I van het kapitaal dat door de visschers is bijeenge bracht En als nu de rente aan de visscherevereeni- ging wordt uitgekeerd, komt het aan de visschers ten goede. Spr. wijst op den kleinen steun die aan we duwen en weezen wordt, verleend, de inkomsten van de vischafslag enz. verminderen en daardoor heeft de vereeniging zich verplicht gevoeld het adres tot den Raad te richten. Door den Voorzitter wordt er op gewezen dat de 'ge meente van het kapitaal der Zeegrasexploitatie geen geld in kas krijgt. De gemeente heeft voor verschil lende doeleinden van het kapitaal geleend. De heer Tijsen zegt, dat als het kapitaal der Zee grasexploitatie er niet was, op andere wijze moest worden geleend en dus rente moest worden betaald met gevolg dat de (belasting zou moeten worden ver hoogd. De heer De, Vries .wijst er op, dat het Visschersfonds een mooie stichting is en zij omhoog gewerkt kan worden indien op het verzoek wordt ingegaan. De gemeente wordt er door verlicht. De Voorzitter zegt, dat men wel zal 'lachen om hetgeen hij nu gaat zeggen, maar de oude visschers kunnen zich toch wel om ondersteuning tot de gene rale co-mmissie wenden. De afslager en boekhouder genieten reeds ondersteuning en spr. stelt zich voor dat als de visschers 60 jaar zijn, zij ooik ondersteu ning zullen kunnen krijgen. De heer M. Kooij: Mits die 60-jarigen op honger- peil staan. De heer De Vries denkt, dat die ondersteuning niet zal worden gegeven aan mensohea die het niet persé noodig hebben. De Voorzitter is hang dat het niet spoedig zal ge beuren als de rente van het kapitaal der zeegras-ex ploitatie aan de visscherisvereeniigiinw wordt gegeven. De heer Oden merkt op, dat op 60-jarigen leeftijd f 1.— per week uitgekeerd moet worden, maar blij kens het prae-advies van B. en W. wordt er per jaar slechts ongeveer f 18 uitgekeerd, dat is dus 25 cent per week. Als de visschersvereeniging dus de rente van het kapitaal kreeg, zou zij kunnen overgaan tot de reglementaire uitkeering van fl.Spr. verwacht dat in de komende jaren de inkomsten der .vereeni ging zullen verminderen. De heer De Vries meent ook dat het niet de bedoe ling moet wezen dat ieder jaar het potje leeg moet wezen. De heer J. tont zegt, dat de opbrengst der rente f1700 is. Wanneer nu een gedeelte daarvan aan de Visschersvereeniging werd uitgekeerd? De heer Kaan handhaaft zijn vroeger ingenomen standpunt dat het kapitaal gemeente-eigendom is, dat zij het aan de exploitatie heeft verdiend. En als dus de rente aan de visschersvereeniging wordt uitge keerd, beteekent dit, dat aan haar subsidie wordt verleend. En spr. oordeelt dan dat er van de visschers zelf niet veel medewerking is, als men leest dat er maar 114 contributiebetalende leden zijn. De heer Lub zegt, dat de Voorzitter straks gespro ken heeft over de ouderdomsrente. Als ambtenaar van den Raad van Arbeid moet spr. daar over spre ken. De Voorzitter merkt op, dat de heer Lub hier niet voor den Raad -van Arbeid zit. De heer Lub erkent dit, maar het dient hier toch ter sprake te komen. Spr. deelt dan mede, dat er onder de visschers slechts sporadisch voor zullen ko men die in de termen zullen vallen vcor de uitkee-' ring der ouderdomsrente. Van de 8 visschers die hier zitten, zijn er al 2 die de uitkeering niet zullen krij gen en zoo zijn ter tientallen. De Voorzitter vraagt wat daarvan .d'e reden dis. De heer Lub: Gmidiat ze niet verzekerd; zijn. De Voorzitter: Maar ze konJderu zich' toch' verze keren. De heer Lub: Maar wie moet het betalen. De heer 'M. Kooij!: Het bezwaar was, schokken. Sipr. heeft er zelf ook voor gestaan, of hij1 zich' zoui verzekeren of niet De kosten waren ongeveer 40 cent pér week, maar voor het eene is het 20 cent, voor het andere weer 30 cent. Het zat "m dus in die ongelukkige dhJbheltjes. D'e heer J Kooij zou wel' voor hot verzoek .we zen als alle betrokkenen er van kregen. En spr. as bang, dat er nog meer visschers bijl de visschers vereeniging vandaan zullen loopen. De Voorzitter hrent nu het voorstel van de meer derheid van het college van B. en W. in stemming, om dus niet op het verzoek van de visscihersver- eentigting in te gaan. Voor dit voorstel stemden de heeiren J C. Lont, Blakker, J. Kooij;, Kaan en Bos- ker; tegen stemden de 'heeren Tijsen, (Lub, M. Kooij, De Vries eni Oden1. De stemmen staken dus, zoodat dn d'e volgende vergadering nog eens gestemd] moet worden. Zeegrasmaalen. B. en W. stellen voor, dit jaar wederom zeegras te laten maaien en de prijzen vast te stellen gelijk die, in de laatste jaren daarvoor geldende, te we ten: pakfcengeld f 3.—, waarvan f 2.— bijl het aan den wal 'brengen eni de resti als bet zeegras droog: is opgeslagen; maalloon f 7.50 voor, prima zwart zeegras en f 3.50 voor de minste soort, de tusschen- liggende soorten naar evenredigheid door den keur meester te bepalen; verkoopsprijizen voor de han delaren f 11.50 voor prima prima, f 10.75 voor goed gemaaid' en f 9.50. voor afwijkend! gemaaid zeegras, alles per 100 K.O. Het tijdstip, waarop met het maaien 'kan worden aangevangen, aaal door IB. en W. nader worden bepaalld. Op het oogenblik ia geen zeegras van vorige oogsten' meer aanwezig. De voordracht van B. en fW. wordt zonder hoof delijke stemming aangenomen. Naar aanleiding van een paar opmerkingen, idie Ged. Staten ten aanzien van de gemeentebegroo- ting, diepst >1928, maakten, wordt besloten de be- grooting te wijlzigen en baar opnieuw vast te stellen Aankoop van grond voor sehooluitbrei- ding te OosterlandL IB. en Wl deeien hierover het volgende mede: Wegens de regelmatige toename van het getal leerlingen zal binnenkort den Raad worden aan geboden een voordracht tot uitbreiding van de school te Oosterland! met een tweetail lokalen. Die uitbreiding zal aan de Oostzijde van het be staande gebouw moeten geschieden, in verhand waarmede door B. en W. oleerhandelingen zijn gevoerd' met den eigenaar van den aldaar gelegen grond, den heer s. Koorii Jz. Sr. Do aan to kocpezi grond l-j. een gedeelte, groot ongeveer 474 'M2„ van het perceel Kadaster Sectie A. no. 2319, hetwelk in eijh geheel groot is 0.42.56 H.A. Oei heer Koorn wil dit stuk grond afstaan voor een totale som van f 1000.—, 'met d'e kosten van overdracht en onder voorwaarde, dat voor reke ning der gemeente het gekochte van het overig perceelsgedeelte wordt afgescheiden door een schut ting als de bestaande langs de tegenwoordige speelplaats. Daarentegen is de heer Koorn. bereid te gedoogen, dat de in de bijl de school behoorende beerput aanwezige stoffen door een leiding af vloeien naar de ierput, op zijn grond aanwezig. Aangezien de koopprijsi redelijk is te achten, mieenen B, en W. te moeten voorstellen het tooven- aangieduid) stuk grond tot het aangegeven doel aan te koopen voor den prijs en onder de voorwaarden, als hiervoren is medegedeeld. De heer Lub zal niet zeggen dat de prijs onredelijk is, maar als de prijs van de grond te Elft er mee wordt vergeleken, dan had de gemeente daar een spotkoopje. De heer Oden vraagt of de schoolplannen in verge vorderd stadium verkeeren. De Voorzitter zegt dat er over de plannen enkele op merkingen kwamen en B. en W. nog druk bezig zijn om te trachten tot elkaar te komen. De heer Oden zegt, dat de raad een paar vergaderin gen terug ook besloten heeft, tot uitvoering van an dere werken. Maar van de uitvoering ervan merkt spr. niets. Wat ia de reden daarvan? Werkt, de opzichter niet? De Voorzitter acht het beter dat deze zaak bij de rondvraag besproken wordt. De voordracht van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen. Rondvraag. De waterleiding geeft af en toe geen water. De heer M. Kooij brengt ter sprake de klachten die men bij hem oppert dat de waterleiding zoo vaak stop staat, d.w.z., dat er geen water ls. De Voorzitter ls bekend dat er weinig druk ls. Spr. weet niet of bij de Zuiderzeewerken thans veel water wordt gebruikt, want is dat het geval, dan is de toe voer wel eens onvoldoende. Spr. vertrouwt dat binnen kort de watertoren te Wleringerwaard in gebruik zal worden, genomen, en dan de druk voldoende zal zijn. De heer M. Kooij zegt dat er geen sprake is van on voldoende druk, maar dat er in het geheel geen water is. Er wordt gezegd dat dit veroorzaakt wordt door het maken van aansluitingen, maar een kennis van spr., stelde de vraag, waarom men dit dan niet in den nacht deed. De Voorzitter zegt dat het ook wel mogelijk is dat de provincie wat veel water gebruikt. De heer Oden wilde onlangs zijn auto schoonmaken, maar was daartoe niet in staat. En spr. wijst er op, dat men toch voor het water betaalt. De heer M. Kooij: Er behoort water te wezen. De Voorzitter wijst er op, dat het P.W.B. ook liever had gewacht totdat de watertoren te Wleringerwaard gereed was, maar Zuiderzeewerken kreeg gebrek aan water, en daarom is men tot aansluiting overgegaan. De heer Oden vindt het niet in orde, er wordt voor betaalde De heer Bakker vraagt of de school te Oosterland ooi spoedig kan worden aangesloten. Er ie daar gebrek aa goed water. De heer Tijsen zegt dat dit bij het P.W.B. bekend l maar ze komen niet opdagen voor de aansluiting. Bedrage in de kosten voor studl De heer Oden brengt ter spraJke het feit dat door Smit een aanvrage was ingezonden om tegemoetkomt in de kosten van lesgeld, op welke aanvrage het Dai Bestuur afwijzend had beschikt. Wel betrof het hie het nemen van privaatles, maar naar spr.'s oordeel ha de aanvrager aan de hand van het genomen raadslx sluit aanspraak op een bijdrage. Door den Voorzitter wordt bedoeld raadsbesluit gele zen en er blijkt uit, dat de tegemoetkoming alleen bs trof wanneer lessen werden gevolgd in voortgezet vakonderwijs in een school te Helder. In dit geval betrt het echter een boekhoudcursus, en het is de vraa of niet iemand op Wieringen, bijv. bij de M.U.Z. dit o derwijs niet kan geven. De heer Oden meent dat er dan een fout in het ram besluit is; het betreft hier lessen ten behoeve van e vak. De heer De Vries: Dat den betrokken persoon jul h door de M.U.Z, is aangeraden een cursus te Helder* volgen. De heer Oden vindt het wel gewenscht voor dergelij)|«ïl gevallen ook een tegemoetkoming te geven. De heer Kaan wijst er op, dat er echter rekening m gehouden dient te worden, bij wien les gehaald word D De Voorzitter zegt den heer Oden toe, dat B. en in dit geval nog eens zullen overwegen hoe te handeli en onder de oogen zullen zien. de consequentie die aan vastzit. De heer J. Kooij vraagt nog of de aanvrager onve mogend is. Det heer Oden zegt dat alleen een tegemoetkomt In de reiskosten wordt bedoeld. lag De gemeenteopzichter werkte te langzaai ttOfi rerl ion eed aa B' en De heer Oden brengt nu nog eens ter sprake, dat voortgang wordt gemaakt met de 'uitvoering van werk waartoe is besloten. Spr. noemt bijv. de rioolwerken den bouw der scholen, waarover de Voorzitter stw dan al mededeellngen heeft gedaan, en waarover dus niet zal prateii. Maar de rioolwerken, daar niet mee begonnen. We vergaderen bijv. in geen 6 ken en in al dezen tijd wordt niet met de uitvoei begonnen, Waar zit dat in vraagt spr., in den opzli ter? De Voorzitter zegt dat het voornamelijkin den zichter zit en B. en W. hebben er dan ook al over sproken en gemeend, den opzichter eens onder ham te moeten nemen. Op het oogenblik doet hij weer zijn best. De heer Oden kan zich ten minste niet met een gelijke handelwijze vereenigen. De opzichter heeft paar flinke verhoogingen gekregen, en het werk dat behoort te doen, moest hij nu punctueel ten uil brengen. Als dat niet gebeurt, zou spr. willen dat hierop namens den raad werd gewezen en dat hij ders niet langer gehandhaafd kan worden. Hierna volgt sluiting. oep Gé Dé verd Qld< lere '©TO lage Eï De lac. ;ewi net tuto [esle Ve n n e vo iade noto tig 1 loodi liet 1 ever ditg< m Moli De linne Voort jecti Hing ffloler uHet •Het «taardi voor 2 'erwik °pdum hg «a 0f ..Wee Max i la )r t feuw «Ml VO felsje 'roer i Slaakte ^rhaai ei 'P hen ''We «Iele, ■Jk 1 «Piuiu ?Khl,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 2