SchagerCourant VOOR DE KINDEREN. Vijfde Blad. De Zwarte Steen. Opzettelijke misvormingen van het menschelijk lichaam. WAT PIM EN PUK OVERKWAM. Zaterdag 28 April 1928. 71ste Jaargang. No. 8245 DE HEILIGE STEEN DER MOHAMMEDANEN IN MEKKA. •De Zwarte Steen is de Ka&ba, de z.g. heilige steen ier Mohammedanen in Mekka, hij heeft al heel wat leleefd. Hij was door Mohammed aan den god Holab, iie daar na Allah genoemd werd, gewijd. Ofschoon lij niet, zooals zoo vaak gezegd is, een meteoorsteen was, geloofde men toch, dat hij uit den hemel ge- rallen was. Om den steen te vereeren, kwamen van leel ver weg de volken of de afzonderlijke menschen in offerden er aan de drie dochters van Holab-Allah: Mat, Al Usa en Manat en de inwoners van Mekka leden hun voordeel met het toestroomen van vrome lelgrims.. Nu Arabië en Mekka weer groote belangstelling ge- ïieten en er telkens weer van Mekka sprake is van ie Wahabieten, die het bedreigen en innamen, moet Iie belangstelling nok den Zwarten Steen gelden. In den ouden tijd trokken ook Christelijke en Jood- iche wijnverkoopers als pelgrims of met dezen naar Hekka en verkochten er hun waren, want het was daar een vroolijk en uitgelaten leven onder de be- icherming van de drie dochters van Allaih. Maar toen trad de koopman Mohammed op. Hij was wel een vereerder der vrouwen, maar in verge- ijking met de heidensche inwoners van Mekka was bij een somber boetprediker. Hij verbood den wijn en de heidensche gebruiken. In het negende jaar van zijn heerschappij verbood hij ook den vreemdelingen den toegang tot den Haram, de gewijde plaats der Hedschas. Het heeft lang geduurd, eer hij van zijn macht vol komen zeker was; de oorlogskans heeft hem gehol pen. Den Zwarten Steen en de pelgrimstochten moest hij op den koop toenemen, al waren beide vreemd aan de leer van den Islam en aan het wezen van den profeet. De Steen werd in het gebouw, waar hij lewaard werd, het middelpunt van de godsdienstige Uiterlijke vonmen van den Islam; tot de plichten van den geloovigen Mohammedaan behoort het, dat hij, als zijn middelen het veroorloven en geen gevaren dreigen, eens in zijn leven de stad en den Steen be- eoekt De samenkomst van pelgrims uit alle Mohamme- wonden la het lichaam aan. Het doorboren van de neusvleugels, de wangen, de boven- en onderlippen wordt voorloopig nog niet in Europa toegepast Wat evenwel door Amerikaansche, Aziatische en Afrikaamsche volksstammen wordt gedaan om1 heit gelaat „mooier" te maken overtreft elke fantasie. De ongelooflijkste voorwerpen, als ringen, edelge steenten, beenderen, en tandien van dieren, schelpen, kleurrijke veeren en bloemen, ja zelfs cigaretten- en sigarenstompjes worden in de doorgestoken plaatsen gedragen. Het meest zonderlinge is de zgn. Pelele, een ring van aanzienlijke afmeting, die in een gat van de boven- en onderlip of in beide wordt ingedrukt en het menschelijke gelaat tot iets weerzinwekkends maakt Ook de tanden worden W| velé volken veranderd, doorboord, geheel of gedeeltelijk uit den mond ge slagen, gekleurd, spits gemaakt, of afgevijld, welke veranderingen ook bijl Egyptische mummies zijn waargenomen. Zelfs de schedel, zooala moeder natuur die heeft gevormd, kan menig volk niet bevredigen. Meest in de prilste Jeugd wordt bij sommige vol keren de schedel ingesnoerd door plankjes, banden en doeken om den gewenschten vorm te krijgen. En men ziet hoofden die den vorm van een suikerbrood hebben, of andere dïe geheel plat zijn. Nog tegen woordig wordt in zekere streken in Frankrijk ge tracht door mutsen en banden de kleine kinderen een bepaalden vorm' te geven. Vroeger, meer dan te genwoordig althans werden de voeten der voorname Ghineesche vrouwen systematisch tot een stompje vervormd. 417. Toen kwam een der mooiste num mers van het feestprogramma: de mooie staatsiekoets, een akeleibloem werd voorgereden. De koets werd getrokken door zes deftige, zwarte loopkevers, die heel gewichtig deden en het natuurlijk een zeer groote eer vonden. Ieder wachtte af. 424 Toen gingen ze met z'n vieren op weg, ze haastten zich, want 't was lang zamerhand laat geworden en naar huis was 't nog een lange weg. Widewik stond voor het huisje en keek het viertal na. 't Was toch aardig bij Widewik, vond Puk en ze waren 't allemaal met haar eens. Vroolijk wuifden ze naar den dwerg, die hartelijk terug groette. Pieter heeft zijn hoed verloren, na afloop van een fuif. Kobus stelt tallooze mislukte pogingen in het werk om hem te pakken te krijgen. Dan zegt Pieter: Kobus, hou jij eens even de lan taarn-paal stil, dan zal ik hem wel oprapen 420. Je kunt je gewoonweg niet voorstel len hoe die schrokken, toen ze die twee inieezen daar opeens zagen aankomen! Natuurlijk wachtten ze de vogels niet af. Zoo gauw ze konden maakten ze, dat ze wegkwamen en zoo snel konden de mee- zen er niet zijn, of de andere dieren wa ren sneller. gevoerd, maar toen later de Halve Maan weer te Mek ka woei, verkochten zij hem aan de nieuwe heerschers. Nu is de stad weer in de handett van de dwe- pendeWahabieten. Maar daar het de vraag is of een voldoende macht tegen deze Wahabieten zal optreden, is het ook de vraag, of niet weer de Zwarte Steen, die eigenlijk geen aanspraak heeft op beroemdheid en godsdienstige vereering, in hun handen zal vallen. ZOOWEL BIJ DE BESCHAAFDE ALS BIJ DE MEEST PRIMITIEVE VOLKEREN. 418. Toen de koets midden op het wei land aangekomen was, stapten bruid en bruidegom; van hun paddestoel af en na men: zij in de koets plaats. De zee loop kevers trokken aan en vooruit ging het! De gasten gingen achter het bruidspaar loopen. Boven de stoet vlogen de vlin ders vroolijk mee. 422. En zijn Goudijas en Glimlach toch nog getrouwd, vroeg Puk? En of, antwoordde Widewik. Ik heb ze laatst nog gezien toen ze deftig met elkaar wandelden. Ze vinden de ver stoorde bruiloft erg naar, maar binnen kort geven ze in hun huisje een feest aan al de bruiloftsgasten. 419. Langzaam en heel deftig trok de stoet vooruit, toen er plotseling een klein eindje van den optocht een paar brutale meezen neerstreken. Eerst keken die zeer verwonderd wat er gebeurde, toen praatten ze even met elkaar en •daarna kwamen ze hippend over 't gras naar de bruiloftsgasten. 129. Ze bedankten den dwerg voor het m'ooie verhaal. Komt maar eens weer bij me, zei Widewik en als je me" erg noodig mocht hebben, dan fluit je zóól Pim en John leerden het fluitje. Toen gingen ze weer naar buiten, waar de dwerg ze even met zijn tooverstok aanraakte en weer groot maakte. Te hebt aan ie vrouw be loofd, dat je 's nachts nooit meer dronken thuis zult komen? Ta, dat is zoo. Maar ik ga niet vóór morgen vroeg naar huis. daansche landen leidde tot en versterkte sedert eeu wen de eenheid onder de geloovigen; en bij de 'waar deering van het bezit van Mekka heeft dit een groote rol gespeeld; want, ofschoon alle volken van den Is lam, zonder uitzondering, eeuwen lang en ook nu nog onder vreemde heerschappij leefden, bleef de eenheid bewaard. Uit de vreemde heerschappij put ten de onderworpenen kracht Aan de trotsche en onoverwonnen heeren van het binnenland van Ara- bi die hun zelfstandigheid hadden behouden, was die toestand wel bekend. Zij bleven met het buiten land min of meer in verbinding; men had hen nu en dan noodig om tegen vazallen van den Turksohen sultan op te trekken of tegen Egypte, dat eens de beide oevers van de Roode Zee beheerschte. ©ij de tegenstelling in politieken zin tusschen de heerschers van Midden-Arabië en hun naaste buren kwam nog de godsdienstige, sedert de hervormer Wa- hab tegen het einde van de 18e eeuw de zuivere leer van Mohammed predikte en geestdriftige aanhangers had gevonden. De Wahabieten werden-de Arianers van den Islam. Zij miskenden de wonderen en de vrome legenden, waarvan de profeet het middelpunt was; voor hen was Mohammed een gewoon mensch, die in Allah geloofde en nieuwe leefregels verkondigde; hij was voor hen niet ten hemel gevaren, maar als ieder ander gestorven en in het graf vergaan. De bedevaar ten en de aanbidding van den Zwarten Steen werden als misdrijf beschouwd en als dwaasheid en duizen den bedevaartgangers moesten die dwaasheid met den dood bekoopen, toen in het begin van de vorige eeuw de Wahabieten eenige jaren Mekka in bezit had den. Aanvankelijk hadden zij den Zwarten Steen weg- ®1. De twee meezen, die gedacht had den aan een paar bruiloftsgasten een lek ker hapje te hebben, werden erg teleurge steld. Toen ze bij de statiekoets aangeko men waren, zagen ze, dat de gasten, die n de steek hadden gelaten. Ze vonden. a e?11 maween leege akeleibloem n beteuterd keken ze daarin. Het beschilderen van het lichaam vooral van de onbedekt gedragen plaatsen was bijl de vrouwen van het Oude Egypte, bij de Grieken, Romeinen en Ger manen even algemeen al» thans nog bij. de Indianen van Noord-Amerika, de negerinnen van de kusten van Sierra-Leone en ook nog bij menige vrouw In de voornaamste kringen van onze beschaafde landen. Alleen het schoonheidsideaal is verschillend naar eeuw, hemelstreek, klasse en mode. Het tatoueeren wordt door bijna alle primitieve volkeren, deels met onmiskenbare kunstvaardigheid toegepast. De wilden in de wouden van Tabatinga en andere donkerkleurige volksstammen brengen als teekeh van hun waardigheid, en kracht diepe, snij- (Na een pauze.) Ik heb u nu al een kwartier lang: uitge- scholden, en u staat maar te glimlachen. Wat is u voor iemand Voetbal-scheidsrechter

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 15