Courant paai lis nvee ime Ar a BRIEVEN OVER ENGELAND. Tutti Frutti. Tweede Blad. Aan JAN VAN DIJK te Winkel. Gemengd Nieuws. Het einde van Stocchino. le pij de 'hefT ten OL AN D f Donderdag 1 Maart 1928. 71ste Jaargang. No. 8213. wagent rvan ruiktw roote pi iwaater mttj -zeilen en gro karlu! een ati ten eek, rt 192| iur, KNAAP rzoeke "S aanè en I van hebben itvoetn vagen i euw) 1 driewie; ponder, gen. aai appen, ndhekii kroos* waan leen erder geboden ustenk iart '2 zullen ïrhuur Gemeend eten Gemeei en gelej <\BT ;ctie'l D (N.N-) wiel garand I Ijm^l Als je vijf en twintig jaren Winkel's bode bent geweest En een oude Boschbewoonster Dat dan In „de Schager" leest, Zou het dan zoo'n wonder wezen. Dat je ook iets van haar hoort. Want je weet, ze had toch altijd 't Hoogste en 't laatste woord. 'k Zag je alle dagen wand'len Van je woning naar den brug, En als dan het Raadhuis schoon was, 't Zelfde paadje weer terug. En om klokslag negen uren Kwam je, netjes opgeknapt, Je was dan in je dienstpak, 't Postkantoor binnengestapt Na een vriende'lijk goeden morgen, Zette je je klok gelijk, Vroeg dan met een air van diender „Post voor Koomen en van Dijk" Dan ging je de post gauw brengen Naar de Burgemeesters vrouw, i En vertelde haar de nieuwtjes Van de vreugde en de rouw, Die ons dorpje had getroffen. 't Was altijd een prachtverslag, En dan verder op je sloffen Verdeelde je den ganachen dag Tusschen 't Raadhuis en de straten Van ons mooie polderland. Bleef, bij jonkheid graag wat praten Maar was ook steeds bij de hand. Als de raad der vroede vaderen Besliste over Winkels lot.. Of als op een muziekavond' Enk'le jongens maakten mot En dan om niet te vergeten Als er eens verkooplng was, Ieders keel zou zijn versleten, Maar jij maakte, ja 't is kras, Voor de meeste, oude dingen, Nog een prijsje, wonderbaar. En al stonden ze'ook te springen. Jij speeld 't toch altijd klaar, Dat een leder wat moest koopen. Eer men er op was bedacht Ging men met een koopje loopen, Dat jij hen had toegedacht. Dan was je nog Sub-ontvanger, Op de markt was je present Bode van den Oosterpolder, Och ik kom niet aan een end. En 't heele Schager nieuwsblad, Was zoowaar niet groot genoeg, Als 'k voor al wat ik wil zeggen Vriend'lijk om een plaatsje vroeg. Geloof maar, dat de Burgervader, Die helaas is heengegaan, Je ook kostelijk waardeerde, Daar kun je beslist op aan. Ik wil -dit nog even zeggen, Dat 't vandaag een feestdag is Voor jezelf, je vrouw en kinderen, Maar voor Winkel ook gewis. Burgemeester en Notaris, Wethouders en burgerij, Ontvanger, boeren secretaris. Iedereen is even blij, Dat het lot het zoo beschikte. Dat jij vijf én twintig jaar Hun belangen mocht behart'gen. En daarom, doe het nog maar Jaren met denzelfden humor, Met beleid en trouw en moed. Dat Hij le ve Winkels bode, Dag van Dijk, het ga je goed. 1UOOIENMOORDENAARI De directeur en eigenaar van een vlooientheater in Biunin had een sasslstent. D'eze asflfiteitent wais, óm. zoo te zeggen tooneelopzichter en oppasser van de menagerie1. D'e geheele onderneming was aan zijn speciale zorg toevertrouwd, al leen de beide st eir-v 1 o oiiie n. behield dee direc teur zich voor zelf te, verzorgen in het bijzon der wat betreft de voedering. Gedresseerde vlooien worden geenszins gevoed met suiker en hooi gelijk, gedresseerde olifanten. Hun voedsel is goedkooper maargeeft meer be zwaren. Eiken morgen nam de directeur zijn lievelingen uit hun verblijf, zette hen op zijn ontlhlooten arm, 'liet ze zich hun buikje vol zuigen en sloot ze dan weer behoedzaam in hun glazen paleis op. Hij voedde ze dus in den waren zin van het woord met zijn eigen bloed. Op zekeren dag moest hij plotseling op reis, zoodat hij noodgedwongen dien mor gen de voedering der beide sterren aan zijn assistent moest overlaten, doch niet alvorens hij hem op het hart gedrukt had, de grootste voorzichtigheid te betrachten. De assistent deed, zooals zijn cihef hem iederen morgen had laten zien, hij ontblootte zijn arm, liet de bei de sterren drinkenmaar toen gebeurde het. De morgendronk scheen hun niet erg goed te smaken, en met een onverwachte sprong wa ren ze plotseling „van tafel" verdwenen. In de grootste vertwijfeling zocht de assistent elk hoekje van het vertrek af, doch alles tever- geefach, totdat plotseling onmiskenbare steken in zijn bovenbeen hem verrieden, dat de vluch telingen zich in zijn onmiddellijke nabijheid ophielden en klaarblijkelijk een betere gelegen heid hadden gevonden om hun dorst te les- schen. Heel voorzichtig tastte de assistent in de richting, waar de beide fijnproevers zich be vonden, maar alvorens hij ze bereikt had, sta- Jfen ze hem voor de laatste maal zóó venijng, dat hij daarop onwillekeurig met een hef tige kre hts beweging moest reageeren. ti'gekraiohtgbewaging moeist reageeren. gevoelig, ook wanner zij zelfs vlooien zijn. Aan ®®n liefderijke behandeling gewoon, schrokken zij zoo hevig, dat zij vergaten van de bedreigde Plek weg te springen, en door den moorden den vinger van den assistent getroffen, het tijdelijke zegenden. Is het noodig de ontzetting ven den terugkeerenden directeur nog te schei- wn? Vóór alles m'oest de avondvoorstelling «orden afgelost, daar voor de op zoo noodlot tig® wijze omgekomenen niet spoedig genoeg R> Februari 1028. De Oxford Dictionary is voltooid. Het eerste ge deelte er van verscheen in 1884. Op den l&den April a.s. zal het laatste gedeelte, van Wise-Wijzen, door de drukkerij worden afgeleverd. Vier en veertig jaar schijnt een lange tijd tus schen het verschijnen van een eerste en laatste deel van een werk. Van een woordenboek zeker niet in de laatste plaats. Hoeveel woorden zijn er Dlet bij gekomen in dit tijdsverloop. Woorden ook met let ters van bet begin van het alphabet. Een groot werk als de Oxford Dictionary behoort toch zeker te vermelden wat een aeroplane is. En sprak men in 1884 al over appendicitis? De makers zijn zich hiervan natuurlijk volkomen bewust en een groot supplement is dan ook al in bewerking, waarin alle jongelui van 44 en minder een onderdak zullen vinden, Voor de koopers van het volledig Woordenboek maakt dit geen ver schil in prijs: zij krijgen allen het supplement, zoo dra het gereed is, kosteloos toegezonden. Maar het volledige werk kost dan ook dn de goedkoopste uit gave 50 guineas, d.i. zes honderd dertig gulden. Er is ook nog een uitgave, die drie en zestig gulden meer kost, dus om en de bij zeven honderd. Een supplement, zelfs een dat over 44 jaar gaat, kan daarvoor,schijnt het, nog wel op den koop toe wor den gegeven. De vraag rijst, of het Woordenboek, omdat er een supplement op noodig is op het oogenblik, dat het volledig verschijnt, eigenlijk al niet verouderd is. Maar dit is volstrekt niet het geval. Want de Ox ford English Dictionary is niet een woordenboek, dat het Engelsch geeft van onzen tijd, of van den tijd van onze jeugd, het is een woordenboek van het Engelsch van alle tijden: dat van Chaucer, van 1400, zoowel als dat van Shakespeare en de Bijbelverta ling van 1600, van S.cott, van 1800 en Meredith, van 1880. Het supplement is dus slechts een natuurlijke uitbreiding,, die er heit Eng episch van Galsworthy, van Wells, van S'haw, aan toevoegt. Een woorden boek als dit, dat pp deze historische wijze is opge bouwd, veroudert nooit. Het behoeft slechts op ge zette tijden, misschien elke vijf en twintig of dertig jaren, een uitbreiding. Thans, nu het manuscript van het laatste nog te verschijnen gedeelte: Wise-Wijzen, uit de handen van de bewerkers in die van de zetters, drukkers en binders is overgegaan, kan ook voor de eerste maal worden meegedeeld, hoeveel woorden de Dic tionary bevat. Het is een zeer respectabel getal. Voor een beginneling in de Engelsche taal wel iets afschrikwekkends. Als ik mij goed herinner ik heb op het oogen blik geen gelegenheid om, het na te slaan ge bruikte Shakespeare in al zijn werken 15.000 ver schillende woorden, Milton ongeveer de helft daar van. Een zeer onontwikkeld men&ch, iemand, die bijvoorbeeld nooit, of zoo goed als niet school heeft gegaan, heeft de beschikking over 500 verschillende woorden. Dit zijn getallen, die een beginneling moed ge ven. Hij ziet wel kans, niet waar, om in korten tijd zeg een week of veertien dagen, zich op de hoogte te plaatsen van een dergelijk, zeer onontwikkeld Engelschman. De 7000 woorden van Milton de 15000 van Shakespeare vormen eeen Ideaal, dat heel wat verder af ligt, maar toch onbereikbaar schijnt. Helaas, Shakesepare blijkt een ware analphabeet geweest te zijn, als wij zijn 'beperkte woordenschat (de grootste, die ooit een Engelsch schrijver heeft bereikt) vergelijken met den zondvloed van woor den in de Oxford Dictionary. Laat ik het nu maar meteen zeggen. Welaan dan: 414.825 De laatste 14.825 vormen juist ongeveer Shakespeare's voor raad..Er schieten dan nog juist 400.000 over Houdt u van definitie®? De Oxford Dictionary be vat er ongeveer 500.000 Niemand heeft zeker een oogenblik gedacht, dat dit Woordenboek één deel vormt? Zes honderd gul den voor één boek, hoe dik het dan ook zou zijn? Het izou tien dikke deelen, of, zooals men die verkiest twintig in een beetje handelbaarder forsnaat. Hoe zouden ook anders 1.827.306 aanhalingen uit dui zenden schrijvers ondergebracht hebben kunnen wor den? .Eil'ke bladzijde van de tien- deelen is verdeeld 'in drie kolommen, die gemiddeld 112 regels bevatten en ongeveer zes c.M. breed zijn. In totaal krijgen we op die manier 46.464 kolommen, die, als ze achter elkaar geplaatst zouden zijn, een afstand van on geveer 14& K.M. zouden beslaan. Bijna den afstand van Amsterdam-Haarlem. Het eerste woord bij de Haarlemmerpoort fn Amsterdam, het laatste bijna bij de Amsterdamsche Poort in Haarlem, 't Stemt alle gebruikers tot dankbaarheid, dat het boek niet op d i e manier is uitgegeven. Wil men nog enkele getallen? Johnson's beroemde Dictionary, van 1760, bevatte van TiZ 4888 woor- en. De Oxford Dictionary heeft van diezelfde let ters er 61056. Van de 414.825 woorden, die ik straks noemde, zijn 240.165 hoofdwoorden, stamwoorden, geen aflèi- dingen of samenstellingen. Van deze toch nog zeer imposante groep zijn 177.970 woorden op dit oogen blik in gebruik, 52.464 zijn verouderd, 9.731 zijn vreemde woorden. S is de langste letter, met niet minder dan 57.428 woorden. P komt daarna met .37.689, C op de derde plaats met 29.295. X, Y en Z tezamen hebben slechts 4.746 woorden. Niemand zal verwachten, dat de Oxford Dictio nary een komisch werk is. Toch, voor wie gelegen heid heeft ^aar op te merken, ontbreekt de komi sche zijde niet geheel In 1897 werd het groote werk opgedragen aan Hare Majesteit Koningin Victoria Aan deze opdracht was toegevoegd een regel uit Shakespeare: ,,'t Is een uitstekend stuk werk, Mevrouw; ik wou, dat het klaar was." z z z z z z Ook uit de verschillende aanhalingen is nog wel wat op te diepen. Zoo is uit Anson's Voyage round f.be World deze zin opgenomen: „Men rekent, dat dit werk geëindigd zal zijn in omstreeks vijftig ja ren". Uit de Fabels van Gay: ,,'t Is als een rollende rivier. Die murmelend vloeit, en vloeit voor eeuwig." Uit J. Brown's Horae Subsecivae: ,,'t Zijn gekke lui, die woordenboekschrijvers." En zoo zijn er nog vele andere. Is het Woordenboek werkelijk duur, is een vraag, die we nog even moeten beantwoorden. De meesten van ons vinden zeshonderd gulden, voor een woor denboek in elk geval, een geweldige som. Maar het heeft drie millioen zeshonderd duizend gulden ge- kosta om het voort te brengen. Wanneer we dit in aanmerking nemen, schijnt de prijs ver va» over dreven. Trouwens evenmin op de volgende wijze. Elke pagina van de Dictionary komt den kooper op 4 cent te staan. Voor die 4 centen krijgt hij 3000 woor den. Banden enz. verder geheel gratis. Eén c.ent per 750 woo:rden druk is toch geen ovérdreven prijs! Het ongeluk is alleen maar, dat het bo3k naar schatting ongeveer 50 millioen woorden telt. Wie 750 op 50 millioen deelt, krijgt, als ik mij niet vergis 66666. Zooveel centen is werkelijk ongeveer de prijs van de Dictionary. 't Is goedkoop, maar we zullen met de aanschaffing toch nog maar even wachten. EEN ROMANTISCHE FIGUUR UIT HET BERUCHTE ROOVERSGELDE VAN SARDINIë. In een kort bericht. In een onzer nummers van de vorige week opgenomen, werd melding gemaakt van den dood van Samuele Stocchino, een gevaarlijke bandiet, de schrik van Nuoro, het wildste gewest van Sardinië. Door het neerleggen van dit meest beruchte lid van het Italiaansche rooversgilde, door de karabinieri is nu vrij wel met dezen afgerekend en is thans ook de veilig heid op het Italiaansche platteland min of meer ver zekerd. Over Stocchino, een Sardynsch roover van het klassieke type, vertelt een speciale corr. van de „Cor- riera della Sera" het volgende: Zijn vader was tot 20 jaar dwangarbeid veroordeeld en zoo droeg hij als het ware de vendetta ln zijn bloed mee. Elf moorden, door dolksteek of schot, had hij op zijn geweten, een prijs van 200.000 lire was op zijn hoofd gesteld. In den oorlog heeft Stocchino dapper meege vochten. Eens drong hij alleen een vijandelijke loopgraaf binnen. Toen de oorlog echter ten einde was, zette hij de I vendetta voort. Hij kende geen genade. Als hij een man vermoord had, liet hij op het lijk een briefje achter, waarin hij zijn volgend slachtoffer aanwees, dat hij ook altijd wist te bereiken. 39 jaar is Stocchino geworden en acht jaar hebben de karabinlers jacht op hem gemaakt. In de woeste ber gen met hun dichte kreupelhout was de man niet mak kelijk te vinden en zijn helpers waren velen. Ook was Stocchino zeer behoedzaam. Hij droeg rubberschoenen en sliep nooit in een hol of hut, maar altijd ln de open lucht, gewikkeld in zijn mantel. Bij het aanbreken van goede plaatsvervangers waren te krijgen. De directeur was woedend en er vielen booge woorden tusschen hem en den vlooienmoorde- naar. Tenslotte werd het een gerechtszaak, maar waar de rechter een dergelijk probleem nimmer van te voren had op te lossen gehad, weid 'de behandeling verdaagd; oim alsnog, de meening van ter zake kundigen te hooren en van hun uitspraak zal het afhangen, of het ombrengen van de beide vlooien als moord, doodslag in noodweer, dan wel als het veroor zaken van bedrijfsschade gequalificeerd zal i worden. BEWONDERING VOOR AME RIK AAN S C HE MEIS JES, Al ben ik al twee jaar in de Vereenigde Sta ten, vertelt Greta Garbo, een der filmsterren uit Hollywood en Zweedsche van geboorte, ik sta nog altijd verbaasd over de energie van de Yankee-meisjes. Zij kennen zoo veel. Zij mun ten uit in athletiek, tennis, golf en hardloopen. Ze werken, vinden tijd voor sociale bemoeiing en zijn goede huisvrouwen. Veel van haar heb ben een huishouden en een beroep tegelijk. Ik weet niet 'hoe ze het voor elkaar krijgen. Misschien zal dk mettertijd wat van ihaar eener- gie opdoen en leeren met m'n werk voor de fjlm door te gaan en nog getrouwd te zijn ook. Maar nu nog niet, Voorloopig kan ik alleen maar werken tenminste, ik geloof dat m'n werk er des te beter om zal zijm, als ik verder zoo weinig mogelijk dingen heben, die me in beslag nemen. De Yankees haasten zich in hun zaken en genoegens alsof zij geen minuut te verliezen hebben. Dat moest ik misschien ook doen. Het lijkt me het geheim te zijn van deze meisjes, voor wie ik zoo'n bewondering heb. Zij doen wonderen, omdat zij nooit maar een oogenblik van hun tijd) vespillen. Ik ben zoo langzamerhand al een heelen tijd in dit land en het is mogelijk dat ik hier de rest van m'n leven blijf. Dat beteekent, dat een groot deel van m'n tijd besteed moet worden aan de bestudeering ven het Amerlkaansche meis je", omdat als ik hier altijd zal zijn, ik een van hen wil zijn. Ik denk mettertijd in staat te zijn een groot tooneelspeelster en een goede huisvrouw, te zijn, maar nog niet. AH de meis jes van overzee, die ik hier ontmoet, denken er zoo over. HJet kost ons een heelen tijd de ge woonte van een nieuw land aan te leeren en vooral als je eenmaal beroemd bent. Als ik een of ander onbekend werkend meisje was, ergens onvindbaar in een uithoek van een stad, denk ik dat het anders zou zijn. Maar in plaats daarvan sta ik midden in de dingen, met dozij nen interviews iederen dag, honderden brie ven, die beantwoord moeten worden en nog een heeleboel meer. Ik zou er alles voor willen geven zoolang van een ma&sa van die klei nigheden bevrijd te zijn tot ik bij, zinnen kon komen en alles rustig en kritisch bekijken. GALANT EN MODERN. Een Fransch sportsman had onlangs zijn motorrijwiel met zijspan in een zijstraat laten staan. Toen hij terugkwam was zijn voertuig verdwenen. Hij gaf den dief stal natuurlijk dadelijk aan de politie op, maar toen hij van het politiebureau, na uitvoerige inlichtingen te hebben verstrekt, weer langs de plaats, waar zijn motor gestaan had, kwam, stond deze daar weer onbeschadigd, met het volgende briefje aan 'het stuur: Mijnheer! Om zeer 'dringende redenen, en omdat op velden en wegen ge'en auto te zien was, ben ik zoo vrij geweest, uw motor oven te leenen. Ik geef hem u hierbij in dank terug en hoop, dat u als gentleman waarvoor ik u houd, de vrijheid, die ik genomen heb, zult wil len vergeven. Een vrouw uit de hoogste krip gen en haar geluk stonden op het spel en ik ben er zeker van, dat deze gewichtige redenon door U geëerbiedigd zullen worden. EEN IDEALE VERDEDIGER. en dan, mijne heeren, bedenkt ook dat mijn cliënt stokdoof is en daarom moeilijk de stem van zijn gewe ten kon hooren". DE ARM MET DEN „KROMMEN ELLEBOOG". De glazenwasscher G. v. H. zeemde ijverig de ramen van een huls aan den Beukelsweg te Rotterdam, toen zijn oog getroffen werd door twee biljetjes van tien gulden, die aan den an deren kant van het glas op tafel lagen. De wrijvende arm kwam in rust, de zeem verdween in 'het leeren achterzakje en na even bedachtzaam rondgekeken te hebben, verdween de glazenwasscher naar binnen. Toen hij er uit kwam, knelde zijn hand weer den zeemlap, maar in het leeren taschje zaten veilig opgeborgen de twee bankbiljetten van tien gulden. Niet lang bleven ze daar want mevrouw S. de bewoonster van het huis, die eenlgen tijd te vergeefs naar het geld had gezocht, vatte al gauw argwaan op tegen den al te bedrij- vigen glazenpoetser, die spoedig daarna door eenrobuston politieagent gesommerd werd van zijn verheven staanplaats af te dalen. ,De bankbiljetten werden uit het meergenoemr de za/kje gehaald, de zeeim' ging er in en de man werd in verzekerde bewaring gesteld. De gelegenheid was in dit geval ook wel een beetje al te verleidelijk, voegt de „M&b", whar- in we het bovenstaande lazen, er aan toe. HOE SPANNEND. Van de volgende geschiede nis wordt verteld, dat zij waar gebeurd is. Een don dag klom MJ op een heuveltop en zocht met rijn kijker de bergpaden af. Niemand mocht hem onverwacht naderen en wie hem voedsel brachten, moesten er eerst zelf van eten om te toonen, dat het niet vergiftigd was. Behalve de schaapherders ln de bergen hielpen hem do leden van zijn zeer uitgebreide familie, en eigenlijk ledereen, daar hij zeer gevreesd was. Natuurlijk waren er onder de laatste categorie ook de noodige verraders, maar Stocchino wist steeds te ontkomen. Drie keer, bij een bezoek aan een stad of dorp, ls hij omsingeld ge weest, telkens ontsnapte hij, eens gekleed als vrouw, met een waterkruik op het hoofd, een andere keer als mon nik. Toch is hij door verraad gevallen. Een jongmensch, dat zich als roover voordeed, en zich in de bergen terug trok, wist zijn vertrouwen te wekken. Toen hij zijn ge woonten kende, waarschuwde de jonge man de karabi- niers, die den roover uit een hinderlaag neerschoten. Toen het doodelijk schot hem trof, borg Stocchino het hoofd in zijn mantel. Onder een boom zakte hij in el kaar. Zijn lijk bleef liggen. De familieleden van zijn slachtoffers, die tot elf verschillende gezinnen behoor den, trokken, in het zwart gekleed, langs zijn lijk. Bij het voorbijgaan raakten zij zijn linkervoet aan, daar het volksgeloof wil, dat men zoo het noodlot, dat over een familie gespreid is, breekt. Ook nam men stukken van zijn kleeren mee als amulet. Ten slotte bracht de be volking van Nuoro een zoenoffer, door zout en gedroog de olijven te strooien op den drempel van het „vervloek te" huis, waarin Stocchino was geboren. De gevolgen van het onschadelijk maken van den ge- duchten bandiet laten zich, reeds gevoelen. Er hebben zich reeds eenige andere .roovers overgegeven, die klaar blijkelijk aldus redeneeren: „Als Stocchino, die over de meeste stille helpers beschikte van ons allemaal, toch gevallen is, hoe zouden wij, die zooveel minder schrik inboezemen ons dan in het bosch kunnen handha ven?" Deze onderwerpingen zijn ook te danken aan de overredingskracht van de karabinlers, die er bij de ver wanten en vrienden van de roovers op aandringen, dat zij dezen zullen bewegen zich over te geven, omdat zij in dat geval op een 'welwillende bejegening van de ju stitie kunnen rekenen, terwijl zij, als zij zich verborgen, blijven houden, slechts nieuwe misdaden op de oude sta pelen. De toehoorders plegen te zeggen, dat zij nimmer kans zien met d'e rovers ln contact te komen om de wij ze woorden van de politie over te brengen, maar toch bereikt de boodschap zijn doel én laat de verborgene zich overhalen te voorschijn te komen. Men vangt ook op Sardinië meer vliegen (wespen zou men beter kunnen zeggen in dit geval) met honing dan met azijn. In- tusschen zijn er altijd nog wel roovers, die zich verbor gen houden en ook-wel helpers, maar die zijn toch vrij wel beperkt tot hen, die inderdaad levensgevaar loopen als zij den bandiet geen voedsel, onderdak en inlichtin gen verschaffen. Hoezeer de toestanden onder de be volking de laatste jaren verbeterd zijn, is al gebleken, bij de vervolging van Stocchino, waaraan, behalve kara blniers, en militle-afdeelingen, ook een honderdtal bur gers als vrijwilligers heeft 'deelgenomen. En dat terwijl deze lieden wisten, d^t Stocchino, hun namen wel zou te weten komen en dat zij dan op een schot verdacht konden zijn. De bevolking is blij van den ouden schrik bevrijd te worden. Het bendewezen werd niet door Stocchino toegepast. Dit bestond echter reeds bij overlevering Vooral de beide Succu's waarvan er een een paar jaar geleden gevallen ls bij een botsing, de andere thans in het gevang zit, waren berucht. Zij bemoeiden zich vooral met de verkie zingen en stelden dén doodstraf op overtreding van hun geboden. Zij waren de laatste bandieten, wier handelin gen gegrond waren op een famllleveete en wel die tua- schen de Corraine, waairtoe zij behoorden, en de Cossu. Meer dan tien dooden liet elk van de partijen in den strijd van jaren. Na hen kwamen Stocchino en Puggio- ni, die alleen opereerden. Hun uitgangspunt was dief stal, roof hun middel van bestaan; daarbij kwamen dan de moorden, ter zelfverdediging of uit wraak op spion nen gepleegd. Tot de roovers, die de bosschen thans nog onveilig maken behooren Santino Succu, een beruchte paarden dief, die vijf moorden op zijn geweten heeft, de gebroe ders Chèssa uit Bittl, die haast iederen dag met de ka rabinlers in botsing komen, en Ralmondo Atzei, die de linkerhand mist, maar bij het schieten zijn geweer steunt op de stomp van zijn arm. Niet alle roovers uit de beruchte streek komen daar ook vandaan. De dichte bosschen bieden echter zoo'n goede schuilplaats, dat de meeste bandieten zich daar komen verbergen. Het kan nog lang duren eer het ban ditisme hier geheel is uitgeroeid. De eenzame operee- rende roovers zijn moeilijk te pakken, ook al omdat zij uitstekende ruiters en loopers zijn en zich dus snel en gemakkelijk kunnen verplaatsen, terwijl de takken van de boomen hun vaak 's nachts een schuilplaats bieden. Op de beruchtsten blijft men echter jacht maken. van -de matronen uit de „high life" in New- York staat er voor bekend, dat zij van alle nieuwe verschijningen op litterair gebied di rect op de hoogte is en ze 'doorwerkt. Zij schijnt het nu eenmaal te beschouwen als iets, dat on afscheidelijk verbonden behoord te zijn aan den naam van iemand uit de 'hoogst ekiingen. On langs trof haar een kennis aan ln het theater. „Wat leest U tegenwoordig, beste mevrouw?", informèerde 'deze met groote belangstelling. „Emil Ludwigs Napoleon", luidde het trotsche antwoord. „Ach, hoe interessant! Hoe be valt U het boek?" „Het is schitterend. Ik ben gewoonweg verrukt!" „Bent U reeds ge komen aan het hoofdstuk, waar de keizer zich van Josephine laat scheiden?" „Scheiden? O! Neen, neen. Maarals ik U bidden mag! Verraad mij niet, hoe de; geschiedenis eindigt. Neen, welk een schitterend boek, nietwaar?" Hoe spannend! EEN ROMANTISCHE INBRAAK. Dezer dagen bi achten twee inbreker© een bezoek aan een New-Yoriksdhe flat en beroofden een viertal daimes. Een' van haar sliepi gedurende de „krijg®- verrichtingen" van het tweetal rustig door, een ander verweerde zich met 'het scherpste wapen, de vrouwentong, terwijl' de derde deed alsof zijl ©liep. Doch de vierde wals een krani ge vrouw en deed een poging omi de inbrekers tot een beter leven oip te wekken. Eén van ben was beleefd en spraakzaam, de ander was norach eni zweeg. De eerste inbreker, een knappe jonge man. met zwarte lokken, izette een boomi op met miss WTpple en legde haar de misdadigers*llosof ie uit als antwoord op' haar pleidooi, dat ihiji «dit slechte leven op moest geven. „Hebt ui een moeder?" Vroeg de Jongedame. „Neen," zei die Inbreker, ,ik ben een wees" „Waarom zoekt ui artmJe huizen uit? Wij1 zijn allemaal arm',, viroeg (miss Wlhipple weer. „Wiji maken allemaal fouten", antwoordde de inbreker wljsgeerlg, „maar we meenen het zoo kwaad niet." „Ik heb imaar vijif dollar". „Al® ui niet meer dan vijf dollar hebt, zal ik ze u teruggeven." „Waarom kiest u geen eerlijk vak?" hield, zij vol. „U kent de aibeidsvoorwaandeni niet," wais het ernstige antiwoord van den jongen man, „zij zijn verschrikkelijk." Gp dit oogenblik kwam zijn collega terug van zijtn bezoek aan de volgende kamer, waar hij wat juweelen had gevonden, De vriendelijke inbreker legde toen zijtn beleefde makker af, stapte het raam uit met de woorden: „Ik heb hier een prettig gesprek gehad, maar als je binnen vijf minuten een kik geeft, schiet ik Je morsdood" De twee inbrekers zijn nog steed® niet gepakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5