UITSLAG PRIJSVRAAG
VROUWENRUBRIEK
Uitgeschreven In ons nummer d.d.
14 Maart 1928.
Ik moet beginnen te bekennen, dat het voor
ons moeilijk was te beslissen aan welke
inzendster een prijs toe te kennen. Elk verhaal
had iets bijzonders, allen hadden ze zooveel
aantrekkelijks. Men kon zien, dat de moeder
aan het woord was.
Onder alle ingekomen stukken, was er één
bij hetwelk door een „Vader" was ingezonden.
Het feit alleen al dat een „man", die in dit
geval ook de plaats van „móeder" innam, zich
de moeite getroostte een opsomming in aardige
verhaaltrant te geven van de eerstgeborene,
vonden wij sympathiek, en na lezing van alle
opstellen, hebben wij besloten aan hem den
eersten prijs toe te kennen. Uit dit verhaal
blijkt zooveel liefde, zooveel zorg voor „zijn
jongen". De schrijver verzoekt ons geen naam
te vermelden.
2e Prijs: Mevz. Haartman, HoarLstraat 12,
Zandvoort
8e Prijs. Rla Verhagen, oud 2 jaar, Teding v.
Berkhoutstraat 2, Haarlem.
A.S. Zaterdag kan aan ons kantoor, Klokhuis-
plein 1, Haarlem, door elk der prijswinners een
bon worden afgehaald en kunnen zij naar eigen
keus in de door ons aan te geven winkel een
cadeautje uitzoeken.
Troostprijzen.
De overige fnzendsters breng ik hartelijk
dank voor de door hen ingezonden opstellen en
wij hebben besloten aan de 10 besten een troost
prijs toe te sturen.
Portretten en opstel worden ten spoedigste
door ons geretourneerd.
m mooie mantel in beige drapella, waar
de rok aan de voorzijde aardig wijd
a&t daar deze hier ,;in vorm" gesneden is.
bovengedeelte is geïncrusteerd met inge-
t stukken
noodigd: 3 M. 76 in 1 M. 20.
in alleraardigst en zeer gekleed wandel-
t in een banaankleurig crêpe satin, gé
it aan het middeL
Rok en bovenlijf, evenals de groote strik zijn
in bruin crêpe satin, passend bij de japon ge
kozen.
Benoodigd: 4 M. 25 in 1 M.
Een fantaisie-tailleur in amandelgroen kasha.
De rok is van fijne plooitjes voorzien, het
manteltje bloest een weinig in de ceintuur.
Benoodigd: 8 M. 76 in 1 M. 20.
DE KINDERKAMER.
t „schommelend wiegske" i« langzamerhand
le mode geraakt. Moeder trekt niet meer aan
«getouw of zet den voet op de „treeplank" om
]e door de deinende beweging van zijn leger-
i tot zoete rust te brengen. Het is voor 't wei
van den kleinen wereldburger beter, dat zijn
s rustig blijft staan; zelfs is het niet goed, den
erwagen voortdurend heen en weer te bewe-
om het kind in slaap te krijgen,
a jonge moeder^ van dienst te zijn, citeeren
hier wat dr. Cornelia de Lange zegt in haar
„Het Kind":
te muren van de kinderkamer moeten gemak-
k gereinigd kunnen worden. De yloer kan ge
worden of. nog beter, belegd met dik lino-
Tapijten, de verzamelplaatsen mn stof en
sriën, kunien w(J missen.
Vat de inwendige inrichting van de kinderka-
betreft, gelukt het vrij gemakkelijk, tegelijk
«m
fiënisnhe- en aan sohoonheidseisohen te vol-
gemakkelijk weggeschoven kunnen worden!
hygü
En
nkele, reohte gordijnen voor de venste
voor de meubelen, tafel, stoelen, banken, kas-
en voor het speelgoed en de gymnastlektoe-
?,n geldt het devies: eenvoud, ia het kenmerk
het ware. Men moet geen meubelen met scher
ft nten kiezen en ook geen wiebelende stoelen
nfcls. Gelakte meubelen, dia af gewasschen
nen worden, zijn de beste
•o ook behang dat met spons en lap kan wor-
afgenomen.
ien moet jonge kinderen niet in een koude ka-
laten slapen; in koude vertrekken wordt de
eademde waterdamp neergeslagen, die het bed
eed en de kleeding vochtig maken en onaange-
n riekend, wat geenszins onverschillig is voor
gevoelige kindje, nog afgezien van het feit, dat
t opstaan en naar bed gaan 'n uitstekende ge-
nheld tot kouvatten wordt gegeven. Aan den
ïren kant moet men ook niet overdrijven. Ik
meer dan eens de klacht vernomen, dat Jonge
leren 's nachts niet in slaap konden komen,
rbjj dan bleek, dat de slaapkamer te warm
j gestookt."
■en gordijn, dat al te hel iloht wat tempert,
kt, dat het kind gemakkelijker Inslaapt en dat
ilaap dieper is. Daarom raad ik aan, een gor-
te maken van glad linnen, dat gewasschen
worden en dat zonder versierselen wordt op-
ingen aan een rechthoekig gebogen staaf, die
het hoofdeinde van het bedje is bevestigd. Op
manier is bet gordijn geen atofvanger.
i het koude. Jaargetijde moet men het bedje
sns voordat' het kind erin komt, verwarmen
een tip nen kruik met warm water, maar die
k moet telkens worden weggenomen en mag
bij het kind in bed blijven. Aarden kruiken,
met kurken worden gesloten, zijn onpmctisch,
gemakkelijk open gaan of springen en
t_>f l>ed drijfnat maken
art J4&4 ma *UMQ auutf IA aftu I&B Ma
slapen, nooit In dat van een huisgenoot. Het ie
streng verboden, dat een volwassene, zelfs de moe
der, een slapend kind bij ziah in bed neemt. Het
gevaar, dat men op het kind gaat liggen, het
daardoor ernstig nadeel toebrengt. Ja, het zelfs
kan doen stikken, is zeer groot.
rHet bedde goed bestaat ten eerste uit een ma
trasje van paardenhaar of zeegras of uit een stroo-
zak, die als sleohte warmtegeleiders het kind be
schermen tegen te groot warmteverlies. Hierover
komt een vrij groot stuk ondoordringbare stof, het
zoogenaamde „zeiltje" en dan het linnen of ka
toenen lakentje.
„Voor de vulling van het hoofdkussentje kan
men paardenhaar, zeograa of varen gebruiken; het
kussentje moet plat zijn. Naar gelang van den tijd
van het Jaar wordt het kind toegedekt met een
lakentje en 1 2 wollen dekentjes. Dit dek mag
niet vorder dan de kin reiken; mond en neus moe
ten vrü blijven".
BABYKLEERTJES. Orih, hfj is nog maar zoo»be
scheiden en de kleertjes van den jongen wereld
burger behoeven geen opschik, zijn zelfs veel prao-
tischer ails ze niet vol ziften met lintjes qp strik
jes en breede, ruime strooken van kant of tulle.
Want wat. baby noodig heeft, ls een eenvoudige,
liohaaim, zoodtat het vrij la ln al z(jn bewegingen
en geen der organen wordt gestoord. Het te neel
onlogieoh, het teere kindertlchaampje, dat nog
weftke beendoren en slappe spieren heeft, steun te
willen geven door stevige kleeding.
WH men baby doolmatig kleeden, dan geve men
hem op zijn bloote lijfje een flanelletje of een
hemdje, dat gebreid ls uit fijne witte wol. Daar-
overheen een tweede homdjo van katoen, dat tot
aan dep hals reikt, met lange mouwen en met
een schuif aan den hAls, waardoor een bandje ia
gehaald. Reide kloedingstukjes sluiten op den rug
met bandjes, die door knoopsgaten worden ge
haald. Over doze twee lagon draagt het kindje een
Jakje, dat, den tijd van het Jaar in aanmerking
genomen, gemaakt kan zün uit katoen, batist,
heel. of haJfzijde, van dikkere of dunnere wol en
dat ook weer op den rug sluit. Een luier van lin
nen of katoen, of Wever nog, van het zoogenaam
de „sponsdoek" (een stof, die gemakkelijker vocht
opslorpt en die niet koud aanvoelt) en daarover een
tweede luier van flanel of molton, die zoo wordt
omgelegd, dat de beentjes zich vrij kunnen bewe
gen...., meer heeft het wiegekindje niet noodig.
Tenminste niet. in zijn eerste levensmaanden. Geen
snoezige Jurkjee, geen beeldige schortjes, geen
muts, geen kousen en geen sokken. Al dat moois
komt eerst later, ale de kleine peuter ln aanmer
king k«mt cm overdag uit »'n warme mandje te
worden gehaald.
Ie prijswinner.
Het verhaal van den
1sten prijswinner.
Toen Wim ©en half uur oud was en door de
verpleegster in z'n wieg was gestopt, ging
Wims vader z'n zoon eens bekijken en
Wim keek z'n vader aan, kneep één zwart oogje
dicht (hij knipoogde werkelijk volmaakt), keek
nog eens goed en ging toen rustig slapen.
Zes weken oud, lachte Wim als iemand naar
hem keek. Hij was zeer rustig en behalve een
kwartiertje per etmaal longengymnastiek, vond
Wim 't belachelijk om te huilen. Wim was op
Java geboren, maar een jongen van echt Hol-
landBch bloed. De baboe zei, dat de Sinjo
(jongeheer) zoo zoet was omdat hij wist dat
zij voor hem waschte en zij ook z'n kain itam
zwarte-doek kindspek) gewasschen had.
Toen wim 6 maanden oud was, had hij een
paar tanden en oefende overal ln 't bijten, zóó,
dat hij de randen van z'n houten ledikant ge
heel afknaagde.
Eon maand later vond vader 't noodig Wims
lokken af te knippen. Wim zat op een mat
op den vloer en was zóó verdiept in 't beschou
wen van vaders glimmende Gilette, dat hij
niets van H haarknippen bemerkte. Nog een
maand later had het jongemensch de gewoonte
aangonoraen om ln z'n wogen te gaan staan
en liet hij zich staande mot een riem om z'n
middel voortrijden. Bij zoo'n tocht kroeg hij voe
ders vulpon in 't oog, moest dat moois vasthou
den en kwakte 't plots op eon steen, zoodat va
ders vulpen gebarsten of wel naar de maan
was.
Bij *t begin der 10e maand ging Wim inzien,
dat bJj moest leeren praten en zoi mem-mem.
Eon paar wokon later zei Wim JPapH. Toen
hij pas z'n eorsten verjaardag had laton vieren,
begon Wim zich voort te bowegen door staande
z'n eene been voor 't andere .te plaatsen en
waggelde zoo over t gras, terwijl 't hem koud
liet dat hij telkens z'n evenwicht verloor en
dan doodkalm weer opkrabbelde. Ook was de
klimstudlo oon van z'n meest geliefkoosde be
zigheden on Wim gooido blokken en beren en
alles uit z'n babybox om daarna moeite, te
doen er over te klimmen om z'n bezittingen te
rug te halon.
Toen Wim 15 maanden was, kon hij al aardig
praten en was vreeselijkboos dat hij geen
„tjitjak" maar „tjaktjik" kon zeggen. Hij stamp
voette van toorn en gal 't op. Hij begon ook
van lolletjes te houden en hield altijd z'n been
tjes in de verkeerde richting als z'n broek aan
getrokken moest worden.
Z'n eetlusj was enorm, 's Avonds gebruikte
Wim voor z'n souper 1 bord pap, 1 broodje met
een ei,. 2 pisangs en 7 flensjes.
Maar Wim was toch lang niet dik en toen
Wim als een groote jongen een „Oelar" ln de
pot had gefabriceerd, werd de baboe met pot
en Inhoud naar den dokter gezonden, die
wormeneieren vond. Wim kreeg een veel te
grooie (Ml S&fltonino, Gevolg een ernstige
storing in z'n ingewandjes waar hij gelukkig
spoedig bovenop kwam.
Wim was één groote spoel worm kwijt ge
raakt en groeide over als kool. 'b Avonds voor
hij in bed ging wilde Wim, zdbals hij dat
noemde „gè-sellig maA-kenl" dat was in z'n
hansop bij vader op de knie in de voorgalerij
de kranten door elkaar gooien. Ook ging Wim
op z'n 16e maand graag in de „fpoor". Wim
kon best de s.uitspreken, maar voor de p.
was 't altijd een f. Hij koos ook een vak en
werd machinist en conducteur tegelijk.
Wim had eens afgeluisterd dat z'n vader
naar Tjikadongdong was geweest en toen hij
op een avond met vader ging stappen vroeg
hij: JPappie, gaan we naar TjikadongdoDg
wammelde?"
Toen was Wim 16 maanden. Z'n geliefd-
koosde bezigheid was toen een pijp stoppen
voor Pap en daarbij natuurlijk de heele bod
vol tabak strooien. Hij hield erg van opge
ruimde boel en kon bijvoorbeeld juichend heen
en weer hollen ln een leege kamer waar ge
dweild moest worden en waar het meubilair
was uitgesleept.
Hij was een ventje van 17 maanden toen
er eens een inlander met levende eenden op
erf kwam.
Wim bij de eendenmand, had in een mini
mum van tijd ln ieder handje een eend bij de
nek en stapte daarmee naar binnen lang niet.
tevreden dat ie die mooie dingen weer moest
afgeven. - 's Avonds had hij nu uitgovonden
dat hij na het „gè-sellig mAaken" op vaders
rug naar bed moest gebracht, anders wilde
hij niet
Toen kleine broertje kwam was Wim
maanden en ging tweemaal per dag op een
kusputje op de fiets met vader naar 't zie
kenhuis. Als hij dan die inrichting ontwaarde,
strekte ie z'n armpje uit en zei: aaari8„Dan".
Twee dagen later was 't: „Jen". En toen we
j broertje gingen halen was 't al „Jantie"
I Wim was nog geen twee jaar toen hij
's avonds uit z'n ledikant met een hek van 65
c.M. klom, zich liet zakken en losliet, behou
den op z'n beentjes belandde en naar de ge
zelligheid in de voorgalerij kwam. Hij wist
dat ie verkeerd had gedaan en trachtte de ge
dachten af te leiden door een paal, met welks
plaatsing hij wist dat z'n vader ingenomen
was, even te wijzen en te zeggen: „dat ls een
mooie paal Pap".
Op een middag liep H ventje op oen geas-
phalteerde weg ln de schaduw, 't Was er kalm
en frisch on Wim vond: „Hier is 't lekker fijnl"
Toen Wim VA jaar was ging hij naar Hol
land. Toen hij daar nauwelijks een week was
was „boertie Jantie" al begraven, gestorven
aan meningitis, 't Ventje werd onafscheidelijk
van Pap. Hij werd ernstig en zei zoo nu en
dan: „Pappie mag niet weg", 's Nachts schrok
't arme kereltje dikwijls wakker en riep dan:
„Pappie mag niet weg" en was pas bedaard
als hij bij Pap in bed lag. Later begreep vader
't pas. 't Ventje had dingen gehoord die be
sproken werden gedurende vaders afwezig
heid.
Kortom, het arme kind had 't wel wat beter i
met z'n moeder mogen treffen en ging toen hij
i juist drie jaar was alleen met Pap naar Indië
terug.
I Toen hij afscheid nam van „lieve boertie
zei ie: „als Wim op de goote boot is, zal opoe
wel bloempies in 't tuintje van Jantie
j brengen. i
j Op de-goote boot vroeg le of Jantie nog sliep
1 ln z'n tuintje en toen Pap zich niet goed kon
houden zei 't dappere ventje: „Pappie racet
niet huilen, Pap is toch een flinke man!"
Toen was 't mannetje 8 jaar!
Wim klauterde geregeld naar de boven
couchette van Pap om te kijken of die er nog
wel was. Te Priok werd Wim op een koffer
gezet in de douaneloods en zat pal tot Pap
terug kwam.
Terug op Java vond Wim t het heerlijkst
in 't bad. Daar was hij met geen stok uit te
krijgen.
Toen Wim 4 Jaar was had Pap een heusche*
lijke ponny voor hem gekocht en Wim zat fier
in de stijgbeugels. Toen vader zei: Wim kan
goed paardrijden, zei Wim; „dat is niet rijden,
dat is paard-loopen; d'r zitten toch geen
wieletjes onder". Dat was echte kinderlogica.
Wim werd de schrik van de baboe's. Die
schoot hjj met pijl en boog en passeerende
Inlanders schoot hij met steentjes uit een ge
weertje en had natuurlijk de grootste pret
wanneer er een zich liet vallen en zei dat ie
„mattl" was.
Kwam er een koopman op het erf dan vroeg
Wim zeer beleefd: „Mot Je?" Dat had le mis
schien wel eens van Pa gehoord en vond 't
natuurlijk prachtig. De eieren haalde hij uit
't leghok en liet ze meest uit z'n vingers val
len voor ze binnen waren. Voor z'n kinder-
Juffrouw had Wim geen sikkepit respect. Die
.on alleen met hom opschieten als ze ook op
z'n vliegende hollandor ging zitten.
Toen hij M Jaar was ging Wim voor do
twoede maal met z'n Pap naar Holland. Wim
at niet aan boord, ook ln peneions at Wim
bijna niets.
'Pap maakte korte metten, richtte een huis
in en Wim was thuis en Wim werd flink.
Hij tuinde graag on sprak van „tuinboonen
toppen" en „dubble stamslaboonen zaaien"
enz. enz.
Helaas moest Wim weor mot vader naar
Indië terug. Aan boord at Wim weor niet, wel
was hij wild en haalde streken uit. Zoo was
hij op. een middag op het afdekzeil van 't
kinderdek geklommen langs een touwladdertje
en werd daar pas later door de linnen juffrouw
ontdekt en gesommeerd weer langs z'n ladder
af te dalen. Dit terwijl z'n Pap was lunchen.
Toen vader hem vroeg of hij erop gestaan
of gekropen had, zei ie: gekropen natuurlijk,
want m'n schoenen glijden, maar m*n handen
niet
Wim kreeg de mazelen en kwam ziek aan.
Hij herstelde en ging naar school. Hij was Juist
6 jaar geworden, 't Jongske is 2 maal 2 dagen
op school geweest en moest na twee maanden
bijna geregeld het bed te hebben gehouden, op
medisch advies naai Holland teru*
Nu is Wim thuis en blijft thuis. Hij,
weer dubbele stamslaboonen zaaien. Op
kwam hij 4 maanden na 't begin van den
sus, doch is na 2 maanden zoo goed als bij
„Pap, ik heb nul fouten in m'n sornn
Aan schrijven heeft ie een hekel. Lozen
ie graag. „Pap, Ik sta niet meer voor
op 't bord". Hoe komt dat? „0, Ik had I
met een beetje inkt op 'r vinger gesraeei
toon moest ik in de hoek staan on toen L.
de juffrouw m'n naam uitgeveegd; d'r r"
Wim met drukletters. De eonen dag la2
hij thuis met een kapotten vinger orads en
„d'r een met een stok nazat waaraan
scherp uitsteeksel. Den anderen dag hes!
een half uur vertraging omdat ze een jo 1
moesten „hebben"» Pap de Jongens ti
tweede kon ik niet alloïnasl „hebben*
die uit do eerste kon ik „hebben", alls
behalve Frank, die is net zoo sterk als fl
Wim is bij.... Wim is thuis. En Wim v
z'n hek zetten zooals hij ergens gezien I
„Habis djalan" d. w. z. afgeloopen met re
of „Thuis!"
PARIJSCHE MODENIEUWTJEf
DE GEDAANTEVERWISSELINGEN 1
SATAN.
Satan, dat Is de slangleden
dat. Ten minste, too vertoonde zloh
aan ona aller moeder Bva in bet
haar te verleiden.
Intusschen, de mode maalt nlot zeer 01
gevaarlijke van doren duivel. En dit ja»
den wij hem terug ln de liefelijkste bloem
Zeker, gij hebt goed geleien. Dit vW
dames, lult gij als corsage op de roven lach
uwen mantol, tailleur of op nw wandilt ichei
een bloem ln «langenhuld dragen, datM.
laatete ohlo. Men maakt er ook van W har
van reuze hagedissen en erocodlllen VW
hoeden.
Ziet hier dos het mysterie van do te# lt!""
natie!
Me
CUebé'aFi
da >'rao«
lans
•lijk
8ir
ONZE PATRONEN.
S Rut Rocroy Paris X,
Patronen van de modellen van de msnitf
kinderjurken zijn verkrijgbaar bij de DM
van ons blad K ld De
De patronen voor damei kosten /t, al#'
kinderen 0.80. Het duurt ongeveer 10 dl
alvorens ze ln het bezit komen van d*6" t.n 2
die patronen aanvragen. Olg
S.v.p. leeftijd op te geven bij bet t*" tonei
van patronen voor kinderen. h
1 «en.
Aan de lezeressen, die een patroon
wordt beleefd venooht, bij de aanvre#
vorsohuldlgde bedrag In te sluiten, f d
koming van admlnlitratlo-koiten.^^^ ron
Leest: „La Femme de Franoe", een tttjjjj
dat ilch beilg houdt met allee wal de BW
en het huishouden der vrouw betreft.
„La Femme de Franoe" volgt niet MW
mode maar voorziet doze. Zij ia dan ooi
onontbeerlijk tijdschrift voor de vrouw. «k:i:
Abonnement 85 fraoca j>er Jaar. Ai