1 GRABBELTON. WETENSWAARDIGHEDEN. Waarom zingen de vogels? I- lat ren goede jachthond? Dat ligt er aAn, of hii veel St Antonis-varkens. Wie is baron von Himfeld. De heilige stieren der Egyptenaren. De wind in spreokwijz n. r WARE WOORDEN. ■i' 1 'Cï Maria, wat beteekende dit aoldaat ia de keaktn. grUterer avond Het beteekent, dat u «een hond behoeft te nemen voor dr kllekiet, mevrouw. la het U bekend: d at de omvang van de bereenen in bet geheel geen verband houdt met het veratand van den becttter? d a t de beroemde Frantch» aehrl) ver Anatole Franco hereenen had, die aleohta 1180 gram wogen? d a t de hereenen van Lord Byron 1807 gram wogen en die ven Sohu- bert 1420 gram? Dat de hersenen van den g6mdddolden menech 1360 gram wegen? dat er plannen In uitvoering zijn om de kracht van de maan dienetbaar aan de mcnechen te maken? dat het Noordelijkst» eiland ter wereld te Cre/lg leland, op 880 mij len van de Noordpool gelegen? dat de maan lmmere eb en vloed teweeg brengt? dat men het vereohll In water- etend door de maan veroortaakt, wil omeetten in kraoht, bijv. eleo- trielteU? dat in Berlijn een eoort too- neelkijker gefabriceerd wordt, dier men ela een bril kan dragen? dat een beroemd renpaard van koning Edward VII Indertijd voor een bedrag van 700.000 gulden aan prljaeo won en ale dekhenget mee: den twee mlllloen gulden ln de ko ninklijke kat bracht? .dat ljeberen dagen lang met re- gelmaitigen slag 4 4 5 K.M. per uur zwemmende kunnen afleggen in de ijekoude Poolaee? dat een Pool-erpedltie meer dan een half millioen gulden koet? foiefine. dit la niet om te etenl Kook ont iet» ander» en et| dit aelf maar op. ZIJ »IJn opgevolgd door ander» adellijk» geelachten en de bouwval, heelt den ondergang van het een» ioo machtig» geelecht der Brederode'e, gelijk ven tel van andere geelachten ln Holland en Zeeland en andere provinciën, aanachouwd. Zelf» heeft RaynouVa opvolger van gal Ijken neem, dl» door kelitr Maxl- mlliaan tot ridder werd geslagen, den burcht ge- 'ee'telllk laten herttellen, van nieuwen lultter voor aten, maar wat mocht het baten tegen den tand dea tilde? De Spanjaarden achtten niet op den roem van het ve'leden ZIJ vernielden met schennende hand. 7ro la het eenn aoo machtlve slot. dat men vaak ve---oe's belegerde, geworden de 'bouwval van nu Mr-r 'tea even1» laat, wanneer men daar aou ver toeven, en de taal ven de ongeziene dingen ro'.i -eaetnan zou man menlvmaal stoutmoedige rldde-s. •rnt1'" In de omgeving blikkende Jonkvrouwen eii e-" mvo'o van Jotteran en krlJgeJleden kunnen te- -enkomen Voor wie maar over een greintje lente. «<e beschikt, i* de bouwval van B-ede-ode niet doodt „Rott. Neblad." DE ..ROMANTISCHE" OPVATTING DOET NIET LANGER OPGELD, ninke tolman, schrijft aan de N.R.Crt.; Vlot vraagstuk, waarom do vogols zingen, 'Is een probleem, dat al vele pennen ln beweging heeft ge bracht. Al wijken de opvattingen dienaangaande rog steeds aanmerkelijk van elkaar af, niettemin kan worden vastgesteld, dat tegenwoordig de kwes tie nuchterder, d.w;z. wetenschappelijker wordt be keken en men over 't algemeen het anthropocen- trisch standpunt heeft verlaten, zoodat men bij de vogels niet langer menecholljke gevoelens en be weegredenen veronderstelt In verband met het bovenstaande loont het kennis te maken met oen artikel van den Engelschen publi cist op natuurhistorisch gebied E. M. Nicholson, dat wij tegenkwamen in de Daily News-Westminster Gazetto van 10 April Jl. Schrijver begint met op te merken, dat de ornithologen, zooals de meeste men- schen nog doen, vroeger dachten, dat de zang der vogels beschouwd raoeet worden als een loflied, waarin tij óf hun opgetogenheid over de schoonheid der natuur uitten, óf een meer persoonlijke waardoe ring van een aangebeden wijfje, dat, naar men aan nam, ln da buurt beschroomd zat te luisteren, ver borgen achter 't loof. De geduldige onderzoekingen van Eliot Howard hebben er echter vooral toe bijge dragen, dat de oude opvattingen als een kaartenhuis ineenstortten. Het heeft altijd een beetjl vreemd geleken, aoo betoogt Nicholson, dat Juist in het seizoen, wanneer zoo veel werk moet worden verAcht, in zoo beperk ten tijd, de mannelijke vogel dag na dag zou ver spillen door zijn wijfje serenades te brengen of te uiten hoe uitstekend hemi het leven beviel. Zeker: het was heel lief van hem haar arbeid wat op te fleuren, maar men vermoedde, dat het wijfje een meer priactische samenwerking in de eerste stadia van t groot brengen der jongen meer op prijs zou stellen. Zelfs na het uitkomen der jongen, wanneer het mannetje genoodzaakt was deel te nemen aan bet voederen van het kroost, kon men soms vast stellen, dat de vogel het voedselzoeken onderbrak en in verrukking die echter wel een beetje ongelegen kwam den bek gevuld met rupsen, opende. Dit alles leek moeilijk in overeenstemming te bren gen met „the survival of the fittest". Wanneer de zang geen verder strekkende beteekenis had, waar om waren dan de vogels, die aldus den kostbaren tijd verspilden, niet van het wereldtooneel verdwenen ten gunste van die exemplaren, welke een strenger •Mi»er heeft. plichtsgevoel bezaten? Het mysterie bleef onopgelost, totdat men inzag, dat de tot dusver heerschende opvatting omtrent hetgeen er Jn den paartijd gebeurde, onjuiet wat. Het mannetje was geenszins een troubadour, die het erop aanlegde met aijn zang het hart van een wijfje te vermurwen. Zijn eerste daad bestond, naar men ontdekte, hierin, dat hij tich vestigde op een ge schikt etuk grond, waar tich tornt geen enkel wijfje van zijn soort in een omtrek van honderden mijlen bevond en daar al zingende to blijven, totdat een wijfje opdaagde. Het was het wijfje, dat het manne tje uitzocht en niet omgekeerd; een mannetje, dat .een goschiktt „home" kon aanbieden, had ook geen kans. De zeer nuttige bedoeling van den zang was, het wijfje blijk te geven van zijn aanwezigheid en hij liende tevens om ongewenschte rivalen tijdig te waarschuwen, dat hij irf zijn gebied in de allereerste plaats rechten kon laton gelden. Het zingend mannetje knapt dus een zeer noodza kelijk karweitje op: het voorkomt hot"binnendrin gen van andere vogels in do jachtgebieden, dio hot voor zich moet reserveeren, de Jongen behoorlijk van voedsel voorzien. Mededingers door een waar schuwing verre van zich te houden is eenvoudiger dan met hen te vechten, maar het is steeds bereid den strijd aan te binden, wanneor zijn „wenk."" niet begrepen wordt. Trouwens: ln de practijk loopt, het dikwijls op een vechtpartij uit. Beteokent de ontdekking van wat er inderdaad aan den vogelzang vast zit do vernietiging van poözdev Op het eerste gezicht lijkt dit wel zoo, aldus de strekking van Nicholson's betoog, maar ln werke lijkheid neemt ware dichterlijkheid thans de plaats ln van valsche. Ook de Duitsehe natuuronderzoeker prof. Konrad Günther (men vergelijke zijn werkje „Het leven der dderen", uitgave der Maatschappij voor Goede en Goedkoop® Lectuur) komt tot vrijwel dszelfde con clusies als Nicholson en karakterisenrt den vogel zang als een strijdroep, terwijl de mannetje# tevens, naar hij zich uitdrukt, hun bestaans- en eigendoms rechten uitzingen met betrekking tot een bepaald gebied en een bepaald wijfje. Toen wc trouwden, heb ben we gezworen lief en leed met elkander te sullen deelen. En nu miin vrouw tandpijn heeft, speelt ze piano. Dan lijdt te tenminste niet alleen. In d» middeleeuwen zag het er ln de steden met haar nauwe en kronkelende straten, allerbedroevend uit, want deze straten waren ongeplaveid, en dus vaak modderpoelen gelijk, waarbij kwam, dat de al- val door de bewoners meest op ds straten werd gede poneerd, waar dit diende tot voer van da varken», die meest ongehinderd door de stad liepen. De var kens bleven langen tijd de walgelijke verpesters van markten en straten, want zells ln de aanzienlijkste steden stond het vrij, alle beervarkens ongehinderd langs de huizen te laten rondloopsn, wat ln sommige keuren der steden uitdrukkelijk werd toegestaan. In verband daarmede vinden wij opgeteekend, dat de zoogenaamde St. Antonls-varkena genoemd naar hun boacharmhelllge St. Antonlus van Padua, met wiens teeksn zij gemerkt worden en aan wlen zij op dia wijze werden toegehelllgd beschouwd wer den als recht te hebben, om zonder hoede langs de straten te loopen en zich ten koste van het publlak ta voeden en wel als daartoe privilegie hebbende van dr Hoogste Korkclljke macht. Uit een publicatie van Ut recht d.d. 1419 wordt aangehaald: Want de-Ilaad heelt vernomen, dat sommigen haar varkens, gelijk die var kens, dis ln de oere Godts en St. Anthonys gegeven zijn ook teykenen, en contreleyten St. Anthonlus teyken, en sommige Heden nemen ook 8t, Anthonys vorekens, end» houden tij mlt allen, end» verschalken aldus Gods ends de hsyllgen end» den Baad. Daarom verbiedt de Baadt enz. Eerst na de Horvormlng werden de Nederlandsche steden van deze varkens verlost, maar nog tot op den huldigen dag wordt, al bestaat er wel nergens meer een privilege van het houden van varkens op openbars pleinen, straten ol wogen, blijkbaar het St. Antonls-vorken nog ln eer» gehouden. In zeer veel dorpen ln West-Brabant laaft hst St. Antonls-varksn ln ssrs voort. In Nltuw-Borgvllet bij Bergen op Zoom wordt ln den loop van ds maand Januari, tsr herinnering aan het St. Antonls-varken ln oen daarvoor aangewezen herberg een „varkenskop" eenlgo malen verkocht, en de Ilnancieele ultkomat is voo r de kerk, die aan St. Antonis met hot varken ls oegewijd, terwijl ook nog op andere wijze de Heilige van dien naam op kerkelijke wljge wordt herdacht Baron von Htlnefeld, die thans met zijn vriend Ka pitein Köhl en zijn sportcollega Cdr. Fltzmaurtc, els eerste den Oceaan van Oost naar West heelt overvlogen, is ln ons land geen onbekende. HIJ kent als trouws begeleider van den Dultechen ex-kroon prins de eenzaamhold van het el land W i e r 1 n g e n. Sommige winkeliers van Amsterdam tullen ilch herinneren het knrnktorlstleke adelearsgezicht met het strak ingeklemde monocle, toen hij. in 1919 en 1WO In de Kalverelraat, de Leldsche- en Utrechtsch, - straat sijn Inkoopen deed. Vaak kon men hem, in gedachten over de toe komst van »ljn vaderland verzonken, zien zltton ln de Kollle HAG Lunchroom op het Damrak. Soms ■vos hl) druk aan het radeneeren met den uitvinder van de Kollle HAG, Dr. Roeellu». En vófir hU ver- trok werd eerst nog een baaltje coffeïnevrtje Kollio HAG besteld voor de huishouding op W i e rl ng e n. Overtuigd, dat alleen door kalme berekening en over leg grooteehe plannen kunnen elegen, werd Hüne- (eld slch bewust van de zenuwprlkkelende werking der eoftelne. Een gezonde geest in een gezond 11- ohoam was steeds zijn principe. Ook bij de eerste poging verleden nasonwr heelt Htlnefeld gror-e zorg oen de keuze van de proviand voor den oceaanvlucht besteed. KofMe HAG was toen ook aan boord. Kalm berekenende moest hij toen tot ommekeer besluiten, omdat bleek dat zijn „schuitje" tegen hst geweld dar opkomende natuurkrachten niet wa* opgewassen Kalm nam hij smalende opmerkingen op den koop toe. Mear niets kon hem weerhouden zijn plannen ta vervolgen. Ook voor het vertek uit Baldonell voorzag hij zijn vliegtuig de „Blremen" met Kollle HAG. HIJ wiet, dat het voorgenomen werk kalme zenuwen ver slechte. Door een telegram heelt hij dit aan zijn oud» leveranciers, de Kollle HAG My., nog medegedeeld en na 38 uren 1» hij met zijn tochtgenoten de gevier de held, die een' nieuwen steen heelt gelegd op het gebied der toenadering der landen en volken; want de ultnoodlglng aan den Ier Fitzmaurlce zal zeker niet zonder bedoeling zijn geschied. De Egyptenaren too verhaalt HcrocLotus be schouwen de stieren als aan Epaphus gewijd. Voor zij geofferd worden, worden zij zorgvuldig on derzocht. Als zij één enkel zwart haar aan zijn lichaam kunnen ontdekken, wordt hij onrein geacht. Daarom wordt een priester bepaaldelijk aangesteld, die het dier staande en op zijm rug liggende, onder zoekt. Ook zijn tong wordt naar buiten getrokken en hij ziet of die vrij is van de smetten die in hun heilige boeken worden aangegeven. Ook de staart wordt onderzocht. Elk haar ervan moet ln zijn natuur lijken en behoorlijken vorm groeien. Indien de stier in al deze opzichten vlekkeloos blijkt, maakt de priester het papyrus-touw rondom zijn horens vast)® hij legt dan een papje van aarde op den stier en drukt er zijn zegel o,p. En het dier wordt dan plechtstatig weggevoerd.. Dit zegel is van soo groot belang dal het offeren van een dier dat het niet heeft, als een halsmisdaad wordt bsschouwd. Het gaat ham voor den wind (het gnat hom vooi spoedig). Er waait geen wind of hij ls Iemand dien stig (elke zaak heeft ook haar goede zijde). Hij zio in don wind. (Hij geeft acht op hetgeen gebeuren kan). Iemand den wind afnemen (hem van zijn voor i Koi doel borooyen). Wind breken, wind mukon (snoeven onnoodige drukte maken) zoo zogt Vondel; „D' on zekerheid van den oirsprong des Nijls, daer d'Efeyptl» scho neuswijzen zoo veel wlnts om breecken" Door den wind gaan (beschonken omver vallen). Hij waalt met alle winden mee. (Hij praat ieder naar den mond). Alle havena schutten geen wind (niet alles strekt tot eer en voordeel waar men dit van ver wacht). Men kan van den wind niet leven. Een schipper mag geen wind verleggen. (Men moet geon gelegenheid verzuimen). In die wateren heeft men veel Noordenwind (kruisen zeeroovers). fa» Het snoer is te kort, maar dat is niet erg, want totnutoe heb ik toch nog niets gevangen. MO 0< de b< J«4t. djn vr inblik llsoe vsrt gehs itlngi Br", i boil( tul: «bi, lu< geble in boe la blo •M et tafel* dtn bi 'SB." IViijbk Hts tij kolen den I loboor leel b« Contra-beloofd Bankbeairfbte: „Nu JU bij den schouwburg wel kan je mij wel eens 'n paar plaatsbiljetten stureb Bureaulist: „O zeker, als jij van jou kant mtj 'n paar bankbiljetten zendt". Weekend-romantt Zij: „Hoor 's, lieveling, hoe rhythmlsch hier specht klopt!" Hij: „Och kom, dat is-de kantoorjuffrouw van W| hotel, die op hoer schrijfmachine tikt". Het was; „Jansen draagt z'n vrouw op z'n handen". „Dat komt omdat hi) haar goon auto kan gevsn,"' Fantastische gewaarworitt?| O, Miep, ik had toch zoo'n gek zinkend i toen Keea probeerde mij te kussen! Wee je dan nog nooit eerder gekust? Niet door eèn matroos van een dulkbootl UI Hoeveel geluk hebben vele nul schen, en toch loeren ze nooit W geluk kennen: cpdl Jebl me ie n| •Hel ,K 01A1 9vr< Mi, Veel leert ds Jeugd op de Mocht sehlllende scholen, dooh MW' *0»lt sching van da eigen gedachten M *JJi nnnkwoekon van zolfvortrouwf» y 4 behoort nog steeds niet tot d» l,,f' ochr. ll»N «MC, Tegonstandors met open worden het meest miskend, Geloof lil ook niet, det heer verdriet veel te groot is von- coo'n klein zakdoekie? Gehuichelde deelneming »n sohe eteencn zijn meestal hleraeb herjtennan, dat sJJ te groot lil*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 22