, bescheiden en goed merusdh. is geweest. Hoe anders- is het beeld van Haig, dat voor ons oprijst. Hij staait voor ons in de generaalsuniform; we zien die- schittering van de decoraties op zijn borst; we hooren een coimmandotoon; zijn oogen zijn niet die van den zoeker, maar van den gebieder; zijn houding teekent ons niet de bescheidenheid van den wijze, die met al zijn weten óók weet. dat hij zeer weinig weet, maar daarin is iets van de onr verzettelijke koppigheid van hem die zegt niet „uw wil geschiedde, maar „mijn wil zal geschieden" en die in de aan hem onderworpen menschen slechts het materiaal ©iet waarmede hij dien wil zal door zetten. Lorentz en Haigl Beide gehuldigd1 door- duizenden! En de eerste (heeft zijn gaven gebruikt om de menschheid te dienen. En de tweede heeft er riich op kunnen beioemon, dat onder zijn aanvoering zeer vele honderden een afgrijselijken dood hebben gevonden op het slagveld. Lorentiz en Haig! Het is mij niet bekend of de eerste, de strijder met de edele wapenen van den geest, lid was van een kerk. of hij zich Christen noemde, maa van den tweede is gemeld, dat hij zelfs ouderling- was! Wie echter zoü het meest nabij den Christus nebben gestaan? Een vreemde gedachte dringt zich aan mij' op. In dien het eens zoo wa e dat, wanneer het aardsohe leven is geëindigd, wij menschen komen tc staan voor God's achtersteel om. te word'en.geoordeeld, ge lijk zoo vel©n gelooven Indien dus ook deze twee met zooveel huldebetoon naar het graf geleide doo den hebben moeten verschijnen voor den grooten rechter, hoe zal 't hun zijn vergaan? Ik hoor in gedaichten Lorentz spTeken: ..Heer, ik neb «mijn leven gewijd aan de wetenschap; ik heb niet gezocht naar geJdt naar roem. naar macht; mijn streven is geweest iets te begrijpen van dat wonder volle leven, waarin Gij ons hebt geplaatst, maar ach, slechts weinig -heb ik kunnen doen. misschien dat dit weinige er iets toe- bijdraagt om de menschheid. een stap verder te brengen naar licht en waarheid. Is niet het zoeken daarnaar, het zoeken van U, o God, die Jicht en waarheid-zelve zijt?" En ik hoor oc'k Haig: „Ik. Heer. heb mijn leven gesteld in den dienst van. mijn land. Ik heb de En- „e.<9clie legers gemaakt tot onweerstaanbaar-da-ppere strijders; onder mijn leiding hebben ze de zege be vochten. Duizenden zijn gesneuveld, maar hun bloed is niet tevergeefs, gestort. Nooit heb ik vergeten, tot U te bidden en te smeeken om uw hu'lp. Mijn land heeft mij geëerd, een gave van een miliioen is mij uit dankbaarheid aangeboden, onderscheidingen zijn' mij ten deel gevallen toch. ben ik nederig gebleven au vroom en beb 't niet (beneden tmü1 geacht ouder ling te zijn in uw kerk." Toen opende de groote mensohenzoo-n, die gezeten wu ter rechterhand God®. den mond en zeide: „Al I wat gij hebt gedaan voor de menschen beschouw ik als te zijn gedaan voor mij. En hij drukte Lorentz aan zijn groot en liefdevol hart maar tot Haig zeide hij: „ga heen. want gij! hebt u vergrepen aan het Leven, uw handen zijn rood van Moed." Dit is slecht® een fantasie. Maar mijne lezers, zult er den zin van. verstaan, naar ik hoop. Maar nu ia voor ons de vraag, hoe komt het, dat de wereld Lorentz en Haig belde heeft kunnen eeren? &n mijn antwoord op dege vraag lm: omdat Idle wereld hinkt op twee gedachten of anders gezegd: omdat In de ziel der menschheid nog niet is uitge sloten de groote strijd tuaschen de twee beginselen, welke daarin worstelen: het dierlijke en het geeste lijke. Het dierlijke is het natuurlijke, dat vertrouwt op physieke kracht, op geweld, dat vóór -alle® Boekt naar de materieel e zelfhandhaving. Het geestelijke is dat andere, hetwelk den mensch doet Zoeken naar de glorie van de persoonlijkheid, wier waarde niet beooideeld wordt naar lichamelij- ken welstand of naar stoffelijke .goederen, maar naar karakter, gezindheid, neiging of m.a.w. naar het in- neriijke. I Oorspronkelijk was er alleen het eerste beginsel, daarnaast is het tweede opgetreden Tengevolge daar van arien wij in de eeuwenoude imensChheidsgeschie- dems een steeds krachtiger wordende botsing tus- schen die beide beginselen en ieder, die zich zelf kent. zal weten, dat deze botsing ook bij hun Eelf j aanwezig i© en wanneer hij een dien-lavend mensch is, zal hij óók weten, dat het waarlijk stijgen in menschwaarde niet anders beteekent dan het mach-4 j tteer en invloedrijker worden van het g e es t e l ijk e i beginsel. Want het ideaal is niet de splersterko, do door geweld-machtige, maar de zuivere vam ziel en de reine van hart! Nog 'is de botsing in de wereld in vollen gang. Een uiting daarvan zie ik in de beide genoemde gebeurtenissen. In de hulde aan Lorentz en Haig ge bracht. komen de beide -beginselen tee voorschijn. (Haig wordt zelfs op een affuit van oen kanon ten grave geleid). Het is de huldiging van twee tegen strijdige beginselen. Ik ben zelfs geneigd daarin te zien iets dat reden geeft tot blijmoedig toekomst/vertrouwen. Want ik ben er zeer levendig van overtuigd, dat b.v. twee of drie -eeuwen geleden wèl een man als Haig met ge lijken praal zou zijn begraven, maar zonder twijfel niet een man als Lorentz. Hierin zie ik een groote winst. Het bewijst ons. dat groeien gaat de waardeering voor de geestelijke weikers. Wel is daarnaast ook nog de antieke „hel- denvereerintz". maar zij moet een langzaam groofer wordende plaats afstaan voor de vereering ivan den held in de wereld des geestes Ligt het dan niet in de rede om te gelooven, dat steeds mee- dit groeiproóes zal doorgaan? En -mogen wiji daarom niet op goede gronden aannemen, dat er een tijd zal komen dat de- held van -het slagveld voor goed. zal hebben a'gediaan? Dm deze reden is miji de begrafenis van Lorentz geworden tot een heerlijke Ptefetie. Wanneer ik be denk. dat duizenden 'deze plechtigheid bijwoonden dat gans oh een stad in rouw verkeerde, dat uit hü buitenland de vertegenwoordiger© der wetenschap aanwezig wa*en dan komt er een stille vreugde on in mijn hart, dan .richt miijn vaak moede en twij-1 Evenals vorig maal was ook de tweede praatavond van de afdeeling Schagen van de Hollandsche Maat schappij, die wederom in het café „De Beurs", van den heer C. Boontjes werd gehouden, weer druk bezocht. Ook nu waren de omliggende gemeenten weer goed vertegenwoordigd. Het spreekt vanzelf dat de voorzitter der afdeeling Schagen, de heer Ir. S. Smeding, over deze goede opL komst zijn tevredenheid uitsprak en er op wees, dat dit feit moed gaf om weer eens iets ter hand te ne men, in samenwerking met de zusterafdeelingan. Door den heer P. de Boer zegt de Voorzitter, zal vanavond worden behandeld het onderwerp: De ken merken van de Ziekten onder het Vee cn hare be handeling." (Het is de bedoeling dat de inleider de verschillende ziekten die op het bedrijf voorkomen, zal bespreken en dat daarna gelegenheid wordt gege ven tot het stellen van vragen. Niet zal worden be sproken wat de veearts zal doen bij voorkomende ziektegevallen onder het vee op het bedrijf, maar wat de boer zal moeten doen in afwachting van de komst van den veearts, dus vóór dat afdoende maatregelen worden getroffen. Spr. geeft na deze Inleiding het woord aan den heer P. de Boer, rijksveearU te Scha gen. De heer De Boer begint met de mededeeling, dat hij vanavond niet zal spreken over de tuberculose,, het besmettelijk verwerpen en het niet bestand kunnen krijgen der vrouwelijke dieren, doch een causerie zal houden over enkele veel voorkomende ziekten op de boerderij, en deze ziekten bespreken op een wijze, waardoor, naar hij hoopt, eenlg inzioht over oorzaak en verloop wordt verkregen, terwijl af en toe een practische raadgeving zal worden gedaan hoe in be paalde omstandigheden te handelen. In de eerste plaats bespreekt de inleider dan de melkziekte melk over 't lijf een ziekte van pas gekalfd hebbende koeien, met als voornaamste ver schijnselen, dat het dier ziek is en niet kan rijzen. Bij deze ziekte is het slikken de koeien moeilijk of onmogelijk, zoodat nooit genees- of huismiddeltjes moeten worden gegeven. Vaak toch schrijft de veehou der de ziekte toe aan verstopping of de nageboorte. Het toedienen van genees- of huiemiiddeitjes nu kan verslikking tot gevolg hebben, met daarop volgend longontsteking en de dood. Geef dus deze dieren nooit iets in. Voorafgaande verschijnselen van deze ziekte zijn af wijkingen van het zenuwgestel, eenigszins schrikach tig, soms ook wel versuft. De dieren vertoonen een wankelenden gang, kotmen met moeite overeind en blijven door verlamming liggen. De behandeling van deze ziekte is het opblazen van den uier met lucht. Door inblazen van gas wordt de druk in den uier gebracht en het bloed' wordt terug gebracht in het lichaam. Men denke er om de koe op den buik te leggen en zorge ervoor dat geen smetstof in den uier wordt gebracht, wajit dan bestaat groot gevaar van uierontsteking met soms de dood als ge volg. Het instrument moet dus bacterie-vrij zijn en de lucht die wordt ingeblazen, zuiver. Het aan de melk blijven liggen van een kalikoe vindt men 't meest bij melkrijk vee en de middelen die de mclkgift tegengaan, verminderen dan ook de kans op deze ziekte, bijv. minder voeren, meerdere dagen voor 't kalven de koe gaan melken of de -koe 24-—36 uur na het kalven niet melken. De behandeling is hier dus, mits deskundig toegepast, zoo eenvoudig cn doeltreffend, dat de voorgeschreven voorbehoed middelen overbodig lijken. Spr. behandelt dan het z.g. 't lijf af, de koe werkt direct of kort. na het kalven zijn lijf de baarmoe der naar buiten. Om deze baarmoeder weer naar binnen te krijgen, is eenige routine noodig, maar bovenal dient in dit geval de uiterste zindelijkheid te worden betracht. Hulp dient te worden gehaald en ondertusschen wordt zorg gedragen dat de baarmoe der niet bevuild of -beleedigd kan worden. -De mest dus afhouden en mocht hulp enkele uren wegblijven, dan de baarmoeder vochtig houden (door middel van een slappe Vfe creblin- of ^4 lysol-oplossing). Als voorzorg wordt genoemd om wanneer een koe blijft persen, nadat het kalf geboren is, de koe over eind te zetten of om te keeren, en zoo mogelijk de DE HOOIKIST. Een rijke dame In Londen had een arme vrouw in Whltechapel een kookklst cadeau gedaan, een mooie kookkist met hool-vul- ling, waarin de soep en aardappelen dagen lang warm konden blijven. Ze had echter verzuimd er een uitvoerige verklaring bij te geven. Na eeni- gen "tijd voerde een nieuw philantropisch tóurhée haar weer naar Whltechapel. Bij deze gelegenheid viel het haar In kon zij wel eens even in- formeeren bij de arme vrouw aan wie ze de hooi- kist geschenken had, hoe of *!eze laatste zich ge houden had en of zij goed beviel. In de volle ver- wachting te hooren, dat de hooikist het leven tot 'een lust maakt, klopte ze bij haar beschermelin ge aan. Een koele ontvangst viel haar echter ten deel, die in een uitbarsting van woede verander de, toen de schenkster naar de hooikist infor meerde. „De hooikist", kreeg zij ten antwoord, „mijn beste gordijnen zijn verbrand en gerookt heeft het tot aan de derde verdieping!" „Ver brand?" vroeg verbijsterd het hooge bezoek. .Ja wel, zóó hoog sloegen de vlammen er uit, nauwe lijks nadat Ik een brandende lucifer in de hooi kist gehouden had want hoe moet je nu iets warm krijgen, als je de brand er niet in steekt? Neen, van die nieuwe uitvindingen moet ik niets hebben. HET EENE OORDEEL. Dezer dagen heeft een ge ducht rooker zijn 71sten verjaardag gevierd, het geen een bewijs is, dat althans voor hem het Nl- cotiaansche kruid niet schadelijk is. Die „hem" is de Engelsche lord Lonsdale, dien men nooit zonder sigaar ziet; van dat hij opstaat, tot hij naar bed gaat rookt hij, behalve als hij eet. Een bijzonderheid van hem is, dat hij zijn sigaar nooit verder dan een paar centimeter oprookt. En zoo lijkt het alsof hij' zijn sigaar pas heeft opgesto ken, wat trouwens ook werkelijk het geval is. De zen zomer hoopt hij ook zijn gouden bruiloft te vieren. DE SCHEIDING. In de jaren vóór den grooten wereldoorlog was het bij den Itallaanschen adel gewoonte geworden, om het wapenschild met het Amerikaansche goud der dollarprinceesen een beetje op te frleecbeu. ea vele Romeinacbe her- tofea «i venten veerden elenke, biesde vrouwen hunne paleizen binnen. De v o r s t van T o r 1 o n 1 een nakomeling van den beroemden bankier, die aan de doorreizende Engelschen zijn millioenen verdiende huwde voor ongeveer twintig jaar terug de schoone Elsie Moore uit Massachusetts, en het vorstelijke echtpaar leefde oogenschijnlljk In de beste harmonie naast elkaar voort. Op al de schitterende feesten der voorname Italiaansche famille's, op het gezantschapsbal. Ja, overal ver scheen de blonde, elegante vrouw aan den arm van haar voorname echtgenoot Donna Elsie was een van de schoonste en meest gevierde vrouwen van het Romeinsche gezelschap, die den wereld- beroemden dichter, D'Annuzlo geïnspireerd heeft tot het schrijven van zijn werk „H piacere". Voor ongeveer zes maanden terug is echter plot seling aan dit alles een einde gekomen, doordat de nauwelijks 40-jarige vorstin naar haar vader land ia teruggekeerd, vergezeld van haar kinde ren, een zoon en twee dochters. Nadat zij weer het Amerikaansche burgerrecht verworven had, diende zij een aanklacht wegens echtbreuk tegen haar echtgenoot in, van wien zij wenschte te scheiden. Het Amerikaansche gerecht heeft deze scheiding uitgesproken, en Mrs. Moore, zooals Donna Elsie zich thans noemt, werd de opvoeding der drie kinderen opgedragen. Haar echtgenoot, de vorst van Torlonia, is met deze uitspraak ech ter niet tevreden en heeft (in Italië is echtschei ding niet mogelijk) bij het hoogste Amerikaansche gerecht een proces aanhangig gemaakt, waarbij hij om herstel van het huwelijk vraagt. Hij zet daarin uiteen, dat de katholiek opgevoede kin deren en erfgenamen van één der voornaamste Italiaansche nanpen geen Amerikanen kun nen zijn en daarom niet onderworpen zijn aar de alda&r heerschende wettelijke bepalingen. De bladen te Rome die zich met het geval heb ben bemoeid, willen zeer naïef beweren, dat Don Marino zich met de echtscheiding niet kan ver eenigen uit hoofde van religieuse en materi- eele gronden. BUSTER KEATON. Hoe kwaamt gij bij den film? Is een vraag die iedere filmartiest op zijn beurt moet beantwoorden. „Op die vraag past een erns tig antwoord", zei de komiek Buster Keaton, toen de beurt aan hem kwam. „Ik ben filmland bin- nengebuiteld, zooals ik mijn heele leven gebuiteld heb, sinds ik de zuigflesch ontgroeid was. Jaren lang heb Ik massa's menschen vermaakt met m'n buitelingen in reizende theaters en varlété's. Ik mocht het werk web maar het la een hard kar wei en lk keek al eene den kant uit van de Caii- foralMl» Olmstvullos. Ai o* h«t *1* uar alt, voorbeenen in de groep te plaatsen. De herpus tonsurans is één huidziekte bij k# die door veehandelaars zeer karakteristiek datf schimmelziekte wordt genoemd. Schubbige piel ter grootte van een kwartje, een gulden en gro en veroorzaakt door schimmel. Deze ziekte kan op den mensch overgaan en heet dan ringworm! hierom wijst spr. op de gevaren van deze zi( want ringworm kan bij den mensch onerbanm hardnekkig zijn. Let dus op deze ziekte en pas op ze niet overgaat op alle koeien en dan ook missclL op n en uw personeel. Gewoonlijk rijn de pinkej ee: st süadhtoffer en verspreiding van do ziekte vi wel plaat» door rolkam en -schuier. Behandel dn ren die deze schubbige plekjes kriigen, met 'n wp dige inwrijving met groene zeep, laten inwerk* daarna uitwasschen met warm water. Creolin 1 wil vaak helpen, terwijl jodium minder goed Geneest de aandoening niet spoedig, vraag dan!» bij uw veearts. De blaar binnenblaar is een ziekte waarbij koe veel pijn te kennen geeft, ze schopt, trapt,; liggen of laat zich vallen, rent door het land kruipt soms in de sloot. Deze ziekte houdt verlx met een stoornis In de afvloeiing van gal. Dt wordt niet afgescheiden, maar in de lever door bloed gedeeltelijk opgenomen. Deze galbestand len, galkleurstoffen, komen met de bloedcirculali de huid terecht en geven daar een pijnlijken toet Vooral de witte huid is gevoelig: voor deze stoffen huid zwelt op; zwelling van witte huid, spens küng. Het daglicht 'beïnvloedt deze afwijking zeer gunstig, de witte huid valt soms af, spenen en i ook kling gaan vervellen en in dat geval wordl sproken van buitenblaar. Om deze hoogst onaangename gevolgen te vi, men, is het noodzakelijk en ook vaak reeds volt de, omi de (patiënte op te stallen en er daarbij vol zorgen,, dat alle raan-en en openingen zoo worde»] gesloten, dat geen daglicht kan binnen dringen.) is immers niet alleen het zonlicht, maar ook hd] wone daglicht dat de prikkeling in de aangetasUI veroorzaakt. Maar behalve opstallen is ook een flinke adi noodzakelijk. De gal kleurstoffen in hot bloed met het bloed deels verwijderd, er heeft een wassching plaats. Het bloed kan worden afgi bij halsader of melkloop. De hoeveelheid af te bloed behoeft niet te zuinig te worden genomen," der bezwaar kan bij een koe van 2 jaar of ouder! ter worden afgenomen. Het aftappen van het f neemt dus een deel van de prikkelende stoffen maar geneest evenwel niet altijd. Nieuwe opnam»] ealkleurstoffen dient dan te worden tegcngemi de door uw iveeart® in te stellen behandeling daarop gericht worden. De tweede ziekte die als blaar of bloed wordt geduid is een ziekte, die weinig karakteristlll opvallende verschijnselen vertoont, zoo zelfs, dj koe zonder voorafgaande waarschuwing doof»» Doet zij dat niet, dan ziet men een koe met gezwollen oogen, soms haar oogen dicht, giwè kling en oppervlakkige en benauwde ademhaling Al« oorzaak van deze ziekte wordt aangegeven' vergiftiging van het dierlijk lichaam door opnn 'van eiwit uiit de 'darm. dat in de bloedbaan uil» valt, en waarbij een teveel aan giftige stoffenw A gevormd. Deze vorm van blaar komt voor koeien, die geniest worden of bij melkkoeien diti flinke dosis kortvoer krijgen. Mits bijtijds tc* past kan ook hier een flinke aderlating heel i) dig verbetering van den ziektetoestand geven em Bij veehouder die de hier bedoelde patiënte spi Khl laat of laat laten, maakt goede kans zijn die'Bde kunnen behouden. Spr. wijst er op, dat er een tijd is geweest Mi elke ziekte de' vlijim in actie ikwaim:, .terwijl dt na de ^lijm bij het oude roest werd opgeboij Thans wordt de gulden middenweg bewandeld rot wordt alleen bloed afgeqomen wanneer een veri me ring kan worden verkregen, dat deze eenvoud ko] operatie succes kan geven, Tegenwoordig wordt «ie gemeen de vlijm gebruikt bij de zooeven besprj» vormen van blaar, oók wel bij hersenafwf dat lk ooit op het doek zou komen, dacht ik er hoe langer hoe meer over. Maar ik kon geen tijd vinden om naar Hollywood te marcheeren en me erin te werken. Het geluk was echter op mijn hand, zooals het geloof ik, altijd geweest is. Op een avond kwam Fatty Arbuckle, toen nummer één van ons slag van comedlanten, In den schouw burg, waar ,De drie Keatons" dat waren m'n moeder, m'n vader en ik optraden. Wat lk deed beviel hem. Hij kwam eens achter kijken, begon met te zeggen dat m'n toekomst bij de film lag en eindigde met me een kans bij hem aan te bie den. Ik pakte de gelegenheid met beide handen aan en heb heel plezierig met Fatty Arbuckle sa men gewerkt. Hij heeft me de filmtechniek ge leerd en v/at lk verder moest weten om „op me zelf" te kunnen werken. En nu lk bij Metro- Goldwyn-Mayer weer in de film vervallen ben, sta ik op het punt m'n val-loopbaan voort te zetten, omdat ik niet uit de film wil wegvallen en niet ontvallen wil aan de waardeering van leder jaar nieuwe duizenden. Het is de plaats waar lk me roeren moet ik ben tevreden. EEN WATER TOAST. Den koning van Afgha- n 1 s t i a n is In België, evenals in Frankrijk en -Italië, een warme ontvangst ten deel gevallen. Men verstaat het daar trouwens, feest te vieren. In de rede, die de koning als antwoord op de toe spraak van den Belgischen souverein hield, wa ren zeer opvallend do woorden: „Ik hef mijn glas in de h'oogte, gevuld met zuiver water, en drink op de gezondheid van Uwe Majesteit!" Daar mee zou dus de vraag, hoe geheelonthouders zich bij officieel© aangelegenheden hebben te gedragen opgelost zijn. Tot nog toe werd het altijd voor tactloos gehouden, wanneer zij, inplaats van met alcohol-houdende dranken, bijvoorbeeld met spuit water aanstieten. Zij kunnen zich thans op het koninklijke voorbeeld beroepen en een konings woord geldt, zooals bekend, nog altijd, ook in de kringen der bier-fulvers. WELKE KRACHT ONTWIKKELT DE PIANIST? Hebt u eenlg idee van de kracht die een pianist noodig heeft enkel en alleen om de toetsen van zijn Instrument op en neer te doen gaan? De heer Ernest Closson, een medewerker van de Revue mualcale heeft zich eens de moeite ge geven de kracht te meten, die noodig is voor het aanslaan van een toets van een modernen vleu gel. Het vereisehte gewicht voor elke noot wis- geit van 106 tot 130 grut, al mat het merk sa het instrfiment. Weliswaar gebruikt d4 pianist misschiet een zoo groot gewicht en moet men er ieti kenen, toch, al trekt men er 20 pet. af, d« teekenen de 80 gram, die overblijven, in iedl val een zeer laag gemiddelde. Ernest Closson heeft aan een van zijn spelende kennissen gevraagd om gedurendi minuut onafgebroken' toonladders voor hes spelen en hij berekende, dat zij in dien tiji iedere hand 840 noten gespeeld had, hetgs totaal geeft 1680 noten, waarvoor, vermin) digd met 0.80, een krachtsinspanning is g* van 134 kilo. Laten we ons een leerling denken stelt son voor die een uur achtereen studeert die gemiddeld slechts 500 noten per minuut) teert, hetgeen niet erg veel is als men er denkt, dat in verschillende figuren twee toe' tegelijk moeten worden aangeslagen, men tot 2400 kilo, of, wil men het uitdru als sprak men over een oceaanstoomer: bijn* ton. Een pianist, die waarlijk virtuoos wil moet ten minste 4 uur per dag studeere^ leder kan inzien, welk een record aan geww* fen zulk een athleet behaalt Ook voor andere berekeningen is dit g*- nuttig. Zoo kan men het notenaantal van Beethoven's Appassionota. Rekent mi1 „normale" trillingsgetal van de trillers In W gin, dan is het resultaat voor het geheel ong» 12.200 noten. Neemt men de 80 gram enerp noot als basis, dan geeft dit een totaal vu kilo of bijna één ton. Een spotter heeft er Closson op attent ge® dat deze rekenarijen onmuzikale HienscMJ middel aan de hand doen om muziek eenig opzicht te apprecleeren. De samensteller van een conccrtprog^ moet hierop letten. Cijfers zijn cijfers. W niet mee te disputeeren. Het is een bekend verschijnsel, dat bp* die niet zoo heel erg geboeid worden door ziek, hoe langer hoe nauwkeuriger gaan do snelle vingerbewegingen en in hun ring voor de techniek een componsatJ te vinden voor de ontroering, die ze Wat moet er niet 1» dat slag conC9rjJi omgaan, wanneer zij tusschen haakjes ter de Danse macabre van Liszt zien ver zal nu maar zeggen: vier ton! Dan zouden ze Immers tevreden naa nen gaan, zich verkneukelend bü de r- dAt waar voor hun geld hebben geb**

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 18