Ichager Courant ANGORA. 1 IE KANTONGERECHT SCHAGEN. Tweede Blad. GRATIS. Feuilleton. 0 Zaterdag 17 Maart 1928. 71ste Jaargang. Nó. 8222 ZICH MET INGANG VAN 1 APRIL 1928 OPGEEFT ALS LEZER VAN DE ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ NENDE NUMMERS VAN MRT. MOLLENVELLETJES VAN f 2.— PER STUK. Berend Sw., een 25-Jarlge los werkman te St. Maar tensbrug, wordt ten laste gelegd, dat hy op den 23sten j Januari van dit Jaar 2 doode mollen op den openbaren j weg zou hebben vervoerd. Verdachte ontkent zulks. HIJ zegt zich te hebben be- j vonden in het land, wat op zichzelf al heel weinig ver- I schil uitmaakt, maar volgens den verbalisant, rijks veldwachter Visser, nog onjuist Is ook. Wel had V. aan verdachte In het land gevraagd of hij mollen bij zich had, waarop deze ontkennend had geantwoord, doch later op den weg had Visser ze in beslag genomen. Verdachte: Ik kom er tegenop. De ambt. van het O. M. eischt f 5 boete of 5 dagen hechtenis tegen verdachte wegens overtreding van de I mollen- en kikvorschenwet. De uitspraak is f 4 boete of 4 dagen hechtenis, waar- I tegen verdachte nogmaals zegt te zullen opkomen, het- geen hem echter, naar de kantonrechter meent, al heel I weinig zal geven. De twee stuks beteekent dus f 2 per velletje. Zóó duur treffen we ze maar zelden aan. VOORTAAN LICHT OP. De 28-jarige boerenwerkman Thijs de B. te Schager- brug had op den Schagerweg zonder licht op zijn fiets gereden, waardoor hij op de bon gezet was. Heden staat hij terecht. Kantonrechter: Is het zoo. Thijs? Verdachte: Ja! *t Is zoo! Kantonrechter: Heb je geen lantaarn? Verdaohte beaamt zulks, maar zegt er nu wél één te hebben. De ambt. van het O. M. vraagt f 4 boete of 4 dagen hechtenis. Kantonrechter: Heb je nog iets te zeggen, Thijs? Verdachte: Nee hoor! Ik vind het goed zoo. „Nu dan veroordeel ik je tot f 3 of 3 dagen, dan ver dien je nog een guldentje", zegt de Kantonrechter. Bij verstek werden, wegens niet verschijnen, veroor deeld: Wegens overtreding der Motor- en Rijwielwet: A. d. B., f 4.— of 4 dg.; E. V. f 3— of 3 dg.; De M., f 6.en f 4.of 6 dg. en 4 dg.; K., f 4—, of 4 dg.; Gr. 2 X f 4.of 2X4 dg.; L., f 4.of 4 dg.; J., f 5.of 5 dg.; v. d. Gr. 3 X f 4.— of 3X3 dg.; A. D. f 4.— of 4 dg.; v. Sch., f 4.of 4 dg.; KI. W.f f 4.of 4 dg.; Fr. f 5.— of 5 dg. Joh. v. d. M., overtr. Ukwet f 2.of 2 dg. met ver beurdverklaring van de in beslag genomen gewichten; H., ld., f 2 f 2.— of 2X2 dg. en f 6.— of 6 dg., verder als voren; M., id. 2 X f 2.— of 2X1 dg., 4 X f 6.— of 4X8 dg., en f 6.— of 4 dg., verder als voren. Corn. BI. Vr.f overtr. Alg. regl. van vervoer, passee- ren van spooroverweg-boomen, terwijl een trein in aantocht was, f 20 of 10 dg.; V., id. het toezicht op au tobussen, f 15.— of 7 dg. V., overtr. Arbeidswet f 5.of 5 dg.; v. Sch. overtr. art. f 427 W. v. S. f 6.— of 3 dg.; K. overtr. max snel heid Oudkarspel, f 6-of 6 dg.; D. id. f 5.— of 5 dg. len Zitting van Donderdag 15 Maart HET GAAT HIER OM HET BEGINSEL. Staat terecht de directeur van de Coöp. Verbruiks- vereen. „De Tijdgeest" te Winkel, de heer H. B., ter- ike van overtreding van de motor-en rijwielwet. Deze zaak heeft reeds eerder gediend, maar tegen Ibet vonnis was verdachte 'in verzet gekomen, niet zoo ieer om de lichte boete die geëischt was, dan wel om tr tut beginsel, in verband met de uitvoering van genoem- |jj. Je wet. Het betreft hier namelijk het niet aanwezig JRlM'bbben van spiegeltjes in de bestelwagens van de coö- eêFpttatle, terwijl zulks bij de wet voorgeschreven is. In ifoZijpe was namelijk zoo'n wagen door brigadier Ho- L|ma aangehouden, op grond van deze overtreding. De heer B. verklaart, dat de wagens voorzien zijn van een kap, waarin een kijkglaasje is aangebracht, ,en die overigens van een dusdanige constructi'e zijn, dat de bestuurder heel gemakkelijk den weg achter zich k I kan overzien, terwijl het aanbrengen van een spiegeltje verschillende bezwaren mot zich mee zou brengen. Het een en ander wordt door den besteller De Waal, die g don wagen bestuurde en thans als getuige gehoord '"81 wordt, bevestigd. De verbalisant Holema kan zich echter met deze Zienswijze niet vereenigen en meent, wat betreft het lanbrengen van het spiegeltje, te kunnen aantoonen, it dit n|pt zoo bezwaarlijk zal gaan als verdachte Iel voorstelt, waarop laatstgenoemde de heeren ultnoo- Jlgt, om den wagen te komen zien, dien hij als cor pus dellcti heeft meegenomen en zich voor het gebouw ton het Kantongerecht bevindt. Aan deze ultnoodlging wordt gehoor gegeven, zoodat de behandeling van deze taak voor een klein moment op straat wordt voortge- et j Wanneer dan na een oogenblik de heeren hun plaat- m achter de groene tafel weer hebben ingenomen en tt desbetreffende wetsartikel er eens op wordt nage- agen. waaruit blijkt, dat het er niets .toe doet, op wel- B plaats of het spiegeltje wordt bevestigd, komt het M. aan het woord, die het ten laste gelegde wettig u overtuigend bewezen acht en bekrachtiging van het onnls vraagt. De kantonrechter zal in deze zaak over veertien da- jg:on schriftelijk uitspraak doen. EINDELIJK ZIJN BESLAG. Volgt voortzetting van de zaak tegen Mr. C. P. E., to Oudkarspel, terzake van overtreding van de Arbeids wet. Deze zaak is al tweemaal geschorst, doch schijnt vandaag zijn beslag te zullen krijgen. Aan verdachte wordt ten laste gelegd, dat hij een jeugdige bediende te langen tijd aan het werk heeft gehouden. Verdachte heeft Indertijd verklaart, dat hij hiervoor niet verant woordelijk gesteld kon worden, omdat de Jongen niet In rijn dienst was, doch in dien van don heer A. Won der, directeur van de Holl. Brandwaarborg Mij. Deze laatste als getuige gehoord, bevestigd zulks. De ambt van het O. M. gehoord de laatste getuige nis, ontslaat nu verdachte van rechtsvervolging, wat betreft dit gedeelte van het ten laste gelegde, maar handhaafd het tweede gedeelte, waarbij verdachte wordt tton laste gelegd, dat hij aan den jongen het werk heeft opgedragen. Deswege eischt hij tegen hem 3 X f 5,— toete of 3X3 dagen hechtenis. Ook in deze zaak zal de kantonrechter schriftelijk i vellen. Van Maxwell Wyndham bijvoorbeeld, de man, die kort «voren het onderwerp van haar gesprek met Nick had g vormd, had ze reeds bij de eerste ontmoeting een on- wuaarbaren afkeer gekregen, van welk feit Wyndham acn maar al te zeer bewust was. Hij scheen zich hler- hnMeVienwel to*aal nl0t van zijn stuk te laten brengen: tam zelfs 'hee* veel op' als.0f hij er een zeker M vermaalt schepte zich in haar oogen eriijker te maken, dan zij hem reeds beschouwde. was de Inwonende assistent van haar vader gewor- waardöor de jonge menschen elkander natuurlijk r ialdelijk ontmoetten. rr,b®®tond echter geen openlijke vijandschap tusschen belden.. Wanneer haar vader, dokter Ratcliffe, aan- g was gedroeg het meisje zich altijd koel beleefd e over den vreemdeling, welke houding Wyndham een sarcastisch glimlachje accepteerde. HIJ begreep goed, wat er op zulke oogenblikken In haar tie pii Misschien was hij eenigszins nieuwsgle- iïelliirii»** het een zeker genoegen zoo spoedig mo- V6 vinden» welke houding het jonge nieisje ge in» Q„e afwezigheid van haar vader tegenover hem tenti^n?men' Toeft Nlck dan °°k geheel en al in zijn kalm in^i vefdiept#was, begaf de Jonge assistent zich ondo* r.i chtin™ van den grooten notenboom, waar- onder Olga gezeten was. hem Sf 200 druk wet haar borduurwerk bezig, dat ze on eer bemerkte, voordat hij vlak vóór haar stond meer beflt°r d dus generlei kans tot ontvluchting enh v kem aan en opnieuw viel het haar op welk «eh+a- v ^k roode kleur zijn haar had. Het meest had ia Jsm'iuvm.. aan Sroene' spottende oogen, wel- worlichtbionde wimpers omringd waren. alB0f totaal niets van haar mln- *»o<if blikken bemerkte. MÜjin verte artikel 'eindigde ikl met de vraag): Wat is Angora? Ik ml beginnen imet de beantwoording; van een andere vraag, nul.; Wat waai Angora? v Reeds in de grijze oudheid iwerd op den 840 meter h oogen berg, die uitstak boven een vulkanisctoen bergrug een bevestigde stad gebouwd. (Deze stad lag vrijwel in bet midden van Klein-Azië, echter eer der iets in bet :Noorden dan in bet Zuiden. (De omgeving (maakt een onheïlsipeHenden indruk met de kale rotsen, die de zandige hoogvlakten om gorden. /Slechts daar waar een rivier stroomt, ia een vruchtbaar dal ontstaan en aldus vindt men in het Zuiden van Angora, daar waar de Indsché &u naar de Tabak Su stroomt, een vruchtbaar terrein. De veel kleinere Etogune Su, die in het Noorden stroomt, heeft te weinig beteekenia om vruchtbaar heid op te wékken. Tochi was de vruchtbaarheid der omgeving, voldoende omi een vïdj talrijke bevolking voedsel te verschaffen en was de ligging uitermate geschikt om het knooppunt te vormen voor* de groote verkeerswegen naar Syrië, Armenië en Petr- zië. Angora bezit een typisch vastelandakHimaat, 'kouid in den winter, heet in den zomer. I De .naami is bijna aan ieder bekend, want wie als 1 jongen geen Angora-konijin bezeten heeft ihad toch weit een tante met een Angora-poes of hoorde ,van den aankoop van een warmen deken, bereid uit An- gora-woi. Schapen, geiten, katten en konijjnen uit Angora hebben allen een onbescheiden dikken en langen haardos en danken daaraan een werelldberoemd- heid. Wanneer men Angora per trein nadert, dan krijgt men een gevoel vaaa hopeloosheid. Alles ziet er zoo eenzaam, zoo dor, zoo grauw uit. Wianneer een buitenltandsche vijand' lust zoui gevoelen om Angora te gaan veroveren, dan mag bij. zich) weflJ honderd! maal toedenken. Van behoorlijke apprOvi- andeering van een groot leger kan geen sprake zijh. Zeker, heeft men Angora eenmaal in handen en (laaibij ook het rijke achterland in het Zuiden naar den Kysyl Ynmiaüfi toe, in handen, n is men klaar. Dit rijke achterland immers gaf aan Angora haar i beteekenia als centrum van uitvoerhandel. Wol, wijn, opium, was, vee, huiden en vruchten behoorden eeuwen lang reeds tot de belangrijke uitvoerartikelen, Maar het Noorden ziet er even onherbergzaam uit a:lis de stad zelf. Ik houd niet van Angora, het is. er nooit prettig wonen. In den winter ij'zig koud, in den zomer smoorheet en in het voorjaar en ih den herfst ook onaangenaam. Ik heb er in het najaar de meest ellendige stofstormen meegemaakt, waar- I door je alle levensvreugde vergaat. Ik ben een toe- ruchte optimist, maar in Angora daar werd ik zoo ellendig, dat ik dreigde te sneuvelen. Ik kreeg door 'het ellendige klimaat een aandoening van de Ion- gen en had maar éen gedachte; hier weg, of' ik' ben de eerste Hollander, die hier een grafsteen krijgt. Nu is dat natuurlijk wel heel deftig om de eerste Hollander te zijn, die fn de nieuwe hoofdstad van Turkije begraven zal; worden, maar ik iaat de eer van dat ipdonierschap maar liever aan een ander vaderlander. j Enfin, ik ben nog op den trein gekomen en heb Smyrna bereikt. Daar in oen goed klimaat, een lekker zeeklimaat, krabbelde ik dank zij goede ver zorging, gauw weer bij'. De doctor had aniji gezegd'; „Ik vrees, dat ik een schitterend tafereeltje geheel en bederf door mijn aanwezigheid," merkte hij op. Opnieuw wierp Olga hem een minachtenden blik toe en onwillekeurig hieven haar oogen even op zijn breeden hals rusten. Zoals hij daar op het oogenblik midden in het helle zonlicht stond, deed hij aan een bulldog den ken, die op het punt staat zich op een tegenstander te werpen en welke zich volkomen van zijn kracht bewust is. „Heeft u al thee gedronken?" vroeg Olga een weinig kortaf. Ze zat zich af te vragen, waarom hij eigenlijk gekomen was. Zonder twyfel had hy hiervoor een be- paalde reden. I „Dank u," antwoordde hy, terwijl hy op den rand van de hangmat ging zitten. „Ik ben diep geroerd door Uw groote harteiykheid, doch ik heb reeds een half uur ge- I leden bij de Campions dezen kostelijken middagdrank genuttigd." „Bij de Campions?" Er klonk Iets van verbazing in haar stem. Hij scheen echter niet de minste notitie van haar vraag te nemen en schommelde in de hangmat heen en weer. Na eenige oogenblikken liet Olga haar borduur werk rusten en keek den Jongen man aan. De fletse, groene oogen waren voortdurend op haar gevestigd en er lag de bekende kritische, cynische uitdrukking in welke haar altijd zoo ergerde. „Nu?" vroeg Olga ten slotte. „Nu, bekoorlijke jonge dame?" vroeg hy op den ern- stigsten toon van de wereld. Ze trok haar wenkbrauwen geïrriteerd tezamen. Hij had de hinderiyke manier haar als het ware te dwln- I gen zich nader uit te spreken, en dit was een van de vele redenen, waarom ze hem haatte. J „Waarom ging XJ naar de Campions?" vroeg ze on- vriendelijk. j „Tot mijn spijt kan ik deze vraag niet beantwoorden, 1 bekoorlijke, jonge dame. Olga werd vuurrood. „Belachelijk," merkte ze op. ,Va- i der vertelt me a.ltyd alles." „Ik ben Uw vader niet," antwoordde de dokters-as- i slstent met groote hoff8iykheld. „Bovendien, bekoorlijke dame..." „Wanneer U er geen bezwaar tegen heeft, dan geef Ik er dc voorkeur aan, bU mijn naam te worden aan gesproken, dokter Wyndham." Er verscheen een glimlach om zijn lippen. „Dat is verrukkelijk, Olga. Wil je dan ook zoo goed zyn tegenover my hetzelfde te doen? Ik luister gewoon- 1 ïyk naar den naam van Max." Olga we*d indien mogelijk, nog rooder. „Ik ben voor U, „juffrouw Ratcliffe," zei ze uit de hoogte. U zult zien, dat U, wanneer U een 90 Kilometer Van Angora iweiffgespO'Otrdi is, ziclhi al toeter zult gevoelen en jawel, dat kwam uit. Ik geef toe, dat daar oolk suggestie toegekomen zal' zijn, maar toet waa een feit, dat Ük mij minder ziek gingl voelen* Toch: heeft dat grapje me zoo- aangepakt, dat Uk er nog! niet heelCmiaali af ben. Het is een funest klimaat, iedereen wordt er ziek. Onze gezantschapssecretaris kon met moeite Con- stantinopel weer toereiken, waar bijl gelukkig her stelde. De Poolscho ge/zant kon niet meer .tijdig weg en is de eerste vreemde diplomaat, die in Turkijie's hoofdstad stierf. 'Turksctoe vrienden van mij kwam ilk in Angora tegen met den zakdoek voor deni mond, toang om ziek te worden, anderen lagen even als ik ziek. i Neen, dat is geen extra klimaat. Het sterftecijfer zal heel wat slechter zijn dan toet buitengewoon gunstige van Neerland's hoofdstad Amsterdam. Wanneer men nu maar niet zoo overhaast te werk was gegaan en toet nieuwe Angora niet daar had gesticht, waar toet oude Angora ligt en nog wel grootendeels ten Noorden daarvan. Het ongeluk wilde, dat er reeds een station Angora was, dat dit in toet Noorden lag en men wel! wat anders te doen had1 om aan modernen stedetoouw te denken in de dagen, dat Angora tot zetel der nieuwe regeering eekozen werd. Heden zou men zeker de nieuwe hoofd plaats een stuk naar toet Zuiden geprojecteerd1 heb ben, daar, waar alles Vruchtbaarder lis. Wanneer men het station te Angora todnnensfcoomt, cdet meifhoog boven op een berg de oude vesting stad liggen. Het is een echte oude bergvesting, en daarom schilderachtig; 'genoeg,. Maan toet is als met Dante'a hel'; gij, die hier binnentreedt, laat alle hoop varen. Brrr, wat een vieze (boel. De regeering heeft dan ook! maatregelen genomen, alles wordt afgebroken en op meer moderne wijze opgebouwd. Laiat ons echter de leelijke luchtjes negeeren en eens een kijkje in deze eeuwenoude ommuurde stad' ne men. Volgen» de overlevering werd! Angora tn de 7e eeuw vóór Christus door Midas, de groote Phrygt- sche heerscher, gesticht. Men weet, dat AJlexander de Groote gedurende 'zijn veldtocht hier kampeerde* terwijl' sedert 278 vóór Christus Angora de hoofd1- stad was ider Gallische Tekitosagen. In den Syrischen oorlog veroverde Consul Maulius Vulsó de stad. In den 3den Mithraidatisdhen oorlog bleef Angora trouw aan de Romeinen en werd: 25 v. Ctor. een Romein- sche stad. Keizer Augustus schonk! de stad', die den titel' Sehaste aannam, een tempel. De bijzondere ligging van Angora heeft het dik wijls duur moeten toefcoopen. Het had) als meest vooruitgeschoven strategisch) punt, eerst van het Romeinsche, later van het B'y- zantijnsche Rijk) de eerste stooten van vijandelijke troepen op te vangen en heeft daaronder geweldig! geleden. (Hoe ernstig dat was, mag hieruit blijken, dat gedurende de Romeinsche periode keiizer Cara- callla zich genoodzaakt zag. om de muren van An gora gedeeltelijk opnieuw, op te trekken en Overal geducht te versterken. Toch) wist Koningin Zenotoia van Palmyra, weduwe van Koning Odenathus II, zich in de 3e eeuw na 'Christus van Angora mees ter te maken. Toen Angora onder christelijke heerschappij kwam, werd hier een Metropolitaan beroepen en werden er Hij scheen door dit antwoord allerminst in de war te geraken. „Ik dacht ook al, dat het te mooi was om waar te kunnen zijn. Neemt U me alsjeblieft niet kwalijk, dat ik zoo onbeschaamd durfde zijn. Wanneer U mijn leef tijd bereikt heeft, dan zult U geleidelijk tot de ontdek king-zijn gekomen, hoe -weinig dergelijke dingen er op aankomen.* U is werkelijk hoos, nietwaar, en U stelt zich volstrekt niet aan?" Olga beet op haar lippen en boog zich weer over haar borduurwerk heen. Tot haar groote ergernis bemerkte ze echter, dat haar handen hinderlijk beefden. „Ik veronderstel, dat U een verhoogden polsslag heeft" merkte hij even later op. „Ik zou U In overweging wil len geven Uw werk even te laten rusten en wat tpt kalmte te komen." Olga werkte door, alsof ze niets gehoord had. Het gelukte haar slechts met de grootste moeite zich uiter lijk te beheerschen. „Laat dat werk liggen," klonk het thans gebiedend, en omdat het meisje niet de minste notitie verkoos te nemen van hetgeen hij zei, deed hy een poging haar dit uit de hand te trekken. Op hetzelfde oogenblik drukte ze haar naald met alle kracht in zijn hand. Het was gebeurd, voordat ze zich ten volle bewust kon zyn door welke Jmpulsle ze tot een dergelijk optreden gedwongen wérd. Het kleine, punti ge wapen werd met zulk een kracht ln zijn hand ge duwd, dat de naald middendoor brak. Olga slaakte een uitroep van schrik, doch Max Wynd- "ham zei niets. Hy hield zyn clgarette tusschen de lip pen geklemd, en geen spier van zyn gezicht bewoog. Hij trok zijn hand waarin de gebroken naald stak, niet terug, doch deze sloot zich langzaam tot een vuist Tot Olga's ontzetting kwamen er langzaam groote bloeddruppels te voorsclrijn. Haar woede was als bij too- verslag geheel en al verdwenen, en ze schaamde zich onuitsprekelijk over hetgeen ze gedaan had. Ze begreep echter, dat dit geen kwestie was, waarover ze haar ver ontschuldigingen kon aanbieden. „En nu," zei Max Wyndham, terwijl hy kalm de asch van zf1n clgarette klopte, „nu wilt U mlsschien'wel zoo goed zyn met mij naar de operatiekamer te gaan om dit schoohe voorwerp uit myn hand te verwyderen!" „Ik?" stamelde Olga doodsbleek. „Ja, zeker, bekooriyke jonge dame. Het zal inderdaad een nuttige, praktische les voor U zijn. Ik hoop van harte, dat U niet tot een van die vrouwen behoort, welke bij het zien van bloed buiten kennis geraken," merkte Max op terwyi er een spottende trek om zijn lippen ver scheen. Tot haar groots verlichting trok hy eindelijk zyn hand terug en etond op. Olga kwam eveneens uit haar twee Conciliën gehouden en wel in 314 en 358. Het was echter schijnmacht, want Angora werd' steeds door vijanden bedreigd, eerst door de Perzen en toen door de Arabieren. De laatsten veroverden de stad en lieten haar niet ineer los (695), Oe ons allen bekende Haroen al' RasclhM, veroiveonde op zijn beurt in 806 Angora eh (hield ér geducht (huis. Zulke heeren en hun soldaten verstonden de kunst te plunderen en te moorden. Wanneer we thans de oude stad bezoeken, en we verlaten haar aan de Zuidzijde, dan staan wij al spoedig op een (hoogte, ongeveer gelijk aan die der oude stad. Overal liggen hier brokstukken van mach tige zuilen, hier heeft dan ook de door (keizer Au gustus gestichte tempel gestaan. We krijgen dan meteen een denkbeeld van de grootte der stad, toen zij tot het krachtige, bloeiende Romeinsche Rijk behoorde en wij zien meteen de decadence sedert dat tijdperk van grooten bloei. Ach teruit moesten de muren, want de bevolking was te gering in aantal geworden om de uitgestrektheid der muren uit de bloeiperiode te bemannen, wanneer een vijand de wallen bestormde. Terwyi ik my neerzette op een stuk marmer, af komstig van den tempel van Augustus, koek ik in het rond. Allereerst werd mijn blik getrokken naar de oude stad. Ik verplaatste imij in de middeleeuwen, toen oen 'het bedt van Angora, een belangrijk stra tegisch punt in Klein Azië, dikwijls en bloedig ge streden werd. We zien in onze verbeelding de Kruisridders de stad bestormen en innemen, nadat zij in den slag van Doryleum de overwinning behaald hadden. Wij zien hoe Angora weer onder de heerschappij der Christenen komt en jaren lang blijft tot in 1213 de Seldschuken haar van het Byzantijnsche Rijk af kaapten otmi haar anderhalve eeuw later in 1960 aan de Osmanen te moeten afstaan. Doch bijna vijftig jaar later, in 1402, nadert Tamerlan aan het hoofd zyner Mongolen. De Osmanen onder Bajesids I, bie den hardnekkig weerstand, maar zij waren tegen de Mongolen niet opgewassen, steeds nieuwe troe pen rukten aan en ten slotte behaald© Tamërlan de overwinning. Bajedids werd gevangen genomen en niets stond verder den Mongoluken veroveraar in den weg om zijn zegetocht voort te zetten. Wanneer wij, naar Oud-Angora kyken en denken aan hetgeen wijl daar binnen de muren zagen, dan 'doet het wat vreemd aan te hooren, dat in de 17e eeuw over die zelfde stad gesproken werd als de „prachtige" stad. Zal Angora later dezen eerenaam prachtige staxj gaan verdienen? Wanneer wij den blik rondom ons slaan en zien wat het Turkije van Moestafa Kemal Pacha en ïsmet Pacha in Oud)-Angora en rondom doet verrichten, dan laat het bijna geen twijfel of over 25 50 jaren zal Angora den naam van prachtige stad verdienen. Uit een zandwoestijn wordt een moderne metropolis gestampt. Het is bij na ontstellend te zien wat de Turken reeds in kor ten tijd bereikt hebben. Het stedenplan Angora mag dan het nadeel heb ben, dat de plek minder gunstig gekozen is, er wordt alles gedaan om die fout te bestrijden. Boven van den berg, waarop de tempel stond, heeft men een uitstekend; overzicht. In het Nloonden ligt toet sstation en vandaar loopt een toreede boulevard naar toet oudste gedeelte van Nieuw-Angora. Men komt dan langs het Parlementsgebouw, langs een hoo ge school, aan de overzijde staat een prach tig nieuw hotel op exploitatie te wachten en zoo komlt men op een klein rond point, waarvandaan behalve genoemde boulevard drie straten beginnen. Links een leeiyke straat door een leeiyke buurt, recht door de hoogstraat die naar Oud-Angora leidt en rechts een mooie boulevard. De Hoogstraat is vandaag nog de hoofdstraat, hieraan ligt het grootste hotel en restaurant en liggen andere hotels, verder café's en winkels. Hier is de pantoffelparade, wanneer men reeds thans over zooiets mag spre ken, hetgeen wel heel erg overdreven is. Die Hoogstraat is een „oorlogstijdstraat", beter kan ik haar niet qualificeeren; ik vind, dat dit al les zegt en alles excuseert. De linker straat zal niet blijven zooals ze nu is. Op den duur wordt alles wat krottig is opgeruimd en liet nieuwe plan vastgehouden. Sommige goede gebouwen, pas gereed of in contructie, wijzen er reeds op hoe het in de toekomst zal worden. stoel overeind, doch ze beefde over haar geheele lichaam „Oh, dat kan ik niet... Ik zou. het heusch niet kunnen verdragen. Toe, dokter Wyndham, verlangt U dat als jeblieft niet van mij." Ze keek wanhopig om zich heen. „Oh, daar komt Nick gelukkig al aan. Wilt U het hem soms vragen?" „Ongelukkiger wijze, betreft het hier een geval, waar voor de hulp van twee handen noodig is", gaf Max ten antwoord. „Bovendien dient U niet te vergeten, dat al les door Uw schuld plaats vond." Olga zuchtte even en zei niets meer. Ze wendde zich om en volgde hem gedwee naar het huis. Ze kon zich niet herinneren zich ooit in haar jonge leven in een on aangenamer parket bevonden te hebben. Ze begreep, dat geen ontkomen voor haar mogelijk was, en ook drong het ten volle tot haar door, dat ze straf verdien de. Dit alles verhinderde haar echter niet om voor de deur van de operatiekamer stil te houden en smeekend tot hem te zeggen: „Ik weet heel zekei^ dat ik er niet toe In staat zal zijn. Ik verricht vermoedelijk meer kwaad dan goed en zal U pijn doen." „Oh, dat zult U maar al te prettig vinden," zei hij. „Dat is volstrekt niet waar," protesteerde Olga harts tochtelijk en op dat oogenblik stond ze op het punt ln tranen los te barsten. „Kunt U het zelf niet met een tangetje gedaan krij gen?" „Ik vrees, dat het niet gaan zal," antwoordde Max. Hij liep op een kast toe, waaruit hy een flesch te voorschijn haalde. Hy goot een weinig van den inhoud ln een glaasje en deed er water bij. „Dit zal U moed geven," zei hy, terwijl hy haar het glas overhandigde. „Intusschen zal ik de marteltuigen bij elkaar zoeken." Olga rilde. „Toe, laat me nu weggaan. Er is niets met me te beginnen." ,„U kunt in geen geva-l verdwijnen, voordat U dat stuk naald uit mijn hand verwijderd heeft. Drink dit nu en wees verstandig." Bij de laatste woorden opende hy een laatje en terwyi ze hem angstig bleef gadeslaan, deed hy een keuze uit I de verschillende Instrumenten. Na eenige oogenblikken i keek hij op. „Olga, ik zal erg boos op je worden, wanneer ja dat goedje niet onmiddellijk gebruikt." Dadelijk bracht ze nu het glas naar haar lippen, want ze voelde, dat haar niet veel anders te doen stond. „Ik heb altyd het land aan vlugzout gehad," zei ze, toen ze het glas weer op tafel zette. „Wij kunnen het niet precies altijd zoo krijgen, als wc het graag zouden willen hebben," zei Max kortaf. „Kom

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5