DE PADVINDER. Tutti Frutti. af 2J i Naar bet Engelach van Richard Harding Davia (Nadruk verboden.) En viel op de goede aarde en op gewassen zijnde bracht het honderd voudige vrucht voort Een van de voorschriften voor den padvinder is dat hy lederen dag een goede daad moet dóén. Als Je een echte Padvinder bent is Je dag niet goed als deze daad niet verricht is. Jimmy Reeder had deze daad volbracht door zijn zusje Sadie dien morgen tien cent te geven. Ze kon nu tiaar de „Palace" gaan naar een bioscoopvoorstelling, of. als ze haar schat in tweeën deelde, kon ze zelfs twee maal genieten in de goedkoopere bioscoop in Lennox- Avenue. Jlmmy liet dat heelemaal aan haar eigen ini tiatief over. Hij ging naar1 het jaariyksche kamp op Hunter's Island; zelfs de bioscoop zonk in het niet bij het vooruitzicht van zoo iets heerlijks. Maar Sadle kon ook wel onzelfzuchtig zijn. Met waren heldenmoed maakte ze een beweging alsof ze hem zijn geld wilde teruggeven. Neen, Jlmmy, ik kan het niet van Je aannemen. Jij hebt het overgespaard en jij moet het nu niet weg geven. Ik heb het nog niet overgespaard, zei Jlmmy. Maar ik ga het op het spoorkaartje uitsparen. Ik stap bij City Island uit in plaats van Pelham Manor en wandel dan verder. Dan la het» tien cent goedkooper. En dat met die zware tasch! riep Sadle vol ver wondering uit. O, dat is niets, zei de Jongen. Dag moeder! Tot ziens, Sadie! Hij raadde zijn zuster nog haastig aan „De vloek ven Caln" te gaan zien en rende de deur uit Hij had zijn kh&kl uniform aan; over zijn eohouders droeg hij een rugzak, zijn tasoh zwaaide hij aan zijn hand en boven zijn dikke sportkousen kwamen de knieën te voorschijn, die nog gebruind moesten worden door de zon en die vol schrammen zaten van het krui pen door struiken. Sadle en zijn moeder wuifden hem na; de jongens op straat begroetten hem afgunstig; zelfs de politieagent knikte. Ben jij padvinder, Jlmmy? vroeg hij. Neen, antwoordde Jlmmy. Dat zie je toch wel. Ik ben het kerstmannetje en ga de kousen van de kin deren vullen. De politieagent was niet gespeend van humor. Dan mag je zelf eerst wel en paar behoorlijke aantrekken. Als een hond je meisjesknieën ziet, hapt hij erin... Een uur later liep Jlmmy met zijn tasch in zijn eene en een stok in de andere hand puffend en hijgend op de postweg van Boston. Voor zijn oogen strekte zich een onafzienbaren asphaltweg uit; de lucht trilde van de hitte. Het duurde niet lang of de rugzak drukte hem als lood op de schouders; hij kon haast niet meer voort op zijn dunne beenen. Zijn oogen deden hem zeer van het steken van de zon. Nu had hij er spijt van dat hij uit den trein was gestapt, dat hij geen andere „goede daad" had uitgekozen, bijvoorbeeld een oude dame hel pen oversteken en het geld weigeren dat zij hem zeker aangeboden zou hebben. Dat zou vrij wat gemakkelijker zijn geweest, dan belast vijf mijl te wandelen bij negen- Vertél m# tr ttrm wat wa. Maar vartal eens wat je doet als ja niet padvinder! Met groots radheid vertelde Jlmmy dat hQ portiere jongen was en de deuren van Carroll en Hastlngs, ma kelaars ln effecten, beveiligde tegen bedelaars en dere minder gewenschte bezoekers. HIJ sprak de namen van zijn werkgevers met eerbied uit Het was een oude, soliede, aanzienlijke firma, deelde hy mede. De jonge man met het lichtblonde haar knikte inB^mmon^ Kent U ze dan? vroeg Jimmy. Bent U soms een klant van ons? Ik ken de firma, zei de Jonge man. Het zyn klanten van my. Jimmy vroeg zich af hoe Carrol en Hastlngs klanten van den man naast hen konden zijn. Naar zyn ulteriyk te oordeelen was hy een kleermaker. Het kon ook wel zyn dat hy in manufacturen handelde. Jlmmy deed zyn verhaal verder. Hy woonde by zyn moeder, Sadle, zyn zusje, ging nog op school. Hy hielp verdienen en nu had hy vacantie, die hy fyn op Hun ter's Island ging doorbrengen, waar hy zyn eigen eten zou koken en in een tent ging slapen. En vindt je dat nou leuk? vroeg de jonge man een beetje smalend. En of! protesteerde Jlmmy. Gaat U ook kam peeren? Ik ga altyd kampeeren, zei de barmhartige Sama ritaan schertsend. Als Ik de stad uit ga. Maar je ziet er niet naar uit of je tegen het kampleven kunt Jimmy keek schuldig naar zyn witte knieeën. U moet me over twee weken maar eens zien! Dan ben ik door de zon verbrand en kan ik tegen alles De Jonge man keek hem ongeloovig aan. Je stond op het punt een zonnesteek te krijgen toen ik Je oppikte, lachte hij. Waarom ben Je niet met den trein gegaan, als Je toch naar Hunter's Island moet? Ja, dat zit zoo. Ik wou dat uitsparen om Sadie naar de bioscoop te laten gaan. Daarom liep ik. De jonge man bemerkte de verlegenheid van den knaap. Neem me niet kwaiyk, zei hy. Maar Jlmmy hoorde hem niet Hy trok zyn tasch achter uit de-auto. Stop! riep hy, - ik moet er uit! Ik moet loopenl De Jonge man keek hem verbaasd aan. Loopent Heb je een weddensohap? Jlmmy gooide de tasch uit de auto en volgde zelf. Het duurde een poosje voor hy den Jongen man alles ver teld had. Eerst over de padvindersvoorschriften, over die goede daad van lederen dag, en dat met zelfopof fering gepaard moest gaan. En als Jlmmy nu ln een fyne raceauto verder ging, was er immers geen sprake van zelfopoffering. Als hy niet liep zou hy Sadle's dank baarheid door een onwaarheid verdiend hebben! Onzin, protesteerde de jonge man. Hoe zou Je zuster het gevonden hebben als je een zonnesteek ge kregen had? Ik geloof dat Je hem al hebt Je bent van de wys door de hitte. Stap in, dan gaan we ver der! Jimmy stapte haastig achteruit Ik loop liever, zei hy. Luister eens. Die goede daad van Jou was een vergissing. We zullen opnieuw beginnen. Doe nou eens een goede daad voor mij. Jlmmy keek hem wantrouwend aan. Ik ga naar het restaurant op Hunter's Island, maar Ik ben den weg kwyt Stap in en wys my den weg. Jimmy knikte. Het Is heel vriendeiyk van U myn- heer, maar ik moet loopen. Hy draalde de verleiding zyn rug toe en vervolgde zyn weg door de trillende hitte. De jonge man deed geen verdere moeite om hem te en-negentig graden hitte. Twintigmaal had hy de tasch overreden. Aan den kant van den weg. onder de scha- van de eene hand ln de andere genomen; twintigmaal had hy haar laten vallen om er zelf een poosje op te gaan zitten. En toen, toen hy zyn last weer opnam, naderde de barmhartige Samaritaan. Hy kwam ln een grooten grij zen racewagen met een vaart van veertig mijl in het uur, stopte plotseling op nog geen honderd voet van Jlmmy en wuifde hem toe. duw van een reuzenolm, bleef hy met zyn armen op het stuurrad en met gefronste wenkbrauwen onbeweeg- lijk de zich verwyderende gestalte van Jimmy nakyken. Maar het was niet de magere tengere jongen, die zyn aandacht gevangen hield, maar het voorschrift waarover Jlmmy het had gehad. De jongeman in de auto was zelf gevlucht met een vaart van veertig myi ln het uur, om zich niet te laten verleiden een goede daad De barmhartige Samaritaan was een Jeugdig uitzien- V0Qr een medemensch te verrichten. Dien morgen had de man het lichtblond haar. Hy had een blauw cheviot 0p de 8meefcbede van een verdrinkenden Ceasar, die pak aan, een pet op en groote gele handschoenen aan j hem HeIp mc Cass,us of ik llnk" toegeroepen had, de handen, die het atuur omkneld hielden. Toen de wa-geantw00rd; „zink dan maar." En h« had geen ain om gen stilstond, keek hij naar den vermoeiden jongen. I QVer antwoord verder te piekeren. En daarom had Ben jy padvinder? vroeg hy. I by zyn wagen genomen, want hy had al eerder onder- Voor den een en twintigste keer liet Jlmmy zyn von(jen dat een raceauto van zestig paardenkracht een tasch vallen, boog met moeite zyn pyniyke vingers schoone ls en den man aan het stuur voor recht en salueerde. sentlmenteele of philantroplsche overpeinzingen geen ge- De jonge man in den auto maakte een hoofdbeweging geeft Maar iemand had hem aan zyn moreele naar de leege plaats naast hem. Stap ln. Toen Jimmy doodgelukklg naast hem zat merkte hy jas getrokken en die iemand was Jimmy. Een half uur lang zagen degenen die voorby raceden w«n den kant van den weg een auto staan met trillende OOU U«ll ROIH UV1. ve UV» »»vv .«-..-V tot zyn groote teleurstelling, dat de auto met een kal- j motorj met een jongeman erin, die zijn armen op het mer vaart verder reed dan waarmee hy hem achterop g^ui-rad steunde en onbewust van wat er om hem heen gekomen was. De weldoener scheen eef» beetje met zyn gebeurde> maar 2»t te staren, te staren. Toen het halve jeugdige buurman te willen praten. uur om was, zwenkte de jonge man zyn auto terug naar Ik heb nog nooit een padvinder ontmoet zei hy. dQ stad By bet eer8t« café dat een telefoon scheen te DE ROOVERHOOFDMAN MET DEN ROZENKRANS. Michal Stefan Epure stond bekend als een vrome, godvruchtige monnik in Moldavië. Wan neer hij in zijn koffiebruin ordekleed over de marktplaats van Neamtu, een klein plaatsje aan den oever van de Sereth, langzaam voort schreed, liepen de vrouwen en meisjes hem na en kusten hem de magere handen. Wie zou kun nen vermoeden, dat deze handen den revolver met dezelfde handigheid hanteerden als den rozenkrans. Vijftien jaar lang speelde deze man een dubbel spel; overdag monnik, des nachts rooverhoofdman. Hy was de gevreesde Habuc, aanvoerder van de beruchte H&buc-roo- versbende. De Roemeensohe politie vervolgde hem tevergeefs in de dichte wouden langs de Sereth en in de moerassen van den Donaumond. Somwijlen dook de bende op drie of vier plaat sen van het oude Roemenië tegelijk op, en men geloofde, Haibuc zelf aan het hoofd van de ben de te hebben gezien, hoog te paard, een masker voor het gezicht, het pistool in de hand. Totdat het eindelijk gelukte en Mihai Stefan Epure en twee van zijn onderaanvoerders in handen van de politie vielen, waardoor er licht in deze mysterieuze zaak kwam. Habuc scheen een verzamelnaam te zijn voor alle roovers- toenden, die onder de leiding van den Neamtuer monnik stonden. Epure zelf deelde, terwijl hij achter de schermen bleef, de lakens uit en nie mand dacht er aan, den bandiet ln het klooster te zoeken, ofschoon niet alleen hy, doch ook zyn helpers hun hoofdkwartier daar hadden opgeslagen. Zy waren daar namelijk als die naars aangesteld, welk baantje ze onder protec tie van don chef hadden gekregen. Mihai Stefan Epure was in zekeren zin een roover uit 1 iefhiefl>T>erUelke halsbrekende onder neming leidde hy persooniyk. Een buitenge woon intelligent man, die het staatsexamen •had afgelegd en d8 handelsacademie te Boeka rest ihad doorloopen. Gedurende zyn militairen diensttijd dit was nog vóór den oorlog kwam hij echter verscheidene malen met de landswetten in conflict. In Dalhesti maakte hy g cm eene zaak met den oersterken boschwach ter, Josub Ungureanu en in korten tijd hadden zij een gevreesde rooversbende in elkaar gezet, die anderhalf jaar lang Moldavië zou plunde ren en brandschatten. Toen de politie Ungu reanu gevangen nam, vluchtte Epure naar Neamtu en verzocht opname in het klooster daar hij, soo&Ie hij xeide, het wereldsche leven vaarwel wilde zeggen. Dit klooster bleek voor hem een goede schuilplaats te zijn. De Habuc- leider, op wiens hoofd door de -militaire auto riteiten en de politie hooge premiën gesteld waren, kon in het klooster rustig slapen. Hij werd een van de ijverigste en meest gods vruchtige monniken. Door zijn forsche en schoo ne gestalte verkreeg hy grooten invloed onder de menschen en vooral onder de ter bedevaart en markt komende vrouwen. Onder dit masker zette hy echter zijn „bedrijf" voort en mocht er al eens de een of andere ontdekking gedaan worden, zijn ordekleed beschermde hem tegen alle verdere onderzoekingen en vervolgingen. Overdag verrichtte hij zyn monnikendienst en 's avonds viel het hem niet moeilijk het klooster te ontvluchten om. zich «tan het hoofd van zijn bende op te stellen. Zyn meest drieste overval verrichtte hij voor twee jaren terug op den berg van Tempesti. Met nog vier gemaskerde bandieten hield hy veertig wagens aan en plunderde ze alle leeg. De wagens kwamen van Tempesti waar jaar markt geweest was. Onder de uitgeplunderde reizigers bevond zich ook de detective Segu- ranza, tevens commandant van de gendarmerie. De rooverhoofdman was eveneens od de jaar markt aanwezig, doch daar hield hij de men schen geen pistool, maar het crucifix voor den neus. Gedurende dat hij de kooplieden daar gadesloeg, zong hy met zachte baritonstem hei lige psalmen.. Deze schoone bariton werd hem noodlottig. Op het laatst vermoordde hij te Lesperi een koopman uit Ploiesti, wien hij een bedrag van twintigduizend lei ontroofde. Ofschoon hij op dat oogenblik in burgerkleeren rondliep, en een masker voor het gelaat droeg, herkende, men hem aan zyn stem. Geboeid bracht men hem naar Jassy, de hoofdstad van Moldavië. Het raadsel was opgelost, de legende afgebroken, die vijftien jaar lang het land tusschen Sereth en Donau den adem had doen inhouden. HET MOEILIJKE AMBACHT» Alle menschen uit ieder land, uit iedere stad, uit ieder dorp, vlek of gehucht, hebben één talent gemeen: het talent om aan te toonen dat het beroep hetwelk zy uitoefenen Juist het moeilijkste, het veel- eischendste, het zenuwsloopendste en het slechtst betaalde ia Ieder imensch is aangebo ren het talent om onomstootelyk te bewijzen, dat hij achtergesteld wordt, meer werkt dan zijn medemenschen, minder verdient hoewel zijn arbeid moeilijker is, veel meer opleiding vereischt heeft, enz. Dat is nu onlangs weer gebleken in een klein bezitten, «tapte WJ uit KJ weaeebte Mr. Carroll te «pre- bureauehef, en MlIUe «tapten uit ZIJ praatten zoo vlug, hen, iel by ln het toestel Mr. Carrol van Carrol' en dat de andere penelongaeten er niet» van veretonden, Ha«tinf«; «n toen by boorde dat Mr. Qarrol jul«t order, maar als se een uur later bet koele geklater hadden gegeven bad om hem niet te «toren, gaf by «yn naam gehoord ln de badkamer van den bureauohef, en hun op. medebewoner de Jubelende tonen van „Alexander Rag. De oudste firmant van Carrol en Hastlngs luisterde time Band" die de gramofoon afdraaide, hadden hoo- In Wall Street aan den anderen kant van de iyn. Hy ren meegalmen, zouden ze hem zonder twijfel benijd zat ln zyn prlvé-kantoor en hield zich bezig met hoogst hebben, eigenaardige voorbereidingen. Op de schrijftafel vóór hem lag een brief aan zyn advocaat een aan zyn vrouw Terwijl Carrol zijn bureauchef gelukkig maakte, en een aan den „coroner" en verborgen onder een sta- hield Hastlngs zich met „Champ" Thorne bezig. Deze pel papleren, maar binnen het bereik van zyn hand, lag was zes-en-twintig jaar geleden Champneys gedoopt en een automatisch pistool. En toen de telefoon bescheiden was ook „champion" ln het voetbal-elftal, rinkelde, nam hy mechanisch den hoorn op. Champ, zei mr. Hastlngs, je hebt me een maand De stem van den anderen kant kwam in vlugge, af- geléden gevraagd om je salaris te verhoogen; de reden gebeten zinnen. i dat ik dat niet wilde was niet omdat je het niet ver- De brief dien ik vanmorgen gestuurd heb? Ver- diende, maar omdat ik wel wist dat je dan onmiddeliyk geet die. Verscheur hem. Ik heb er over nagedacht en zou trouwen. ik ben van plan het erop te wagen. Ik zal jullie steu- I De ex-voetbal Captain haalde de schouders op nen en lk weet dat jullie het in orde zullen maken. Ik snoof verontwaardigd, kom direet aan de bank. Dus jullie kunnen binnen het I En waarom zou Ik niet mogen trouwen? vroeg hy. uur op ons trekken. En... hallo... kom je er met vyf- U hebt mooi praten. U bent zelf immers zoo gelukkig tig duizend doorheen? getrouwd als het maar k«n Er kwam geen antwoord uit het kantoor in Wall - Waarschyniyk weet ik beter hoe gelukkig Ik ben, Street j dan jy, berispte de jongste firmant hem; maar lk De hand van den man aan de telefoon had den hoorn weet ook dat het een hoop geld kost om een vrouw te losgelaten en hUzelf was met het hoofd op zyn schrijf- onderhouden. tafel gevallen. Hy bezeerde zyn gezicht en dat deed hem Als U me die sal&risverhooging geeft kan ik best tot het besef komen van het wonderiyke feit dat hy j een vrouw onderhouden. nog leefde niet alleen, maar dat hy op veertigjarigen Een maand geleden, vervolgde Hastlngs, hadden leeftijd wedergeboren was. we ze je wel kunnen geven, maar zouden niet geweten Het was al heel laat toen dien middag het kantoorper- hebben hoe lang we dat vol konden houden. We wilden soneel vertrekken kon en twee bedienden moesten zelfs niet dat je halsoverkop een of ander aardig meisje zou biyven overwerken. En In de diepste vertrouweiykheld trouwen... van zyn privé-kantoor riep Carrol den bureauchef j Een of ander aardig meisje, mompelde mr. Thorne G&kell, en ln het hoofdkantoor riep Hastlngs den jon- verontwaardigd. Nota bene het aardigste meisje van gen Thorne by zich. New York. Gaskell, zei mr. Carrol, als we naar jou geluis-Hoe aardiger het meisje, legde Hastlngs uit, hoe terd hadden, als we alles gelaten hadden zooals het was moeliyker het voor je geworden zou zyn als we het toen vader leefde, zou dit nooit gebeurd zyn. Het 1 s niet hadden kunnen volhouden en je je baantje wasl niet gebeurd, maar we hebben een lesje gehad. Van nu kwijtgeraakt. af aan, gaan we langzaam, maar langs hst rechts pad! j In ds oogen van den jongen man kwam een uitdruk* En dan hebben we jou niet noodlg om ons t# zeggen hoe klng van besorgdheld en sympathie, we dat moeten doen. Dus neem jy vanaf morgen een j Dat spyt me, mompelde hy. Ik wist het niet maand vao&ntle. Toen lk dacht dat we gingen, heb lk hetWas het zoo erg? zoó geregeld dat de kinderen met de gouvernante een Hastlngs slaakte een zuoht van verliohting. Was, zei zeereis zouden gaan maken, zoodat ze de kranten niet hy, maar vanmorgen heeft onze vriend uit Wallstreet onder oogen kregen. Nu kan ik hen weer ln de oogen een goede daad gedaan; .heeft ons en onze crediteurs! zien, ik heb ze noodlg. Ik kan ze nu niet laten gaan. gered, onze geheimen en onzen goeden naam. We begi: Dus als jy je vrouw mee wilt nemen op een zeereis naar nen opnieuw en betalen onze schulden en we hebben Nova Scotia en Quebec, dan zyn hier de tickets voor de besloten dat de eerste schuld die we zouden betalen, die gereserveerde hutten. Ze noemen de hutten de „Royal aan jou zou zyn, hoe klein die ook is vergeleken by de lllc enM in-% Suite" en de reis duurt een maand. Morgen vertrekt de boot Ga niet te laat naar bed anders verslaap je je morgen. De bureauchef «topte de kaarten in zyn portefeuille. Zyn vingers trilden en toen hy lachte waa zyn stem onvast. De boot missen! riep de bureauchef uit Dan zou ze vanavond moten vertrekken. Mlllle en ik gaan vanavond al aan boord! Een half uur later lag Mlllle op haar knieën haar koffer te pakken en haar man telefoneerde om een sponzenzak en een middel tegen zeeziekte. De tranen van dankbaarheid drupten in haar koffer. Plotseling ging ze op den grond zitten. John, riep ze, vind je het niet zonde om deze heeriyko flat zoolang leeg te laten staan? andere. Je hebt ons meer gegeven dan wy jou; als J« wilt biyven zullen we je geven wat je verlangt Wat h je antwoord? De Jonge Thorne sprong op en zyn antwoord luidde; Waar is myn hoed? Toen hy zyn hoofddeksel ge vonden had en by de deur stond, kwam hy tot zichzelf. r Dank U duizendmaal, riep hy over zyn schouder. Neemt U me niet kwalijk, maar lk moet weg. Ik moet het nieuws aanv Hy zei er niet by aan wie hy het nieuws moest ver- ij*ui tellen, maar Hastlngs giste het want hy lachte hardop. Het was verscheidene maanden geleden dat hy hardop j£E gelachen had.. KA] Senator Barnes en zyn dochter Barbara, logeerden d. S in Ritz-Carlton. Ze waren in Augustus in de stad - j, d. Onder het telefoneeren keek hy Mlllle aan. We kun- een ongewoon verschynsel omdat er een vergaderinj OTJI lor «ei GRC PE1 nen niet op twee plaatsen tegeiyk zyn. Neen lk ben van commissarissen van de Brazll en Accra Rubber niet zeeziek dit laatste in de telefoon lk moet een Company was, waarvan Senator Barnes president wal middel er tegen hebben! Het waa een zeer geheime vergadering en een zeer ge |fj Denk eens aan al die arme menschen die op de wichtige tevens. De leidende mannen van de maatschap laken slapen, omdat ze het door de hitte ln huis niet py, die genoten van de koelte aan het strand van kunnen uithouden en dan aan onze heeriyke, koele, Oceaan, waren telegrafisch opgecommandeerd en dl< i ruime flat zich op hun vacantiereis aan boord van een mailboot John knikte. Ja, ruim ls het hier, maar het ls toch bevonden, waren draadloos gewaarschuwd. Want vai niet ruim genoeg om alle menschen te herbergen die I den Aequator waa de dreiging van een schandaal koma •annacht in de parken en op de daken slapen. aan dry ven: beklemmend, grimmig en verschrlkkeli" Ik dacht aan je broer en aan Grace, zei Mlllle. I En nu brandde het aan de oppervlakte, maar het vi Ze zyn paa twee weken getrouwd en ze hebben zoo'n spreidde een geur zoo kwaiyk, als die van brand» stoffige slaapkamer en ze eten met alle andere pension- rubber! En elk oogenblik konden de laaiende vlammi gasten samen. Wat zouden ze gelukkig zijn met acht uitbreken. En nu was de vraag wat het beste was: d kamers en een eigen keuken en een bad en dan onzen zaak haar beloop te laten en'het schandaal op goed g* nieuwen ventilator en de gramofoon. Zalig gewoon! Dat luk te laten smeulen of om zelf het eerste alarm te gt fij: len zouden nog eens wittebroodsweken voor hun zyn! John rende van de telefoon weg, nam Millie ln zyn armen en kuste haar, want op zyn vrouw na, was zyn Jongere broer het liefste wat hy op de wereld bezat. ven, de vlammen te laten uitslaan en zich met grootst yver op het blusschingswerk te werpen? Champ Thorne wist niets van dit alles; hy wist ai leen dat door een of ander onverklaarbaar wonder Bc Op dat oogenblik zaten de jongere broer en Grace op bara Barnes in de stad was en dat hy elndeiyk een pe de veranda van hun boarding-house. Verderop zaten de sitie had om haar ten huweiyk te kunnen vragen. D< andere pensiongasten, dus spraken de twee tortelduiven was alles wat hem interesseerde. fluisterend. Er heerschte een allesbehalve frlssche at- Een jaar geleden had hy zyn onafhankeiykheidsdecb mosfeer. De lucht van verrot fruit trok naar boven en ratie uitgevaardigd! Voor hy zou trouwen, had hy h« voorbyrijdende taxi's joegen wolken stof op, en vulden verteld, moest hy in staat zijn een vrouw te kunn« de lucht met benzinegeur. I onderhouden van wat hy verdiende, zoodat het niet no< Plotseling reed een auto met een koffer voorop de j dig was dat zy geld van haar vader kreeg, en daaroi straat in en stopte voor hun veranda; John Gaskell, de moesten zy nog wachten. Duitsch stadje, waar men nog in aartsvader lijke toestanden leeft De twee lantarenopstekers •hadden loonsverhooging aangevraagd; zij ver dienden vergeleken by anderen te weinig. Een van de stedelijke autoriteiten maakte toen de opmerking dat het toch eigenlijk een heel ge makkelijk baantje was; je steekt zoo een lan taren aan en later blaas Je hem weer uit. Klaar is Kees. Maar die autoriteit heeft daar wat over moeten hoorenl Hij weet er niets van. Dit vak eischt groote kennis, welke men zich slechts in den loop van de jaren eigen maken kan. Eerst moet er een laddertje tegen den lantaren paal geplaatst worden; met kennis van zaken. Anders valt het laddertje, misschien breekt het en dan komt dat de stad op onkosten te staan. Erger nog: het kan vallen wanneer de lantaren- opsteker er reeds opgeklomen is; dat zou voor de sfcad wel eens een weduwe-pensioen kunnen beteekenen. En dan de rest van het werk! Die eischt eveneens de grootste omzichtighid; doe het een beetje ruw of onhandig en pats.... kapot is het lampeglas. Weer twaalf centen naar de maan! De petroleum, die is ook duur! Een gerouti neerd vakman vult drie lampen (omdat hy niet morst) met de hoeveelheid olie welke de pas- beginnende voor twee lampen noodig heeft Re ken' even uit hoeveel dat per jaar scheelt in een stadje met een dertig lantarens. Voorts zijn de opstekers of aanstekers, maar dan toch aanstekers die méér wilden opsteken, erin gjslaagd aan te toonen dat ook het uitbla zen een hoogst verantwoordelyke zaak is; wie een lantaren olielamp goed uit kan blazen, die kan ook wel in het Hofopera-orkest mee blazen. Eenige autoriteiten hebben ten slotte ver klaard niet geweten te hebben dat er aan dit vak nog zooveel vast zat en omdat men zyn groote mannen in eere houden moet, heeft men besloten de gevraagde loonsverhooging maar toe te staan. DE CLUB DER PANTOFFELHELDEN. Een van de zonderlingste instellingen die het aan zulke in stellingen rijke Engeland bezit is de Club der (Pantoffelhelden of om den wereldschen naam te geven waaronder de vereeniging in dit land bekend ls „The Ancient and Honou- rable Order of Henpecked Fellows". Deze orde heet de oudste van de wereld te zyn en deze be wering is gebaseerd op de theorie dat Adam het eerste lid was. Het ledental is aanzieniyk, hetgeen voedsel geeft aan het vermoeden dat Engeland rijk is aan pantofflhelden. Dit ls meer gezegd, op de uiterlijke aanwijzing dat er meer karakter is in de gezichten der Engeisehe vrou wen dan in die van de Engeisehe mannen. 0 de henpecked husbands", die zich in de di hebben vereenigd, zijn mannen van maatscha pelijken invloed, advocaten, dominees, en po tici. Zy zijn vereenigd door den band van huil lijk ongemak. Eens ner jaar, op Paasch-Maa dag, komen zij 'bijeen om tegenover elkaar gewagen van hun beproevingen in de huif' mer en om onder den zachten invloed van derzijdsche sympathie, kracht te vergaren een nieuw jaar van onderdrukking thuis, -ligt voor de hand dat de plaats van samenk» even geheim als ver uit de buurt is, een i ontoegankelyke wildernis in het Britsche li Daar genieten de leden van de pantoffel* een dag in het jaar van hun moeilijk verkre vrijheid. En indien men de verhalen mag looven, dan zijn zy zoo gelukkig als school] gens met vacantie. Op de jaarvergadering in open lucht, of in een schuur of oud kert worden nieuwe len aangenomen met zonder» en luidruchtig ritueel. De candidaat-leden flW ten overtuigend kunnen bewyzen dat zij'onw de pantoffel zitten en worden verder onder» pen aan een onderzoek naar hun intellect® vermogens o.a. gevatheid in gesprek. WAT HET IS. BEROEMD TE ZIJN. - De Midi» Europeeërs zijn van een opgewonden aard daarbij bovendien byzonder op opwinding steld. Dat geldt niet alleen voor de Duitse» te Weenen, maar ook voor de Duitschers pi' Tsjechen te Praag. Zij hebben onlangs hun nl weer eens op kunnen halen. Josephine Ba»1 om wier slanke, lichtgebruinde lenden een me reclame en een benepen preutschheid schier weerzinwekkend gerucht gemaakt ben, verheugt zich in Centraal-Eurooa lo grooter populariteit dan zy ooit te Parijs ten heeft en deze gevierde kwam nu te PfJ Op het station en voor het station bevond j by de aankomst van haar trein een menn zoo dicht, dat het den meesten een raadsel hoe Josephientje uit den trein op het P®{T0®. van het perron buiten 'het station is gekoP haast hadden wy geschreven op straat, j» daar is zii juist niet gekomen. Ineens nJ- zij op het dak van een vigelante, een or<w huurrijtuigje met maar één paardje erT Daarmee, daarop heeft xy haar triompMJJl tocht gehouden in de Tsjechoslowaksche n®° stad, dat heeft haar, langs vele omweg» gerieve van de geestdriftige begeleiders en kijkers, ten slotte aan haar hotel gebracW\ Ja, het valt zwaar, beroemd te zijn, de Prager Presw, waaraan deze gesenlW M<xi.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 16