Beestes-Sport en Hersen-Bymnastiek
1929.
m
m
m
w
m
9
9
M
m
m
w
m
m
m
m
m
m
HOE VORMT DE LANDARBEIDER ZICH EEN
EIGEN BEDRIJF.
EVENTJES DENKEN.
Persil
VOOR ONZE DAMMERS.
i
5
s
8
BP
9
11
H
H
9
IS
8
H
üi
II
VOOR ONZE SCHAKERS.
Vraagstuk No. 110.
Vraagstuk No. 111.
Vraagstuk No. 112.
Vraagstuk No. 113.
in.
(Slot)
Uit de verschillende vragen om inlichtingen be
treffende de toepassing der Landarbeiders wet in de
practijk bliikt mij, dat vele belanghebbenden nog
nieit het juiste begrip hebben van de hier bedoelde
aangelegenheid.
Zoo vraagt men mij of het Rijk het plaatsje óf
den grond aanwijst, dan wel of de landarbeider zelf
de aanwijzing kan doen.
Ook omtrent de financieels gevolgen zou men
gaarne ilog iets meer vernemen.
.Wat betreft de aanwijzing van het onroerend
gbed zij meegedeeld, dat de landarbeider zelf het
plaatsje kan aanwijzen, dat hij in eigendom kan
verkrijgen. Wanneer hij een plaatsje op het oog
heeft, richt hij, ter bekoming van het door hem be-
noodigd bodrag, een schriftelijke aanvrage tot het
bestuur der Vereeniging of [tot Burgemeester en
Wethouders.
Het komt voor, dat ter Secretarie geen aan
vraagformulier voorhanden is; in zoo'n geval kan
men een formulier aanvragen aan de Directie van
den Landbouw te Den Haag.
De landarbeider heeft dus zelf de keuze wat be
treft het bekomen van een plaatsje. Omtrent de wij
ze, waarop aan hem het benood-igde geld zal wor
den verstrekt, is in de wet gpene bepaling opgeno
men. Veie gevallen, die niet van te voren kunnen
worden voorzien, kunnen zich voordoen en de ver
eeniging of gemeente, die het risico draagt, zal
daarin moot en voorzien, evenals een particulier,
.die geld uitleent. Zij zal er wel voor zorgen, dat
het geld in handen van den verkooper of den aan
nemer komt.
Hot verkrijgen van een plaatsje in erfpacht is
niet toegelaten. Het kan uitsluitend in eigendom
verkregen worden. Dit is ook het meest gewenschit.
Het is er juist om te doen, aldus reide de Minister
bij de Memorie van Toelichting, den landarbeider
het blijvend genot van een plaatsje te verschaffen
en hem te laten profiteeren van de waardevermeer
dering, welke dit ln hoofdzaak wel altlJd aan zijn
arbeid zal hebben te danken". Er is destijds nog
wel aan gedacht om ook verkrijging in erfpacht toe
te laten, doch de Minister voorzag groote moeilijk
heden bij het eindigen van het erfpachtsrecht.
Wel heeft de landarbeider, die zulks wenscht, het
recht om ter voldoening van ten hoogste 25 van
het verschuldigde bedrag een juarlijksche grond
rente op het plaatsje te vestigen. De grondrente
wordt berekend naar een rentevoet van i Zo is
afkoopbaar, doch eerst na de geheele aflossing van
het overige gedeelte der schuld.
liet losse land kan niet door den landarbeider
woi'uen aangewezen. Natuurlijk kan hij wel de aan
dacht op een stuk grond vestigen, doch het College
wijst het losse land aan, welke het voor het beoogde
doel geschikt acht.
Zooals Ik reeds een vorige maal schreof, mogen de
kosten van een plaatsje niet moer dan f 4000.— (be
dragen, waarvan de arbeider zeil minstens 1/10 ge-
deelte dus 1400.— moet kunnen betalen. Ik schrijf
minstens 1/10, omdat niet de gevolgtrekking mag
worden gemaakt, dat in alle gevallen door den land
arbeider met een bijpassen uit eigen middelen van
10 van de kosten van het plaatsje kan worden vol
staan. De regeering stelt zich op het standpunt, dat
de landarbeider een zoo hoog mogelijke bijdrage be
hoort te storten. Het is niet juist gezien, dat elke aan
vrager recht kan doen gelden op de toekenning van
het maximum-voorschot van 9/10 van den prijs. Wie
meer dan 1/10 kan dragen, heeft geen behoefte aan
het maximum-voorschot. Hot spreekt van zelf, dat hij
een gedeelte van zijn bezit mag reserveeren voor de
inrichting van zijn woning en zijn bedrijfje. Doch
overigens behoort de landarbeider, zoowel in zijn
eigen belang als in dat der gemeente of vereeniging,
zoovéél mogelijk in zijn plaatsje te steken.
Hoewel in den regel niet meer dan f4000 voor het
plaatsje mag worden uitgegeven, kan in bijzondere
gevallen de Kroon toestaan, dat van het maximum
van f4000.— totaalkosten wordt afgeweken.
Uit het gestelde maximum van f 4000 blijkt reeds,
dat de wetgever ©en waardegrens heeft aangenomen
en dus niet een grens naar de oppervlakte, die naar
mate van de vruchtbaarheid van den bodem voor de
eene streek te hoog, voor de andere te laag zou zijn.
Dit is zeer Juist gezien. Het is de w a a r d e en geens
zins de grootte, waarin zich de productiviteit van i
een nerceel weerspiegelt. De waardegrens is ruim ge
steld om den landarbeider de gelegenheid te geven,
ook in streken, waar de grondprijzen en bouwkosten
hoog zijn, oen plaatsje overeenkomstig de bedoeling I
van de regeling te verkrijgen. In sommige gedeelten 1
van ons land, inzonderheid op het zand, zal aie greni
meestal niet behoeven te worden bereikt, maar het
was bijna ondoenlijk in elk bijzonder geval in vor-
band met plaatselijke omstandigheden te laten vost-1
stellen, hoever de landarbeider bij den aankoop mag
gaan. Het zal noodig zijn dat, met het oog op do fi- j
nancieele draagkracht van den landarbeider, tusschen j
deze en het college (vereeniging of gemeente) over-1
leg wordt gepleegd.
Een plaatsje op kleigrond zal in den regel niet
grooter behoeven te zijn dan H.A. In heidestreken
zullen voor f4000.— de plaatsjes ettelijke Hectaren
groot kunnen zijn. De wet kan dan ook van groote
beteekenis zijn voor streken, waar nog heidegrond is
te ontginnen.
Stel dat d© aanvrager aan een plaatsje van f 4000.
wordt geholpen; f400.moet hij dan zelf betalen.
Van het overige bedrag ad f 3600.— moet hij dan ge
durende ten hoogste 3 jaren na het aangaan der
schuld 4 rente betalen, d.i. f144 per jaar. Daarna
geschiedt de betaling dezer rente -met de aflossing der
schuld in 30 annuïteiten, ieder groot 5X van ge
noemd bedrag d.i. f208.80 per jaar.
Na dertig Jaar is het plaatsje het eigendom van den
landarbeider. Hij heeft voorzeker hard moeten wer-
kon, maar hij zal zijn arbeid bekroond zien met het
verkregen onroerend goed en met de zekerheid, dat
hij op zijn ouden dag niet aan de publieke liefdadig
heid zal zijn overgeleverd.
T>s anti-rtvclutiomiairt partij Mttft ccniiduent
vasthouden aan de oudt coalitie, ztl aal dia blijven
aanprijzen, ln 1929. ook ale de Chr. Hlet, niet mee
doen. en er due van een coalitie-regeering geen
sprake zal kunnen zijn.
En de R.K. Staatspartij? Hier is in de partij de
strijd in vollen gang. De vrienden van de coalitie
roeren zich heftig en de tegenstanders van het sa
mengaan met de protest, christelijke partijen, spe
ciaal met de ch ist. hist. partij, laten zich ook niet
onbetuigd.
Nog acht Nolens de uiterste noodizaak niet aan
wezig. Maar ook hij ia behalve leider, ook uiüvoej-
der van den wil der zijnen. Van den uitslag van
den strijd in de katholieke partij hangt naar onze
ove tuiging 's land© politiek in de naaste toekomst
af.
Indien de van Wijnbergen© hier nog eenmaal de
overwinning behalen, dan zullen wij opnieuw een
•xtraVparismentalr bewind krijgen; dm zal men
zien. hoeveel kletere btl de etsmbue van 'W weg
blijven of blanco etemmen. Want zoo zullen zij
redenee en. dan krijgen we toch een machtelooce
Tweed© Kamer.
Maar als de democratie ln de Katholieke partil de
overwinning behaalt, dan zal er biji de stembus van
I920 warm worden gesti eden; dan zal weer begin
sel tegenover beginsel worden gesteld, dan zal weer
belangstelling worden- gewekt voor 's landa politiek.
Zoo maken. de omstandigheden, dat de strijd, in
de R.K. partij ook voor de andere partijen ven
-Toote beteekenis is. Ja. dat d.e uitslag van de stem
bus van 1929 zal kunnen worden voorspeld uit de
samenstelling van de lllsten van kamercandidaten,
die d© R.K. zal opstellen-.
De georganiseerde R.K. kiezers hebben voorlooplg
de ichting van de ontwikkeling van het parlemen
tarisme in ons land in handen.
onder leiding van GEO VAN DAM.
Ein v»rllMbM*k*niBg.
Een heer gaat een winkel binden en koopt een
hoed van f 12.60. HIJ legt eon hankje van f 60 op
de toonbank, dat door den eigenaar van den winkel
bij zijn buurman gewisseld wordt. De kooper krijgt
zijn f47.50 terug en gaat met zijn nieuwen hoed
de deur uit. Hl) Ie echter nauwelijks weg, of de
buurman, die het geld hielp wleeelen,
komt leggen, dat het bankbiljet valeeh ie, en
de eigenaar van den hoedenwinkel moet de volle
waarde terug Betalen.
Hoeveel verliest hij hierdoor?
Een opschrijfkwestle.
fioe zoudt go in cijifers: twaalf duizend twaalf
honderd en twaalf schrijven?
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
uit ons voorlaatste nummer.
Amersfoort,
A. OVER
No. 102. „De Pientere Hotelier".
Onze hotelier kan de flesschen op verschillende
manieren rangschikken. Wij geven h-ier een paar
voorbeelden:
Eer we een jaar verder izijn, zullen de voorbe
reidingen voor de Kamerverkiezingen in vollen
gang zijn.
Het is een oud gebruik, dat bij. de discussies over
de begrooting voor het jaar, waarin de verkiezingen
vallen, de verschillende partijen zich uitspreken
oyer de gediagingen van het Kabinet, de regeoringe-
partijen trachten dan aan te toonen, dat het mi
nisterie zich aan zijn program heeft gehouden, ter
wijl de oppositie-partijen pogen te bewijzen-, dat 's
lands belang gediend zou zijn bij een „omgaan" van
de regeering.
In bet najaar van 1928 zal men zich aan dit ge
bruik niet kunnen houden. Er zijn immers geen
regeeringspartti-en en er is geen oppositie. De regee
ring heeft geen bepaald programma en blijft slechts
zitten tengevolge van de onmacht of de onwil van
een of meer partijen, een regeeringsmeerderheidi te
vormen.
Toch teekent zich reeds iets af van wat de be~
grootingsdiscussies ons zullen brengen. Zoowel on
der de liberalen als onder de katholieken zijn er,
die een ex tra-parlementair Kabinet niet zoo kwaad
vinden. En van die zijde is wellicht een verdediging
te verwachten van het kabinet, niet alleen omdat
het is opgetreden, maar ook om zijn ge9tie.
Voor de staatslieden van conservatieven huize
toch is een extra-parlementair kabinet een uit
komst. Zoolang het niet behoeft been te gaan om
plaats te 'maken voor een democratisch ministerie,
blijven zij, de conservatieven, feitelijk de regeerings-
paitij. Er komen geen democratische stoutigheden
uit de departementen en er is maar weinig staats
manskunst noodig om onwelgevallige wetsontwer
pen te laten duikelen. Tegen afstemming van wets
ontwerpen- bestaat veel minder bezwaar dan onder
een parlementair bewind, omdat noch de afzonder
lijke ministers, noch het geheele kabinet, licht imet de
portefeuille rammelen.
De tegenwoordige toestand is derhalve een ideaal
toestand voor deminderheid. Schoon minder
heid in den lande en in de Volksvertegenwoordiging!
wordt er geregeerd in haar lijn.
Dit is wel het ernstigste bezwaar tegen- het extra
parlementair régime, dat wiji thans doormaken.
De democratie in den lande, schoon gezamenlijk
beschikkend over een vrij groote meerderheid, kun
nen hun verlangens niet zien- bevredigd, de con
servatie-ven besliste minderheid, hébben de regeering
in hunne macht.
De regeering ziet dit natuurlijk heel goed' in. Zij
heeft de Kamera noodig voor het goedkeuren der
begrootingen, maar voor niets and era. Zij stelt zich
niet ten doel, bepaalde maatregelen tot stand, te
brengen. Och ja. zij poogt enkele, in de kleuriooze
zone gelegen onderwerpen, in wettelijken vorm te
gieten. En zij legt die ontwerpen aan de Kamers
voor. Neemt zij ze aan. dan is het goed, neemt zij ze
niet aan, dan is het ook goed.
De regeering blijft in elk geval aan; er moet nu
eenmaal worden geregeerd. En daar er geen heusch©
regeeriDg ia, moeten wijl het maar met een surro
gaat doen.
Het is daardoor in de noiititek de dood in den pot.
Wel zal in de Tweede Kamer de meerderheid zich
ln beginsel keeren ^tegen hen, die een extra-parle
mentair kabinet als'schoonste uitvinding van dezen
tijd aanprijzen, maar het zal van een deel van die
meerderheid mat klinken. Wi.fl zij weten, dat hun
prediken van de noodzakelijkheid van een parle
mentair ministerie theorie ia/ Wijl zij moeten- ver
wachten. dat de regeering hun zal toevoegen: wij
zijn -het roerend met U eens. Zorgt gij' voor een
parlementaire -meerderheid en wij gaan heen.
Zoo zullen als de omstandigheden niet veran
deren, de komende dfecussies ons niets nieuws
leeren on ons niets nieuws brengen. De besprekingen
over de begroeting van 19» sullen ons niet nader
brengen bij- de door de meerderheid ongetwijfeld
gewenschte parlementaire regeering, tenzij....
Ten-zij de georganiseerde kiezers, die de verzwak
king van de -volksvertegenwoordiging met leede
oogen zien, in hunne kiesvereenigingen en partijen
duidelijk blijk geven van ontevreden-héld met den
bestaanden- toestand^
Zullen zij dat?
Het is verre van zeker.
In de liberale staatspartij is wel gepraat over mo
gelijke Dartli-comhinaties, maar iets concreets is er
niet gezegd. Het is zelfs de vraag, of men er heeft
bedoeld, dat men berei' is zich met de drie vroe
gere coalitie-partijen te verstaan Is het gesprokene
een proef-ballon? Dan schijnt het wel vast te staan,
dat de leden- van den Vrijheidshond. die zich nog
liberalen weten, tegen zulk een combinatie verzet
zullen aanteekenen.
De Christ. Hist. partil- kan voorlooplg met
goed fatsoon niet weer in coalitie gaan met de
R K. Staatspartij' Het is wel zeker, dat deze partij
geisolee-d. ter stembus 7,al willen gaan.
De rede van Mr. Schokking in de Alg. Verg. van
de C. H. Unie gehouden is niet veel meer dan een
variatie op de volksuitdrukking, dat het kan vriezen
of dooien.
Tafel
Vol
Halfvol
Leeg
Totaal
No. 1
2
S
2
am
3X fl.
No. 2
2
3
2
3X fl.
No. 8
2
1
2
m
SH fl.
i.«i ,i
Totaal:
7
7
7
Tafel
Vol
Halfvol
Leeg
Totaal
No. 1
S
1
3
3X fl.
No. 2
3
1
3
3X fl.
No. 3
1
5
1
3X fl.
Totaal:
7
7
7
flesschen
De meest handige oplossing is echter, dat hij een
voudig de maat neemt van den inhoud van oen
halve flesch en dan de 7 volle flesschen ieder voor
de helft ledigt in de 7 ledige, waarna hij op iedere
tafel 7 half volle flesschen kan plaatsen en geen
enkele gast in den beginne een geheel leege flesch
zal grijpen, want dat zou al heel gauw in de gaten
loopen.
No. 103. „Gewichten".
De vijf gewichten van een half pond zijn de vol
gende:
X pond, IX pond, 4X pond, 13X pond, on 40X pond.
Om de hier tusschen liggende gewichten van 1
pond af te wegen worden de gewichten als volgt
op de belde schalen der balans verdeeld.
In de gewichten
schaal:
In de waren-
schaal:
Om
1
pond te
wegen:
IX
P-
de te wegen waar een X p.
Om
2
pond te
wegen:
IX
X p.
alleen de te wegen waar.
Om
2X
pond te
wegen:
4X
P-
waar -f IX on X p.
Om
3
pond te
wegen:
4X
P.
waar -f IX p.
Om
5
pond te
wegen:
4X
_L
X p.
alleen de waar
Om
5X
pond te
wogen
4X
IX p.
waar X p.
Om
6
pond te
wegen:
4X
IX p.
alleen de waar
Om
6X
pond te
wegen:
4X
IX X p.
alleen de waar
Om
7
pond te
wegen:
13X
P-
waar -f £X IK *f H p.
Om
7X
prnd te
wegen:
13 X
P-
waar -f 4X IX p.
Om
8
pond te
wegen
13X
X p.
waar 4X IX p.
Om
8X
pond te
wegen
13X
P-
waar P*
Om
9
pond te
wegen:
13X
P.
waar -f M p.
De onvergen]kell]lte Kwaliteit
b bet «helm vu ket BOotMuccei.
hetwelk Perail heeft en daaraan alleen
dankt het zijn algemecne bekendheid,
Wfwrtend WuthmlddeL
Zeker, et wordt U dlkw|Jli leb
aangeboden, dat .even goed"of zelfs
.beter dan" Perail zou zijn. Laat U
echtet niet van de wys brengen:
PereU b het meert rolnurkte
wetcnmlddel, dat men riek kan
denken, er bestaat niets betets 1
en zoo verder.
Om 60 pond -te wegen worden alle gewichten ln de
schaal geplaatst, behalve het X pond.
van S. Kuiper Cz.
Zwart: 12.
7
6
op
10
11
15
6
16
ma
n
y/jm.
20
5
21
Hf
SB
25
26
•;-r
30
4
31
Wffm
35
3
36
Ws,
40
41
45
2
46
1 -f
50
1
Wit: 12.
De diagramstand ln cijfers behoort te zijn: Zwart
12 schljiven, op 8—13 15 18 18 19 21 en 25. Wit 12
schijven op 22 27 28 30 32 33 37 38 42 43 45 en 48.
Wie zonder bezinnen
Een achljf denkt te winnen,
Graaft, tot zijn itraf,
Zlin etsen grotl
OPLOSSING PROBLEEM No. 104.
van W. C. J. Polman, Den Haag.
De dlagramstand ln cijifers was: Zwart 14 (chjJVen
op 3-6 8 12-14 16-19 23 en 24. Wit 14 schijven
op2526 30 32 35 37-39 42 en 47-19. Wit .peelt al.
lokzet 39—34 en zwart meent op de bakende ma>
nier een echljf te winnen door 24—29, doch .door
middel van den vrijen zet 37—31 haalt wit vervol
gens dam Wit 39—34 24-29 37-31 29X40 35X44
14-20 25X14 19X10 28X19 13X35 en zwart heeft
een schijf gewonnon, maar nu wit verder 28—21
17X28 27-21 16X27 38-32 27X38 of 28X37 en wit
43X21
van Mackenzie en Laws.
Zwart: 4.
a b c d e
Wit: 10.
De diagramstand behoort te luiden: Wit Ka4, Dg3,
Tb2, Thl, Pf4, Ph6 ,Lal, Lc4 en twee pionnen op
d6 en g2. Zwart Kd4 en drie pionnen op c8, d7
f3. Wit speelt en geeft mat ln twee zetten.
OPLOSSING PROBLEEM No. 105.
van H e n r i R i n c k.
De diagramstand was: Wit Kd2, Pb8 en een pi°D
op e7. Zwart Kb4 en drie pionnen o-p a2, d6 en
Wit forceert op de volgende fraaie wijze do winst-
Pb8cö Kb4c5 Pc6—a5 Kc5-b4 Pa5-b3 KWX»
e7—e8D a2—al-D ©8—b5 Ka3-b2 Da5-b4 Kb2~»
en Kd2—c2U Of als zwart op den eersten zet
woordt met Kb4—bö, dan gaat wit verder mst *'c\'
d4 eniz. wint eveneons. SpeoR zwart daarentegen M
dén eersten zet Kb4a3, dan loopt het spel ver l*j
met wit e7e8D a&-«dD De8-a8 Ka3-b2 DsM7
Kbfr-a3 dW—b4 Ka£-o2 Kd2-d ens. wiatl
eerder
1!