Courant
paai
lis
nvee
ime
Ar
a
BRIEVEN OVER ENGELAND.
Tutti Frutti.
Tweede Blad.
Aan JAN VAN DIJK te Winkel.
Gemengd Nieuws.
Het einde van Stocchino.
le pij
de 'hefT
ten OL
AN D f
Donderdag 1 Maart 1928.
71ste Jaargang. No. 8213.
wagent
rvan
ruiktw
roote pi
iwaater
mttj
-zeilen
en gro
karlu!
een ati
ten
eek,
rt 192|
iur,
KNAAP
rzoeke
"S aanè
en I
van
hebben
itvoetn
vagen i
euw) 1
driewie;
ponder,
gen. aai
appen,
ndhekii
kroos*
waan
leen
erder
geboden
ustenk
iart '2
zullen
ïrhuur
Gemeend
eten
Gemeei
en gelej
<\BT
;ctie'l
D (N.N-)
wiel
garand I
Ijm^l
Als je vijf en twintig jaren
Winkel's bode bent geweest
En een oude Boschbewoonster
Dat dan In „de Schager" leest,
Zou het dan zoo'n wonder wezen.
Dat je ook iets van haar hoort.
Want je weet, ze had toch altijd
't Hoogste en 't laatste woord.
'k Zag je alle dagen wand'len
Van je woning naar den brug,
En als dan het Raadhuis schoon was,
't Zelfde paadje weer terug.
En om klokslag negen uren
Kwam je, netjes opgeknapt,
Je was dan in je dienstpak,
't Postkantoor binnengestapt
Na een vriende'lijk goeden morgen,
Zette je je klok gelijk,
Vroeg dan met een air van diender
„Post voor Koomen en van Dijk"
Dan ging je de post gauw brengen
Naar de Burgemeesters vrouw, i
En vertelde haar de nieuwtjes
Van de vreugde en de rouw,
Die ons dorpje had getroffen.
't Was altijd een prachtverslag,
En dan verder op je sloffen
Verdeelde je den ganachen dag
Tusschen 't Raadhuis en de straten
Van ons mooie polderland.
Bleef, bij jonkheid graag wat praten
Maar was ook steeds bij de hand.
Als de raad der vroede vaderen
Besliste over Winkels lot..
Of als op een muziekavond'
Enk'le jongens maakten mot
En dan om niet te vergeten
Als er eens verkooplng was,
Ieders keel zou zijn versleten,
Maar jij maakte, ja 't is kras,
Voor de meeste, oude dingen,
Nog een prijsje, wonderbaar.
En al stonden ze'ook te springen.
Jij speeld 't toch altijd klaar,
Dat een leder wat moest koopen.
Eer men er op was bedacht
Ging men met een koopje loopen,
Dat jij hen had toegedacht.
Dan was je nog Sub-ontvanger,
Op de markt was je present
Bode van den Oosterpolder,
Och ik kom niet aan een end.
En 't heele Schager nieuwsblad,
Was zoowaar niet groot genoeg,
Als 'k voor al wat ik wil zeggen
Vriend'lijk om een plaatsje vroeg.
Geloof maar, dat de Burgervader,
Die helaas is heengegaan,
Je ook kostelijk waardeerde,
Daar kun je beslist op aan.
Ik wil -dit nog even zeggen,
Dat 't vandaag een feestdag is
Voor jezelf, je vrouw en kinderen,
Maar voor Winkel ook gewis.
Burgemeester en Notaris,
Wethouders en burgerij,
Ontvanger, boeren secretaris.
Iedereen is even blij,
Dat het lot het zoo beschikte.
Dat jij vijf én twintig jaar
Hun belangen mocht behart'gen.
En daarom, doe het nog maar
Jaren met denzelfden humor,
Met beleid en trouw en moed.
Dat Hij le ve Winkels bode,
Dag van Dijk, het ga je goed.
1UOOIENMOORDENAARI De directeur en
eigenaar van een vlooientheater in
Biunin had een sasslstent. D'eze asflfiteitent wais,
óm. zoo te zeggen tooneelopzichter en oppasser
van de menagerie1. D'e geheele onderneming
was aan zijn speciale zorg toevertrouwd, al
leen de beide st eir-v 1 o oiiie n. behield dee direc
teur zich voor zelf te, verzorgen in het bijzon
der wat betreft de voedering. Gedresseerde
vlooien worden geenszins gevoed met suiker
en hooi gelijk, gedresseerde olifanten. Hun
voedsel is goedkooper maargeeft meer be
zwaren. Eiken morgen nam de directeur zijn
lievelingen uit hun verblijf, zette hen op zijn
ontlhlooten arm, 'liet ze zich hun buikje vol
zuigen en sloot ze dan weer behoedzaam in
hun glazen paleis op. Hij voedde ze dus in den
waren zin van het woord met zijn eigen
bloed. Op zekeren dag moest hij plotseling
op reis, zoodat hij noodgedwongen dien mor
gen de voedering der beide sterren aan zijn
assistent moest overlaten, doch niet alvorens
hij hem op het hart gedrukt had, de grootste
voorzichtigheid te betrachten. De assistent
deed, zooals zijn cihef hem iederen morgen had
laten zien, hij ontblootte zijn arm, liet de bei
de sterren drinkenmaar toen gebeurde het.
De morgendronk scheen hun niet erg goed te
smaken, en met een onverwachte sprong wa
ren ze plotseling „van tafel" verdwenen. In de
grootste vertwijfeling zocht de assistent elk
hoekje van het vertrek af, doch alles tever-
geefach, totdat plotseling onmiskenbare steken
in zijn bovenbeen hem verrieden, dat de vluch
telingen zich in zijn onmiddellijke nabijheid
ophielden en klaarblijkelijk een betere gelegen
heid hadden gevonden om hun dorst te les-
schen. Heel voorzichtig tastte de assistent in
de richting, waar de beide fijnproevers zich be
vonden, maar alvorens hij ze bereikt had, sta-
Jfen ze hem voor de laatste maal zóó venijng,
dat hij daarop onwillekeurig met een hef
tige kre hts beweging moest reageeren.
ti'gekraiohtgbewaging moeist reageeren.
gevoelig, ook wanner zij zelfs vlooien zijn. Aan
®®n liefderijke behandeling gewoon, schrokken
zij zoo hevig, dat zij vergaten van de bedreigde
Plek weg te springen, en door den moorden
den vinger van den assistent getroffen, het
tijdelijke zegenden. Is het noodig de ontzetting
ven den terugkeerenden directeur nog te schei-
wn? Vóór alles m'oest de avondvoorstelling
«orden afgelost, daar voor de op zoo noodlot
tig® wijze omgekomenen niet spoedig genoeg
R> Februari 1028.
De Oxford Dictionary is voltooid. Het eerste ge
deelte er van verscheen in 1884. Op den l&den April
a.s. zal het laatste gedeelte, van Wise-Wijzen, door
de drukkerij worden afgeleverd.
Vier en veertig jaar schijnt een lange tijd tus
schen het verschijnen van een eerste en laatste deel
van een werk. Van een woordenboek zeker niet in
de laatste plaats. Hoeveel woorden zijn er Dlet bij
gekomen in dit tijdsverloop. Woorden ook met let
ters van bet begin van het alphabet. Een groot
werk als de Oxford Dictionary behoort toch zeker te
vermelden wat een aeroplane is. En sprak men in
1884 al over appendicitis?
De makers zijn zich hiervan natuurlijk volkomen
bewust en een groot supplement is dan ook al in
bewerking, waarin alle jongelui van 44 en minder
een onderdak zullen vinden, Voor de koopers van
het volledig Woordenboek maakt dit geen ver
schil in prijs: zij krijgen allen het supplement, zoo
dra het gereed is, kosteloos toegezonden. Maar het
volledige werk kost dan ook dn de goedkoopste uit
gave 50 guineas, d.i. zes honderd dertig gulden. Er
is ook nog een uitgave, die drie en zestig gulden
meer kost, dus om en de bij zeven honderd. Een
supplement, zelfs een dat over 44 jaar gaat, kan
daarvoor,schijnt het, nog wel op den koop toe wor
den gegeven.
De vraag rijst, of het Woordenboek, omdat er een
supplement op noodig is op het oogenblik, dat het
volledig verschijnt, eigenlijk al niet verouderd is.
Maar dit is volstrekt niet het geval. Want de Ox
ford English Dictionary is niet een woordenboek,
dat het Engelsch geeft van onzen tijd, of van den
tijd van onze jeugd, het is een woordenboek van het
Engelsch van alle tijden: dat van Chaucer, van 1400,
zoowel als dat van Shakespeare en de Bijbelverta
ling van 1600, van S.cott, van 1800 en Meredith, van
1880. Het supplement is dus slechts een natuurlijke
uitbreiding,, die er heit Eng episch van Galsworthy,
van Wells, van S'haw, aan toevoegt. Een woorden
boek als dit, dat pp deze historische wijze is opge
bouwd, veroudert nooit. Het behoeft slechts op ge
zette tijden, misschien elke vijf en twintig of dertig
jaren, een uitbreiding.
Thans, nu het manuscript van het laatste nog te
verschijnen gedeelte: Wise-Wijzen, uit de handen
van de bewerkers in die van de zetters, drukkers
en binders is overgegaan, kan ook voor de eerste
maal worden meegedeeld, hoeveel woorden de Dic
tionary bevat. Het is een zeer respectabel getal.
Voor een beginneling in de Engelsche taal wel iets
afschrikwekkends.
Als ik mij goed herinner ik heb op het oogen
blik geen gelegenheid om, het na te slaan ge
bruikte Shakespeare in al zijn werken 15.000 ver
schillende woorden, Milton ongeveer de helft daar
van. Een zeer onontwikkeld men&ch, iemand, die
bijvoorbeeld nooit, of zoo goed als niet school heeft
gegaan, heeft de beschikking over 500 verschillende
woorden.
Dit zijn getallen, die een beginneling moed ge
ven. Hij ziet wel kans, niet waar, om in korten tijd
zeg een week of veertien dagen, zich op de hoogte
te plaatsen van een dergelijk, zeer onontwikkeld
Engelschman. De 7000 woorden van Milton de
15000 van Shakespeare vormen eeen Ideaal, dat
heel wat verder af ligt, maar toch onbereikbaar
schijnt.
Helaas, Shakesepare blijkt een ware analphabeet
geweest te zijn, als wij zijn 'beperkte woordenschat
(de grootste, die ooit een Engelsch schrijver heeft
bereikt) vergelijken met den zondvloed van woor
den in de Oxford Dictionary. Laat ik het nu maar
meteen zeggen. Welaan dan: 414.825 De laatste
14.825 vormen juist ongeveer Shakespeare's voor
raad..Er schieten dan nog juist 400.000 over
Houdt u van definitie®? De Oxford Dictionary be
vat er ongeveer 500.000
Niemand heeft zeker een oogenblik gedacht, dat
dit Woordenboek één deel vormt? Zes honderd gul
den voor één boek, hoe dik het dan ook zou zijn?
Het izou tien dikke deelen, of, zooals men die verkiest
twintig in een beetje handelbaarder forsnaat. Hoe
zouden ook anders 1.827.306 aanhalingen uit dui
zenden schrijvers ondergebracht hebben kunnen wor
den?
.Eil'ke bladzijde van de tien- deelen is verdeeld 'in
drie kolommen, die gemiddeld 112 regels bevatten
en ongeveer zes c.M. breed zijn. In totaal krijgen we
op die manier 46.464 kolommen, die, als ze achter
elkaar geplaatst zouden zijn, een afstand van on
geveer 14& K.M. zouden beslaan. Bijna den afstand
van Amsterdam-Haarlem. Het eerste woord bij de
Haarlemmerpoort fn Amsterdam, het laatste bijna
bij de Amsterdamsche Poort in Haarlem, 't Stemt
alle gebruikers tot dankbaarheid, dat het boek niet
op d i e manier is uitgegeven.
Wil men nog enkele getallen? Johnson's beroemde
Dictionary, van 1760, bevatte van TiZ 4888 woor-
en. De Oxford Dictionary heeft van diezelfde let
ters er 61056.
Van de 414.825 woorden, die ik straks noemde,
zijn 240.165 hoofdwoorden, stamwoorden, geen aflèi-
dingen of samenstellingen. Van deze toch nog zeer
imposante groep zijn 177.970 woorden op dit oogen
blik in gebruik, 52.464 zijn verouderd, 9.731 zijn
vreemde woorden.
S is de langste letter, met niet minder dan 57.428
woorden. P komt daarna met .37.689, C op de derde
plaats met 29.295. X, Y en Z tezamen hebben slechts
4.746 woorden.
Niemand zal verwachten, dat de Oxford Dictio
nary een komisch werk is. Toch, voor wie gelegen
heid heeft ^aar op te merken, ontbreekt de komi
sche zijde niet geheel In 1897 werd het groote werk
opgedragen aan Hare Majesteit Koningin Victoria
Aan deze opdracht was toegevoegd een regel uit
Shakespeare:
,,'t Is een uitstekend stuk werk, Mevrouw; ik
wou, dat het klaar was." z z z z z z
Ook uit de verschillende aanhalingen is nog wel
wat op te diepen. Zoo is uit Anson's Voyage round
f.be World deze zin opgenomen: „Men rekent, dat
dit werk geëindigd zal zijn in omstreeks vijftig ja
ren". Uit de Fabels van Gay:
,,'t Is als een rollende rivier. Die murmelend
vloeit, en vloeit voor eeuwig."
Uit J. Brown's Horae Subsecivae:
,,'t Zijn gekke lui, die woordenboekschrijvers."
En zoo zijn er nog vele andere.
Is het Woordenboek werkelijk duur, is een vraag,
die we nog even moeten beantwoorden. De meesten
van ons vinden zeshonderd gulden, voor een woor
denboek in elk geval, een geweldige som. Maar het
heeft drie millioen zeshonderd duizend gulden ge-
kosta om het voort te brengen. Wanneer we dit in
aanmerking nemen, schijnt de prijs ver va» over
dreven.
Trouwens evenmin op de volgende wijze. Elke
pagina van de Dictionary komt den kooper op 4
cent te staan. Voor die 4 centen krijgt hij 3000 woor
den. Banden enz. verder geheel gratis. Eén c.ent per
750 woo:rden druk is toch geen ovérdreven prijs!
Het ongeluk is alleen maar, dat het bo3k naar
schatting ongeveer 50 millioen woorden telt. Wie
750 op 50 millioen deelt, krijgt, als ik mij niet vergis
66666. Zooveel centen is werkelijk ongeveer de prijs
van de Dictionary. 't Is goedkoop, maar we zullen
met de aanschaffing toch nog maar even wachten.
EEN ROMANTISCHE FIGUUR UIT HET BERUCHTE
ROOVERSGELDE VAN SARDINIë.
In een kort bericht. In een onzer nummers van de
vorige week opgenomen, werd melding gemaakt van den
dood van Samuele Stocchino, een gevaarlijke bandiet,
de schrik van Nuoro, het wildste gewest van Sardinië.
Door het neerleggen van dit meest beruchte lid van het
Italiaansche rooversgilde, door de karabinieri is nu vrij
wel met dezen afgerekend en is thans ook de veilig
heid op het Italiaansche platteland min of meer ver
zekerd. Over Stocchino, een Sardynsch roover van het
klassieke type, vertelt een speciale corr. van de „Cor-
riera della Sera" het volgende:
Zijn vader was tot 20 jaar dwangarbeid veroordeeld
en zoo droeg hij als het ware de vendetta ln zijn bloed
mee. Elf moorden, door dolksteek of schot, had hij op
zijn geweten, een prijs van 200.000 lire was op zijn hoofd
gesteld. In den oorlog heeft Stocchino dapper meege
vochten. Eens drong hij alleen een vijandelijke loopgraaf
binnen. Toen de oorlog echter ten einde was, zette hij de
I vendetta voort. Hij kende geen genade. Als hij een man
vermoord had, liet hij op het lijk een briefje achter,
waarin hij zijn volgend slachtoffer aanwees, dat hij ook
altijd wist te bereiken.
39 jaar is Stocchino geworden en acht jaar hebben de
karabinlers jacht op hem gemaakt. In de woeste ber
gen met hun dichte kreupelhout was de man niet mak
kelijk te vinden en zijn helpers waren velen. Ook was
Stocchino zeer behoedzaam. Hij droeg rubberschoenen
en sliep nooit in een hol of hut, maar altijd ln de open
lucht, gewikkeld in zijn mantel. Bij het aanbreken van
goede plaatsvervangers waren te krijgen. De
directeur was woedend en er vielen booge
woorden tusschen hem en den vlooienmoorde-
naar. Tenslotte werd het een gerechtszaak,
maar waar de rechter een dergelijk probleem
nimmer van te voren had op te lossen gehad,
weid 'de behandeling verdaagd; oim alsnog, de
meening van ter zake kundigen te hooren en
van hun uitspraak zal het afhangen, of het
ombrengen van de beide vlooien als moord,
doodslag in noodweer, dan wel als het veroor
zaken van bedrijfsschade gequalificeerd zal i
worden.
BEWONDERING VOOR AME RIK AAN S C HE MEIS
JES, Al ben ik al twee jaar in de Vereenigde Sta
ten, vertelt Greta Garbo, een der filmsterren
uit Hollywood en Zweedsche van geboorte, ik
sta nog altijd verbaasd over de energie van de
Yankee-meisjes. Zij kennen zoo veel. Zij mun
ten uit in athletiek, tennis, golf en hardloopen.
Ze werken, vinden tijd voor sociale bemoeiing
en zijn goede huisvrouwen. Veel van haar heb
ben een huishouden en een beroep tegelijk.
Ik weet niet 'hoe ze het voor elkaar krijgen.
Misschien zal dk mettertijd wat van ihaar eener-
gie opdoen en leeren met m'n werk voor de
fjlm door te gaan en nog getrouwd te zijn ook.
Maar nu nog niet, Voorloopig kan ik alleen
maar werken tenminste, ik geloof dat m'n
werk er des te beter om zal zijm, als ik verder
zoo weinig mogelijk dingen heben, die me in
beslag nemen. De Yankees haasten zich in
hun zaken en genoegens alsof zij geen minuut
te verliezen hebben. Dat moest ik misschien
ook doen. Het lijkt me het geheim te zijn van
deze meisjes, voor wie ik zoo'n bewondering
heb. Zij doen wonderen, omdat zij nooit maar
een oogenblik van hun tijd) vespillen. Ik ben
zoo langzamerhand al een heelen tijd in dit
land en het is mogelijk dat ik hier de rest van
m'n leven blijf. Dat beteekent, dat een groot
deel van m'n tijd besteed moet worden aan de
bestudeering ven het Amerlkaansche meis
je", omdat als ik hier altijd zal zijn, ik een
van hen wil zijn. Ik denk mettertijd in staat te
zijn een groot tooneelspeelster en een goede
huisvrouw, te zijn, maar nog niet. AH de meis
jes van overzee, die ik hier ontmoet, denken er
zoo over. HJet kost ons een heelen tijd de ge
woonte van een nieuw land aan te leeren en
vooral als je eenmaal beroemd bent. Als ik
een of ander onbekend werkend meisje was,
ergens onvindbaar in een uithoek van een stad,
denk ik dat het anders zou zijn. Maar in plaats
daarvan sta ik midden in de dingen, met dozij
nen interviews iederen dag, honderden brie
ven, die beantwoord moeten worden en nog een
heeleboel meer. Ik zou er alles voor willen
geven zoolang van een ma&sa van die klei
nigheden bevrijd te zijn tot ik bij, zinnen kon
komen en alles rustig en kritisch bekijken.
GALANT EN MODERN. Een Fransch sportsman
had onlangs zijn motorrijwiel met zijspan in
een zijstraat laten staan. Toen hij terugkwam
was zijn voertuig verdwenen. Hij gaf den dief
stal natuurlijk dadelijk aan de politie op, maar
toen hij van het politiebureau, na uitvoerige
inlichtingen te hebben verstrekt, weer langs de
plaats, waar zijn motor gestaan had, kwam,
stond deze daar weer onbeschadigd, met het
volgende briefje aan 'het stuur:
Mijnheer! Om zeer 'dringende redenen, en
omdat op velden en wegen ge'en auto te zien
was, ben ik zoo vrij geweest, uw motor oven te
leenen. Ik geef hem u hierbij in dank terug en
hoop, dat u als gentleman waarvoor ik u
houd, de vrijheid, die ik genomen heb, zult wil
len vergeven. Een vrouw uit de hoogste krip
gen en haar geluk stonden op het spel en ik
ben er zeker van, dat deze gewichtige redenon
door U geëerbiedigd zullen worden.
EEN IDEALE VERDEDIGER. en dan, mijne
heeren, bedenkt ook dat mijn cliënt stokdoof
is en daarom moeilijk de stem van zijn gewe
ten kon hooren".
DE ARM MET DEN „KROMMEN ELLEBOOG".
De glazenwasscher G. v. H. zeemde ijverig de
ramen van een huls aan den Beukelsweg te
Rotterdam, toen zijn oog getroffen werd door
twee biljetjes van tien gulden, die aan den an
deren kant van het glas op tafel lagen.
De wrijvende arm kwam in rust, de zeem
verdween in 'het leeren achterzakje en na even
bedachtzaam rondgekeken te hebben, verdween
de glazenwasscher naar binnen.
Toen hij er uit kwam, knelde zijn hand weer
den zeemlap, maar in het leeren taschje zaten
veilig opgeborgen de twee bankbiljetten van
tien gulden.
Niet lang bleven ze daar want mevrouw S.
de bewoonster van het huis, die eenlgen tijd
te vergeefs naar het geld had gezocht, vatte
al gauw argwaan op tegen den al te bedrij-
vigen glazenpoetser, die spoedig daarna door
eenrobuston politieagent gesommerd werd van
zijn verheven staanplaats af te dalen.
,De bankbiljetten werden uit het meergenoemr
de za/kje gehaald, de zeeim' ging er in en de man
werd in verzekerde bewaring gesteld.
De gelegenheid was in dit geval ook wel een
beetje al te verleidelijk, voegt de „M&b", whar-
in we het bovenstaande lazen, er aan toe.
HOE SPANNEND. Van de volgende geschiede
nis wordt verteld, dat zij waar gebeurd is. Een
don dag klom MJ op een heuveltop en zocht met rijn
kijker de bergpaden af. Niemand mocht hem onverwacht
naderen en wie hem voedsel brachten, moesten er eerst
zelf van eten om te toonen, dat het niet vergiftigd was.
Behalve de schaapherders ln de bergen hielpen hem do
leden van zijn zeer uitgebreide familie, en eigenlijk
ledereen, daar hij zeer gevreesd was. Natuurlijk waren
er onder de laatste categorie ook de noodige verraders,
maar Stocchino wist steeds te ontkomen. Drie keer, bij
een bezoek aan een stad of dorp, ls hij omsingeld ge
weest, telkens ontsnapte hij, eens gekleed als vrouw, met
een waterkruik op het hoofd, een andere keer als mon
nik.
Toch is hij door verraad gevallen. Een jongmensch,
dat zich als roover voordeed, en zich in de bergen terug
trok, wist zijn vertrouwen te wekken. Toen hij zijn ge
woonten kende, waarschuwde de jonge man de karabi-
niers, die den roover uit een hinderlaag neerschoten.
Toen het doodelijk schot hem trof, borg Stocchino het
hoofd in zijn mantel. Onder een boom zakte hij in el
kaar. Zijn lijk bleef liggen. De familieleden van zijn
slachtoffers, die tot elf verschillende gezinnen behoor
den, trokken, in het zwart gekleed, langs zijn lijk. Bij
het voorbijgaan raakten zij zijn linkervoet aan, daar het
volksgeloof wil, dat men zoo het noodlot, dat over een
familie gespreid is, breekt. Ook nam men stukken van
zijn kleeren mee als amulet. Ten slotte bracht de be
volking van Nuoro een zoenoffer, door zout en gedroog
de olijven te strooien op den drempel van het „vervloek
te" huis, waarin Stocchino was geboren.
De gevolgen van het onschadelijk maken van den ge-
duchten bandiet laten zich, reeds gevoelen. Er hebben
zich reeds eenige andere .roovers overgegeven, die klaar
blijkelijk aldus redeneeren: „Als Stocchino, die over de
meeste stille helpers beschikte van ons allemaal, toch
gevallen is, hoe zouden wij, die zooveel minder schrik
inboezemen ons dan in het bosch kunnen handha
ven?" Deze onderwerpingen zijn ook te danken aan de
overredingskracht van de karabinlers, die er bij de ver
wanten en vrienden van de roovers op aandringen, dat
zij dezen zullen bewegen zich over te geven, omdat zij
in dat geval op een 'welwillende bejegening van de ju
stitie kunnen rekenen, terwijl zij, als zij zich verborgen,
blijven houden, slechts nieuwe misdaden op de oude sta
pelen. De toehoorders plegen te zeggen, dat zij nimmer
kans zien met d'e rovers ln contact te komen om de wij
ze woorden van de politie over te brengen, maar toch
bereikt de boodschap zijn doel én laat de verborgene zich
overhalen te voorschijn te komen. Men vangt ook op
Sardinië meer vliegen (wespen zou men beter kunnen
zeggen in dit geval) met honing dan met azijn. In-
tusschen zijn er altijd nog wel roovers, die zich verbor
gen houden en ook-wel helpers, maar die zijn toch vrij
wel beperkt tot hen, die inderdaad levensgevaar loopen
als zij den bandiet geen voedsel, onderdak en inlichtin
gen verschaffen. Hoezeer de toestanden onder de be
volking de laatste jaren verbeterd zijn, is al gebleken,
bij de vervolging van Stocchino, waaraan, behalve kara
blniers, en militle-afdeelingen, ook een honderdtal bur
gers als vrijwilligers heeft 'deelgenomen. En dat terwijl
deze lieden wisten, d^t Stocchino, hun namen wel zou
te weten komen en dat zij dan op een schot verdacht
konden zijn. De bevolking is blij van den ouden schrik
bevrijd te worden.
Het bendewezen werd niet door Stocchino toegepast.
Dit bestond echter reeds bij overlevering Vooral de beide
Succu's waarvan er een een paar jaar geleden gevallen
ls bij een botsing, de andere thans in het gevang zit,
waren berucht. Zij bemoeiden zich vooral met de verkie
zingen en stelden dén doodstraf op overtreding van hun
geboden. Zij waren de laatste bandieten, wier handelin
gen gegrond waren op een famllleveete en wel die tua-
schen de Corraine, waairtoe zij behoorden, en de Cossu.
Meer dan tien dooden liet elk van de partijen in den
strijd van jaren. Na hen kwamen Stocchino en Puggio-
ni, die alleen opereerden. Hun uitgangspunt was dief
stal, roof hun middel van bestaan; daarbij kwamen dan
de moorden, ter zelfverdediging of uit wraak op spion
nen gepleegd.
Tot de roovers, die de bosschen thans nog onveilig
maken behooren Santino Succu, een beruchte paarden
dief, die vijf moorden op zijn geweten heeft, de gebroe
ders Chèssa uit Bittl, die haast iederen dag met de ka
rabinlers in botsing komen, en Ralmondo Atzei, die de
linkerhand mist, maar bij het schieten zijn geweer
steunt op de stomp van zijn arm.
Niet alle roovers uit de beruchte streek komen daar
ook vandaan. De dichte bosschen bieden echter zoo'n
goede schuilplaats, dat de meeste bandieten zich daar
komen verbergen. Het kan nog lang duren eer het ban
ditisme hier geheel is uitgeroeid. De eenzame operee-
rende roovers zijn moeilijk te pakken, ook al omdat zij
uitstekende ruiters en loopers zijn en zich dus snel en
gemakkelijk kunnen verplaatsen, terwijl de takken van
de boomen hun vaak 's nachts een schuilplaats bieden.
Op de beruchtsten blijft men echter jacht maken.
van -de matronen uit de „high life" in New-
York staat er voor bekend, dat zij van alle
nieuwe verschijningen op litterair gebied di
rect op de hoogte is en ze 'doorwerkt. Zij schijnt
het nu eenmaal te beschouwen als iets, dat on
afscheidelijk verbonden behoord te zijn aan den
naam van iemand uit de 'hoogst ekiingen. On
langs trof haar een kennis aan ln het theater.
„Wat leest U tegenwoordig, beste mevrouw?",
informèerde 'deze met groote belangstelling.
„Emil Ludwigs Napoleon", luidde het trotsche
antwoord. „Ach, hoe interessant! Hoe be
valt U het boek?" „Het is schitterend. Ik
ben gewoonweg verrukt!" „Bent U reeds ge
komen aan het hoofdstuk, waar de keizer zich
van Josephine laat scheiden?" „Scheiden?
O! Neen, neen. Maarals ik U bidden mag!
Verraad mij niet, hoe de; geschiedenis eindigt.
Neen, welk een schitterend boek, nietwaar?"
Hoe spannend!
EEN ROMANTISCHE INBRAAK. Dezer dagen
bi achten twee inbreker© een bezoek aan een
New-Yoriksdhe flat en beroofden een viertal
daimes.
Een' van haar sliepi gedurende de „krijg®-
verrichtingen" van het tweetal rustig door,
een ander verweerde zich met 'het scherpste
wapen, de vrouwentong, terwijl' de derde deed
alsof zijl ©liep. Doch de vierde wals een krani
ge vrouw en deed een poging omi de inbrekers
tot een beter leven oip te wekken. Eén van ben
was beleefd en spraakzaam, de ander was
norach eni zweeg.
De eerste inbreker, een knappe jonge man.
met zwarte lokken, izette een boomi op met miss
WTpple en legde haar de misdadigers*llosof ie
uit als antwoord op' haar pleidooi, dat ihiji «dit
slechte leven op moest geven.
„Hebt ui een moeder?" Vroeg de Jongedame.
„Neen," zei die Inbreker, ,ik ben een wees"
„Waarom zoekt ui artmJe huizen uit? Wij1 zijn
allemaal arm',, viroeg (miss Wlhipple weer.
„Wiji maken allemaal fouten", antwoordde
de inbreker wljsgeerlg, „maar we meenen het
zoo kwaad niet."
„Ik heb imaar vijif dollar".
„Al® ui niet meer dan vijf dollar hebt, zal ik
ze u teruggeven."
„Waarom kiest u geen eerlijk vak?" hield,
zij vol.
„U kent de aibeidsvoorwaandeni niet," wais
het ernstige antiwoord van den jongen man, „zij
zijn verschrikkelijk."
Gp dit oogenblik kwam zijn collega terug van
zijtn bezoek aan de volgende kamer, waar hij
wat juweelen had gevonden, De vriendelijke
inbreker legde toen zijtn beleefde makker af,
stapte het raam uit met de woorden: „Ik heb
hier een prettig gesprek gehad, maar als je
binnen vijf minuten een kik geeft, schiet ik Je
morsdood"
De twee inbrekers zijn nog steed® niet gepakt.