kUÉi ONS HOEKJE. eschiedenis van gevaar en heldenmoed. PRINSES SLUIKHAAR. VOOR ONZE JEUGD (S. r-1 aoiri I tn Mleeje gaan nü hun nieuwe paraplu. K treilen het bljiondas, Je welt het regent nol u o hemel wat gebeurt a, Ik krijg ven eehrlk een klea^_ het nieuwe parapluutje Ineen* een reuxeneoheurü TANTB LENNffl. Naar het Engelsoh v door L. Hooldetuk I EEN RIT OM HET LEVEN. hier werkelijk aardig 1" telde Jack tot rijn metgeaeL Allck Seljmour, op 'n heerlijken Mei-avond een lan- I bereden. maar wt] moeten niet wo hard rij st] rullen roo warm worden, dat wij twoo dagon rijn algekoeld I" ant- do aangoeprokone lachend. Jack le roon van een te Delhi in het gar- jend ollioler, was op Hot oogenblik, erhaal begint Mei 1867 ln het Jaar rijns levens. HIJ was groot en doch tevenB, wat men ln het dage- even rou noemen „uit rijn krachten Allck Soijmour was twee jaren li teer vele opzichten het tegondeel De gemiddelde mannenlengto nog tkendo, was hij tevens zeer sterk go- la bij uttnomondheid geschikt voor do I der sport. Voornamelijk was hij om zijn vlugheid en volharding en dun ook op de sohool, waar hij zijne bod ontvangen, alle tegenstanders lango baan ver aohtor zich gelaten. waj hij bekend om zijn bedreven- bel ichormon, waarbij hij door rijn «n oplettendheid steeds rijn tegen- twon. Zoe maanden geleden had hij ■«omen bij het Inlandsche cavalerie- waarvan Jack'» vader kolonel was, p was er een warme vriendschap ont- pltbon Jack en hem, daar zij beiden fijikon sportliefhebber» waren. Menl- badden zij samen doorgebracht met Op zwarte bokken In den omtrek van •et stoken van zwijnen In bet strulk- de ooverB van riviertjes. Vooral het l bun geliefkoosde bezigheid en ook waren rij op weg naar de groote "n Keizer Humalun, ongeveer drie jj Delhi verwijderd, waar tl] den yto overblijven om den volgenden wNMopgang op de jacht te gaan. Na bet diner hadden rij zich op weg Baar toon rij op het punt stonden 081« bestijgen, had er eon ongewone •J Plaats gehad. Eon dor ruitere van jOBnl was naar Allck toegokomon en J jesmoekt hot Kantonnement dien f» Ie verlaten. Oulab Slngh roo riller had zich gedurende de laat- 81 teer geheimzinnig gedragen. HIJ "incö van den kolonel en bij ver- lilegenheden, al* hij zich onder vier oogoo mot deaeo bevond, bad hfl «oor aohetmriiinlg gesproken over do noodzakelijk heid van waakzaamheid en van ophanden zijn- do gevaren, welke wenken den noofd-offioler ton hoogste haddon ontstemd. Toon hij daarop hoorde van de voorgenomen «wfJnonjachL waa zijn gedrag nog wonderlljkor geworden dan tovoren en nu hij het bovendien waagde Allck en Jack met zijn raadgevingen lastig te val len, word de kolonel kwaad en berispte hem «eer ernstig over zlja bemoeiing met «aken, waarmede mj niet te maken had. De ruiter retireerde eerbiedig, maar zichtbaar bedroefd over do wljzo, waarop hij bejegend werd en Allok besteeg zijn poney en volgde Jack die reed» weggedraaid was, toen hij den toom zijns vaders hoorde kebassten over bet hoofd van Oulab Slngh. Het Kantonnement hg twee mijlen van DelhL De weg leidde oe ruiters langs een heuvelrug die weldra bekend rou worden ti de geschiedenis van het beleg en hier onden onze vrienden, hoewel net tegen den nacht Hep, de warmte nog govoelon, dlo van steenblokken, waaruit de rug Is samengesteld, uitstraalde, Daarna trokken sf] do muren om van do groote, oudo stad, dlo eens de hoofd stad waa van een Keizerrijk, dat In grootte en gewicht door geen ander land der wereld werd overtroffen. Hlor had de beroemde Koning Shah Johan, tweo hondord laren geledon, ln zijn marmoren palels op den bokendon Pauwontroon gezotold, die zoo genoemd word, omdat ztsh achter den troon een prachtige nagobootete pauwenstaart hovend, dlo somongestold was uit do praohtlg- ste en kostboarato steenon. Nn leofde or in dat zelfde paleis maar niet op don Pauwentroon want deze was roods door oen vroegeren ver overaar weggevoerd oon afstammollng van den grondvester der Grootszogal-dynostlo, (Mo er nog wel In naam een' hofhouding op na hield, maar wiens gezag zich nlot bulten de grenzen van zijn paleis Mtstrokta Na de stad te zijn voorbij goredeo, trokken zij door .een laaggelegen landstreek, bedokt met de rulnon van vroogore steden en voorbij de vesting, gebouwd door Humalun, bij wiens graf zij voornemens waren to alapen oen voeting, die aan Bisschop Heker de woorden ontlokte: „Deze menschen bouwen als reuzen en werken af als Juweliers". Maar Allck en Jack dachten weinig aan dose ruinen van lang vervlogen Jaren; stj waren elk mot hun eigen gedachten bozig, totdat eindelijk Jaok de «rille verbrak met de woorden i Jk heb oen hekel aan dien Oulab Slngh". „Is dat wol billijk t" antwoordde ABok. Tot op den huldigen dag hebt bij altijd zoo ge sproken en het valt een mensoh moeilijk om een eenmaal geveerigdo meening zoo spoedig los te laten; lk heb hom echter steods den eerlljksten en dappersten ruiter van ons regi ment gevonden". „Dat kan wel zijn", hernam Jack", maar waarom deed hU dan op het uiterste oogenblik nog al het mogelijke om onze Jacht tegen te houdent" HIJ bekondo aan vader, dat er geen reden voor bestond, maar prevelde Iets geks ovor den slechten tijd van het Jaar voor de zwijnonjacht Aan den ande ren kant speet het mtj ochtor. dat vader hem zoo streng onderhanden nam. „MIJ ook", was het antwoord. „WIJ Engelschon gohrulkorfhnze tong veel te vrijmoedig tegen deze inboor lingen. Het b waar, dat velen hunner lafaards en leugenaars zijn, maar zij zijn toch ln leder ge val menschen on het Is workelljk sohando voor ons mannen, dat wij hen behandolon als wij het tegenwoordig doen." Na eenlge oogonbltk- ken stilzwijgen vervolgde hij: „Ik zou wol eens willen weten, wat dien knaap er toe dreef. Vanmorgen kwam hij zoo geheimzinnig mogelijk bij mij. „Qa niet naar hot graf van Humaiun", zeldo hij, „blijf hier". Maar laten wij ons maar niet ongerust maken. Hier zijn wij aan het graf. Ik hoop, dat Hoseln goed voor ona gozorgd heeft". Hoeeln, Allck's bedlondo, hnd zijn plicht gedaan en spoedig hadden onze vrienden hunne bedden opgezocht, die op den platten bovenkant van hel graf waren opge maakt. Midden op dit graf verhief zich een massief wtt-marmeren dom; tn welks scha duw onze belde relzigors zich hadden neerge vlijd. Na een paar minuten sliepen zij. Den volgenden morgen worden zij vroegtijdig ge wekt door Hoseln, een zoer kleinen, mageren Mohammedaan, die met zijn meester door hechter vriendschapsbanden verbonden was, dan doorgaans het geval Is tussohen een jong officier en zijn oppasser. Na eon smakelijk ont bijt stegen zij te paard en redon bij zonsop gang reeds het struikgewas aan don oever de Jumna In. De rivier de Jumna verandert ln het regenseizoen tn een sterk gezwollen stroom van ongeveer een mijl breedte, maar ln de maand Mei was zij bij een breedte van een vierde mijl, een ondiepe, langzaam vlietend water, dat men op verschillende plaatsen kon doorwaden. Dat gedeelte van don oever, dat In hot regenseizoen overstroomd wordt, waB nu op verschillende plekken bedekt met lang, door elkander gegroeid gras, dat uit dien hoof de moeilijk te doorkruisen ia Dit droge rivier bed trokken Allck en Jack met hun poney's binnen om zwijnen op te sporen. Jack bereo'd een paard, dat den naijver opwekte van het geheole garnizoen. Qeen poney liep harder dan Micky. Vol geest en leven, had hij enkelo on deugd en Indien men hem maar zijn eigen gang Het gaan, was hij met een zijdon teugel te beeturen. Er was echter één ding, dat Mtcky niet dulden kon, namelijk, dat een an der paard hem voorbij liep en hot geluld van een galop aehter hem was voor Mlcky genoeg om 'het op een loopen te zetten. Het steken van zwijnen wordt ln Indté als l oen voornaam oodordool ven de Jacht be schouwd. lede» Jager Is gewapond met een sterke^ eoborpe swljnonspeer en daar de jaoht plaats heeft op een hoboeligon bodem, waarbij mon elk oogenblik scherpe draaien om kleine boechjes heeft to maken, moot mon buitenge woon goed ln den zadel zitten om er niet uit te storten. ZIJ reden de struiken, ongeveer der tig meter van eikander af, binnen en onmid dellijk hoorden zl] geknor en geritsel „Pas op, ABok r riep Jack En weg snelde Mloky, gevolgd door Allck; maar, op een open plek gekomen, zag Jack, dat het geen manne tje» varken was en de voorschriften een ver dere Jaoht du» verboden. Vijf minuten later «piong een ander zwijn op en ditmaal was het een groote boer met enorme slagtanden. Twee malen achtereen meende Jack hem te treffen, maar met een snellen draal verdween het zwijn om een boeohje en de Jaoht begon op nieuw. Toen waagde ABck oon kan», m»ar zijn poney struikelde op het laatste oogenblik en het svrijn ontkwam opnieuw. Eindelijk stortte de beer stoh ln de open vlakte, onmld- dollljk gevolgd door Jack, dlo nu zeker van hem meende te zijn. Het wild schoen echter het govaar te beseffen, want plotseling keerde het slch om en wierp zich op Mlcky, die, on verwachts aangovallon, stelgorde en «IJn be rijder afvrierp. Voordat Jack zich kon oprioh- ten had het svrijn oen nlouwe wending ge maakt en rondo op hom al Een verwoed vrild «wijn Is eon gevaarlljko tegonstandor, wan neer MJ tegenover oon weerloozon vijand staat en het was dan ook een geluk voor Jack, dat Allok tn zijn nabijheid was. Juist toen de beer wilde toostooton, dreef Allck hem zijn speer dwars door do borat en hart De beer bloef op de plaats dood en Jack, met moeite opstaando, dankte den homol, dat do vrooeolljke slagtan den hom do zijden niet hadden opengescheurd. HIJ was nog eon weinig duizelig en ver- sohrfkt over den plotaeltngen val, doch weldra kon hij zijn poney woor bestijgen en toen de soa te brandend word, keerden Mlok on hij naar de graftombe terug. Na oen koud bad had genomen en scboone witte kleoderen aangetrokken te hebben, ge bruikten zij het ontbijt, waardoor hun morgen rit hun oon uitstekenden eetlust had gegeven. Nog haddon zdj hun maal niet geëindigd of «D werden midden onder eon vroolijk ge lach over een opmorklng van Jaok opge schrikt door het geluld van eeo musketvuuc, gevolgd door eon kanonschot. „Wat Is datt" vroeg Jack verbtoekend. Mlok wat evoneens verschrikt; hij zwoeg. Weor hoorden zij het geratel dor geweren. Br ls to Delhi tets niet ln orde, Jack. D&ar wordt nlot mot los krult gevuurd 1" „Wat t" vroeg Jack. „Zou die Oulab Slngh o» leis van vormood hebben, toon hij on» van morgen ried thuis to blijven f „WIJ moeten hier nlot langor blijven, dat te duidelijk f Onmiddellijk werd Hoeoln gelast de paarden te zadelen voor den terugkeer naar Delphi. Na haastig ontboten te hebben, begaven zij zich naar den Ingang van den tuin ln welks mlddon het graf zloh bovond. Daar werden de boldo poney», waarmede zij dien morgen ge jaagd haddon, door twoo knechts ln beweging gehouden, omdat ztj nog niet geheel waren af- Sokoeld, terwijl andere bedienden Mlck's .rablor en de kleine poney van den kolonel waarop Jaok den vorfgon avond was uitgere den, zadelden. „Vlug Jongons, vrij moeten weg", set Jaok tot de grooms. Nauwelijks had hl] ultgeeprokon, toon een sawar (zoo wordt oen lnlandsoh ruiter ge noemd) op hem kwam aanrijden. „Hot ls vaders hengst Menaroh f" riep Jack verbaasd. „Ja en Oulab Slngh berijdt hem", voegde AUck erbij. Roods van verre zwaaldo Oulab zijn lans. „Stijgt op I" hoorden zij hem roepen. Jack bestoog zijn vaders poney en Mlck zijn Arabier. De buikriem van zijn zadel waa nog loa, toon Oulab Slngh hen bereikte. „Een troop saware zit mij op do hielen", riep hij gejaagd. „Rijden wat gij kunt." Hot graf van keizer Humaiun ligt aan een zijtak van den hoofdweg tussohen Dolhl en Mutha en dien ouden hobbellgen zijweg was Jack Ingeslagen ln een richting, tegonoverge- stold aan die waarvan de sepoy's (inlandsche soldaten) kwamen. Voordat Mlck en Oulab Slngh eenlge meters hadden afgelegd, greep Hoseln den teugel, waaraan de knocht Jack's poney Mlcky vast hield, wierp zich op het ongezadelde paard en snelde de anderen na. (Wordt vervolgd.) KLEURPLAATJE. Een plaatje om te kleuren, Doet nu eens goed Je besL Pak allereerst een krijtje, Dan volgt vanzelf de rest TANTE LENNIE. KEN SPROOKJE. Lang geleden leefde to een ver afgelegen landstreok. waar allo menschen km! ha ai hnd den, een Prinsesje met sluike haren. Het prin «esje waa lief en goed en vriendelijk, maar de Koning, haar vader, fronsde telken® als hij haai rag de wenkbrouwen en hare moeder, de Koningin, schreide voortdurend. Vaak riep de Koning de wijre mannen van rijn Koninkrijk bijeen en dan stonden re in een rij en keken ernstig door hunne groote brilleglasen naar het arme. kleine Prinsesje totdat re bijna ging huilen. Zij laren en h. i ren hunne geloerde boeken, maar te konden nergens ontdekken, hoe men sluike huren krullend kon maken. Toen riep de Koning de Wijzen uh ntbu rige landen op. Zij kwamen ook met umne boeken, gaapten het prinsesje aan en betert ten heur haar. Eindelijk vertelden «ij den Ko ning, dat het haar rou gaan krullen als de hof- dames der Prinses het eerst bevochtigden, het don stijf om de vingers wikkelden en het zoo vasthielden totdat hot droog was. De Koningin droogde hare tranen en glim lachte en 't Prinsesje was gelukkig. De hofdames namen 't Prinsesje mede naar hare kamer, maakten heur haren n&t en won den het rond hare vingers. Zoo bleven re op stoelen ora haar heen zitten en waohtten tot het droog was. Toen trokken te de vingers voorzichtig terug en eie, t haar der prinses krulde. Nu trokken re haar heur mooiste satlj- non kleedje aan met een lange fluweelen sleep, deden haar de mot Juweelen bezette schoontjes aan de voetjes en haar prachtigste ketting om den hals en geleidden haar naar de troonzaal waar de Koning en de Koningin haar naar de hertogen en de hertoginnen en vele andoren, de dingen, die komen zouden, afwachtten. De Koningin lachte luid, toen «ij de prinses zag, de Koning glimlachte en de Wijzen schudden het hoofd en wreven verheugd in hunne han den. En de prinses was zeer gelukkig. Toen gaf do Koning een groot banket en *t geheele volk vierde feest Den volgenden dog regende het echter en men «ag met schrik, dat de krullen weer ver dwenen. De hofdames gingen schreiend naar de Koningin en deze begon opnieuw te wee- nen, terwijl de Koning, boos, weder de Wijzen deed roopen. De geloorden keken zeer verbaasd en hoor den met ernstige gezichten hot door den Ko ning gegeven bevel, de haren van de Prinses mooston krullen on blijven krullen Zij schudden opnieuw hun hoofo zei iep hunne brillen op en grepen opnieuw naar hunne booken. Tweo dagen lang studeerdon rij. De Koning bloof boos en de Koningin ging voort met schreien. Het Prinsesje ging alleen den tuin in, liep naar den vijver en keek ln het water naar haar spiegelbeeld met de sluike haren Toen zette re zich neer en begon ook te schreien. Terwijl re daar roo zat, voelde ze, dat I Iemand aan haar mouw trok en ze hoorde een stemmetje, dat fluisterde: „Prinsesje SluiknaarJ Prlnsosjo Slulkhaar, wuarom huil je?" i T Prinsesje keek op on ontwaarde twee loe tjes, die op den rand van het fonteinbekken zaten en haar treurig aanzagen „O, mooie, lieve dames!" riep 't Prinsesje, want ze wist niet, dat hot feetjos waren: „m[jn mooder weent on mUfi vader ls boos, ornaat ik sluike haren heb. Oen, weet u ook, hoe ik krul lend haar kan krijgen f" De beide feetjes ke ken elkander aan en vroegen: „Wat zullen we doen?" Toen koken ze naar T Prinsesje en daohten na. „Ik weet het," riep de eene verheugd; we brengen haar bij onze Koningin. Zij zal wel raad wetenl" Ze namen 't Prinsesje bij de hand en deze voolde, dat ze opgeheven werd en, ovor boomen en bulzen heen, vlogen ze naar het woud, waar de Elfenkoningin woont Do Elfenkoningin zat op een troon van rozen en was omgeven door een stoet van feeën, toen 't Prinsesje met haar twee vriendinnen neder daalde. „0, Koningin" riep^le eone fee, die t Prin sesje bij haar rechterhand hield; „hier ls een Prinsesje, dat heel veel verdriet heeft Haar vader en moeder zijn ongelukkig, omdat heur haar niet krult We wisten niet boe we haar konden helpen en daarom brengen we haar bij u." De Koningin glimlachte tegen de Prinses en beval de feeën heur haren rondom haar too- verstaf to winden. Verscheidene feetjee vlogen toen naar de Prinses, zetten zich op haar schouders en op haar hoofd en wonden heur haren rondom hun tooverstokjes, zingende: Lief Prinsesje Sluikhaar, Hartje goed als goud, In ons wondorlandje Ieder van je houdt WIJ krullen Je haren, Schrei dus langer niet Weg is Vaders boosheid, Moedertje'» verdrletl Toen vlogen de feetjes van haar schouders af, vatten elkaar bij de hand en vervolgden hun liedje: Voortaan zal je niet meer Prinses Slulkhaar zijn; Ieder zal je noemen Prinses Zonneschijn. En nu brengen wij je EEN MAL OE VALLET JE. Twee klnders ln een hoekje, Een rokje en een broekje..,. „Wat is dat in mijn stalletje Een allergekst gevalletje?" Denkt stil de bonte koe En knijpt haar oogen toe.... TANTB LENNIH Weder huiswaarts snelt Vriendelijk Prinsesje, Immer ga 't je weli „Wat kunt ge mooi zingenT riep de Prin* „En wat zullen Vader en Moeder blij zijn," volgde ze, toen ze zag dat ze prachtige ki Ion had in plaats van haar sluike haren. „De u duizendmaal, goede Koningin. Dank, li< feeën I lk zal u nooit vergeten." De feetjos klapten in de handon en met h vleugels en de Koningin gai 't Prinsesje hand tot een kus. Daarna hieven de feeêr Prinsesje op en voorden haar terug naar t vijvor, waar zo haar zoo bodroofd hadden vonden. Daar zeidon ze haar nogmaals vh wol on vordwonen zingend uit hare oogen, Ons Prinsesje mot haar nieuwen Qaam hare mooie krullen wilde zoo vlug moge naar hare ouders gaan, toon een dor hof mee, die haar zocht, haar ontmoétto Zou ze de prachtige krullen van 't lieve mei zeg, ijlde ze naar de Koningin on spoedig v 't gohcele hoi rondom huur on moest tij h avontuur vertellen. De Koning en de Koningin waren innig v heugd, dal hun dochtertje nu ook kruller haren had en nu begonnen ze er pas op te ten hoe lief en »oed ze was, iets wat ze n< hadden opgemerkt, toen tc altoos maar w tobden ovor haar sluike haron En toot bleek, dat do krullen er in bleven, zelfs ah woder heel vochtig was, heorschte or gr-i vreugde in 't koninkrijk en do naam van l'i Besje Slulkhaar word vergeten. Ieder noen haar nu Prlnseaje Zonneschijn. Vrij naar t Amerikaanse* Kan goed antwoord Voor den rechter Lord Ellonborough v scheen een metselaar als getuige in zijn wo pak. Toen deze beëedigd zou worden, uitte rechter den wensch, dat hH ln hot vervolg n meer in zijn werkpak zou komen. „Mij dunkt," was hot antwoord van den wo man, dat ik even net gekleed beo als Uw Ed heidl" „Wat?" riep de lord, „mtfo kleeding ven lijkt gij met de uwo?" „Zeker!" was het antwoord, ja la even gc ln uw werkpakje als lk!" Generaal Suwarow leefde over het algomf zoo eenvoudig als een gewoon soldaat Bij te telijke gelegenheden kwam het dikwijls vo dat hij wel eens wat té veel at Om dat to v mijden, beval hij zijn adjudant, hem, zoodra dit bemerkte, toe te roepen: „In naam v Suwarow, eet niet meerl Nu gebeurde het eens, dat een ander opp officier een feestmaal gaf, waarbij de heerli, sto gerechten Suwarow weer verleidden van het goede te veel te nemen. Eensklaps ri zijn adjudant: „In naam van Suwarow, eet n meerl" Dadelijk schoof dezo den schotel, wai op een gebraden hoentje hem togenlachte, rug en zei: „Als de gen oraal het beveelt m< men gehoorzamen." En hij stond op en at g<> stukje meer. Qtsohledkundlg* merkwaardigheid De letter S speelt ln de ondornemlngen v Napoleon III, Keizer van Frankrijk, een gro- rol. Zwitserland (Suisse) en Savoye; daar woc de hij in zijn jeugd De gevangenis van Iln (o. d. Somme). Satory, kamp en wapenschr wingen; voorbereiding van het tweede (Seoor Keizerrijk. Saint Cloud, geliefkoosde resident Sebastopol, Krim-oorlog. Solferlno (Itolië): A nexatie van Savoye. Expeditie naar Svrië, f: dan, 4 September, vul van het Keizerrijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 21