Tutti Frutti.
DE VINGER
VAN DE MUMMIE.
4 *AI
T
DO
10 Maart 1938.
Horace Annesley Nachell vertelt ha zijn aardig Jon
gensboek The Hlll, een verhaal over de beroemde school
le Harrow, hoe de deftige Harrow-jongetjes zich onuit
sprekelijk ergerden over een van hun leeraren, en hem
den minder vleienden bijnaam gaven van Smerigen Dlck
Waarom smerig?
Omdat genoemde leeraar openlijk in de klas verkon
digd had, dat één bad per week goed, twee luxe, en drie
overdreven onzin is.
Drie baden per wek overdreven onzin voor Engelaohen,
die gewoon zijn hun dag met een bad te beginnen, en
er vaak nog eentje bijnemen op een anderen tijd! Het
doet ons, Hollanders, altijd eenlgszlns vreemd aan.
Ik denk aan een ander boek, No Other Tiger, van Ma-
son. Een griezel roman, maar goed geschreven. Als Ko
lonel Strickland (de naam kan ook anders 2ijn; lk heb
het boek niet bij de hand), na een dag afwezigheid van
huls thuis komt. verneemt hy van zijn bediende, dat de
dame, die alles en alles voor hem is. herhaaldelijk heeft
opgebeld, en steeds gejaagder scheen ln haar spreken.
De laatste maal, dat zij opbelde, en vernam, dat de Ko
lonel nog steeds niet thuis was gekomen, had zij de
boodschap afgegeven, dat het nu „te laat" was.
Kolonel Strickland bad meer dan voldoende reden om
te vermoeden, wat dit beteekende. Een tijger dwaalde
door Londen. Geen viervoetige, maar een veel ergere
dan de tijger uit de wildernis. John Strickland kende
zijn wreedheid, en wist, dat hij op Lady Aradne loerde.
Nu was de gevreesde slag gevallen. Zij had hem om
hulp gevraagd, verscheidene malen, en nu was het
te laat.
Maar in een verhaal is iets niet te laat. Het is alleen
maar laat Strickland dacht er dan ook geen oogenblik
aan, om nu den tijger kalm zijn gang te laten gaan, en
de arme Lady Aradne te laten verslinden (of iets veel
ergers), maar hij besloot de vervolging te beginnen.
Hoe? Wel, natuurlijk met een bad! De reet van den
avond en den daarop volgenden nacht bracht hij met
zoeken door. Zonder succes. Maar alle drommels, wat
deed die man ln zijn bad te kruipen, wanneer elke mi
nuut de laatste kon zijn van het leven van de Lady
Arladne? Zindelijkheid Is prachtig, maar rijn het niet de
Engelschen zelf, die ons geleerd hebben: S&fety flrst?
Laten we maar ronduit zeggen, dat Kolonel Strick
land zich aanstelt, wanneer hij in zulke omstandigheden
een bad gaat nemen. Kolonel Strickland? Wel neen, de
schrijver Mason. Geen mensch ter wereld, ook geen En-
gelschman, zou er in den werkelijke hoogst gevaarlijken
toestand, waarin Lady Ariadne verkeerde, aan gedacht
hebben, een bad te nemen, inplaats van met een geladen
browning in de lange, snelle auto te stappen, die tijdens
het bad met onafgezetten motor voor het huis stond te
trillen.
Het is precies dezelfde aanstellerij, als de dgaretten-
aanstekerij, waarvan we tijdens den oorlog dagelijks het
genoegen hadden te lezen. Gewoonlijk liet de uiterst
kalme generaal zich bij het aansteken van de nog kal
mere cigarette door een alle gevaren verachtenden pho-
tograaf kieken. Kolonel Strickland was in dit opzicht
gelukkig, bescheidener.
De leera^ in VachelTs boek The Hlll, die zich blijk
baar maar één maal per week baadde, haalde zich wel
heel begrijpelijk de verachting van de Jeugd op
zijn hals. Vreemde verhalen deden over hem de ronde.
Eenmaal, zoo zelden de jongens, had Smerige Dlck zich
de weelde veroorloofd van een Turksch bad. BIJ zulk
een bad behoort massage, of, zooals de Jongens het uit
drukten, de badman moets den rug van hun leeraar
.Afkrabben", en vond, toen hij daarmee tien minuten
was bezig geweest, een flanelletje, dat Smerige Dlck
met een kreet van blijdschap herkende als een kleedlng-
stuk, dat hij een tiental Jaren kwijt was geweest
Laat ik erbij zeggen dat alleen de jongens van de laag
ste klassen dit verhaal geloofden.
Sinds wanneer zijn de Engelsehen zoo zindelijk? Nog
nl.et zoo heel lang. In het Jaar 1800 was in Londen geen
enkel particulier huis te vinden met een badkamer.
Thans, ln 1928, zijn er nog altijd een behoorlijk aantal
aan te wijzen, die deze nuttige Inrichting nog steeds mis
sen. Korten tijd geleden werd ln de bladen bij het over
lijden van een Engelsch edelman medegedeeld, dat de
hoogadelljke lord nooit een badkamer had bezeten.
De geschiedenis deelt ons ook nog een en ander mee
over de zindelijkheid, of liever over het gemis ervan, bij
de voorvaderen van het tegenwoordige zeven of meer
baden per week nemende Engelsche ras. De bekende
schrijver, Dr. Samuel Johnson, de man van de beroemde
Üictonary, had een geweldigen hekel aan schoon linnen
goed. Van Lady Mary Wortley Montagu, de dochter van
den Hertog van Kingston, de vrouw van den Engelschen
gezant in Turkije, de schrijfster van een verzameling
hoogst belangwekkende brieven, en de weldoenster der
menschheid, door, in 1T18 uit Turkije terugkeerend, de
inëntlng tegen pokken in Engelend bekend te maken,
wordt verteld, dat zij. laten we het maar ronduit zeg
gen, verre van zindelijk op haar lichaam was. Toch kon
Lady Mary zindelijkheid wel waardeeren. Immers, in
•en brtef, dte ntt Rotterdam richtte aan de Goxmtem
of Mar, lezen wij: „Alle straten zijn geplaveid met bree
ds eteenen* en voor de deuren van de allergewoonste
handwerkslieden vindt men banken, die gemaakt zijn
van marmersoorten van verschillende kleuren, en alles
wordt zóó schoon gehouden, dat lk u verzekeren kan,
dat ik gister bijna de geheele stad, Incognito, ben door
gewandeld op mijn pantoffels, zonder dat lk één Bpatje
heb gekregen; en men kan de Hollandsche dienstmels-
'es het plaveidsel van de straten zien wasschen met meer
lijt dan de onze toonen bij het reinigen van onze slaap
kamers.
Terecht zal men zeggen: „Lady Mary was waarschijn
lijk zindelijk op haar huls. misschien zelfs op haar klee-
ren, maar verwaarloosde haar lichaam." Het is een ver-
schijnsel, dat ln Holland maar al te goed bekend is.
Dat Lady Mary zich.van haar gebrek bewust was, kan
i ook blijken uit den volgenden zin uit denzelfden brief
aan de Countes of Mar: „De gewone dienstmeisjes, en
de vrouwen van kleine winkeliertjes hier zijn zindelijker
dan de meeste dames by ons." Zij kan er over oordee-
len.
Zelfs vorstelijke personen waren ln vroegere eeuwen
1 van vuilheid niet vrij te pleiten. Dat de Aartshertogin
Isabella eenige jaren achtereen geen schoon hemd aan-
I trok, herinneren wij ons uit de geschiedenislessen op
de lagere school. Doch dit was een opoffering voor Isa-
j bella, en wij hebben dus geen recht haar van onzinde-
i Ujkheld te beschuldigen, al spreken wij nog steeds van
j een Isabellakleurtje, Maar Koning Jacobus I van Enge-
land had, voorzoover ik weet, geen enkele gelofte afge
legd, en ik geloof, dat zijn hemd gerust met dat van
Isabella kon wedijveren. Dat Saint Simon tot ln bijzon
derheden het toilet beschrijft van Lodewijk 5dV, den
Zonnekoning, en geen woord rept over wasschen, geeft
ook te denken.
Naar het Engelsch.
(Nadruk verboden)
Dit Is een verhaal van een man, die niet geloof
de ln geesten en andere bovennatuurlijke za
ken; hij lachte er eenvoudig om! Als een ander
er van griezelde; hij niet! Maar niemand heeft
hem meer iets dergelijks hooren beweren na het
evenement, dat ln de volgende regelen wordt
geschilderd.
I Arnold Trefusls, had zich uit zijn zaken teruggetrok
ken toen zijn tante hem een aardig fortuin had nagela
ten.
Het was op een stillen zomeravond dat hij met zijn
vrouw in het kleine kamertje zat, dat hij den weidschen
naam van „studeerkamer" had gegeven. Hij was den
geheel en middag uit geweest en moe en knorrig thuis
gekomen.
Ik heb Palmer vanmiddag gesproken, zei hij tus-
schen dikke rookwolken door. Hij is gewoon verrukt
over die nieuwe mummie, die hij verleden week voor het
museum gekregen heeft
Colonel Palmer was de directeur van het museum,
dat de trots van het kleine stadje was.
Een nieuwe mummie? vroeg zijn vrouw. Dat is
de tweede dit Jaar. Wat een gek idee toch dat die li
chamen duizenden jaren bewaard zijn gebleven. Ik vind
het eigenlijk Óen beetje griezelig.
Waarom griezelig? Deze is niet eens zoo erg oud,
maar tweeduizend Jaar. Maar hij heeft een heel Inte
ressante geschiedenis. Zal ik je die eens vertellen?
Goed* als het maar niet zoo heel erg griezelig ls.
Och, welnee. Het ls de mummie van Antef, pries
ter van den heiligen stier Apls, in den tempel van Luxor
ln Egypte. In het eerste jaar van zijn priesterschap, on
geveer zeven-en-twintlg jaar voor Christus geboorte, wai
er een geweldige aardbeving en een van de dingen, die
erg beschadigd werden, was ook het beeld van den stier
Apls, dat aan zijn speciale hoede was toevertrouwd. Hij
moet zich dat erg aangetrokken hebben, de arme kerel.
Maar het was nog niets vergeleken bij wat later ge
beurde. De tempel van Luxor stond vol met allerlei soort
beelden, waaronder ook het beeld van Ramses EC de
Pharao der Verdrukking. Vele jaren later, toen Antef
afwezig was, kwam een groep Christenen ln de tempel,
die met bijlen de beelden en opschriften stuksloegen en
Christelijke symbolen er voor ln de plaats hingen. Toen
Antef terugkwam was hij dol van woede en wraakzucht
en ieder jaar dit ls het interessantste van het ver-
haal doodt hij nog steeds op geheimzinnige wijze een
Christen, man of vrouw, om zijn god tevreden te stel-
len. Nou* wat zeg je van die historie?
Eenvoudig gruwelijk, Arnold! Ik word er dood-z©-
nuwachtlg van dat hij zoo dicht ln de buurt ls.
Ja, daar heb je ook alle reden voor, zei haar man
geruststellend, want ik heb je nog niet eens verteld, dat
hij die grap uithaalt op de verjaardag van de heiligschen
nis en dat is juist vandaag, 21 Juli, zooals de legende
verder meedeelt Misschien komt hij vandaag wet uit
aijn kist om zijn werk te doen. RU Je er niet van, Ma-
bel?
Arnold, ik wou dat Je dat moois maar voor Je ge
houden had; je weet toch dat lk niet tegen zulke dln^
gen kan.
Stel je toch niet aan! Een mummie! Dacht Je mis
schien dat hij ons een visite zou komen brengen? Ik
denk dat ik hem vanavond maar eens ga opzoeken; het
is een mooie avond voor een wandeling.
Wat weet jij ervan, wat den dooden gegeven ls?
protesteerde zijn vrouw. Je hoort vaak genoeg van
die onverklaarbare dingen; er kon best eens waarheid
in zijn!
Schei nou maar uit met Je bijgeloovlg gezanik!
Jammer dat je niet een paar eeuwen eerder geleefd
hebt! Geesten en heksen! goed om kinderen naar bed te
Jagen! Het zou waarachtig goed voor je zijn, als je eens
alleen een heelen nacht met die mummie opgesloten
werd, dan zou je al die onzin wel afleeren. Wie- dood
ls, ls dood en daarmee afgeloopen.
HIJ ging naar de deur, maar zijn vrouw vloog op hem
toe en klemde zich aan zijn arm vast.
Arnold! Arnold! snikte ze, ga niet weg. Je weet
niet wat je me aandoet Ik weet wel dat het kinderachtig
ls, maar Ik kan er niets aan doen, blijf alsjeblieft thuis.
De man probeerde zich los te maken. Mabel, doe
niet zoo tragisch. Je moet dien angst maar eens en voor
altijd afleeren.
Half hullend liep Mrs. Trefusls de kamer uit en liet
haar man ln zijn „studeerkamer" achter. Grommig over
wat hij de achterlijkheid van zijn eega noemde, zette hij
zich weer ln zijn stoel; hij wilde het zichzelf niet beken
nen, maar hij kon na haar wilde uitval het toch niet
van zich verkrijgen om nu zóó maar de deur uit te loo-
pen. Hij stak een groote sigaar aan het half opge
rookte fragment van de vorige had hij ln zijn ergernis
weggesmeten, en terwijl hij daar zoo in zijn gemakkeiy-
ken stoel zat, weggedoken, lieten de gevolgen van de-
lange wandeling in den zomerzonneschijn en de vele
teddy's die hij tot lafenis had genomen, daarna zich
gelden. Zijn oogen sloten zich, hij gleed weg ln de duis
tere afgronden van een zomeravondtukje na een goed
diner.
Terwijl Arnold Trefusls door den geurenden zomer
nacht wandelde, kreeg hij een onweerstaanbare neiging
om die oude mummie eens te gaan opzoeken.
Hij versnelde zijn pas en het duurde niet lang of hij
stond voor het museum. Hij zag tot zijn groote verba
zing dat de deur niet alleen niet op slot was, maar zelfs
Iets aanstond.Zeker een nalatigheid van de oppassers;
daar zou hij morgen eens werk van maken! Hij stapte
naar binnen, In het midden van het gebouw was een hall
waarop verscheidene zalen uitkwamen; in de eerste zaal
aan de rechterhand bevonden zich de mummies.
Wat was het overal stil! Als hij hier heel lang bleef,
zou hij waarachtig ook een unheimisch gevoel krijgen,
moest hij zichzelf bekennen. In het heldere maanlicht
zag hij de kist van de nieuwe mummie", maar toen hij
naderbij kwam, ontdekte hij opeens, dat het omhulsel
ledig was! Het eerste oogenblik was hij verbijsterd en
stond hij met starende oogen in de kist te kijken, terwijl
hij zijn hart tegen zijn lippen voelde kloppen. Toen
wérd hij door een dollen angst aangegrepen. Hij rende,
zooals hij in zijn leven nog nooit gerend had. Hij had
maar één verlangen: om zoover hier vandaan te komen
als hij maar kon!
Hoelang hij voortholde, hij wist het niet; maar opeens
hoorde hij voetstappen en de geur van een goede sigaar
drong in zijn neusgaten en met een Intens opluchting
zag hij de massieve gestalte en het vriendelijke gezicht
van Dr. Hobbs, den goedhartigen reus, den vriend van
ledereen ln het dorp.
De mummie, kerel!. De mummie! hijgde Arnold.
De priester is er vandoor! Hij is er niet meer, versta
Je me niet? Laat me niet ln de steek, dokter! O, God!
Het ls waar, ik bezweer het Je, lk
Maar de kalme senore stem van den dokter viel hem
In de rede.
Mijn beste mah, wat scheelt Je? en hij pakte den
ander bij den arm. Kom vriend, kalmeer eens wat
Je ziet zoo wit als een doek. Kom nou! Kom nou! en
hij klopte hem op den schouder als een kind. Ga daar
op die bank zitten en vertel het me dan eens kalm.
De kalmte, die van den dokter uitging, miste zijn uit
werking niet en toen Arnold Trefusls wat bedaard was,
deed hij zijn verhaal.
Dr. Hobbs had zwijgend toegehoord, terwijl hij zoo nu
en dan zware rookwolken uitblies en knikte. Toen den
ander uitgesproken was, zei hij:
Nu dan zullen wij samen eens gaan kijken of die
mummie werkelijk verdwenen ls.
Hij is er niet, ik weet het zoo zeker als twee maal
twee vier is.
Dat wil ik dan zelf ook wel eens zien. Kom mee.
Toen zij bij het museum kwamen zei de dokter:
Kijk, Trefusls, je hebt de deur opengelaten en er
gaat iemand naar binnen. Een groote, magere vent, daar
by de deur, zie je hem? Nu ls hij erin, wie zou het zijn?
Ik zie niets, je vergist je toch niet met de scha
duw?
Ik zou zeggen van niet, maar mijn oogen zijn niet
meer wat ze waren* maar ik meende vast en zeker dat
fioo*
jW
lk temend zag bvwvgvn. Maar we zuITcn gauw gsg
kunnen weten of het een dief of een oppasser ls.
i Een oogenblik later waren ze ln de mummie-kam*
I Alles was doodstil en zo hielden hun adsm in enj
geluid goed t9 kunnen hooren. De maan scheen n<
der door de smalle glas-ln-lood vensters en tec
licht en schaduw scherp af op de voorwerpen ln
mer. Het waren alle overblijfselen van het oude Egy
een steenen kruik, oude bijlen, sierlijk pottebak]
werk en boven hun hoofd hing een vervaarlijke kre
dil. Een afzichtelijk afgodsbeeld keek hun kwaai'ajj
aan en ten slotte viel hun oog op datgene, waarvoai
gekomen waren. In zijn nis zagen ze de vage omljji
van de sarcophaag, die het omhulsel van Antef qj
bevatten en ze liepen er vlug heen.
Dr. Hobbs was de eerste, die de stilte verbrak.
Zie je nu wel, hier heb je onzen vriend, den ri
ter!
Zonder een woord te zeggen staarden ze naar da
I zeil ge, zwarte gedaante.
De dokter keek met een bewonderenden blik na*
gestalte; naar de prachtig gewelfde borst en de s\
gewrichten van wat eens een krachtig gebouwd i
moest zijn geweest. Zelfs nu, na tweeduizend jaren, Zmm
men nog de aggressleve kin, de viorkante schot
zien. Ja, dat moest oen prachtkerel zijn geweest en
gevaarlijke vijand!
Met de toppen van zijn vingers betastte de dokter
i zlchtig de benedonarm van den priester en plot;
j slaakte hij een kreet van verbazing.
Ze hebben wat met hem uitgehaald! riep hij s4
loos. Kijk, een van zijn vingers is er af!
Hij had gelijk, Trefusls zag dat d? wijsvinger v«
rechterhand er afgetrokken was, tot het tweede Ui
het leek wel alsof een zwarts sigaar middendoor®
ken was.
Wat moet dat beteekenen? hijgde de dokter. ep
middag moet hij nog gaaf geweest zijn .anders hadf^
lonel Palmer er wel wat van gezegd. Wie kan er
zijn geweest?
Ik weet niet, misschien die man, die jij naar
zag gaan.
Heb ik eigenlijk wel iemand gezien? Me dunk!
«ouden we hem wel gehoord hebben.
Wel als het een oppasser was, maar niet als fc<
dief waal
Ze doorzochten het heele museum maar vonden
Ze wandelden naar huis; TrefuBis' geweten bego
knagen dat hy zyn vrouw alleen gelaten had nu h«
laat geworden was.
De dokter gaf hem een kleine uitbrander dat
zenuwachtige vrouw onder zulke omstandigheden,
lang alleen gelaten had. Maar ze zal waarsclJ
heel getroost plano zitten spe|en of ln bed liggen,
hy er geruststellend aan toe.'
Toen ze by Trefusls' huis kwamen, zagen zy
alle kamers en gangen licht brandde.
Waarom heeft ze dat gedaan? zei Trefusls.
schlen was ze zoo bang dat ze overal licht
heeft, het arme kind. Ik vind het toch elgeniyk ?8§jrevraac
van mezelf, dokter. Ze Is natuuriyk nog op; ga me<
sigaartje rooken en een whlskey-and-soda drinken!
nazie,
Toen Trefusls het hekje open maakte, riep hij t toazie,
wekt: r°eg ro
Mabel! Mabel! nazie,
Maar er kwam geen antwoord. Nog eens riep hij 1 ron
naam, maar weer vergeefs. Toen kwam plotsollng penvter
zelfde waanzinnige kngst, die hy ln het museum gei N?e ïP*c
had. Hy duwde den dokter haast opzy en rende bet perwtor
binnen, steeds maar haar naam roepend. ksel VOC
Plotseling klonk een gruweiyke kreet door den r I. Kers,
zomernacht de kreet van een man die met ontz* ge, gen
geslagen wordt. Arnold Trefusls stond ln de hall énjarigc
glazlg-starende oogen doodsbleek en handen die ln Ook Til
zenuwachtigheid om den arm van den dokter grep
Zonder Iets te zeggen trok hy zyn vriend mee vac
zitkamer en toen zag de dokter. J 7
Half hangend ln een stoel, half op den grond, li| Donder
lichaam van een vrouw Trefusls' vrouw; nar hagen.
uiteriyk van de doode zag de dokter onmlddelltjt
zy van schrik gestorven moest zyn! Hy deelde dH
man mee.
Een oogenblik was het doodstil In de kamer.
En toen deed Trefusls iets luguber vreemds. 3
op de sofa en stiet een afschuwelijke lach uit, t 'V/l
hij met zyn vinger naar de; roerlooze gedaante'
Dr. Hobbs keek In de richting waarin de vinger R CCfl
en liep toen yilngs op het lichaam toe. En wat hij
was dit.
In haar hand geklemd zoo stevig dat hy het d
met Inspanning kon verwijderen was Iets droflf
donkers: de vinger van een mummie.
■Mrs. Trefusls schudde haar man heftig bij de echo
heen en weer.
Wat heb je Arnold, Je kreunt en zucht in d«
dat Je een doode zou opwekken!
En ln het eerste oogenblik dacht Arnold Trefuili
hy dat ook werkeiyk gédaan had
Maar na een oogenblik kon hy zich zijn omgW
weer realiseerenNaast hem stond zijn vrouv, I
deuropening Dr. Hobbs, die een avondpraatje kwam
ken en ln zyn eigen vingers zag hy Iets lange ea
kers geklemdzyn zware sigaar, die uitgegaan
KONING AMAN OELLAH EN DE TROMMELSLA
GERS. Bij hun rondreis door de Westersche
landen heeft het Afghaan ach» koningspaar ook
een bezoek gebracht aan Bazel Nu le het een
historisch feit dat te Bazel het trommelslaan met
zoo'n enthousiasme en hartstocht gedaan wordt,
dat daaruit een hooge kunst ls geboren en zelfs
trommelconcerten worden georganiseerd- Een
goede Bazeler trommelslager verstaat het om op
het kalfsvel alles uit te drukken, wat hem zijn DB
muzikale talenten ingeven, zoowel het teederste
gevoel als de wildste hartstochten. Gedurende
de carnavals-feesten wordt de stad door een ware
trommel-manie overvallen. Vanaf den vroegen
morgen' tot laat in den nacht trekken de trom- j
tnelslagers en pijpers door de straten en trom
melen, trommelen* dat de ruiten rinkelen en de
muren er van schudden. En hoe meer er getrom
meld wordt; dea te meer genoegen hebben de
Bazelera, Toen nu gedurende zijn oponthoud in
Zwitserland koning Aman Oellah twee da
gen incognito in Bazel was, werd hem door ©en
troep trommelslagers en pijpers 's avonds voor
zyn hotel een serenade gebracht De koning en
de koningin verschenen op het balkon en waren
buitengewoon verrukt Steeds weer gaf de koning
het toeken, om opnieuw te beginnen, terwijl de
koningin „bis", „bis" riep. De trommelslagers
moesten acht stukken toegeven- Toen liet de ko
ning den hotelier zeggen dat hij de muzikanten
een geschenk in geld wilde geven, maar hij zou
gaarne willen weten, hoe groot die som wel zou
moeten zyn. De eigenaar van het hotel meende: j
„Wanneer Uwe Majesteit hun vijftig francs geeft
zullen zij volop tevreden zijn." De koning ver
stond echter vijftig pond en liet den trommel
slagers deze som het was dus geen vijfUg,
maar 1250 Zwitachersche frane's overhandi
gen. Waarop deze in een geestdriftig trommelen
losbarsten, verheugd aftrokken, en ,dank de ko
ninklijke vergissing, langen tijd daarna geen
nuchter oogenblik hebben doorgemaakt»
EEN BROODWEEK EN ITALÏë. Van Palmzondag
tot Paschen wordt er in Italië een brood week ge-1
houden, ter inwijding van den jaariykschen „veld I
tocht voor het graan", da propaganda voor het
verbouwen en verbruiken van graan op eigen i
bodem om zich zooveel mogelijk onafhankelijk I
te maken van hst buitenlaad-
Dese brood week heeft vooral ten doel de mea-
schen te doordringen van de levenwekkende
kracht van de aarde, de gezondheid van den ar
beid en de goddeiyke beteekenls er voorzienig-
held, waarvan het brood de uitdrukking ls, en
om eerbied en liefde te wekken voor het brood,
dat teveel misbruikt en verspild wordt
Tevens maakt men de broodweek dienstig voor
een lieftallig doel, te weten de Opera Itallana
pro Orlente, het beschavingswerk in de koloniën
Hiertoe zullen speciale brooden verkocht worden, J
welker opbrengst voor dit werk bestemd aal wor- j
den»
GENERAAL. DIE NIET BESTOND. In de
laatste jaren vóór zyn dood was Tsaar Paul i j
van Rusland buitengewoon wantrouwend gewor-1
den. Overal vermoedde hij samenzweringen. In
de hovelingen, die hem omringden, zag hij niets I
dan gevaariyke revolutionairen. Ook zijn onder- j
danen wantrouwde hy.
Op zekeren dag nu werd de Tsaar door luid
geroep om hulp in zijn middagslaapje gestoord
en van woede bevende gaf hy zijn adjudant be
vel hem dadeiyk den naam van den verstoorder
van zyn slaap te zeggen. De officier was zeer
verlegen, tot hy plotseling door een goeden in
val werd gered. Hij antwoordde: „Dat was lui
tenant Enverder, majesteit!" Deze officier had
een eigenaardige geschiedenis. Hij bestond
•dank «ij een vergissing alleen op het papier,
kwam alleen voor op de lijsten van het regiment i
Toen nX de korporaal-schrijver ©en regiments- j
bevel opsehreef, had hij de fout gemaakt om na
de namen Petrouw, Smlnow, Iwanod, het woord
„enverder" met kapitale letters t© schrijven, als- j
of het ook de naam was van een officier. De fout j
werd te laat ontdekt en daar een verbetering niet
mogelijk was, daar op hetzelfde oogenblik het
stuk aan den Tsaar moest worden overgelegd,
stelde de reglments-commandant voor Luitenant
Enverder eenvoudig in de lijsten op te nemen,
zoodat de keizer de vergissing niet ontdekte.
Deze niet-bestaande officier was dus door den
adjudant genoemd als de misdadiger en de ver
toornde Tsaar gaf bevel den schuldige dadelijk
naar Slbêrië te transporteeren en de ongelukki
ge moest te voet den weg afleggen. Bovendien
moesten hem honderd stokslagen worden gege
ven. Er bleef tenslotte niets over om de voor-
den-gek-houderij van den Tsaar voort te zetten.
Een escorte van vier soldaten werd naar Siberië
gestuurd en van iedere post moesten zy bericht
zenden aan den Tsaar.
Na' afloop van twee Jaar herinnerde zich de I
- Tsaar plotseling den verbannen officier en ln I
een bui van grootmoedigheid besloot hij hem I
gratie te verieeaen. Yam dit moment vergat Peul
I luitenant Enverder niet meer. Kort daarna
werd hy tot majoor benoemd en toen eenige
maanden later de Tsaar de offlclereniysten na-1
zag, bevorderde hy den majoor zelfs tot generaal.
Maar de toestand begon er leeiyk uit te zien,
toen de Tsaar zyn nieuwen generaal persooniyk
wilde leeren kennen. Daar de omgeving van den
Tsaar het er niet op durfde te wagen een ande
ren officier de rol van den generaal te laten
spelen, stond er niets anders op dan den Tsaar
mee te deelen dat Generaal Enverder plotseling j
zeer ernstig ziek was geworden. Eenige dagen i
later moest 4© Tsaar worden bericht, dat de dap-1
pere krijgsman was gestorven, die daarop met1
pracht en praal werd begraven. Het geheele re
giment volgde de leege kist, de voorgeschreven EEN
ceremonieën werden allernauwkeurigst in acht
genomen en de naam van den generaal werd op
genomen In de UJst der overleden waardighelds-
bekleeders.
nen van een voorbijgaanden pol iti o-agent
Deze keek op en taxeerde do auto. Hot wal
mooie Rolls Roice of Mercedesen de
hield zyn mond. De dame stapte uit de ai
Mencken volgde haar. Ze droegen zonder zl<
geneeren de vyf overige flesschen het huil
„Als het geen dure auto, maar een goedk
kleine wagen was geweest," zelde Mencken,
den we in een Ford je gezeten, dan had de
ons zeer zeker bekeurd."
„Ja. ja," zuchtte hy. „Amerika ls een de»
tlsch land.*
vind
HET DROOGGELEGDE (t) LAND. Klaus Mann,
de zoon van den bekenden Dultacben schrijver
Thomas Mann, die een reis door Amerika maakt,
vertelt over de „drooglegging- het volgende:
„Het staat vaat, dat mij In geen ander land ter
wereld, zooveel alcohol werd gepresenteerd al,
ln Amerika.
In New-Tork zijn ontelbare lokalen, die er zeer
vertrouwenwekkend uitzien en die zichzelf spot
tend „speak eazy" noemen. Van bulten zien ze
er uit als fatsoenlijke particuliere woningen.
Daarbinnen evenwel zijn hij de maaltijden cock
tails en bieren te krijgen. Een particuliere bijeen
komst zonder die alcoholische dranken ls volko
men ondenkbaar. En ln een elegant Eransch
restaurant biedt de kelner u de fijnste wijnen
san met een zachte stem.
Waneer ge tot een afternoon—tea wordt uit-
genoodigd, dan moet ge er op rekenen, dat ge
Inplaats van thee. cocktails krijgt.
Een degeiyk verlangen naar alcohol wordt door
het verlangen naar het verbodene verklaard.
„Ik sprak," aldus Klaus. Mann, „den bekenden
Amerikaanschen schrijver Mencken over de drank
wet ln Amerika. Hy ls een tegenstander van hui
chelarij welke toch ln het alcoholverbod beli
chaamd ls. HU vertelde me de volgende geschie
denis, welke meer zegt dan honderden vertoogen.
.Mencken reed met een filmdiva in haar auto
door de straten van Los Angelos. Hij. had de da-
me zes flesschen roode wyn geschonken die zij
voor ln de auto had opgestapeld. Voor het huis
van de diva stond de wagen met een schok stil,
de chauffeur opende het portier. Een felsch rolde
uit in wagen en brak op straat Rood» wtjn
vloetd» tusMhm U tcbnvn maakt» d» ni»
PORTRET VAN JOSEPH1NE. Over
zoek van Keizer Napoleon I in 1810 aan da
der „De Zuidkraalert", ln Zuid-Beveland,
bezoek misschien niet zoo algemeen bekes
zegt de N.R.Ct, lezen we het volgende:
Bij dit bezoek ia door een lid van den B»
Goes, die officieel Napoleon en zijn gemall»
rie Louise op een hofstede van den Zuld*l
landschen boer N. W. Honderd ontving,
ander opgeteekend, wat door dr. Callenfeli
is vermeld. Eigenaardige gesprekken van 3
leon met den Nederigen Zuid-Bevelandscbtf
en met diens zeer stuggen zoon en de mow
ventienjarlge dochter. De laatste kreeg
zegging van een jaargeld ad f 300, dat J
held zou worden by huweiyk, onder condll
het eerste meisje of jongetje Marie Louise
poleon zou worden genoemd.
Napoleon wilde van den boer weieens
hy hem als Keizer wel meer gezien
hy had opgemerkt, dat de boer deed bij JVlf
nenetreden of hy Napoleon dadeiyk herk(
boer antwoordde letteriyk in zyn dialect,
tuuriyk vertaald moest worden: ik docht
dat Ji 't waer, omdat Tc zag, dat leder
en jie tegen nlemend je complement
ook zou ik Je wel ekonnen 'en, omdat Je Al i/i
uus angt mlt je wuuf der ble." Napoltfjl^lu
daarop lachende te kennen, dat het befflj Lang.
gen deed, dat hy en zyn vrouw In de wo"
den boer hingen en hij vroeg de af*
eens te mogen zien. Daartoe geleidde de
Keizer en diens gemalin naar een andere
waar de portretten hingen, welke zooaU
grijpen is. nu juist geen kunststukken
Napoleon nam een lorgnet om ze nauWl7A
bekijken, eerst het zijne, waarna hy
van het lachen en zei „Daar ben lk w
veld goed afgebeeld." Daarna ging hij
van zijn vrouw, maar dit viel hem J»1
daar het niet het beeld van Marie Lou»
van Josephln© was. By dit onverwacht!»
epmk de Keizer wa
om ea verliet k*t vertrek.