MEI KEI EltEimi Amerikaansche Humor. Hoeve „Nooit gedacht". Corrupties uit vroeger eeuwen. VAN DEN MAN, DIE MET EEN OUDERWETSCH MEISJE WILDE TROUWEN. HOE DE NAAM EENS ALS HATELIJKHEID AAN HET ADRES VAN NAPOLEON GELANCEERD WERD. Tijdens zijn verblijf in Nederland bemerkte Napo leon op een der groote wegen in de provincie Utrecht, dat bij de talrijke buitenverblijven en welvarende boe renplaatsen meestal vergulde letters op de posten der deur of van het hek geplaatst waren. iHij vroeg naar de beteekenia er van en vernam, dat daarmee de naam der woning werdl aangeduid. Ein toen nu her haalde malen de naam „Nooit Gedacht" voorkwam en men hem onderrichte, dat de bewoner daardoor wilde te kennen geven, dat Ihij in het bezit van dit verblijf was gekomen* zonder dat bij dit ooit bad kunnen denken, lachte de keizer hartelijk over een zoo sprekend uithangbord. De baron Van P., een der verbitterdste tegenstanders van do Fransche heerschappij hier te lande, had dit een en ander van een der officieren in 's keizers ge volg vernomen en schreef na de gebeurtenissen van 1815 "n brief aan generaal Bertraudi, die zijn meester in de ballingschap volgde, hem in bedenking gevende, óm indien zijn keizerlijke majesteit nog geen naam gevonden had voor de nieuwe woning op St. Helena, die in herinnering aan zijn Hollandscho reis „Nooit Gedacht" te noemen, een benaming, waarmee hij zich vroeger zoo geamuseerd had. GIFTEN AAN DE RAADSPENSIONNARXSSEN VAN HOLLAND. Oorspronkelijk had Oldenharnevelt's traktement als raadspensionnaris slechts f 400 bedragen, later was het gaandeweg gestegen tot... f2000. Maar hij had vele schenkingen ontvangen, welke voor dien tijd als aanzienlijk golden; o.a. bij het sluiten van1 het Twaalf jarig Bestand, een dotatie van Hendrik IV van 120.000. Men achtte het raadzamer Duyck niet op dergelijke schenkingen te laten rekenen, vandaar dat men zijn salaris tot f 3000 verhoogde. Dit inkomen genoot ook De Witt, wien eerst in 1668 een wedde van f6000 werd toegekend. Later onder Fagel werd dit bedrag verdubbeld. Wegens zijn uitstekende diensten, speciaal wegens zijn financieel beleid, ontving De Witt in 1668 gratificatiën, een van de Staten van Holland ad f 45.000 en een van de ridderschap van Holland ad f5000. Alleen van Regeeringswege en in dit bijzondere geval heeft De Witt geschenken aangenomen.. Op zijn voorstel was in 1651 in de instructie voor den raad- pensionnalra het verbod opgenomen giften aan te nemen „van welken aard ook, zelfs van eetbare spyse ofte drank". De eentie sptoulttto, die nooit tan falen, ts de spe culatie op de domheid der mencohen. Socrate», die op de handigheid van de meneohen speculeerde, moest ver gift drinken (dat hem nog liever moet zijn geweest dan het biersurrogaat van Amerika), maar een New-York- sche avonturier, die de domheid van de menechen juist taxeerde, wist twaalfhonderd dollars te verkrijgen door middel van een brutale grap. Want op zekeren dag stond in verscheidene bladen met groote letters te lezen „Breng mij onmiddellijk een dollarl" X... street Y... No. 12. Den volgenden morgen kon men op dezelfde plaats lezen: „Gij kunt Uw dollar tot morgen brengenl" En den daarop volgenden dag kon men lezen: „Wanneer ge mij uw dollar vandaag niet brengt, wees dan op uw hoede! Want morgen zal het te laat zijn!" Een journalist, nieuwsgierig, waar het om te doen was, begaf zich naar de aangegeven straat en trof daar een man aan, die verklaarde, gemachtigd te zijn, alle dollars In ontvangst te nemen, die men zou brengen. De heer X weigerde echter opheldering te geven over de bestemming van deze dollars. Doch de journalist liet zich niet afschepen en bracht eindelijk in vereeniging met andere schenkers aan het licht, dat het ging om een wedstrijd, die een New-Yorksche menschenkenner had aangegaan, het ging namelijk om de bewering, dat zulk een aankondiging voldoende zou zijn, om zoo en zooveel menschen er toe te brengen, hem een dollar te geven, zonder te vragen, waartoe. De man had zijn weddenschap gewonnen. Hij ontving ongeveer 1200 dol lars, die hij vervolgens aan de schenkers terugzond. Ook aan de Amerikaansche autoriteiten zijn ten minste eigenaardig, voor zoover het gaat om voor schriften, waarop de nadruk moest worden gelegd. Het hangen buiten de ramen gedurende de reis wordt in Europeesche spoorwegens meestal in drie talen verbo den, weshalve het weinig indruk maakt. In Amerika komt het echter niet zoozeer op het verbod aan als op het hoe van het verbod. Daar Is in den trein te lezen: „Uw hoofd moge zeer hard zijn, maar zoo hard als de bruggen en tunnelbogen zal het toch niet wezen. Niet temin stelt de spoorwegmaatschappij U voor alle schade, die uit de botsing van uw hoofd met de bruggen en tunnel voor haar zou kunnen ontstaan, verantwoorde lijk. Daarom steek s.v.p. uw hoofd niet buiten het raam" Zooiets heeft Invloed op de meest hardhoofdlgen! De prohibitlon heeft o.a. dit goede, dat zij onafgebro ken nieuwe geestigheden voortbrengt. Ook een overdre ven genot van nuchterheid kan, evenals een overdreven genot van alcohol, een goed humeur teweegbrengen. Een Yankee klaagde er hartgrondig over, dat er in Amerika geen vrijheid bestaat „Maar ge hebt toch in de haven van New York een vrijheidsbeeld opgericht!" zegt een Europeaan hem. „Zeker, zeker," antwoordde de Yankee, „maar is het U niet opgevallen, dat het Amerika den rug toekeert?" In de „Collectlon d'Anae" van de Llbrairie Oallimard is een boek van Léon Treich verschenen, getiteld „Hts- tolres amérlcaines" en dat gewijd is aan den modernen Amerikaanschen humor. Artemus Ward, Jaeh Blllings, BUI Nye en Mark Twain zijn de grondleggers geweest van den Yankee-humor, die door zijn koelbloedige ironie wereldvermaard is geworden en wat tegenwoordig den Amerikaanschen humor kenmerkt, blijkt onmiskenbaar het erfgoed van traditioneele bijzonderheid. Wildwest leeft nog, de „spleen" als specialiteit van den meest. Angelsaksischen mensch, openbaart zich nog altijd in kostelijke zinswendingen en de zeer bijzondere aard van den Amerikaan, om zoo te zeggen tandenknarsend vroo- lijk te zijn of met de oogen te lachen, is behouden ge bleven. Zoo la ln de hall van een hotel te Boston te lezen: Aan onze gasten! Wanneer ge de gewoonte hebt, thuis op den grond te spuwen, doet- het dan ook s.v.p. hier, want wij willen, dat ge U bij ons thuis voelt! Zulk éen beminnelijke uitnoodlging kan natuurlijk door geen enkelen gast verkeerd worden begrepen. Hoe simpel zijn in vergelijking daarmede de „verzoeken" van Europeesche hotelhouders „om netheid!" En hoe wei nig resultaat hebben zij! In Klondyke gaat het nog altijd romantisch toe. In Dalton City vinden de illustere gasten de volgende uit noodlging, die schijnt te bewijzen, dat sedert de dagen, dat Oscar Wilde de Rocky Mountalns bezocht, niets is veranderd. Wilde ontdekte destijds in een danssalon van Leadville, een gouddelversstadje van Colorado, gelijk bekend, de „eenige rationeele methode der kunstcritlek", zooals hij zich uitdrukte, want boven een plano stond te lezen: Men wordt verzocht niet op den pianist te schieten. Hij doet zijn best Welk verzoek voor het overige de verbluffende ster felijkheid onder de pianisten van Leadville niet in staat moet zijn geweest, te verminderen! En ongeveer het zelfde schijnen thans de omstandigheden in Dalton City nog te zijn. Daar schrijft een hotelhouder: Aan mijn gasten! De eigenaar van het hotel deelt heeren reizigers mede, dat hij geen verantwoordelijkheid voor hun persoonlijke veiligheid, hun leven of hun kostbaarheden op zich kan nemen. Heeren reizigers wordt verzocht, telkens, wan neer zij meenen in de eetzaal een paar revolverkogels te moeten wisselen, een zekere voorzichtigheid te be trachten, want een verdwaalde kogel zou een bediende of een persoon kunnen treffen, die aan de disöussie van de anderen in het geheel niet deelneemt. De heeren gasten worden persoonlijk voor'al het porselein, de meu belen, spiegels enz., die gedurende het gesprek worden gebroken, verantwoordelijk gesteld. De begrafeniskosten worden afzonderlijk berekend. De reizigers kunnen, in dien zij dit wenschen, een levensverzekering voor den duur van hun verblijf ln mijn établissement sluiten. De directie neemt geen verantwoordelijkheid op zich, in ge val de heeren gasten zich over de bediening te bekla gen zouden hebben. Al onze bedienden zijn gewapend en de heeren reizigers kunnen met hen terstond in overleg treden. Iedere reiziger, die een be<J voor sich alleen wenscht, moet twee dollars vooruit betalen. Mijn hotel is een huis van een eersten rang en alleen bestemd voor de elegante ollentèle. De heeren reizigers worden ultgenoodigd, zioh als volmaakte gentlemen te gedragen De eigenaar hecht bijzonder veel waarde aan deze voor waarde en behoudt zich het recht voor, zijn verlangen door geweerschoten kracht bij te setten. Een bal vindt in mijn hotel lederen Zaterdag plaat*. Toegang op bloot* voet*» verboden. Naar het Amerikaanschi van Faith Baldwin. (Nadruk verboden). Wat familie en fortuin betrof, was Corruthiera een niet te versmaden partij. Bovendien bad) bij, behalve een buitengewoon knap gezicht, en figuur, in zijn manier van doen iets onverscbilliff-cyndacbi dat voor de meeste vrouwen een buitengewone attractie schijint te hebben. Maar..,. Carruthers waa een vrouwenhater. D. w.z. een vrouwenhater-in-principe was hijl eigen- lijlkj niet; hijl had alleen maar een hekel aan de zoogenaamde „moderne" meisjes, aan asich-poeie-1 rende, met de lippenstift-bewerkende, whiskey- I drinkende, sigaretten- rookende, dag-ern nacht-don sende, kort-ce rokte, kort-gelokte wezen®. Zijn hart hing aan de delicate, bescheiden, stille meisjes van voorheen, de meisjes die frijn voor- i vaderen bedeeed en kuisch aanbeden hadden en waar ze hun vrouwen uit hadden gekozen, Mieisjee i met mooi, lang baar, meisjes die geen .praatjes" hadd'on, die hulpeloos in de wereld ronddoolden als fce die- krachtige steun van den heer der schepping knisten, zachte engelen, uit een ver, droom-schoon- verleden, prinoesses Lointaines. Mèt den Koninklijken spreukendichter kon Carruthers uitroepenEen deugdelijke huisvrouwwie vindt haar? (Da eigenlijke, zij het onbewuste oorzaak van deze zijn gemoedsstemming was waarschijnlijk, dat hij èens nu vijf jaar geleden zich verbeeld had van een modern meisje, als boven omschreven, te houden. Toen ihiet het lieve kind: na ernstige en goed-bedoelde pogingen ten eenen male mislukt was zich naar het ideaal van 'Mr. Carruthers te o looi en.had zij het „afgemaakt". Eh manne lijke Udelheid' verdraagt izulk een behandeling slecht. Al 8 'Carruthers zich erg verveelde, ging hijl een poosje naar zijtn bulten in de Adirondacks of naar het schoone Capii. waar hij een witte villa bezat of naar zijn huis in Southaxnpton of naar zijn bun galow in Palm Beach, verrukkelijkste allen Aimfe- rikaansche badplaatsen en als dit olies niet hielp om zijn sombere gemoedsstemming te verdrijven, bezocht 'hiJi zijn kantoor in de stad! omi zich er eens van op de hoogte te stellen, hoeveel de ondernemin gen van wijilen zijn vader hem den laatsten tijldi rijker hadden gemaakt. Kort nadat hij in beklemmende eenzaamheid zijn twee-enWertigsta verjaardag hadl gevierd, greep het „land" hem weer in ontstellende hevigheid aan en hiji vluchtte naar zijn 'buiten. Het was laat in dien herfst en hij vond! bet er ver rukkelijk. Hij: zwierf door bosschen en trok over bergen jagend en droomend droomend van het zachte', bedeesde meisje, diat de koningin was van zijln vurigste gedachten en dat maar één slechte eigenschap hadnamelijk: dat het niet |>estond! Het was een stille middag geen takje kraakte, toen plotseling de wijlde rust van den herfstigen dag verstoord' werd door een) heldere jongensstem:, die uitriep: 'Verdraaid! Carruthers bleef stilstaan. Uit het struikgewas zag hij een slanken jongen te voorschijn komen, een Jongen! in jachtcostum zonder hoed1 met een rosslgen krullebol, een geweer onder den armi en een sigaret tusschen de lachende Wippen, Hallo! riep de prettige jonge stem, heb Je ook een lucifer voor me? Ik ben zoo stom geweest de mijne te verliezen. Carruthers glimlachte tegen den Jongen, streek een lucifer af en hield dien den vrager voor. Hij zag dat zijln nieuwe metgezel- een vroolijto, gebruind gezicht hadl met een kleine, onbeachaaimde neus. waarom als versiering een klein legertje van zomer sproeten was aangebracht! Jaag Ik op Uw terrein? vroeg de Jongen. Ein met een kwaade-bedeesd 'lachje voegde hij er aan tce: Nu mag ik zeker niet verder hè? Ja, dat is hier mijn landgoed, antwoordde Car ruthers vriendelijk. Mlaar als je lust hebt, K& gerust je gang, hoor! Ik ben blij, dat ik gezelschop vind en ik hoop dat Je het mijne voor lief wilt no men. Waar kom je eigenlijk zoo opeens vandaan? Be Ivn w 5w* boitra «ra d* Bwltnra, W bent Mttrarltfk Beb OutuUiwwT klonk Ji«t rrrtrva- weUJkronbetchaamd. Waarom ia dat zoo natuurlijk? O, ik heb je vaak genoeg in de stad geilen. Ik ben Lofllie Thorne. O, van de Spoorweg-Thorne zeker? Dat la ten minste de beate vriend' van Haatings. Na een oogenbliik ging Carrutbera voort: Het doet mie plezier om kennis met je te maken. Ik heb je vader en moeder wel eens ontmoet. Je 'hebt ook een zus ter, niet? Ik heb gehoord). Hiji brak opeens zijn woorden- af. De dochter van Mr. Thorne was wat-je-noemt een ultra-modern meisje, een echt „sporting-girl", dat lauweroa oogstte bijl polo-golf- en tennismatches en dat even gemakkelijk wisselbekers' won als jongenshalten. Carruthers hoopte maar* dat zijn gezicht zijn. in nigste gedachten over moderne sport/meisjes niet zou verraden. De jongen die naast hem voort stapte kon een fijn glimlachje niet onderdrukken. Eén zuster? herhaalde hiji, zeker Logeert ze ook bij de Hastings? Ja. Je zuster ia erg sportief, heb ik wél 'na ge hoord. Ik heb haar zelf nooit ontmoet.... Het valt nogal mee, steldé dé rossige jongen zijn begeleider vroolijk gerust. Ze wandelden een heel eind en Carruthers was erg in crijn schik met zijn nieuwen vriend. De jon gen bleek een scherp oog en een vaste hand te hebben en hijl hield er een alleraardigste, vlotte manier op na om het gesprek gaande te houden. Carruthers schatte hem op zeventien, maar dan wae hij wel erg verstandig voor zijn leeftlfd. Onderweg genoten ze van een geïmproviseerde lunch van sandwiches en chocolade en deelden den inhoud van een thermos-flesch met koffie. Tegen donker begon het te sneeuwen. Zij kwamen in Car ruthers huis en lieten zich behagelijk in luie stoe len bijl het gezellig-knapperende houtvuur neerval- 'valden, Waarom ga Je, vanavond eigenlijk naar Ho«- tinge terug? vroeg Carruthers. Het is een alle machtig eind en het ziet er naar uit of we een sneeuwstorm krijgen. De jonge Thorne, die slaperig begon te worden na een heelen dag in de buitenlucht te hebben ge zworven, opende zijn oogen, die een groenige weer schijn hadden. Nu eerlijk'' gezegd, zou ik ook wat graag blijlvenl Zou je dan d'e Haating» niet even opbellen? Och, die zullen zich wel niet ongerust maken, die weten ook wel dat ik in geen zeven slooten tegelijk loop! Maar tochi stond hij! op en nam den hoorn van het telefoontoestel Carruthers hoorde den jongen vragen naar Mis» Thorne en toen hij blijkbaar degeen aan de tele foon gekregen had, die hij hebben wilde, ging hij voort; Met Leslie. Ik kom vanavond) niet terug. Ik ben bit iemand verzeild geraakt. Elven was er een pauze en toen grinnikte de Ion- gen: Bob Carruthers.... nee nee.. Hou je maar kalm, toe brave! Hiermee waa het telefoongesprek afgeloopten en even later ging Carruthers met zijn gast aan tafel; Ze deden het voortreffelijke maail alle eer aan. Na het eten kaartten zijl den godganschelllken avond en toen het bedtijd was. had de Jonge man een aardige diuit verloren. Hiji gaf zijn gastheer er een schuldbekentenis voor. Carruthers strekte zich. behagelijk in een luien stoel uit; de jonge anan zoa hoe breed zijn borst en hoe «mal (rijn heupen waren Eien fijne vent om te zien. Thorne kreeg, van zijn gastheer een pyama d'ie hem veel te «root was, een oude badjas en een nieuwen tandenborstel. Ein met deze uitrusting1 trok hij zich in do 'logeerkamer terug. t Vier dagen bleef het aan een stuk door sneeu- j Wen en de jonge Thorne bleef de gast van CaE- ruthera. Deze waa al gauw door zlln sigaretten heen en Thorne rookte met opgetrokken neus een pijp van zijn nieuwen vriend. Voor Carruthers vlo- uen de dagen voorbij'; de jongen was een allemach tig onde'houdende metgezel. Hij' scheen al heel wat van de wereld te hebben gezien en hield er zeer gedecideerde en met een geronde en aantrekkelijke dosis zelfgenoemzaamheid geuite opinies over de wereld en het leven, op na. 'Door de sneeuw was de telefonische gemeenschap vetbro'ken en Leslie Thorne kon geen -verbinding krijgen mtet de Haa tings. Och, zei Carruthers, het is niet zoo erg. Ze weten nu toch dat je bil mijl bent en zullen zich niet ongerust maken. Hij begreep niet waarom zijn jeugdige gast plot seling begon te lachen en een pak kaarten opnam, dat hij met gebogen hoofd) begon te schudden. Den laat&ten avond dat de jongen bij hem waa, deed Carruthers onthullingen over het meisje dat niet 'bestond. Thorne leunde voorover, een eigengemaakte al- ga. et in zijn lachenden- mond. Hij had hier of daar sigarettenpapier gevonden en rolde nu sigaretten van de rooktabak van zijn gastheer. Je moet er maar van houden, zei het jonge mensch. niet zonder minachting. Zoo een s-tij'f ingeregen ding met een corset aan en haren als kurketrek'kers! Ik zou er niets van moeten hebben van zooi'n antiquiteit, hoor en ik denk dat het jou op stuk van zaken ook niet zou meevallen, als je er eentje vlak-bij' had'! Maar wil ik je eens wat zeg- - gen? Jé oordeelt veel te veel naar het uiterlijk. De meisjes zliin en doen roo, omdat het nu eenmaal j mode is, maar je moet bij iedereen apart naar hun. innerlijke eigenschappen kijken! Je bent merkwaardig goed' op de hoogte voor je leeftiid! Hoe kom Je zoo wij»? Ik heb een- zuster.... En dat la Juist zoo een hyper-modern type.... Omdat ze aan sport doet? Klets, neem me niet kwallik! Al dat geleuter over het tegenwoordige jonge geslacht, maakt me gewoonweg wee. Als ik pomik bedoel, als ik een meisje zocht, dan wilde ik er een hebben, die in stAat was om op haar eigen beenen te staan en een prettige kameraad yoor me te zijn.niet zoo'n duf, zoetsappig prui- memondje uit den ouden tijd, Je bent een welsprekende pleitbezorger voor het moderne meisje, lachte Carruthers. Thorne schudde zijp rossige krullekop. Dat ben ik ook! Ik houd van meisjes, die hun lijf en ziel niet in een corset persen en niet eerst naar hun vader of- man kijken om' te weten wat voon opinie ze moeten hebben. Carruthers moest harte lijk! lachen om de geestdrift van den knaap. Hij was in die dagen bepaald van hem gaan houden. Hl? moest telkens naar die oolijke, schitterende groenige oogen kijken, die zoo'n eigenaardig con trast vormden met het welige rossige krulhaar. Toen Carruthers den volgenden morgen wakker werd, stond zijn plan vast, dat hij den jongen- Thorne niet meer uit het oog zou verliezen. Dat was een relatie die hijl moest aanhouden! Het had opgehouden met sneeuwen en toen Leslïe ha het ontbijt aanstalten maakte om te vertrekken, zei Carruthers; Ik ga met Ie mee. Thorne scheen deze mededeellng niet bepaald prettig te vinden. Als je dat persé wilt, vooruit dan maar- Maar het Is heelemaal niet noodlgi Ik beni mans genoeg om den weg alleen te vinden; De stem van den jongen klonk koel en toen Carruthers hem in de groene oogen keek, zag hij, dat die hem) niet bepaald vriendelijk aankeken- j Misschien had de Jongen langzamerhand genoeg tatoegen w stte «wetatatt. I Goed, ga dan maar alleen, antwoordde htfl ge prikkeld. 11 Een oogenbük later had *Un logé hem eon hand) gegeven en was de deur uitgegaan. Over een paar dagen, al* de telefoon weer in orde was, dacht Carruthers. zou hij wel eens op. bellen en een praatje met den Jongen maken. Z!e waren te goede vrienden geweest, om op die ma nier voor goed uit elkaar te gaan. Maar het duuiy de drie d-agen voor hijl met het buiten van Ml*. Hasting verbinding kon krijgen en toen kreeg hij de secretaresse van den hoer desa huizes aan de telefoon. Kan ik Mr. Thorne even spreken? Mr. Thorne? Mr. Thorne is niet bier. Is ihdj dan alweer vertrokken? Hij is hier heelemaal niet gewéést, klonk het .ongeduldig. Zijn dochter en zijn zuster.... Juist; ik.' bedoel ook niet deni ouden heer Thor ne, maar zijp zoon.. Leslie. De Jongedame aan de andere zljlde van den draad) scheen- er nu heelemaal niets meer van te begrij pen. Na een hartgrondig „hé?" en een pauze, vroeg zo eindelijk: U bedoelt zeker Miss Thorne.... Miss Leslie Thorne 1 Die is gisteren weer naar New York vertrokken. Het eenige' wat het, meisje-aan-dé-telefoon ver der nog hoorde, was het met 'n ruk ophangen van den hoorn aan den anderen kant Mis».. Leslie.. Thorne! Allemachtig! Zö zag er uit als een jongen, met haar slanke, rechte figuur en haar krullebol. En haar on verschillige manieren en haar donkere, diepe stem hadden de illusie van een aankomenden, jongen man, volkomen gemaakt! Ze had haar rol eenvoudig on verbeterlijk gespeeld'. Wat was dat voor een brutale streek om' hem op die manier beet te nemen, gebruik makend van zijn begrijpelijke vergissing bij hun eerste ontmoeting en op die manier zijn vriendschap te winnen? Want dat een van de veelgesmade „moderne" meisje» op een slinksche manier 2ich van zijn sympathie had meester gemaakt, mtoest hij zich vol ergernis be kennen! Hij was er nu ook achter wie de „Miss Thorne" was geweest, die door Leslie aan de telefoon was ge roepenDat was de tante! Hij ging terug naar New York, buitengewoon uit zijn humeur. En toch was het niet alleen ergernis, die hem uit zijn evenwicht bracht. Hij miste den jon gen, die in een paar dagen tijds zijn kameraad ge worden was, den jongen, die hem zijln geloof in echte jeugd had teruggegeven, den jongen van wien hij wel gewild had, dat het zijn zoon was geweest of zijn jongere broer. De gedachte hieraan deed een grim mige lach op zijn gezicht komen. Die jongen had nooit bestaanI Er was alleen maar een meisje geweest; een modern meisje met een jongenskop en een jongensfiguur en aardige jon gensmanieren. Hij' was dol geweest op den jon gom het meisje hAAtte hij. In New York kreeg hij een briefje van haar, ter begeleiding van een chèque van haar speelschuld aan hem. Het waren maar een paar regels op een cor- respondentiekaart. Boste Bob Carruthers. Je bent er natuurlijk achtergekomen, dat spreekt vanzelf. Het zou me spijten als je boos bentmaar je bent natuurlijk boos! Ik vraag je vriendelijk het me niet te vergeven.en me niet te vergeten. Voeg je grievon togon mij, maar bij de vele, die je tegen het „moderne meisje" hebt en troost Je met do ge- daohe, dat een van jouw aangebedenen uit den goe den, ouden tijd zooiets nooit zou hebben uitgehaald. Wat mezelf betreft, ik schaam me 'heelemaal niet en ik vind dat ik het allemachtig plezierig bij je heb gehad. Dank je wel! Met hartelijke groeten, Leslie Thorne. Carruthers scheurde de chèque in kleine snippers en verbrandde het briefje zoo omstandig alsof hl] een brandoffer aan een grimmige godheid bracht. Maar -de maat van zijn ellende was nog niet vol. Hij pakte een mondain „magazine" op en vond een bladzijde met foto's vanLeslie' Thorne. Hij smeet het blad iri een boek en raapte 't «ven later weer op. Leslie in rij-costuum, Leslie in een kwiek jacht- pak, het pak dat hij kendeLeslie op een aardige ponie aan het polo-spelen, Leslie wandelend in een of andere Avenue in een keurig wandelpakje, Leslie als „grande dame" in een avondjapon. En op al die foto's: haar oogen helder en klaar als de oogen, van een f linken, eerlijken, aardigen jongen, haar rug, recht als de rug van een gezonden knabp, maar tochhaar lippen lachend, zooals alleen verleide lijke meisjealippen .lachen kunnen. Dat hij d'at niet eerder gezien had, ezel die hij was! Carruthers begroef het „magazine" onder een sta pel oude kranten. Den volgenden dag Btak hij naar Europa over. En niemand die dit verhaal met verstand en aan dacht gelezen heeft, zal het verbazen, als hij verneemt dat Bob Carruthers,toen bij van zijn zwerftocht door het oude Eiuropa, den volgenden zomer Leslie Thorne trof aan het zonnige strand van Palm Beach, in een somerjurk, die verrukkelijk kleurde bij haar rossige haren en groenige oogen, zijn theorieën over antieke en moderne meisjes in den Oceaan wierp en zich met verbazing afvroeg, hoe hij deze „schat-van-meisjo" ooit voor een jongen had kunnen houdenl En dat hij het wezen-, dat hij als zoon, of althanlj als jongste broer had begeerd,, thans vroeg zijn vrouw te worden en zijn vroolijke kameraad voor altijd1 Dat zij geen „neen" zei, zal al evenmin verwonde ring wekken. - 5 Mei .1928. Er ia zeer zeker geen tijdvak aan te wijizen in de Engielache geschiedenis, dat grootero mannen, eo meer schilderachtige figuren, heeft voortgebracht dan de tijd van koningin Elizabeth. Wij behoeven slechts te denken aan Shakespeare en aan Ratel# namen, diie aan ieder bekend zijn. Maar tijdens de regeering van de Feeën-JSoningm, zooals ziji door den dichter Sponser is verheerlijk van de 'Maagd-Koningin, zooals zij' door anderen werd genoemd', van de Goede Koningin Bet je, zoo* als zij' in den volksmond heette, leefden nog. Jdowi veel' anderen, die thans nog slechts aan weinlgöfl hekend zijn, en toch in hun tijd' een groote {beroemdheid! of althans vermaardheid, genoten, misschien zich in het twijfelachtig genot van ruChttheid) mochten verheugen. Onder deze sterren van de tweede grootte ope ten we wel in de allereerste plaats noemen Dr* Jonn Dee, wien© grootste fout ia geweest, dat hijl «om#» eeuwen te vroeg geboren Is geworden. 'Als wj! jaartallen) van zijn geboorte en sterven elochtfl jaar had kunnen verschuiven, zou hij door w getoeele beschaafde wereld verheerlijkt rijn als w groot geleerde. Daar bij echter op onze wereld ver* toefde tusschen de Jaren 1527 en (1608 kreeg W kans, die hijl tot zijn ongeluk] heeft oangegrep®1 geenl geleerde doch" toovenaar te worden. Dee was een Londenaar van geboorte, zoonT een wijnhandelaar in goeden doen. De welg^JJL heid! van den vader maakte het dezen zijn toon «en goede opvoeding te geven. gebruikelijk vm i» dto( W 0ta0 Ifeha w i i A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 16