XrJP'sAMANDELTJES-
PUDDING
KORTE BERICHTEN,
den* slecht of stormweer «Itijfd ts bereiden en ln U
komen, door het Amateldiep' en dit i» aan den Oever
met dit soort scheept] es niet mogelijk.
En als is dit nu nog niet bewezen, een sware on-
wachte storral if do laatste 4 Jaren nooit komen op
zetten als deze viaschers op zee waven, en wan
neer het wel bewezen' was, dat het niet. kon, dan
waren er menschenlevens te betreuren, als gevolg
der. wérking tot afsluiting der Zuiderzee. Ook heeft
01 naast de visscheriji op Wieringen een verande-
vinig plaats gehad, ten nadeele van de inwonende
Wieringers. Vele visschers zijn er welke zich niet
allen met de visscherij, maar ook metterwoon heb
ben verplaatst naar den Oever. Door het steeds toe
nemende arbeidsvolk van buiten kwam hier al
gauw woninggebrek, - met als gevolg overdreven
hooge huren voor huizen, soms 300 hooger dan
voor -do afsluiting van het Amsteldiep. Terwijl de
bouwterreinen met bijna 1000 zijn gestegen.
Dit is in 't kort een klein overzicht van den nood
toestand zooals deze is geworden in den loop der
laatste jaren, welke zich in de nog te visschen ja
ren zullen verergeren. Misschien zijn er nog men-
schen, welke zich illusies maken, dat er na verloop
van tijd benoorden den afsluitdijk kan worden ge-
vischt en dat zal inderdaad wel het geval zijn, maar
hoe en welke visscherij zal nog kunnen worden uit
geoefend?
De achelpvisscherij op diep water gaat ontegen
zeggelijk naar de maan. De bodem van deze terrei
nen gaat natuurlijk het Amsteldiep volgen, daar
er geen voldoende stroomingen kunnen plaats vin-
den, en het water zelf zal benoorden den afsluitdijk
van dit gehalte worden, door de groote hoeveelhe
den zoet water welke geloosd zullen worden door
de enorme groote spuisluizen, welke gebouwd zul
len worden bij den Oever, en nabij Zurich, dat de
schelpvisch hier ook niet zal kunnen leven. Om kort
te gaan, met het bestaande materiaal is aanstonds
absoluut niets meer te verdienen, maar als gewacht
moet worden dat dit is bewezen, dan is een groot
deel der visschers ten gronde, xoo niet allemaal,
welks hier op Wieringen nu el zijn, wat als oor
zaak is da: ik hier zal overgaan om de wantoestan
den duidelijk te maken.
In het jaar 1920 kwam de sub-commissie B. met
lijsten om na ie gaan en op te nemen de waarde
der visschersschepen en aanbebooren, hetwelk in
die dagen een gunstigen indruk maakte onder de
visschers, want er mocht geen smet aan dit groote
nationale werk kleven, en de schade welke de vis
schers mochten ondervinden, zou worden vergoed.
Dit was inderdaad een heel mooie belofte, maar!
nu het op daden aankomt, nu er werkelijk schade
wordt geleden, en veel schade, nu is er een Zuider
zeesteunwet ingevoerd, waar eenvoudigweg niets in
staat waar het op schadevergoeding wijst, nu gaat
het de grenzen van redelijkheid te buiten. Er is dui
delijk het parool uitgegeven om alles van zich af to
schuiven, terwijl er overduidelijk de schijn in is,
dat de regeering van meening is, dat de visschers-
bevolking een troep uitvaagsel is, dat van den eenen
dag in den andere leeft, en als ze dat nu niet meer
kunhen, dat dan zoo'n visscher per dag, als de mi
nister dit dan noodig oordeelt, ontvangt ten hoog
ste f2.75, bedoeld onder art. 3 van het besluit van
27 Nov. 1927, met aftrek nog van allerlei, verdienste
van een jongen, waarde van de huishuur, als de
visschers misschien een eigen huisje heeft, enz.
Wanneer iemand zich den toestand eens goed in
denkt, de een doet en kan dit betor dan do ander,
en wanneer het wordt gevoeld, zooals er al velen
zijn, die dit voelen, in 't bijzonder op Wieringen,
dan kan lk mij' duidelijk indenken, dat de gemoeds
toestand onder de visschers niet meer zoo is, als
voorheen. Er zijn reeda een massa visschers, die
noodgedwongen de visscherij! moesten beëindigen, de
verdiensten gaan steeds achteruit, vele Bchippers
kunnen geen volk meer aan boord krijgen, en je
moet je maar redden.
Voorheen is het nog nooit voorgekomen, dat een
schuit niet kon worden verkocht, doch thans is het
niet mogelijk om één schip te verkoopen. Herinne
ren we ons het droevig ongeluk van 28 Februari jl.,
toen onze plaatsgenoot S. Bakker om het leven
kwam, welke ook een schuitje met aanbehooren be
zat, hetwelk voorheen altijd voor een redelijken
prijs verkocht had kunnen worden, dat kan nu ver
rotten, en de Wed. Bakker krijgt hiervoor, tenzij er
geen verandering in de Zuiderzeesteunwet wordt
gebracht, geen cent. Er zijn bij ons op Wieringen
visschers, welke zich een ander bedrijf hebben .aan
geschaft, welke hun schip en vischwant al biJna^J
jaar renteloos hebben liggen, maar deze ménschen
kunnen toch geen genoegen nemen om aanstonds dat
materiaal te sloepen en te verbranden, 't welk waar
deloos is gemaakt door d,en Staat. Als we bedenken
dat een visscher zijn schuit nog niet geheel beeft
betaald, en deze moet noodgedrongen zijn schip la
ten verrotten, dan vraag ik mij af wat moet hier het
gevolg van zijn? Móet iemand genoegen nemen, als
hij 10. 15 of misschien 20 jaar heeft gemarteld on
der water, om zijn zuur verdiende materiaal, waar
hij zijn gezin mee kan onderhouden, en soms nog
een paar centen oversparen, dat dat alles naar de
maan wordt getrapt, of naar den brandstapel, waar
bier de regeering de grondlegger is van dit natio
naal misdrijf. Er zijn of er gaan vooraanstaande per
sonen van Nederland naar Amerika en elders naar
het buitenland om te spreken over de werken tot af
sluiting en drooglegging der Zuiderzee. En het ia
waar, het is een groot werk, en onze ingenieurs zijn
te respecteeren. Maar ik geloof niet, dat die men-
schen wlke naar het buitenland gaan dat die daar
over de vleeohersbevolklnig eullen spreken, dat die
daar zullen vertellen dat de vieeohere wel kunnen
verhongeren, want daar lijkt het veel op. Ale een
visscher zijn materiaal moet laten verrotten, onver
schillig wat, en hoeveel, en in dit geval epreek lk
uit ondervinding, en hij moet dan noodgedwongen
zijn arbeideekracht bij deze of gene te koop aanbie
den, dan is het toch zeker zeer begrijpelijk, dat zoo
iemand in dit geval den Staat vervloekt. Wanneer
een regeeringapersoon zich de moeite wil getroos
ten om" een kijkje te nemen in de havens te Wierin
gen, alsmede op de zolders der betrokken visschers,
dan zal deze zich kunnen overtuigen van het ma
teriaal dat ten doode is opgeschreven, als een recht-
streeksch gevolg van het grootscbe nationale werk,
ten koste van den visschersman. Wat de tegenwoor
dige Zuiderzeesteunwet betreft, deze deugt nergens
voor, maar hier zal ik niet over uitweiden. Alleen
I wil ik er met kracht op wijzen, dat als de visschors-
bevolking redelijk behandeld zal worden, dat de wet
moet worden gewijzigd, in dien geest, dat er een be
hoorlijke schadeloosstelling uit voort kan vloeien
en wel zoo dat in de eerste plaats schip en materiaal
vergoed wordt. Ik heb gezegd'. Krachtig applaus.
Door den voorzitter wordt mededeeling gedaan van
telegrammen van verschillende Kamerleden, berich
tende, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te
wonen.
Dc ovaria* ondamorpan.
De heer L. Harlaar, visschersknecht te Enkhuizen,
vertelt ons een en ander over de waarneembare scha
de aldaar en wijst erop dat de visscher zich niet ver-
zet tegen de uitvoering van de Zuiderzeewerken, maar
dat zij er niet in kunnen en willen berusten, dat dit
I nationaal werk wordt verricht ten koste van hen,
die er de eeuwen door met harden arbeid een sober
I doch menschwaardig' bestaan vonden. De regeering
dient op afdoende wijze te helpen, wil ze niet dat er
een ernstige smet kleeft aan dit grootsche werk. Het
is den visschers niet te doen om op,hun lauweren te
gaan rusten, «ij wenachen zich allen te bekwamen
voor hun passende betrekkingen, maar kunnen daar-
j bij gedurende den overgang de regeeringehulp niet
ontberen.
De heer P. Gorter, Medembiik, noemt ook de ver
schillende oorzaken, waardoor reeds nu schade door
de Zuiderzeewerken wordt geleden, terwijl de heer
B. Kwakman, Volendam, het verloop der bemanning
van de Zuidertzeevloot behandelt. Meerdere malen
is het reeds gebeurd, dat te Volendam botters aan
den wal moesten blijven liggen wegens gebrek aan
vol'k. Ook de zeewaardigheid der schuiten gaat ach
teruit, nieuwe botters zijji er al in geen 10 jaar bij
gekomen en het wordt zoo, dat lang niet met alle
weer en wind uitgevaren kan worden.
De tekortkomingenvan de Zuiderzeesteunwet, in
I verband met toeslag op het bedrijf, worden behandeld
door den heer P. iBaas, Bunschoten, terwijl de heer
A. van Doorn van zijn ervaringen aan den Zuidoost-
wal vertelt, en die,naarmate de werkzaamheden aan
de afsluiting der Zuiderzee vorderen, tot een nood-
j toestand leiden voor Elburg en den geheelen Zuid-
oostwal. Haring, spiering, noch ansjovis komt er
i sinds de afsluiting van het Amsteldiep meer voor,
althans zeer sporadisch, maar blijft deze -meer in het
noordelijk deel der Zuiderzee en in de koon. Het
gevolg is dus: langer zeilen, korter vischtijd en de
gevolgen daarvan. Met cijfers toont spr. de schade
die geleden wordt aan, en ook deze spreker dringt
sterk aan op het geven van toeslag op het bedrijf en
tegemoetkoming voor geleden verlies van schuit en
want..
(Door den heer Thijsseling, de Lemmer, wordt aan
getoond hoe de praktijk heeft aangetoond, dat art. 13
van de Zuiderzeesteunwet niets meer inhoudt dan
armenzorg en volslagen vreemd is van alle recht en
billijkheid. Het komt zelfs in geenen deele tegemoet
aan de als een uiterst minimum te beschouwen voor
stellen van de subcommissie B uit den Zuiderzee
raad.
Moet de drooglegging der Zuiderzee, waarvan ls
gezegd, dat er geen simet op mocht kleven, straks
'bedreigd1 worden met don vloek van den gedupeer
den visscher? ©n dat terwijl regeering en kamer
leden voldoende door die betrokken organisaties van
de dreigende ramp in 'kennis waren gesteld.
De heer W. S. Visser. L'aaxuim, vertelt van zijn
opgedane ervaringen, waar het betreft het laten
leeren van visschersjongens. Spr. heeft ondervon
den, hoe moeilijk het is, vergoeding voor reiskos
ten e.a. los te krijgen en zegt dat in plaats dat de
Zuiderzee-menschen bijl het solliciteeren naar be
trekkingen eenige voorkeur genieten, ze eerder ten
achter worden gesteld. Met voorbeelden toont spr.
dit aan.
Mlej. Moon», een visschersvrouw uit Harderwijk,
zegt dat de vissclieramenscben nooit hebben gebe
deld, maar hiet zal nu aanstonds zoo worden. Wat
hier is gesproken is alles naar waarheid meege
deeld en de spreekster heeft nog alle hoop dat zege
moge volgen.
De toekomst voor Kolhorn.
t Aan verschillende sprekers wordt nu nog gele
genheid gegeven het woord te voeren, waarbij de
heer Engel, Kolhorn er op wijst, dat Kolhorn tot nu
toe nog geen schade heeft geleden van de Zuider
zeewerken, integendeel, de laatste jaren is er door
de gunstige ansjovisvisscheriji van geprofiteerd.
Maar dat zal aanstonds anders worden. De -haven
ds al niet meer disponibel en ojs. jaar zal het bedrijif
MCT GRATIS 0aCNADINCSAUS
eeN.neeRi.iJK NAoe rbcht
PUDDtNGFAQRtEKJ&jr'ZHJJLeZLK. GRONINGEN
daar stop staan, en de visschers Vloot waardeloos
'zijn. Bij; de voitming der subcommissie B in 1920 ia
in uitzicht gesteld dat wanneer de waarde van
schuit en net op peil werd gehouden, de visschers
daarvoor geld vergoed jzoudon krijgen. De yiisschers
hebben gedacht dat uit nationaal belang men ver
plicht was, zoo lang mogelijk het viaschersbedrijif
voort te zetten. Spr. heeft echter een memorie van
antwoord van den Minister onder oogen gehad,
waaruit bleek, dat het niet in het (belang' der vis
schers weid. geacht, zoo lang mogelijk het vlsschers-
bedrijf uit te oefenen. De minister acht het dus niet
gewenscht, dat de visschers tegelijk broodeloos ko
men, maar bedoelt dus een langzaam verloopen van
het bedrijf. Het is nu maar de vraag of de minister
wil een langzaam uitsudderen, om ten slotte van
'honger te sterven, of het geven van radicale hulp.
Wiji meenen dat de regeering haar woord moet
houden en spr. hoopt, dat sterk aangedrongen
wordt op het ontvangen van schadeloosstelling voor
schip en want en dan ongeacht de financieele om
standigheden van de betrokken visschers.
Ook de andere sprekers geven uiting aan hun
vrees voor de toekomst en aan hun groote ontevre
denheid over den onvoldoenden of ontbrekenden
steun.
Da motie.
Tenslotte komt dan, omdat de vergadering reed»
begint te verloopen, een motie in stemming, die toe
gelicht wordt door den heer A. J. Miüjhren, secreta
ris van den Viaachersbond St. Petrus en welke
motie els volgt luidt:
Do Zuiderzeevisschers in' groeten getale bijeen in
Bellevue te Amsterdam, daartoe opgeroepen door
het Centraal Comité en den vtascbersbond St, Petrus,
gehoord
de besprekingen omtrent de bepalingen van de
'Zuiderzeesteunwet en ide toepassing daarvan,
co n stat eer en.
dat deze te eenen male onvoldoende zijn en verre
blijven beneden de verwachtingen die zij redelijker
wijlze mochten koesteren;
dat met name het gemis van een billijke vergoe
ding voor de waardevermindering van schuit en
netten een grievende beleediging is van het rechts
gevoel;
dat verder ook do bepalingen omtrent onderwijs,
crediet en geldelijke tegemoetkoming, dringend ver
betering vorderen;
1 dat een. en ander niet te verkrijgen is met deze
gebrekkige Zuiderzeesteunwet, waarom, zij met
den meesten nadruk' verklaren, dat wetswijziging
een gebiedende eisch van rechtvaardigheid is;
Besluiten
deze motie ter kennis te brengen van de Riegee-
rin, de laden van de Staten Generaal en de Gene
rale Commissie en zo te puhliceeren Jn de Pers.
Vanuit de vergadering wordt de opmerking ver
nomen, dat 'de motie ds een reuzezacht eitje, dat
zdlfs niet in den ketel ia geweest. Overigens kan de
veigadering zich blijkbaar met de motie vereeni
gen en wordt ze beschouwd als met algemeen©
stemmen te zijn aangenomen.
Door een der aanwezigen uit Lemmer wordt *og
'even de ontevredenheid der Lammer visschorst
naar voren gebracht, over het feit dat deze bijeen
komst niet in Den Haag wordt gehouden, maar de
Voorzitter deelt mede, dat niemand dat meer zal
betreuren dan het Centraal comité, doch dat men
de wereldsche zaken hiet altiid naar de hand kan
zetten. Spr., hoewel bereid desgewenscht als voor
zitter heen te gaan, raadt ten sterkste aan, in dezen
tijd eensgezind te zijn en te blijven.
De heer Blok, Enkhuiizen, geeft de grieven der
visschers nog dn dichtvorm weer, waarna de voor
zitter met groote dankbaarheid aan de vele opgeko-
menen, de vergadering sluit.
van den trouwen Cork streelde. Nu en dan dwong ze
zioh ieta te antwoorden op een opmerking van Nick,
doch men kon duidelijk bemerken, dat het haar Inspan
ning kostte dit te doen.
Olga voelde zich ontzettend nerveus, niettegenstaan
de ze uiterlijk een kalmen indruk maakte. Elk oogen-
blik verwachtte ze, dat er een vreeselijke uitbarsting
zou plaats vinden. Het leek haar toe, alsof ze vlak voor
eet^ vuuroven zat, de verschroeiende hitte voelde, doch
genoodzaakt was zich te gedragen, alsof ze er niets van
bemerkte.
Dichte,donkere wolken vertoonden zich aan den he
mel en de kamer was bijna geheel in schemering ge
huld. Hoewel de groote voordeur wijd openstond, bleef
het toch smoorheet ln het vertrek.
Toen Olga later aan dit alles terugdacht, begreep ze
eerst ten volle, dat slechts Nick's aanwezigheid haar de
kracht had gegeven deze vreeselijke uren door te ko
men. Nooit had ze zijn kalmte, zijn opgewektheid en
geestelijke kracht meer bewonderd dan dien dag. Zijn
houding, was volkomen onbevangen en hij praatte op
zijn gewone, innemende wijze. Zoo nu en dan ontdekte
Olga echter een uitdrukking in zijn oogen, welke haar
duidelijk verried, dat hij elke beweging van Violet on
bemerkt gadesloeg.
Langzaam verstreken de minuten, de duisternis nam
toe en vanuit de verte kwam de storm over de zee op
steken.
Nick hief zijn hoofd op, om beter te kunnen luiste
ren. „Dat zal een flinke storm worden. Brethaven heeft
het altijd hard te verduren. Herinner je nóg dien nacht,
toen je roodvonk kreeg, Olga mia, en je verknochte die
naar naar oen zeker huisje aan het Btrond ging om een
eekore dame te verzoeken je te willen komen verple
gen?"
Olga wist dit nog maar al te goed. Het was een van
de heerlijkste herinneringen uit haar kinderjaren. „Dien
nacht heb lk Murlel een geheim toevertrouwd, Nick," zei
m teeder glimlachend.
Hij knikte. „Voor welke daad Je mijn onsterfelijke
dankbaarheid hebt verworven. Heeft dat verhaal wel
eene gehoord, Juffrouw Campion?"
«1 luMt wmiM Mtübuiw «ifuttt*
aan. „Dank U," zei ze. „Ik zal een van mijn eigen ci-
garetten rooken. „Ja, ik ken die geschiedenis. U moet
een heel dappere*vrouw hebben."
„U moet niet vergeten, dat ze mij had om voor baar
te zorgen," zei Nick glimlachend.
Violet lachte eenigszins cynlsoh.
„Et schijn aan alle kanten door Goden beschermd te
worden," vervolgde hij. „Niemand is er ooit in mijn boot
verdronken.
Het jonge meisje leunde met haar kin op haar hand
en keek hem peinzend aan. „U ls een buitegewoon sterke
man," zei ze langzaam, „en lk veronderstel, dat U 'vol
strekt niet bang ls voor den .dood."
„Nee, niet bijzonder," zei Nick, terwijl hij een lucifer
aan zijn zool afstreek.
„Zou U dus... heelemaal niet bevreesd zijn om te
sterven?" vervolgde ze, terwijl ze hem nog steeds aan
dachtig gadesloeg.
„Nee, lk zal niet bang zijn, wanneer mijn beurt komt,"
antwoordde hij kalm.
Zo boog zich dicht tot hem over en zei op bijna fluis
terenden toon: „Vertel me eens, wat Uw opvatting van
den dood ls."
(„De dood ls het openen en het sluiten van een deur,"
zei hij.
„Gelooft U dat werkelijk?" vroeg ze gretig.
Niok knikte bevestigend. „Maar ik kan natuurlijk
niet ontkennen dat Ik bang ben voot- pijn."
Ze scheen deze laatste opmerking nauwelijks te ver
staan. „Hoeft U wel eens iemand zien sterven?"
„Verschillende menschen."
„Oh Ja, dat was ik heelemaal vergeten... U ls in den
oorlog geweest, dus U zult heel wat mannen gedood
hebben." Er trilde een lichte opwinding In haar stem.
Nick wierp zijn hoofd achterover en volgde met zijn
oogen de rookwolkjes. „Natuurlijk deed lk dat, wan
neer ik er toe genoodzaakt was," luidde het antwoord.
PMVU,.tro!£ dMd flon triomfkreet denken.
U ooit ln Uw I«ven Iemand mat een mee ver
moord T Welk gevoel kreeg U toen?"
„Dat zal ik U niet vertellen," zei Niok grof. „Het lz
niet goed alt menzohen te veel weten."
Xl 'elgerfngf volgde er een plotiellage «tllte.
ONGELUK OP EEN ZOUTMIJN.
Op de zoutmijn Gluck Auf 'bij Grosswerd zijn groote
hoeveelheden zout, bij het afnemen van den top van
een zoutberg naar beneden gestort en hebben eenige
arbeiders begraven, van wie er een gedood werd en een
ander belde beenen gebroken. Een derde kwam met
den schrik vrij.
ZIJN VROUW DOODGESCHOTEN.
Woensdagmorgen heeft te EsChweiler een directeur
van een spaarbank zijn 28-jarige vrouw met een revol
ver gedood en daarna het wapen op zich zelf gericht.
De man is met een ernstige hoofdwond naar het zie
kenhuis gebracht. De oorzaak van het tragische geval
ls niet bekend, maar waarschijnlijk zijn er verduiste
ringen gepleegd.
De zee deed hooge schuimvlokken opspatten en de
wind begon door de takken der boomen te gieren.
„Dacht U soms, dat ik het niet wist?" begon Violet
lachend.
Olga stond op; ze kon onmogelijk langer blijven zit
ten en ze begaf zioh naar de geopende deur. Op dat
oogenblik brak het onweer met donderend geraas los.
Olga schrikte zoo heftig, dat ze over haar geheele li
chaam beefde. Violet bleef aan de tafel zitten en staar
de met groote oogen naar do deur. Nick boog zich eens
klaps tot haar over en hield haar belde handen om
vat. Toen slaakte Violet «ulk een doordringenden kreet,
dat het haar vriendin door merg en boen ging. Ze be
greep echter dadelijk, dat ze zich thans moest goed hou
den en baar uiterste krachten te hulp diende te roe
pen. .Violet had zich losgerukt en woes met ultgestrek-
ten vinger op de geopend© deur.
,Nee, nee, nee," gilde ze. „Laat hem weggaan." Er
lag een blik van doodelijken angst in haar oogen. Plot
seling zag ze Olga staan en drukte zich angstig tegen
haar aan. „Allegro! Je hebt bet mo beloofd! Je hebt
het me beloofd."
Toen drong het tot Olga door, dat Iemand door de
geopende deur naar binnen moest zijn gekomen. In
tuïtief voelde ze, wie dat zijn kon...
Terwijl ze haar armen beschermend om Violet heen
sloeg, zei ze: „Max, blijf stilstaan."
Zo wist niet, of het (kwam door den bevelenden, wan-
hopigen klank in haar stem, dait hij onmiddellijk ge
hoorzaamde, maar in elk geval bleef hij op eenlgcn af
stand van de belde meisjes verwijderd staan.
„Wat is er aan de hand?" vroeg hij. Hoewol hij deze
vraag op korten toon stelde, voelde Olga tooh bij het
hooren van zijn stem, dat ze al haar krachten had her
kregen.
„Het komt door dien afschuwelijken storm," zei ze.
„Violet ls heelemaal In de war. Oh, daar is Juffrouw
Brlggs. Geloof Je niet dat Jiet beter voor Je is als Je
wat probeert te rusten, Violet?" vroeg ze teeder. „Ik
zal dan voor Nick en Max zorgen."
Violet drukte zich echter dichter tegen haar aan. „Hij
cal me nagaan," fluisterde se.
„Nee, dat sal hy niet doen, kindje, Zk ben er tooh om
OORZAAK VLIEGONGEVAL TE SOERABAJA.
De commissie die een onderzoek heeft ingesteld naar
het ongeval met do vliegboot te Soerabaja oj 24 Ap^il
j.1. deelt in haar rapport mede, dat do oorzaak van het
ongeval niet is komen vastte staan. Met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid ls gebleken, dat hot onge
val niet geweten mag worden aan een defect van hot
materiaal.
DE NIEUWE AARDBEVTNGSGOLF.
Zooals reeds werd gemeld, werdec( deze dagen berich
ten uit verschillende deelen van de wereld ontvangen
betreffende aardbevingen, welke zich daar hadden
voorgedaan, o-m. uit Nederlandsch-Indië, Japan, Ecua-
dor en Georgia. Verwacht wordt, dat na een korte rust
poos nog meerdere aardbevingen zullen volgen; de ge
bieden, welke het meeste gevaar loopen zijn het Mid-
dellandsche Zeegebied van Spanje tot Klein-Azië,
Mexico, China en misschien Japan. De zwaarste schok
ken worden tegen Zondag verwacht.
KOORDDANSER TE NAPELS OP HET PUBLIEK
GEVALLEN.
Een tienjarig knaapje gedood.
Een koorddanser, die te Napels optrad, is omlaag ge
stort, hij viel op een 10-jarigen knaap, die onmiddellijk
dood was. De koorddanser liep ernstige inwendige kneu
zingen op.
BERGSCHUIVING.
Een gehucht ln Abertlilery (Wales) wordt opnieuw be
dreigd door een bergverschuiving, zooals twee jaar ge
leden bij het dorp Crom heeft plaats gehad. Er zijn
reeds 8 hulzen ontruimd.
HEVIGE STORM BOVEN LITAUEN.
Groote eohade.
In Litauen heeft in de omgeving van Wilna eén he
vige storm gewoed, waardoor 200 huizen geheel ver
nield werden, mor dan 1000 daken werden afgerukt, en
een groot bosch met den grond gelijk gemaakt.
ANGSTIGE UREN.
Westerland. Na afloop eener schietoefening der
marine zonk bij het wegsleepen der schijven plotseling
een barkas. De equipage, een officier en 12 man, redde
zich op een schijf. Deze dreef -bij zwaar weer met 13
schipbreukelingen vier uur lang op zee rond, voor zij
werden gered. Westerland is een plaats op het Ooat-
Friesche waddeneiland Sylt.)
VALSCHE MUNTERS.
Aan den voet van den Vesuvlus werdo een valsche
munterswerkplaata, waar men zich reeds geruimen tijd
had bezig gehouden met de uitgifte van valsche vijf- en
tien-lire stukken.
MUUR INGESTORT.
Naar uit Genua wordt gemeld, is daar een 80 M. lange
muur op een villa gevallen. De bewoners konden zich
nog ln veiligheid brengen. De schade bedraagt 250.000
lire.
AUTO-ONGELUK IN POLEN.
Een legatie-secretaris gedood.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag stortte de
auto van den WarSchauschen bankier Rotwund door
onbekende oorzaak niet ver van Warschau In oen grep
pel. Van do Inzittenden overledon de Poolscho legatio-
secratarls Ballnskl en diens echtgenoote alsmede de
chauffeur tengevolge van de bekomen verwondingen.
JONGEN DOODGESCHOTEN, OMDAT HIJ IN DE
KAZERNE SPEELDE.
Verscheidene jongens, die op de binnenplaats van een
kazerne to Warschau an het spelen waren moesten aan
gehouden worden. Een der knaapje», die op do vlucht
sloeg, werd neergeschoten. Bij een demonstratie van
een groote opgewonden menigte voor do kazerne werden
20 personen gearresteerd.
GROOTE KATOENBRAND IN BRITSCH-INDIë.
50.000 pond sterling schade.
Naar uit Bombay wordt geméld, is daar pen opslag
plaats met drie duizend balen katoen door brand ver
woest. De schade bedraagt ongeveer vijftig duizend
pond sterling.
Bijna tegelijkertijd brak brand uit in een meubelfa
briek, die eveneens grootendeels verwoest is. De oorza
ken van de branden zijn onbekend.
EEN AARDSCHUIVING.
Aan de Noordelijke helling van de Petzenberg heeft
een aardschulving plaats gehad, die groote schade heeft
aangericht. De aardachuiving is veroorzaakt door de
vele regens van de laatste dagen.
ERNSTIG MOTORONGELUK
Woensdagmiddag, omstreeks 2 uur, is op den Haag-
weg, ter hoogte van de villa Johanna, nabij Delft, de
heer M. de Gast, uit den Helder, met zijn motor met
zijspanwagen, toen hij een auto, welke vóór hem reed,
voorbij wilde gaan, door onbekende oorzaak omgesla
gen en op de tramrails geslingerd. Met een zeer ernstige
hoofdwonde is de heer de G., in hoogst zorgwekkenden
toestand naar het St. Hippolytusgestlcht te Delft ver
voerd. Het tramverkeer heeft eenige vertraging onder
vonden.
OPBRENST DER RIJWIELBELASTING.
De rijwielbelasting heeft over de maand April j.1. op
gebracht f 383.460, tegen f 484.142 over April 1927. De
opbrengst over de eerste vier maanden van dit jaar be
draagt f 5.349.867.50.
je te Ebschermen." Terwijl het jonge meisje sprak, kwam
het haar voor, alsof ze eensklaps met nieuwe, onover
winnelijke kracht bezield werd. „Je hoeft volstrekt niet
bang te zijn," zei ze op moederlijken toon. „Wil je dan
misschien met juffrouw Briggs mee naar boven gaan?
Ik kom dadelijk ook bij je. Waarvoor zou je angstig
hoeven te zijn? De storm zal je geen kwaad doen."
„En je belooft me dat Max niet bij me zal komen?"
klonk het nog ongeloovig, terwijl ze zich half liet weg'
leiden,
„Ik beloof het je." zei Olga.
Zo bracht haar tot aan de trap en liet haar toen aan de
zorgen van juffrouw Brlggs over. Max en Nick stonden
samen in (het half donkere vertrek te praten.
„Ik kwam toevallig binnenstappen," zei de eerste, „en
lk schijn bijtijds te zijn gekomen... Hallo, ls dat een
wolf?"
Het was Cork, die grommend op hem afkwam. Olga
nam het dier dadelijk bij. den halsband. „Hij doet niets",
zei ze. „Ik veronderstel dat hij niet van vreemden houdt"
Ze bracht hem de kamer uit cn keerde toen terug.
„Vertel me nu eens, Olga, wat er eigenlijk gebeurd
is? Is Violet's optreden aan den storm te wijten of is
er iets anders aan de hand?"
Zo aarzeldo, daar ze bet heel moeilijk vond een juist
antwoord op deze kille vraag te geven.
„Zal ik het maar vertellen?" vroeg Nick.
Ze ging dicht bij hem staan en stak met een kinder
lijk gobaar haar hand in de zijne. „Ja, doe dat, Nick."
„Onze vriend Hunt-Goring hoeft zich met dingen be
moeid, die hom bet allerminst aangaan," zei hij.
„Je bedoelt dat... hij haar alles verteld heeft7" vroeg
Max.
„Ja," zei Olga.
Eenige oogonblikken keek hij peinzend voor zich uit
„En wil je nu zoo goed zijn me alles ln finesses to ver
tellen... Ik heb den heelen toestand' al lang geleden
zien aankomen."
„Ob Max", riep ze verdrietig uit „Dus Is het werke
lijk...?"
Wordt vervolgd.