RADIO-RUBRIEK. GRABBELTON. De Dakhma's der Perzen. WARE WOORDEN. VOOR DEN TOESTELBOUWER Een handig toestelletje. Kunst en oorlog. Uit den goeden ouden tijd. WETENSWAARDIGHEDEN. „Koning Radbod, bekeer UI bekeer UI Want de God der Christenen heeft zich geopenbaard, sterker dan de Walhalla-goden. WIJ allen, die het mirakel aanschouwden, hebben den doop reeds ontvangenr De koning sprong op, van toorn bevende. Doch de bode opende zijn mantel, en een foliant viel op den grond, en sloep open. Het was het bijbelboek van Bo- 'nifacius. Zware zwaardhouwen hadden 't verminkt en gehavend, en de bladzijden waren gescheurd en ver nield. Maar de koning zag tot zijn ontzetting, dat de letters, zwart en rood, over de zwaardsneden heen liepen, en ongedeerd waren gebleven. En hij, die vroeger geen karakter en lettertee'ken van het kerk latijn had gekend, verstond plotseling den dreigenden zin van de woorden, die daar voor hem brandden in het licht der toortsen, en die spraken van straf en vergelding. Toen werd koning Radbod de Tweede doodelijk ven vaard en vluchtte in de donkerste gewelven van zijn huis, en trachtte zich te verbergen. Maar de letters, zwart en rood, bleven vlammen in zijn herinnering, en hun ecuwig godsgetuigenis week van den koning niet, in slaap noch in wake, bij dag noch nacht, als de haan kraaide niet, als de zon en de sterren 'be woonden den hemel niet nimmer en nergens. Slechts toen de oogen des konings voor goed gesloten werden, liet het kwellende gezicht van hein af en werd met hem tot vergetelheid. Wij gelooven wel, dat het one, Westerlingen, al héél weinig zou lijken, indien wij op elk uur aan de stonde van onzen dood herinnerd werden, indien onze lijkbezorgers elk oogenblik, ongevraagd en gelegen of ongelegen, van hunne tegenwoordigheid blijk ga ven. Wij zouden het niet kunnen verdragen, onze zenuwen zouden het opgeven en, laten wij het maar ronduit zeggen, de levensbeschouwing van velen onzer is niet zoodanig, dat zij met groot verlangen naar dat onafwendbare oogenblik zullen uitzien. Hoe geheel anders is het to dien opzichte gesteld bij het oude volk der Perzen! Eiken dag van zijn leven wordt den Pers een „memento mori" toegeroe pen door de bewoners zijner Dakhma'e, zijner „To rens des Zwijgens", die boven de Perzische steden en dorpen rusteloos eirkelen. Onder het uitstooten van een doordringend gekrljsch, als wilden tij hun onge duld te kennen geven over het uitblijven van het hun toekomende voedsel en als wilden zij al vast met scherpen blik hunne keuze doen onder de inwoners beneden hen, zwerven zij daar als een levende ver maning Die speurende lijkbezorgers, het zijn de gieren der „Dakhma's" der arena-aohtige bouwwerken, waar het lichaam van iederen Pers na zijn sterven gebracht wordt om overgegeven te worden aan de vraatzucht der vogels. Het moet wel onzen weerzin opwekken, wanneer wij beseffen, hoe daar de man het lichaam zijner vrouw, de moeder dat van haar kind, neerlegt op de trede van het groote gebouw en de verzekerheid van wat spoedig daarna gebeuren zal, welke vreeselijke maaltijd zal worden aangericht. Deze manier van doodenberzorging geeft wel blijk van een geestes houding bij dat volk, die zeer sterk afwijkt van de onze, van een absoluut waardeloos achten, ook voor de herinnering, van het bij het leven zoozeer ont- ziene, maar thans onzielde, lichaam. Uitermate ruw, onbeschaafd zelfs, moet ons ook de geest van een volk schijnen, die verordineerde, op een dergelijke wijze afscheid van zijn dooden te ne men, op een wijze, als, naar wij weten, ook bij ver schillende lagere volken van Oost-Afrika, o.a. bij de jMassai. gebruikelijk is. Toch zouden wij, zoo oordeelende, den Perzen on recht aandoen. Staan zij in het algemeen niet meer op denzelfden, hoogen trap van cultuur als hunne voorvaderen, dis o.a. een uitgebreide letterkunde schiepen, tooh toonen zij zich nog in vele opzichten de erfgenamen van een deel hunner overoude bescha ving en het zijn zelfs de zeer ontwikkelden uit de groote steden, zooals zij, die deel uitmaken van de Perzische bevolking' van Bombay en die in deze stad leven, omgeven door hetzelfde comfort, dat in ónze steden heerscht, die een, ons als barbaarsch voor komende, gewoonte van hun volk in eere houden. Bombay heeft dan ook zijn „Torens des Zwijgens" en boven deze wereldstad zweven eveneens hun huive- Een goed soldaat moet steeds bereid ziin om voor zijn vader- Wui te sterven zelfs met levensgevaar I o Veel te hebben en nlett oveij* houden, is rijke oogen en ann, handen te hebben. - o - Zonderling verandert van dagtoi dag ongemerkt ons oordeel, zoodst wij ons nauwelijks kunnen begrij. pen, hoe wij na weinig jaren zonder eon enkelen sprong op qoa geheel ander standpunt gekomen zijn. o Wees van dienst, waar glji kunl, zelfs den menschen, die ge niet kent. 2?ioh vrienden verwerven door wer te doen is beter dan een troon te winnen. Een amateur beschreef onlangs in de radio-pers een ontvangertje dat geschikt was voor golflengten van 5:10.000 M. Bediening en afstemming zijn beide heel gemakkelijk, terwijl toch bij de montage naar den grootst mogelijken eenvoud is gestreefd. Door deze combinatie is er veel opmerkelijks aan het schema, dat wij daarom eens nader zullen bekijken en toelichten. In de eerste plaats is dan opmerkelijk, dat het toe stel is uitgerust met vaste spoelen. Doordat de an tenne- en de terugkoppelspoel ten opzichte van de roosterspoel een vasten stand innemen, vervallen dus de draaibare spoelhouders (bij korte golf-ontvangst zou het bovendien gewenscht zijn spoelhouders met fijnregeling door tandwieloverbrenging toe te pas sen). Dit maakt het dus mogelijk ze in te bouwen, waarbij men echter rekening moet houden met het feit, dat ze uitwisselbaar behooren te blijven. Het toestelkastje moet dan voorzien zijn van een opklap baar deksel. Om nu toch de lamp op den rand van genereeren te kunnen brengen, moet een variabele hoog-ohmige weerstand W, ingebouwd worden. Dit is dus de twee do belangrijke afwijking van de tot op heden vrij wel algemeen toegepaste schema's, al is deze afwij king een onmiddellijk gevolg van de eerste. Deze- zoo genaamde continu-variable weerstand moet regel baar zijn tusschen de waarden 5000 en 50.000 Ohm. Over den weerstand is een vaste condensator van 1 of 2 m.f. parallel geschakeld, waardoor de „terug koppeling" vrijwel zonder storende bijgeluiden kan geschieden. Ter vermijding van «en serie-parallelschakelaar is het raadzaam van te voren vost te stellen, hoe lang de antenne is, of hoe lang men deze denkt te maken. Men doet het beste de antenne- (of primaire) con densator (Cl) in serie met de antenne-spoel te scha kelen als de antenne lang, d.w.z. langer dan 30 mo tor is dus dit geval werd bij het opstellen van dit schema verondersteld en bij een kortere antenne parallel. Capaciteit vam Cl bij voorkeur 1000 ccM. De secundairo condensator C2, uitgerust met een fijnregelknop van betere kwaliteit, heeft een capa citeit van 250 ccM. Een extra-verbinding wordt aan het toestel aangebracht tot het verkrijgen van goede resultaten op golflengten beneden 100 M., doch daar over zullen we een volgende keer spreken. Noot bij het schema: Ter vereenvoudiging i s a 11 e en het schakelschema van de detectorlamp gegeven, het schema van de l.f.- lampen mag bekend verondersteld worden. ringwekkende gevederde bewoners, de hongerige gieren. De schoone, diepzinnige leer van Zarathustra, de oude godsdienst der Perzen, waarin het accent de „reinheid" is, wordt veelal als oorzaak genoemd van het oprichten en in stand houden der „Dakhmah's". Het stoffelijk overschot eenmaal ontzield, wordt door de Perzen als „onrein" beschouwd en derhalve hoeden zij zich er voor noch het water, noch de aarde, noch vooral het heilige vuur daarmede te bezoedelen. Toch wordt ook door anderen gewezen op de mogelijkheid, dat deze wijze van doodenbezorging haar oorsprong vond in tijden vérre voorafgaande aan dien van de stichting van den eeredienst, door Zarathustra ge wijd aan Ahura-Mazda, en bestaat er volgens hen on getwijfeld alle aanleiding om te veronderstellen dat hier, zooals meer geschiedde, bestaande toestanden aan de nieuwe leer werden aangepast. In verband hiermede moet opgemerkt worden, hoe reeds in de oudheid bij sommige volkeren de gewoon te bestond de dooden eenvoudig in het vrije veld te werpen, waar ze dóór de wilde dieren verslonden wer den en hoe de Baetriërs voor de opruiming van de cadavers hunner volksgenooten, er zelfs speciale „heilige" honden op na hielden. In andere deelen van Azië, bijv. in Tibet en Bhutan wordt het hoofd eerst van het lichaam gescheiden waarna dit laatste in stukken gesneden den roofvogels voorgezet of op de bergen neergelegd en aan diezelfde lugubre dieren overgelaten wordt. Een zéér goeden tijd zullen de onverzadelijke, snel verterende, dieren in Perzië beleefd hebben in de ja ren 1869—1872, toen in dat land een ontzettende hon gersnood heerschte tengevolge van een onverklaar- baren regeeringsorder, die ln 1860 de bevolking ge- Tastte élle bestaande bouwgronden met papavers te bezaaien. Zij zullen toen niet, hunkerend naar voed sel, boven steden en dorpen gezworven, maar, wèl- doorvoed en vadsig, op de treden van hun „Dakh ma's" afgewacht hebben de nieuwe spijze, die hun, naar ze instinctief wisten, eiken dag in overvloed voorgezet zou worden. In deze weinige jaren stierven in Perzië namelijk circa 1% millioen menschen den hongerdood.... •Moge ons al dor Perzen handelingen met hunne dooden in hevige mate tegen de borst stuiten, toch dlont gezegd te worden, dat ze hygiënisch zijn; bo- vondien is het waarschijnlijk, dat een dergelijke op lossing van het doodenvraagstuk, dat in warmere luchtstreken groote moeilijkheden oplevert, hun in overoude tijden door de praktijk opgedrongen is ge worden. Te (midden van den slag van Sebastopol. was het zouavengezelschap, dat de dolste grappen had opg®. voerd, bijeen om des avonds weer vroolijkheid te brengen onder de manschappen. Eenparig verklaarden de veldheeren later van hoe veel goeden invloed die maatregel was geweest. Mu ziek behoort bij elk leger.. Lérida werd genomen bij vioolspel. De Marseillaise bezielde de troepen tijdens de revolutie. Bij het tsaristisch leger waren zangers i en muzikanten. In de souvenirs van maarschalk Camrobert, ka merheer van Napoleon III, wordt verhaald, dat tij dens den oorlog in de Krim, bij al het gebrek en de ellende, die werd uitgestaan, de cholera dreigde. Prins Napoleon, die een afdeeling troepen onder zijn bevel had in de Dobroedsja, ontving van den maar schalk bevel, op te trekken naar Varna en vernam te vens de raimp, die dreigde. Hij begreep, 'hoe ontzettend de slachting kön wor den, die dreigde en hoe noodig het was den moed erin te houden. Zonder een uur tijdverlies liet hij door trommelslag alle kolonels en oversten verzamelen en gebood, dat ieder in zijn regiment de zangers, acteurs, clowns, kunstenmakers, in één woord ieder moest opzoeken, die iets kon bijdragen tot het genoegen van de toe schouwers. In elk bataljon moest een gezelschap zich vereeni gen, om 's avonds op een tooneeltje de soldaten te amuseeren en vooral te laten lachen; He denkbeeld kwam tot uitvoering. Napoleon bezocht de voorstellingen en loofde prij zen uit. Wil Uwe Hoogheid de goed heid hebben om te overwegen om op te staan? Het paleis staat in brand. DE SCHOOLOPZIENER OU BEZOEK. Hot was nog in den goeden, ouden tijd en schoolopziener bezocht een plattelandsschool. In een •van de klassen was een heidensch lawaai en één van de jongens, de grootste van Allemaal, voerdt^ het hoogste woord. De schoolopziener pakte hem it zijn kraag en zette hem in de gang, waarna hij na® de volgende klas ging, om eens naar het lezen ti luisteren, Ec^n paar minuten later kwam een schüoh- ter klein meisje, uit de vorige klas, binnen en vroeg aan den schoolopziener: „Asjeblief, meneer, mogen j we onzen meester terugl" De schoolopziener had zich vergist en den onder wijzer in zijn kraag gepakt. Als mevrouw van Pieperen op visite komt Moeder (van boven): Zet in vredesnaam die Radio af, Herman, dat vrouwspersoon dat daar ligt te kei^ men, heeft gewoonweg een afschuwelijke stem, bet lijkt wel een roestig vuilnisblik! Herman: Het is de radio niet moeder, het is me vrouw van Pieperen, die op visitie komt! Mijn hoedll Spraakzame barbier (naar een fooitje hengelend): En wat wil meneer op zijn hoofd? Klant: Mijn 'hoedt Dat zou u ookl Een zeer ijdele en pronkzieke vrouw, die huizen be zat en zelf de huur ophaalde om onkosten uit te sparen, trof een van haar huurders blijkbaar in W zeer slecht humeur en ten einde hem de kans te ont nemen, om met klachten aan te komen, begon v. zelf dadelijk opmerkingen te maken en zei ten slotte: „En de keuken, meneer Pietorsen, ziet er meer dan schandelijk uit;" „Daar heeft U gelijk in, mevrouw", antwoordde Pie- tersen. „Maar dat zou u ook, als u in geen zes jaren een streekje verf had gehadl" Leen mij twee kwartos. Ik heb geen hemd aan mijn lijf. Wat 'n boffert. Wat moet ie dan wel niet aan te wasch- vrouw uitsparen I Is het U bekend: dat de Kilaue, op Hawaii de grootste werkende rvulkaian ter we reld i®? dat de krater 5 K.M. middel lijn heeft? cl at er in Japan een rookende boom bestaat, die alleen rookt da delijk na zonsondergang? ld a t de boom 20 meter is en «d,e rook uit den toip van den stam komt? dat de lengte der draden van het Londensdhe telefoonnet gelijk is aan 58 keer den omtrek van de aarde? d a t het menscheltjk lichaam on geveer 3 gram staal bevat, waarvan A percent te het bloed easveste 1* dajt een jongen tweemaal zoo veel waard is als een meisje, want bij de geboorte van een prins wor den volgens het reglement op den garnizoensdienst 101 saluutschoten a/fgevuurd en bij de geboorte van een prinses slechts 51. d!at proeven hebben uitgewezen dat bijen den korf nog -terugvin den, als ziji 6 KAT. ver het land ingebracht worden, maar 3 K.M. ver op het water van meer of zee, kunnen zij den korf niet terugvin den. dat Lissabon de rumoerigste stad van de wereldi is? Dag en nacht is het er een geraas en ge tier van allerlei voertuigen, ven ters, krantenjongens, lotenverkoo. pers, enz. dat de hooge tójden hoed voor het eerst in Engeland wend gedra gen, emetmk* 1IA0T Dag juffrouw. Kan Frans komen om mee te £a.aTV Het spijt me maar hij houdt juist zijn gymnastische ling-**!.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 22