uchager Courant ;GEROALPA( DE DROOGMAKING DER ZUIDERZEE EN DE ONTE VREDENHEID DER ZUIDERZEEVISSCHERS OVER DE ZU1DERZEESTEUNWET. ;r9shm"* JlAöAIt Tweede Blad. De nood en wantoestanden op Wieringen. MfJNHARDT's IN PATENTVERPAKKING Feuilleton. 2pVACHTt^ToË PE»n Zaterdag 19 Mei 1928. 71ste Jaargang. No. 8256 <?«n bezit va WD leven voor In hot gebouw „DtAlorvuo" te Amsterdam had Woensdag 16 Mei, 's middag» half 2 uon groote al gemeens vergadering plaats, uitgeschrovcn, door het Centraal Comité van Zuiderzeevisec'hers en den Vissohersbond St. Petrus. Ongeveer 000 visschers waren In de groote verga derzaal aanwezig, toen de voorzitter van het Cen traal Comité, de heer B. Demmer, de vergadering opendo. In hot bijzonder wordt wolkom goheeten de heer Houben, vertegenwoordiger van den minister, tevens lo secretaris van do Generale Commissie. Do Kamerleden, die waren uitgenoodigd, zijn ver hinderd, hier aanwezig to zijn. omdat vandaag in do Tweede Kamer behandeld wordt de ibegrootlnig van bet Zuiderzoefonda. Illöt bestuur stolt nu voor, tuin de Tweede Kamer oen telegram, te «enden-, waarin do 000 vergaderende vlisschers bij de Kamer er op aandringen «do begroo ting van het Zutdouzeeforada te vcrwerpon, indien de •minister góen stellige verzekering wil doen tot ver betering van do Zulderzeeetounwot. Uo hoer Engel, Kolhorn, vraagt of het Centraal Comité er moe bekend wa« dat do Kamerloden om genoemde reden niet aanwezig kunnen zijn. In dat geval toch had deze vorgadering beter gister gehou den kunnen worden. De voorzitter deelt mede, dat Juist op aanraden van belangstellende Kamerleden vandaag deze ver gadering wordt gehouden, omdat jh et m^nschelijker wijze buitengesloten zou zijn. da tde begrooting van hèt Zuiderzeefonds vandaag zou worden gehouden. Het telegram wordt verzonden. De ongerustheid der vissohers. Door den Voorzitter wordt hierna een zeer uit- voerigo inleidende rede gehouden, waarin gewezen wordt op de ongerustheid die In de vlsscherskrin- gen langs de Zuiderzee leeft over het toekomstig lot van die visschers en hunne gezinnen in verband met de afsluitingswerken der Zuiderzee. Het reuzen werk der sub-commissie had gerust achterwege kunnen blijven, nu do regeoring haar in de Zuider- zeesteunwot geheel heeft genegeerd. Geen waarde vermindering, noch voor do schuit, noch voor de, netten, -geen afdoende regeling voor loonderving bij hot vak of ander onderwijs; credieten onder zulke bezwarende voorwaarden, dat er groote moed toe behoort, ze te aanvaarden; uitkeering in geld, die voor de ouderen natuurlijk niet te vermijden is, moet, zoo zegt de Memorie van Toelichting, zoo laag mo gelijk zijn en <het bestaansminimum naderen. Het bestaansminimum is dus de grens waarlangs een Zuiderzeevisscher zal moeten leven. Wie die grens overschrijdt, -zou doodgaan, aldus merkt spr. bit ter op. Dat wenscht do regeering wel niet, maar wel moet do visscher langs de lijn gaan, die dood en leven scheidt. Uitvoerig wijdt spr. uit over de houding die de Minister van Waterstaat ten opzichte van de steun regeling aanneemt en waar een dergelijke stemming bij de regeering is, is het geen wonder dat er van de steunwet zelf piet veel terecht komt en dat die stemming door werkt bij het lichaam dat do regee ring bij de uitvoering van advies dient, de Generale Comlmissie. In die commissie zit een veel te groot aantal hooge departemonts- en andere ambtenaren, zoodat er van een soepele toepassing der wet geen sprake is en er twijfel rij»t of uit deze geheel on voldoende wet wei gehaald wordt, wat er nog voor goeds in zit. Met een sterk voorbeeld toont spr. dit aan en wel waar het betrof de vernieling van visch- want van Hïndelooper visschers door een massa drijvend rijshout, afkomstig uit de sluisputten bij! Zuricn. Zeven weken nadat de burgemeester van Hindeloopen zich tot de Generale Commissie had gewend, hooft dexo eommlsslo nog steeds geen he- alissing gopomen, nadat zij allereerst afwijzend had goant/woord op oen verzoek om vergoeding voor do geledone schade en ook van de M.U.Z. een onbevre digend antwoord was ontvangen. Spr. gaat de voorwaarden voor de credietverlee- nlng na en wijst als tegenstelling op de zeer sym pathieke landorbelderswet. Welke groep hier nu door de regeering het sc'bap- peliJJkst behandeld wordt, de Zuiderzeevisscher, wiens brood fhem ontnomen wordt en tegenover wten de re- gnering dus verplichtingen hoeft, of de landarbei der, tegenover wien do wetgever geheel vrij stond, het oordeel daarover ken niet twijfelachtig sUn. En toch meent de Minister, dat de steunwet uan billijke eiechen voldoet, en nog minder wil hij toe geven dat doze wet niet voldoet, aan redelijke tor- wachtingen, die art. 3 der wet van 1918 had opge wekt. Do wet zou nooit in het 'Staatsblad hebben gestaan, als de minister niet herhaaldelijk had ver- kord dat de regeoring zeker bereid was do wet te herzien, indien dit noodig mocht zijn, maar dat alle ervaring in deze ontbrak. Do uitlating van den Mi nister, dat het wetsontwerp beoogde een begin te maken mot de steunregeling cn meer dergelijke ver klaringen hebben In de 2e Kamer den doorslag ge geven. Hnrdo woorden. De visschers meencn de reden wel te weten, waar om de Minister 2Yt jaar gedraald heeft: elk jaar, zoo zeggen zij, houdt de dood vooral onder de oudo ren een aardige opruiming en met de3 te minder kan hij er af. Dat zal wel niet zoo zijn, maar wel is zijn houding moeilijk te rijmen. De wet is thans een half jaar in werking en de ervaring leert nu, dat de ongerustheid der visschers volkomen gegrond blijkt te zijn, want men ontkomt niet aan den indruk, als men de geschiedenis der laatste tijden nagaat, dat èn het departement van Waterstaat èn de Generale Commissie er op uit zijn, zoo het mogelijk 4s, op de meest, bekrompen wijze aan het wettelijk voorschrift der tegemoetkoming te voldoen, als or tenminste in het geheel geen ont komen aan is. Spreker wekt echter op den strijd voort te zetten, gesteund door zeer veel leden der volksvertegenwoor diging, want het recht heeft deze merkwaardige eigenschap, dat het wel tijdelijk in zijn loop gestuit kan worden, maar dat het tenslotte zegeviert. (Appl.) De Voorzitter deelt vervolgens mede, dat het onmo gelijk bleek in Dén Haag een zaal machtig te worden, waarin deze vergadering kon worden gehouden. Voor maanden waren die zalen voor tentoonstellingen en andere doeleinden besproken en het was tot groot») teleurstelling ven de visschers, maar ook van het cen traal comité, dat daarom de vergadering te Amster dam wordt gehouden. Aan den heer L. Wigbout, visscher te Wieringen, wordt thans het woord verleend, om bovenstaand on derwerp te behandelen. De heer Wigbout begint met te verklaren, dat hij niet bekwaam is om als redenaar op te treden, maar waar niemand van Wieringen zich hiertoe disponi bel stelde, heeft spr. zich bereid verklaard. Als een bijzonderheid deelt spr. mee, dat ongeveer 30 jaar geleden zijn grootvader in Krasnapolsky voor de visschers besprak de bezwaren tegen en de gevolgen van de droogmaking der Zuiderzee. Thans zal spr. behandelen de nood- en wantoestanden op Wieringen, als rechtstreeksch gevolg van de Zuiderzeewerken en zegt: ▼&ocria«9z* vmfiStt* »ïc*a d© ▼Swofiwrt? op Wieringen werd .beoefend, cooe'.s dit voor het affluiten ven het AüieteMiep geschiedde, we» de vieecherehevolkin» In financieel ontlcht over he* algemeen in geer. slechten etaat. Da scheper, waren in goede conditie, vols nieuwe schuiten werden er bijgebouwd, menigeen wiet van de vieacherijiver- dleneton eon eigen huisje te bokostlgon; in 't kort, do «tand van zaken onder de vleecheri wu gun stig. W©i waren -er al menigmaal stommen opge gaan, dat de Zuidertoe incest woeden drooggemaakt, mooi- hier bleetf het hij; totdat minister Lely een wetsontwerp indiende tot afsluiting en droogmaking der Zuiderzee, hetwelk werd aangenomon en don léden Juni 1918 als wot in Stuatsblad No. 351 ver scheen. H'et eerst moest Wieringen aan don vasten wal verbonden worden, en daarmee begint do el lende, welke, op: West-Wieringon het eerst wordt gevoeld. Voordat ik nu ga beginnen met to vertellen van de wantoestanden, welke zijn ontstaan, In tegen stelling met de mooie belofte, welke Is gedaan met hot maken der wet tot afsluiting en drooglegging der Zuiderzee, ia het noodig dat iki zoo kort en zakelijk mogolljk do noodtoestanden van on om Wlóringen oven echota Hot was ln 1080, toen het fundamont van don d0k door het Amisteldiep wa» gemaakt, en hiermee be gint het ongerief voor de visschers van West-V/le ringen, hetwoUc zich na korten tijd. met-het vol tooien van don dijk in 1924 ontaorddo In financi eels schade. Deze schade is op de volgende manier aan te toonen, niet rechtstreeks ln cijfer», maar met gegronde argumenten en sprekende fe^en. Met het imaken van den dijk is kunstmatig bet beste deel van het Amsteldiep voor de winter- vlsflicheriji vernield, terwijl het overige doel door de natuur ongeschikt ia geworden voor viachterrein, daar bet natuurlijk een booi goed als dood gat ls geworden, hetwelk met een laag slik en wier ls vorpest Het gevolg hiervan was ln d© eerste plaats, dat de vischtuigen. welke enkel en alleen doelma tig waren in het Amsteldiep waardeloos werden, en dat ongeveer 30 viaechers ieder voor ongeveer f100 motwton neerleggen to verroesten, als rechtstreeksch gevolg der werken tot afsluiting en. drooglegging der Zuidevzeo. Dit wa» natuurlijk niet alles; het wulkenvlschtorroln der visschers van West-Wte- ringen was vervaUon en er bleef nlots anders over dan zich ovor^aatson naar het OoKtol-nd, den Gever. Moeilijkheden geen gebrek. lederen dag. Morgens vroeg on avonds laat, met in den win ter bijna altijd slechte wegen, door mooi en leelijk, over een afstand van 8 a 9 K.M. op een fiets, wet ivoor de afsluiting natuurlijk niet bestond. bijna ieder woonde heel dicht bijl de haven; wat rI's ge volg had, dat ieder jaar voor minstens éA werd verreden op zoo'n'flets, gezwegen van -datgene wat do visschers zelf moesten trotseeren en wat voor de meer bejaarden onmogelijk was. Dit is natuurlijk niet alles, er is moer, veel meer. De visohterreinen welke eerder hevischt werden door de visschers van het Oosteinde, moesten nu' (met de visschers van bet Westeinde worden gedeelld. Daar de wul ken, een bij! de bulten! and era zeer gezocht schelp dier, zich op zeer kleine terreinen ophouden, is dit jaar gebleken, dat deze zulk een Intense visscherij niet hebben kunnen volhouden en dat de opbrengst van deze visscherlji zoodanig ia achteruitgegaan, dat er gewoonlijk armoede mee wordt geleden onder do 'visschers, hetwelk is te controleeren aan den afslag. Daar te Wieringen verschillende takken van vls- scherij uitgeoefend' worden, wordt de, achteruitgang] dus ook op allerlei wijze gevoeld en zal ik ze dus ook aanhalen. Het wiermaaien was voor vele vis schers tijdens het tijdvak van ongeveer Juni tot en •met 'half September een goed loonend bedrijf. Ei- werd altijd een goed' weekloon mee verdiend. De wie-rraaaiers van het Westeind waren genood zaakt, toen het Amsteldiep in 1924 was afgesloten, doze werkzaamheden voor. goed neer te leggen. De meeste wier wordt altijd' benoorden Wioringea ge maaid en afltijd met gunstig getii naar de -haven te Haukes (bet Westeinde) gebracht, vanwaar het landwaarts werd getransporteerd om het voor den handel geschikt te maken. Zoodra de weg waa afgesneden oih het gemaaide wier naar de haven van H-aukes te bréngen, want hij het Oost eind om is natuurlijk ook niet mogelijk» daar dit veel te tijd- Hoofdpijn-Tabletten 60^* Kiespijn-Tabletten 30c* Laxeer-Tabietten 60ct Zenuw-Tabletten 75ot Maag-Tabletten 75ct Bij Apoth. en Drogisten per half ons BOBBY Lichte baai 25c/. TA BA i/ li ZO ii ZEEPAARD ii 15 'Buitengewoon handigs roovend zou zijp, bleef hot terrein bezuiden Wio- ringen nog over, waar het wier helaas door de vér- zwakte -stropmen, wat ook alweer een gevolg I» van het affluiten van 'het- Amsteldiep, voor den bondol ongeschikt werd. Deze categorie van imcn- ,öchen kan zich ook niet aan het Oosteind vervoe gen, omdat daar ocxki de gelegenheid ontbreekt, om het voor don handel geschikt te maken, daar de 'Wiermaaiers van het Oosteind de terreinen voor het productlel maken zelf noodig hébben. Het gevolg hiervan was. dat het wicrm-aaiersmaterieel niet meer ln aanmerking komt. du» ook waardeloos ls on do betrokken me'nschen voor een waarde van on geveer f 100 moeten laten verrotten, daar dit ger reedschap zich voor andere doeleinden niet leent. Dage imenschon waron natuurlijk genoodzaakt om iets andere ite zoeken, daar -die rogoering achterwege bleef om do schade te vergoeden, welk© recht streeksch was ontstaan door de werken tot afslui ting -deir Zuiderzee. H©t ls gebleken, dat dezo andere werkzaamheden, welke werden ter hand genomen, iodoreen 'was natuurlijk niet in de gelegenheid om maar even de vissclierlji vaarwel!' te zoggen eerst weer extra 'kosten eischten, zooals bijv. het oanschaffsn van een aalkudl of anderszins, altijki trainde* loonend waren. Ja meermalen een nadeel tg verschil (maakten van 50 a 60 pet. Om aan fe Toor nen in hoeverre de exploitatie van het gemaaide vier is achteruitgegaan, dienen de volgende cijfers: Voor de afsluiting, van het Amsteldiep werden ge middeld per 10.000 balen zeegras gemaaid <en na *24 is het gedaald tot ongeveer 2500. Met het wierdrogen, het wier dat aanspoelt, is het niet veel beter dan met het gemaaide wier. In de eerste plaats zijn de stroomingen dusdanig ver anderd, dat er ongeveer 60 pet. minder aanspoelt dan voorheen en ten tweede zijn ae dijken op de dijken op de meeste plaatsen zoodanig verhoogd, dat het niet mogelijk is, om het aangespoelde wier er over heen te werken, terwijl hier nog bij komt, •dat de dijken ook nog niet mogen worden bereden met hiervoor noodig zijnde voertuigen. -Dat er tmet het drogen van wier goed kon worden verdiend het was natuurlijk maar tijdelijk, dat dit bedrijf uitgeoefend' werd verklaren de volgende cijfers welke ik van een wierdroger heb gekregen, cn welke getuigd van de verdiensten van de laatste 8 jaaT, 4 jaar vóór en vier jaar na de afsluiting van het Amsteldiep. Deze persoon verdiende gemiddeld per jaar, dat wil zeggen de laatste 4 jaar voor de afsluiting, f 790.netto, terwijl dit is afgedaald tot f 60.68. Hoe deze persoon en natuurlijk1 meerderen met hem-, thans in hun onderhoud moeten voorzien, daar wordt niet naar gevraagd. Het totale omzet cijfer van 't gevischte wie rwas vooa* de afsluiting ongeveer 25 tot 30 duizend; balen en na deafalui1» ting ia dit gedaald tot 5 a 6 duizend. Nu bovengenoemde monsohen voor een groot deel in den zomer aan het aalvisscben gaan. is dit voor de visschers. welke voorheen aalvisschers w*en, lang niet in hun voordeel, integendeel, boe mieer varkens, hoé dunner de spoeling. Hoe meer visschers op een bepaald terrein, hoe geringer do kans van vol/doende vangsten, en hoe meer aanvoer des te lager de prijtzen. Do visschers met hun klein© schuitje», welke voorheen altijd een redelijk bestaan vonden op de visdhterreinen om. het Westeind van Wieringen zijn natuurlijk evenzeer getroffen. Het is waar. dat een deel' der k-leine visschers zich ook naar iden Oever beeft verplaatst, maar deze zijn niet verant woord, o-m zich daar ter vi^chvangst t,e begeven, zooals dat voorheen oim. de West kon geschieden. De haven van het Westeind. van Wieringen was tljr waa nog zoodanig onder den Indruk van hetgeen er dien dag had plaats gevonden, dat zij bij oogenblikken het gevoel had, alsof dit alles geen werkelijkheid kon zijn. Terwijl Violet bezig was haar dik, zwart haar op te kammen, wendde ze zich eensklaps tot haar vriendin en vroeg: „Ben jij niet bang voor me, Allegro?" En Olga antwoordde volkomen eerlijk: „Nee, lieve ling. Dat zou Ik nooit kunnen zijn." „Onverschillig wat er ook gebeurde?... Dat ls prach tig. Allegro. Ik hen ook heusch niet gevaarlijk... ten minste zoo lang je Max uit mijn buurt houdt. Luister goed, naar wat ik nu zeg: ik moet hem nooit meer in mijn leven zien... Versta je rae? Nooit, nooit, nooit meer. Ik ken hem... ik ken hem veel te goed. Hij zal me achter grendels willen opsluiten, om beter een stu die van me te kunnen maken... Hij en Bruce zullen dat samen doen... maar het zal niet gebeuren; daarvoor zal Ik wel zorgen. Allegro, lieveling, je moet me helpen om te ontvluchten. Ik kan... Ik kan niet voor do rest van mijn leven opgesloten zitten, Beloof Je me, dat Je me niet ln den steek zult laten?" „Ik beloof het je, kindje," zei Olga op ernstigen toon. Er kwam Iets van verlichting ln de donkere oogen. Zij nam hot gezichtje van haar vriendin tusschen haar belde handen en kuste haar op de lippen. „Ik houd van je, Allegro." zei ze. „En ik vertrouw js jou alléén... tot aan mijn dood." En het was toen eerst nog heel vaag dat het tot Olga begon door te dringen, dat de last, welke op haar schouders werd gelegd, zwaarder zou kunnen zijn, dan zij ln staat zou wezen te toreen. En toch moest ze dien alléén dragen, zelfs al zou ze er onder bezwijken. Terwijl ze inet Violet door de corridor liep, voelde ze, hoe haar vriendin haar arm angstig omvat hield. Er lag een blik van onuitsprekelijke vrees In de mooie oogen, alsof ze van alle kanten gevaar voelde naderen. Ze sloeg haar armen beschermend om haar heen en op dat oogenbllk deed ze zichzelf een plechtige gelofte dat zij, onverschillig- welke moeilijkheden en hinderpa len zich ook mochten voordoen, het vertrouwen, dat Violet in haar stelde, nimmer beschaamd zou maken. HOOFDSTUK XXH. OVER DEN KANT. Op bevel van juffrouws Briggs hadden de dienstmeis jes van het Kloosterhuis een lunch voor Violet en Olga in gereedheid gebradht De tafel werd gedekt in een der zijkamers van de benedenverdieping, daar de ove rige vertrekken waren afgosloten. Hier voegde Nick zich bij hen. Violet zat voortdu rend strak voor Ach uit te kijken, terwijl t» den kop door Ethel M. Dell 36. Zoodra de deur achter juffrouw Briggs gesloten was, boog Violet zich tot haar vriendin over en vroeg ang- tig: „Weet hij het?" „Wie?" vroeg Olga zacht „,Max natuurlijk. Wie anders?" Olga aarzelde. Violet's handen omklemden haar pol- aen. „Wat moet hij weten, kindje?" vroeg ze tenslotte. Er kwam een ongeduldige trek om Violet's mond. „Och, je begrijpt heel -goed wat ik bedoel. Weet hy er Iets van, dat ik krankzinnig zal worden? Heb Je het hem verteld?" „Mijn bosto kindje," er lag een oneindig verdriet In Olga's stem, „Je moet niet op die manier praten. Hoe kom Je er bij, zulke dwaze dingen ln je hoofd te halen? Je bent niet krankzinnig en dat zul je ook niet worden." Na dit antwoord brak Violet in een schaterlach los ■«Oh, ja, dat gebourd wèl," zei ze. „Ik geloof zelfs, dat Ik al gerulmen tijd gok ben geweest. Het is geleidelijk, gekomen, maar vandaag heb ik het gevoel alsof hot veel vlugger Is gegaan." Ze dempte haar stom en vervolgde. »»Het zal heusch niet zoo lang meer duren, of ik kan totaal niet meer denken, Allegro." „Liefste liefste," kreunde Olga. „Wil Je niet Je best doen om die dwaze gedachten van jo af te zetten en probeeren aan andere dingen te denken?" Violet ging kalm voort, alsof ze haar niet gehoord bad. „Het ls heel vreemd, dat het niet eer tot me door gedrongen ls. Het begon met oen onleschbaren dorst, Allegro, en daarom heb Ik mijn toevlucht tot die clga- retten genomen, want als ik die rookte, had lk er geen ést van. Ze maakten me zoo slaperig, en het was af- «chuwolljk, toen ze van me weggenomen werden... Ik oed het gevoel, alsof iemand me in een afgrond had «tlooton... Ik kin «snvoudlg niet bulten die clgarct- n.. Het ls het eenlge middel, waardoor lk me nog ■taande kan houden, on blUf drijven, wanneer ik ear «•rs zou verdrinken." Ze hield even op en streek met haar hand over haar voorhoofd. „Waarom heb ik zoo vreeselijk gehuild, Al legro? Ik doe dat bijna nooit. Had lk soms medelijden met iemand? Was het mijn moeder, aan wie ik dacht? Stel je voor, dat... ze zooiets gedaan heft." Er kwam eensklaps een glinstering in de vermoeide, donkerblau we oogen. ,,Tk vraag me af, of zij mij ook vermoord zou heb ben, wanneer ze was blijven leven. Ik weet precies, waarom ze het gedaan heeft, want ik had net zoo in haar plaats gehandeld. Ja, en lk zou ervan genoten hebben. Kun je je dat niet voorstellen? De nacht en de duisternis om je heen... daar heel stil te kunnen lig gen... je te houden, alsof je slaapt en te wachten... te wachten... op den man, dien je haat. Bedenk eens, welk een genot dat moet wezen, Allegro... Op dien man lig gen te wachten met een mes ln de hand en het onder je kussen te verbergen, als hij eindelijk verschijnt Dan komt de man dichter bij en Je voelt zijn ademhaling op je gezicht en eensklaps haal Je het mes te voorschijn en steekt het heel diep in zijp borst Denk Je, dat hij zich zou probeeren te verdedigen, Allegro? Zou hij zijn oogen nog openen om naar het stroomen van zijn eigen bloed te zien? Zou hij angstl, boos of alleen maar ver wonderd wezen? Uc denk, dat lk ln zijn plaats erg ver baasd zou zijn; Jij ook niet, Allegro? H0 zou mlsachion nooit vermoed hebben, dat zijn vrouw hem zoo intens haatte... Mannen zijn dikwijls zoo dom. Ze begrijpen nooit, hoe ver de haat van een vrouw haar brengen kan... Misschien zou hU zijn eigen oogen niet gelooven zelfs op dat oogenbllk... tenzij hij baar hoorde lachen" Ze barstte ln een wilden schaterlach los, welken ze ln haar zakdoek trachtte te smoren. „Ik mag niet lachen," zei ze, „ofschoon lk zeker weet, dat moeder het wel deed. En bovendien wilde lk eens ernstig met Je praten, Allegro." „Jo moet nu rustig blijven liggen," zei Olga teeder. „Dat afschuwelijke verhaal heeft Je een ontzettenden schok gegoven. Tracht dit alles te vergeten, Violet, want dat tragische voorval heeft Jaren geleden plaats ge vonden. En je bont op het oogenbllk ln geon enkel op zicht anders dan vanmorgen, voordat Je die geschiede nis te hooren kreeg." Violet logdo haar hoofd op het kussen neer, doch d!e onrustlgo uitdrukking bleef nog steeds ln haar oogen. „Maar misschien was lk vanmorgen al krankzinnig, zonder hot eigenlijk te weten," ging ze voort „Je be merkt zelf niet dat de toestand geleidelijk erger wordt Je kunt blijven voortloven, terwijl Je Je ziel al heel lang geleden verloren bobt... Je moet mo helpen om die terug te vinden, Allegro." „Natuurlijk zal lk Ja helpen, lieveling," beloofde Ol ga troostend. „Ja, maar het zal heusch niet gemakkelijk zijn," zei Violet, terwijl ze haar wenkbrauwen fronste. „Er zullen zoovele verloren zielen .blj4 elkander zijn en het is zeer moeilijk er juist de mijne uit te kunnen vinden. Het was zijn schuld: hij had me dien nacht moeten laten heengaan... Dat is juist het ellendige van doktoren: ze doen hun uiterste best voor het lichaam, doch ze hebben nooit een studie van de ziel van hun patiënfen gemaakt Ze doen precies, alsof de ziel heelemaal niet bestaat" „Zou je er niet eens met Nick over willen praten?" vroeg Olga, die plotseling een inspiratie had gekregen Hij ls zoo buitengewoon knap en lk spreek altijd met hem over dingen, die lk niet begrijp." „Nick!" Violet keek Olga weer aan. „Hij is een sol daat, nietwaar? Hij heeft menschen vermoord?" „Ik vteet het niet... Ik veronderstel, dat dit wel ge beurd is," antwoordde ze. ,NiJ staat in den corridor. Mag Ik hem even halen?" „Oh, ja, lk heb niets tegen Nick. Hij beeft tenminste gezond verstand en gevoel, maar lk wil Max niet zien, Allegro. Hij mag niet ln mijn nabijheid komen. Ik ben te weten gekomen, wie en wat hij ls en... lk haat hem." Er was een hartstochtelijke klank ln haar stem. „Ik weet nu preoles, waarom h0 den laatsten tijd zooveel notitie van mo hoeft genomen. Ik daoht lk verbeeld de me dat hij verliefd op me was, zooals alle andere mannen. Maar hij maakte slechts een studie van me, omdat hij wist, dat ik weldra krankzinnig zou worden. Bruce heeft het hem zeker verteld. Ik heb ma dikwijls afgevraagd, warom Bruce en hij zulke goede vrienden waren. Ik weet nu, dat ze tegen me samenspanden. Bruce heeft nooit Iets om mo gegoven. Jij bent de eenl-. ge, die ooit van me hield, Allegro." „Zal ik Nick roepen?" bleef Olga zaohtjcfl aanhou den. „Als je er op staat... Doe het ook eigenlijk maar niet. Cork zou niet willen hebben, dat hij binnenkwam. Ik kom straks beneden. Wy kunnen dan wat eten en roo- ken." Eensklaps sprong ze uit het bed. „Groote goed heid!" riep zo uit, nadat- ze een blik in den spiegel had geslagen. „Wat zie lk er afschuweiyk leeiyk uit Ik moot een andere Japon aantrekken, anders ben lk hee lemaal niet om aan te kyken. Zoek er een voor me uit, wil je, Allegro? Geef dat rood zyden tollet maar; myn andere kleeren zijn in Weir. Je zult myn goed zoo gauw mogeiyk moeten terugzenden, want ik blijf hier. Ik heb meer dan genoeg van Max Wyndham's tirannie. Ik moet precies kunnen doen, wat 4k zelf verkies; anders word lk dol." Ze trok haar lichte mouseline japonnetje uit en deed het vlammend roode tollet aan, waaraan Olga zoo het land had. Het jonge meisje maakte or nu evenwel geen bezwa^t tegen, on was haar zwijgend behulpzaam. Olga

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5