Tutti Frutti. DE HAND VAN DEN GRAAF. Een geschiedenis uit den Fransch-Dultschen Oorlog Naar het Engelaoh van L. J. Beeston, (Nadruk verboden.) Neen heeren. ik ben het niet met U eens, zei de lange, magere man, en ik ken den geest van het Fronache volk. Ik bezweer ten stelligste, dat, als Dultsch- land morgen aan den dag de grens zou overtrekken, hot daar ginds een heel andere voorbereiding zou vin den. Maar o, die oorlog, die verschrikkelijke oorlog! Ik kan ervan medespreken geen wonder, want als oor logscorrespondent van een Amerlkaansoh blad was Ik erbij. In die lange romance van rood en haat, komen een paar zeldzame hoofdstukken voor; oen van de merk waardigste is wei wat zich afspeelde, toen lk op weg was naar Belfort. Ik had een pas, door generaal von Worder geteekond en was op een tien mijl afstand» van de stad. Het was vrooeolijk koud, de wegen lagen vol sneeuw. Het leek wol of het levon van mijn paard wegdompt© ln oen wolk vati nevel; het fluiten von den nachtwind over de heggen was het eenlge geluld. De lange magere man hield op om een sigaar te ne men, hij sneed de punt er af en stak haar aan. Zes an deren waren uit de eetzaal van het hotel op de veranda gekomen. ZIJ keken aandachtig naar den spreker en hielden zich stil. Het electrlsch lloht was over de ge- heelo lengte van Brighton'a esplanade ontstoken; de schemering daalde over de zee. De avondbladen waren van hand tot hand gegaan; er was Immers spanning tusschen Frankrijk en Dultschland en dat werd de aan leiding tot het gesprek. Het was zoo koud, ging de magere man voort, dat het ademhalen tot physleke pijn werd. Mijn dam pond paard liet ik maar vrij zijn weg vervolgen; gewil lig genoeg 2onk het tot de koten in de sneeuw. Een, lichtgllmp in de verte gaf ons alle twee weer moed, Er waa een dorp en een Pruisische schildwacht bewaakte den toegang. Ik beantwoordde zijn aanroep en vroeg om een onderhoud met zijn commandant. Dit werd toegestaan. Ik kwam ln de groote kamer van een kasteel. Er waren daar vijf Dultsche officieren aan het avondmaal. De commandant, majoor von Arnhelm, on derzocht mijn pas. De onderteekenlng werd deugdelijk bevonden en na mij een aantal vragen te hebben ge steld, was hij wel zoo goed om mij aan de lange tafel te noodigen, die met glaswerk en zilver prijkte en waar op zich de overblijfselen van twee gebraden duiven en vier of vijf lijsters bevonden. De commandant was een tenger iman. Bij den eersten oogopslag leek zijn gezicht dat van een Jongen; maar hij moest toch zeker dertig jaar zijn. De wijn had zijn oogen rood en zijn wangen bleek gemaakt. De dunne lippen verrieden hartelooze zinnelijkheid en zijn lach klonk koud en meedoogenloos. De tweede ln rang waa een forsohe kerel, kapitein Foulkes, een man met oon zwarten baard, die achter een slagerstoonbank op zijn plaats zou zijn geweest Hij hijgde, alsof hij zich tot bersten» toe had volgestopt Voorts waren er een' paar luitenants, Neitzcho 'en 21- minsky de laatste was een Oostenrijkschen Graaf. De vijfde bleek een Engelschman te zijn, die la het Pruisische leger diende. Hij heette Hèseltine. Hij sprak geen woord en scheen ln allerdroevigst gepeins verzon ken. In de mooie eetzaal hadden zo den duivel uitgehan gen. Het oude kostbare behangsel was kort en klein gehakt en de oude schilderijen op de wand waren door boord met kogels. In de haard glom een groot stuk van een kapotgeslagen ebbenhouten tafel. En wat zeggen ze in Amerika wel van het Dultsche leger? vroeg de majoor. V vsryMt oommandant, dat lk sedert het ultbrekea van den oorlof afweslf ben feweeit, lelde Ik. I Al» U er weer naar toe wilt, pa» dan goed op Uw (paspoort Want andere eou U als een frano-tlreur wor den neergeschoten. Hij gromde die halve bedreiging, terwijl hij met zijn 'sabelgevest de hals van oen brandewljnflesch afsloeg. Tegelijkertijd begon Zlminlsky, "de Ooetenrijksche Graaf, met gevoelige stem enkele regels te reciteeren: I „Een dronk aan hen, die gevallen zijn! Én aan hen, wier schepen verzonken ln zee, En aan alle overwonnen helden! En de eindeloos-vele onbekende helden, i Even dapper als de grootste onder do bekenden." Htmmel! Jij houdt er eigenaardige gevoelens op na, zei vol walging de overvoede kapitein. Ze eeren den schrijver, een landgenoot van U, mijnheer, vpegde Zimlnaky er aan toe, terwijl hij togen mij boog. Ik ben ook dichter, of verbeeld mij ten minste dat lk het ben. Al mijn gedichten zijn ln het Fransch geschreven. Misschien herinnert U zich de re gels uit de Revue des deux Mondes. die zóó beginnen. „Zij toeft niet ln do onmeetbare hemelen; geen se- r&phszang behoort haar oor... De duivel hale alle Fransch en! viel von Arnhelm in, zijn likeurglas vol brandewijn opheffend. Ziminsky'» bleek, bijna teer gezicht, werd reod ©ver togen. - Och, en hoe eerder hoe beter, merkte Neltcohe somber op, maar eer het zoover ls, zullen wij nog moeten vechten ln dit ellendige dorp, waar we nu al drie weken op orders zitten te wachten. Xk denk, dat se ons vergeten hebben. Bij deze woorden loosde Heseltlne, de Engelschman, een diepe zucht Star blikte hij op het tafelkleed. Met Uw verlof, commandant lk trek mij terug, waagde ik te zeggen, terwijl lk opstond. In drie nach ten heb lk geen slaap gehad. Al» antwoord staarde hij mij dronken aan. Toen ik da kamer verliet volgde Zlmlnsky mij. Laat mij zorgen, dat gij een goede kamer krijgt mijn vriend, zei hij beleefd. Er zijn heel wat mooie kamera ln dit kasteel, dat aan graaf Raoul de Com- pógnade behoort Ik vrees dat ons langdurig verblijf dit huls slecht bekomt, maar wat duivel, er moet nu een maal kwaad te bedrijven zijn! Hoe denkt U over dien Engelschman Heaeltine? Ik weet wat meer van hem af. Hij werd door een meisje bedrogen en voegde zich bij de Pruisen enkel om een schot te krijgen. Ik dankte mijn gids voor zijn beleefdheid, maar ver zocht hem te wachten, tot lk was gaan zien, of mijn paard goed verzorgd was. Jk zou met U meegaan, als het niet zoo vreeselljk koud was, antwoordde hij. U moet de binnenplaats over om naar de stallen te komen, die links liggen. Ik haastte me heen. De bijtende koude benam mij den adem. Nauwelijks waa lk bulten, of lk hoorde den scherpen knal van een revolver. Waren die wildeman nen bezig de lange spiegels te verbrijzelen? Of de mooie schilderingen? Nu stond ik mijn paard te llefkoozen, dat schuilplaats en voedsel had gekregen, toen lk een groot rumoer hoorde. De commandant en drie officieren kwamen de binnenplaat» oprennen. Brullend werd or der gegeven, dat een detachement moest uitrukken, en een dozijn huzaren gehoorzaamde huiverend. Haastig wilde ik me bij hen voegen, toen lk tegen Zlmlnsky aanliep. Wat is er aan de hand? riep ik, Ga maar terug en U zult het wel zien! Het ant woord klonk uiterst zenuwachtig. Ik ging naar de eetkamer terug. Do tafelgenoten waren zóó haastig opgebroken, dat het tafelkleed meegesleept was en de grond bezaaid lag met gebroken glas- en aardewerk. De kaarsen waren op één na alle uitgeblazen. Ik hield den zilveren luohter op en keek rond. En op eens zag lk den zwartgebaarden FoulkeS in zijn stoel zitten. Op zijn gezicht denzelfden dommen grijns van straks, maar nu bevroren, door den dood vastgelegd. Tussohsn zijn uitpuffende oogen was ten fat, blauw-Wees zoo foed een wachter aan mijn deur te omrand. Een plstoolkofel, door het venster naar bln- plaatsen, lk befeer niet door dien llefelijken Graaf In NIETS 18 ONMOGELIJK. Natuurlijk Amerlkaansoh! In Santa Rosa, ln Callfornië, leeft een man, dl» het zich bijna dagelijks moet laten welgevallen, da.t hij een zwendelaar, leugenaar 'en bedrieger ge- noemcl wordt. Daarbij is hij misschien wel het fatsoenlijkste mensoh, dat er op gods aardbodem rondwandelt, een man van strenge waarheids liefde en onbeperkt vertrouwen. Ondank is 's we relds loon, maar Mlster Robort L. Ripley, die door zijn vrienden kortweg „Rip" genoemd wordt, verdiend er Stijn kost moe. Dagelijks wijden hon derden Amerikaansohe bladen eenige regels aan zijn „ontdekkingen". Bovendien geeft hij zelf ook een' blad uit, waarin hij de belangstelling van zijn lozors in hooge mate weet op to wokken. Hoe hij dat klaarspeelt? Eenvoudig, doordat hij dingen zegt, waar de leugen zoo voor het oog duimen dik oplegt, maar waarvan hij later bewijst, dat ze „gana und gar" met de waarheid overeenkomen. De grootste opwinding ontstond er onder zijn le zers, toen hij kort na Llndbergh's historische vlucht over den Oceaan botweg verklaarde: „Lindbergh was de zeven en zestigste incnsch, die ln ononderbroken vluoht den Oooaan la overgevlogen. Do zeven «n zestigste menach? Charlie Lindbergh, de nationale Amerl- - kannsche held, was niet'de eerste? Zes en zes tig andero, gewone stervelingen, waarvan nie mand Iets wist zouden vóór hem hetzelfde vol- braoht hebben? „Rip" werd nagenoeg onder pro testbrieven begraven. Doch in het volgende num mer gaf hij een verklaring: „Alcock en Brown rijn anno 1919 direct van New-Foundland naar Ierland gevlogen, 31 man hebben aan boord van het Engelsche luchtschip de R 84" ln hetzelfde Jaar en 33 Duitschers aan boord van het Zeppelin- luchtschip de „Z. R. HP, den grooten haring-vij ver, Imssohen Europa en Amerika door de lucht overspannen". Daartegen waa bitter weinig ln te brengen. Maar het alot was, dat Llndbergh's daad toch eenig in zijn soort was, en zijn roem geen»- zins door de booeaardige cijfers van Mister Ripley beïnvloed werden. BiJ talrijke andere gelegenheden kregen zijn lezers niet minder harde noten te kraken. Zo zegt hij eens op een keer: „Het Hei lige Roomsche Rijk ls noch heilig, noch roomsch, nog een rijk!" Een andere keer: „Elke dag op aarde is 48 uur lang" „Panamahoeden worden niet ln Panama gemaakt, maar ln Bquador en Poru" „August de Sterke van Saksen was va der van 884 kinderen" „BUI Barrlngan ln Kan- «as City was zoo dik, dat men, na zijn' voroordee- Ung, ln de stedelijke gevangenis geen cel kon vindon, dio groot genoeg 'voor heqj was; daarom hooft men hem weer moeten vrijlaten." „De ontdekking van Amerika heeft T298 dollars ge kost". Zoo lanceert „Rip" dagelijks de onmogelijk «te dingen, alleeen om zijn lezors, wanneer *JJ van hem eisohen, dat hij zijn beweringen w&Ar maakt, haarfijn, met onweerlegbare documenten het bewijs to leveren, dat hij gelijk heeft Do aan hef van zijn beweringen luidt regelmatig: „Of Je het gelooft of niet!" Meestal golooven de men- «chen hem niet want niemand heeft ooit zoo- veel ongelooflijke .feiten" ln een curieuze versa- maling van historische en tegenwoordige excen triciteiten weten bijeen te brengen, al» „Rip". Wat niet wegneemt dat b# aan het slot altijd gelijk krijgt Zn doorsnee ontvangt 10) wokeUjkn Mft dui zendtal brieven, meestal van twijfelende lezers. Op zijn bureau zitten een spraakkundige, twee lectoren, een secretaresse. Zoo ontmoet hij 'steeds weer nieuwe zeldzaamheden, alleen met dit doel, don mensohen te bewijzen, dat, zooals eens Na poleon zeide, niets onmogelijk was op deze we reld. GLAS VOOR EDELSTEENEN. De nieuwe Regent- street ln Londen, straat voor eerste klas winkels, heeft over hafi-r korten afstand wel een half do zijn magazijnen, waar valsche juweelen, sleohts valsche Juweelen, worden verkocht Die winkels wedijveren er met de paleisjes voor parfum's om den voorgang. Glas in plaats van Juweelen is dus zoo gezocht dat de winkels, die er handel ln drijven, zich den duursten stand van de stad kunnen veroorloven. Zoo is het De mo derne vrouw ln Engeland en elders zal dat ook wel het geval zijn is verrukt over een ge schenk van glazen kralen of over oen verguld Ijzeren armband, die er uitziet als een miniatuur- parkhek. Goud, Zilver en edelstenen zijn uit de gratie. Handboeien van luisterrijkglas, „slaven- ringen" of banden van geglorificeerd ijzer doen opgeld. De Ingewijden vertellen dat de graftomben van Egypte en Babylonle voor 'deze alleszins be vredigende rage verantwoordelijk rijn,'. De sierar den der mummies hebben zooveel indruk gemaakt op de modieuze vrouw dat zij ze met graagte ln blik geïmiteerd koopt en aan kleereri hecht Liever draagt rij stalen kralen, die er platlna- aohtig uitzien, dan een kostbaar parelsnoer. Het laatste ls uit den tijd. Een heugelijk ding, dat bevorderlijk moet".rijn voor gelijkheid en zusterschap en een einde matykt aan vrouwelijke jalousie die volgens sommige moralisten en historici wel oorlogen heeft ont ketend. Nu kan een vrouw voor een paar stuivere\ met haar opsmuk in de mode zijn. En zelfs de nederigste kan voor dat doel een paar stuivers nen gevlogen, had hem getroffen. Toen ging lk naar de kamer, die Zimineky me had aangewezen. Vandaar kon men de binnenplaats over zien en vaag zag lk als silhouetten de Dultsche huza ren op zoek naar den misdadiger. Als ik niet zoo ver- moeld was geweest, zou lk mee zijn gegaan op de men- sohenjacht; nu deed lk mijn laarzen en jas uit en kroop I tusschen de dekens in een antiek bed, dat tegen de muur i stond. Doodelijk vermoeid, sliep ik onmiddellijk in. Opeens werd ik wakker. Mijn slaperige oogen zien de schijn van een kaarslicht. -1- U sliep niet, wel? Het was de stem van graaf Zl mlnsky. Hij ging op den rand van mijn bed zitten, terwijl lk hem in stilte mijlen ver wenschte, en stak een sigaar aan, Wij pakten den schurk niet, Jammer genoeg. De commandant is bulten zichzelf en onder ons gezegd, die woede moet gedeeltelijk zijn angst verbergen. Het gaat om een duister geheim, maar als U er 'niet over zult spreken, zal ik het U vertellen, want U bevalt me. Luis ter! Toen wij dit gerievelijke nest in bezit namen, von den we daar de gravin met twee of drie dienstboden. Ze was nog maar even vijfentwintig jaar, blauwe oogen, had ze, en dat zachte bruine haar, dat de roem van on ze Weensche vrouwen is. Ze was als een fijn stukje por- celeln, monsieur le correspondent. Charmant! Niemand hiad ons beleefder kunnen ontvangen dan deze vrouw, en toen ik zag, hoe de commandant naar haar keek als een uil naar een muis, toen voorzag ik moellijkhe- West was de horizon in zwarte schaduwen gehuld, den. Opeens zag ik een Pruis langzaam langs den grooten Op een nacht, een week na onze aankomst, werd lk weg gaan, het geweer met bajonet op den schouder. Hij wakker van een doordringenden schreeuw. Ik greep j Hep verder en verdween, en een minuut daarna zag lk naar mijn sabel en rende de deur uit. Een witte schim een anderen Dultscher over de binnenplaats gaan, dl- vloog langs mij heen, aohtervolgd door den commandant, reot onder mijn venster. Ik kon nog net Neitzche her die vloekte als een bezetene. We vlogen tegen elkander kennen, een der luitenants. Hij stak dwars over en bleef ff op en hij viel een paar treden naar omlaag. Door den schok kwam hij weer tot zichzelf. Grijp haar, dat ze het huis niet uitloopt! riep hij mij toe. De nachtkoude wordt haar dood. Ik begreep de sohurkenstreek. Ik rende de arme, witte sohim aohterna, maar se wist het huls uit te komen en ln den pikzwarten nacht was van achtervolgen geen sprake. Er stond een wind zoo koud dat het vleesch van je beenderen werd gesneden. „Tonnerre" zou een Franschman zeggen cr zit me een brok in de keel, nu lk de rest moet vertellen van die vreeselijke geschie denis. Den volgenden morgen werd de gravin gevonden in het riet van een bevroren plas op een geweerschot afstands. In het dorp had ze wel schuilplaats kunnen vinden, maar, of ze was den weg in het donker kwijt geraakt, of ze was van angst in de war, of de vreeBe- Ujke koude heeft haar parten gespeeld. Ze bleek al uren dood. We hielden de zaak stil, maar misschien heeft toch de een of ander er de lucht van gekregen. En hoor nu het vreemde gevolg van de historie. Het mijn ruit ti word» gestoord. De magers Amerlk&dn reikte naar rijn whlaky-soda, die een der toehoorders hem aangaf. Het muziekcorps op de pier speelde een wals van Strause. De zeer lag bleek en doorschijnend en klotste weemoedig tegen de steenen. Met het slapen wilde het niet ylotten in mijn over vermoeidheid, ging de verhalor door. Ten slotte stond ik maar op, om wat kalmeering te zoeken ln een boek. Het vuur, dat één uit de troep voor me had aange legd, was tot rooden gloed geworden. Geluiden waal den over van het besneeuwde bosch en de kamer lag ln een zacht gouden glans. Het verhaal van Ziminsky kwam me weer in de gedachten en instinctmatig greep lk naar den deurknop. De Oostenrijksche graaf bleek goed voor mijn veiligheid te hebben gezorgd, want voor mijn deur lag op een paardedek een soldaat, gewikkeld ln zijn blauwen mantel. Hij was in diepen slaap en snurkte. Ik deed de deur weer dicht. De zware, roods venstergordijnen schoof ik weg. De maan was al lang onder, maar de laaghangende wolken glansden bleekjes en de sneeuw, die alles rondom bedekte, deed het land schap duidelijker zichtbaar zijn. Uit de vallei, waar het dorp nestelde, rees een vlerkante toren omhoog. Daar zag ik de chaussée, waarlangs een rij boomen stond, welker zware toppen vol stuifmeel er uit zagen sis reusachtige sneeuwballen. Naar het noorden ontdekte ik een zwak rood schijnsel, dat aanwees waar de wacht vuren zich bevonden bij Belfort Maar naar Oost en als om zich te verbergen, bij een der sneeuwbalboomen staan. De schildwacht kende zijn plicht; terugkeerend op rijn ommegang, deed hij bij het voorbijgaan, of hij den zich verbergenden officier niét zog. Deze laatste wachtte, tot 'de soldaat uit het gezicht was. Toen kwam hij uit zijn sohuilplaats te voorsohijn en zou Juist de binnen- B plaats weer oversteken, toen ik een figuur van achteren naar hem toe zag sluipen. Wat er preoies gebeurde, weet lk niet, maar ik zag dan Pruis, als in doodspijn, n' belde handen omhoogsteken. Zijn knieën zakten door P en hij zeeg neer een donker plek op den bevroren grond. De figuur verdween even snel als ze gekomen was. Het was mijn zaak niet en Ik begeerde niet, dat de commandant wist dat ik 's nachts zijn mannen stond te beloeren. Dus ik ging van het venster weg en sloot de gordijnen. Vijf minuten later loste de schildwacht, bij het vin. den van den dooden officier, een schot. Ik kroop da- schijnt, dat de dood van rijn vrouw, den graaf bekend 1 delijk in mijn bed. Maar die fatale woorden, „de geworden is. Juist zeven dagen geleden gebeurde er iets heel onaangenaams. De commandant vond 's morgens bij het ontwaken een brief op den grond, aan een ba jonet bevestigd, die in de vloer was gedrongen. Het was juist geen fraaie tijding. Daar stond: „Eén voor één en gij het laatst. Paul do Compégnade. Ziminsky pauseorde even om zijn sigaar weer aan te steken. na den ander" bleven mij in de hersens branden. 'b Morgens vernam Ik, dat de jonge huzaar gedood was door een bajonet, die hem rug en borst doorboord had. De zaak begon Interessant te worden nietwaar? Ik besloot zoo lang lk mocht in het kasteel de Compégna de te blijven. De mogelijkheid was overigens niet uitga- sloten, dat de graaf niets te maken had met het doo- En U meent daaruit te moeten opmaken...? geeuw- den van die twee Pruisen; een of ander soldaat had den de lk, ternauwernood in staat om wakker te blijvon. oommandant wel eens deze poets kunnen bakken! On- Dat de Graaf ln de buurt is, dat -hij, terwijl wij getwijfeld waren er ook ln het dorp, die do Dultschcn sliepen, stilletjes zijn kasteel was blnnengokomon om haatten en graag een Pruis ln de duisternis nekken het aan hem begane onrecht te wreken en ons een voor zouden, als zo er kans toe zagen, een uit den weg te ruimen. Wat denkt U ervan? Ik vond in oen prachtige salon oen plano en ik wal bezig er wat op te spelen, toen tegen den avond Ziminsky Zonder twijfel is de graaf bij zijn'regiment Dat hoopte ik ook tot voor een uur. Ik begrijp U: U vreest nu, dat uw kapitein num mer één was van de lijst Pardon monsieur. Vrees ls me vreomd. Maar Iets dergelijks denk lk toch wel. En als U het gezicht van den commandant had -gezien... maa^ ik stoor U in Uw rust? Ik draaide me om. binnenkwam. Vermoeid Het hij zich op eon sofa vollen, die ton offer viel aan zijn gespoordo laarzen. Wel mijn vriend, en wat hebt gij vandaag uil voerd? zei hij goeuwend. Telegrammen afgezonden. Die een beschrijving geven van ons leven in dl saaie oord? lil VOOR ROOKERS. Een Duitsch geleerde, prof. Nea- berg te Berlijn, heeft wat nieuws ontdekt bij on derzoek van en proefnemingen met tabak en voornamelijk met sigaren en sigaretten. Volgens de Vorw&rts heeft hij gevonden dat niet nicoti ne het voor de gezondheid schadelijke bestanddeel van do rookertjea ls, maar methyl-olcohol (hout- geest). Hij heeft verder geoonstateord, dat het gehalte aan methyl-alcohol ln elg&ron sterk wis selt naarmate van de bereiding der tabak en dat deze bereiding bij de rigaretten-fabrloage van veel minder Invloed lo op het gehalte. Daaraan echrljft hij toe, dat hot rooken van si garetten ln het algemeen schadelijker la dan dat van sigaren. De genomen proeven moeten hebben aangetoond dat bij de veraasohlng van tabak de methyl-al cohol niet verbTandt Wanneer hij n.L de rook opving ln vloeibare lucht, vond hij daarin de me thyl-alcohol terug, zoodat deao bij het rookon de ademhalingsorganen van den mensoh binnen dringt. Wanneer de uitkomsten van dit onderzoek be vestlgd worden, zal aldus de Vorw&rt» do t&b&kflindustrlo zich ten doel moeten stellen door een nieuwe bewerking van de tabak de giftige methyl-alcohol te verwijderen. Voor het Instituut voor tab&ksonderzoek, dat korten tijd geleden te Forohhelxn. oen voorstad van Skrlsruhe, ia ge opend, wu dan ël d»d«Ujk een •'-rlf^-rt taak DE STERIELE KUS. In een van de Engelsche' bla den is een gedachtenwisseling gaande over de beste methoden om zoenen ongevaarlijk te maken. Een van de inzenders beveelt aan, de lippen vóór het zoenen met Jodium in te smeren. Hier komt een ander tegen op. Hij beveelt het gebruik van „lippenmaskers" van gesteriliseerd gaas aan. Als de zoenpartij lang duurt, kan men zulke mas kers met lintjes om het hoofd vastbinden. Wil men echter de lippen insmeren zonder ze gelijk met Jodium bruin te verven, dan gebruike men, zegt hij, een oplossing van trlchlorophenyl- mefchyliodosallcyl ln water excusez du peu! De ze oplossing kleurt niet. Zij is niet vergiftig, niet bijtend, „niet-haemostatisch, endosmotisch, kero- plsatisch, antithermlsch en analgesisch". (In eee lexicon gelieve men de verklaring van dezs eiger schappen op te zoeken!) DOES KLASSIEKE EN DE MODERNE VENUS, AQjle meer of minder eerzuchtige beeldhouw wers van de V-ereenigde Staten aldus wordt door het persbulletin van een groot filmcon- cera verteld hebben een samenzwering op touw gezet om Joan, Crawford aan de film te ontrukken. Ziji willen haar namelijk tot mo del hebben, teneinde der wereld een -copy van de moderne -Venua in marmer te kunnen geven. De ontdekking van juffrouw Crew-ford als een wezen van volmaakte lichaamsvormen is geen toeval geweest. O, neen, een commissie onder voorzitterschap van den redacteur van een pihoto-magazine heeft onderzoekingen gedaan naar do Ideale vrouw, die het meest aan de klassieke schoonheidsnormen kou beant woorden-. De hoeren -hebben zich ijverig van hun taak' gekweten, meldt moer genoemd bul letin, waaraan zeker weil niemand; zal twij felen. De uitkomsten waren verrassend, toen de maten van juffrouw Crawford, de Venua van Hollywood, zooals zij- nu genoemd wordt, over hals, armen, borst, taille, heupen, dijen, kuiten en enkels waren opgenomen; en met die van de klassieke Venus van Milo werden vergelen ken. De meeste maten verschilden maar heel weinig van elkander, enkele waren zelf» pre cies aan elkaar gelijk. Het moet dus wel een zeldzame schoonheid zijn, naar lichaamavor- men dan. deze Joan Crawford, door zoo groo- i te gelijkenis te vertoonen met de wonderlijk schoon# gestalte van de Venua van Milo. FIDELE PANDHUIS. Ook de bewoners van Genève kunnen een dergelijke „weldadige" inrichting, waaraan menig mensch zoo nu en dan, ter verkrijging van oen nieuw evenwicht tin een pijnlijk verschil van zijn inkomston en uitgaven-, aUerioi nuttige voorwerpen vanaf ton briljanten ring tot het kanariekooitje toe, /oor tongeren of kortoren tUd) toevertrouwd, dot ontberen. Sedert 50 Jaar ia er dan ook daar mi gevestigd en vol vertrouwen hebben de ipeon volgen de generaties hun voorwerpen v&n waArde er afgegeven. Niemand: twijfelde er' aan, dot het „in dienen heiligen Hallen" nilet recht toe zou gaan. totdat op zekeren dag ©e.n verdacht geluid werd gehoord, dat steeds u-ken werd en zelfs het beechertnand# pant ser van de in zulke zaken aldaar heerechen.de JU'.taMv faire, laisser aller" doordrong en de 1 GI autoriteiten noodzaakte, -ln de allereerst! J plaats don directeur en den kaasier van hol r pandhuis zelf ale „pand" in verzekerde bewe ring te stellen om eon grondig onderzoek tt^e beginnen. Daarbij kwam aan het licht, dat hei sedert de oprichting van het instituut - ho sedert 1873 nooit een inventaris was opge- ar maakt, dat in d-e laatste -tien jaren vooi he 126000 francs aan panden werd teruggeven zonder dat de berainlijke 'leider van het pand' huis eenige betaling verlangde, en dat het te kort de 730.000 francs overschreed, wat voor een »n stad van middelbare grootte als Genève zee! zeker een- record be teekent. Thans wringen dj" particuliere geldschieters zich1 de handen, daai het bestaan van het instituut ernstig bodreij? wordt. De overheid overlegt nu, waar ze he half- millioem vandaan zal halen, dat als onR® dekt verlies overblijft en de inwoners val Genève zien met spanning het -proces tegemoit waarin de geheimen van- dit eigenaard!# pandhui» aan het daglicht zullen komen. Een bijzonder pikant tintje aan deze sen» tioneel zaak geeft de mededeeling, dat de <U |j recteur de „aardighedd" had, fictieve beleg ningen te sluiten op 'voorwerpen van wa die hiji uit de voorraad van zijn instituut wej nam om ze later weer in te schrijven op naf van hooge Europeeache persoonlijkheden. Di heereni zullen wel min of meer verbaasd zien, wanneer ze den een of anderen dag ml ten ervaren, dat ze in de boeken van II Ge nee factie pandhuis als klanten voorkoni H EEN BURGERLIJKE STAND VAN MISDADIi Dat de politie in de hoofdsteden der wei over een vriji volledig en burgerlijken sti van misdadigers beschikt, in den vorm 1 portretten en vingerafdrukken, is hekend.' de Ver. Staten wordt thans een proef genoB met een uitbreiding! van dit stelsel door zamelingen van gramofoonplaten, waarop stem van misdadigers is vastgelegd. Dit buiten voorkennis van de betrokkenen W schieden, bijvoorbeeld tijden» een verhoor een gesprek. .vu» Als de politie over een vrif volledige Hg theek van stemafdrukken beschikt, kan riJ voorbeeld het slachtoffer van een berooviw'" ©temmen van alle misdadigers, die onder denkdng vallen, toten hooren, om te traoo» tot herkenning van den schuldige, die het „Je geld of Je levont" of „handen opl toegeroepen, te komen. DB EENB EN DB ANDERE. Eon bekende sor te Milaan wordt In eon krankrinnlgongew rondgeleid. „Deze krankzinnige hier," verwn hem vergezellende dokter, „is ongevaarlijk, y roods sedert twee Jaar bij ons." Daarbij w* j, op een Jongeman, die oen kleino pop rijn armen gekneld hield. „De ongelukkiger een meisje, dat bU liefhad, afgewezen go*JJ» 15Ij hooft haar hart aan ©en anderen man !ken.u -♦lil' „WIJ komen nu aan den volgende! Neen» acht, die lijdt aan razenU en ls dan werfje lijk. „En hoe 1» dat wel gekomen'"' vroj» professor. „Dat is de andere, die het txeuwd heeft," was het «itwooid. 'i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 18