XrJP'sAMANDELTJES- PUDDING KORTE BERICHTEN, den* slecht of stormweer «Itijfd ts bereiden en ln U komen, door het Amateldiep' en dit i» aan den Oever met dit soort scheept] es niet mogelijk. En als is dit nu nog niet bewezen, een sware on- wachte storral if do laatste 4 Jaren nooit komen op zetten als deze viaschers op zee waven, en wan neer het wel bewezen' was, dat het niet. kon, dan waren er menschenlevens te betreuren, als gevolg der. wérking tot afsluiting der Zuiderzee. Ook heeft 01 naast de visscheriji op Wieringen een verande- vinig plaats gehad, ten nadeele van de inwonende Wieringers. Vele visschers zijn er welke zich niet allen met de visscherij, maar ook metterwoon heb ben verplaatst naar den Oever. Door het steeds toe nemende arbeidsvolk van buiten kwam hier al gauw woninggebrek, - met als gevolg overdreven hooge huren voor huizen, soms 300 hooger dan voor -do afsluiting van het Amsteldiep. Terwijl de bouwterreinen met bijna 1000 zijn gestegen. Dit is in 't kort een klein overzicht van den nood toestand zooals deze is geworden in den loop der laatste jaren, welke zich in de nog te visschen ja ren zullen verergeren. Misschien zijn er nog men- schen, welke zich illusies maken, dat er na verloop van tijd benoorden den afsluitdijk kan worden ge- vischt en dat zal inderdaad wel het geval zijn, maar hoe en welke visscherij zal nog kunnen worden uit geoefend? De achelpvisscherij op diep water gaat ontegen zeggelijk naar de maan. De bodem van deze terrei nen gaat natuurlijk het Amsteldiep volgen, daar er geen voldoende stroomingen kunnen plaats vin- den, en het water zelf zal benoorden den afsluitdijk van dit gehalte worden, door de groote hoeveelhe den zoet water welke geloosd zullen worden door de enorme groote spuisluizen, welke gebouwd zul len worden bij den Oever, en nabij Zurich, dat de schelpvisch hier ook niet zal kunnen leven. Om kort te gaan, met het bestaande materiaal is aanstonds absoluut niets meer te verdienen, maar als gewacht moet worden dat dit is bewezen, dan is een groot deel der visschers ten gronde, xoo niet allemaal, welks hier op Wieringen nu el zijn, wat als oor zaak is da: ik hier zal overgaan om de wantoestan den duidelijk te maken. In het jaar 1920 kwam de sub-commissie B. met lijsten om na ie gaan en op te nemen de waarde der visschersschepen en aanbebooren, hetwelk in die dagen een gunstigen indruk maakte onder de visschers, want er mocht geen smet aan dit groote nationale werk kleven, en de schade welke de vis schers mochten ondervinden, zou worden vergoed. Dit was inderdaad een heel mooie belofte, maar! nu het op daden aankomt, nu er werkelijk schade wordt geleden, en veel schade, nu is er een Zuider zeesteunwet ingevoerd, waar eenvoudigweg niets in staat waar het op schadevergoeding wijst, nu gaat het de grenzen van redelijkheid te buiten. Er is dui delijk het parool uitgegeven om alles van zich af to schuiven, terwijl er overduidelijk de schijn in is, dat de regeering van meening is, dat de visschers- bevolking een troep uitvaagsel is, dat van den eenen dag in den andere leeft, en als ze dat nu niet meer kunhen, dat dan zoo'n visscher per dag, als de mi nister dit dan noodig oordeelt, ontvangt ten hoog ste f2.75, bedoeld onder art. 3 van het besluit van 27 Nov. 1927, met aftrek nog van allerlei, verdienste van een jongen, waarde van de huishuur, als de visschers misschien een eigen huisje heeft, enz. Wanneer iemand zich den toestand eens goed in denkt, de een doet en kan dit betor dan do ander, en wanneer het wordt gevoeld, zooals er al velen zijn, die dit voelen, in 't bijzonder op Wieringen, dan kan lk mij' duidelijk indenken, dat de gemoeds toestand onder de visschers niet meer zoo is, als voorheen. Er zijn reeda een massa visschers, die noodgedwongen de visscherij! moesten beëindigen, de verdiensten gaan steeds achteruit, vele Bchippers kunnen geen volk meer aan boord krijgen, en je moet je maar redden. Voorheen is het nog nooit voorgekomen, dat een schuit niet kon worden verkocht, doch thans is het niet mogelijk om één schip te verkoopen. Herinne ren we ons het droevig ongeluk van 28 Februari jl., toen onze plaatsgenoot S. Bakker om het leven kwam, welke ook een schuitje met aanbehooren be zat, hetwelk voorheen altijd voor een redelijken prijs verkocht had kunnen worden, dat kan nu ver rotten, en de Wed. Bakker krijgt hiervoor, tenzij er geen verandering in de Zuiderzeesteunwet wordt gebracht, geen cent. Er zijn bij ons op Wieringen visschers, welke zich een ander bedrijf hebben .aan geschaft, welke hun schip en vischwant al biJna^J jaar renteloos hebben liggen, maar deze ménschen kunnen toch geen genoegen nemen om aanstonds dat materiaal te sloepen en te verbranden, 't welk waar deloos is gemaakt door d,en Staat. Als we bedenken dat een visscher zijn schuit nog niet geheel beeft betaald, en deze moet noodgedrongen zijn schip la ten verrotten, dan vraag ik mij af wat moet hier het gevolg van zijn? Móet iemand genoegen nemen, als hij 10. 15 of misschien 20 jaar heeft gemarteld on der water, om zijn zuur verdiende materiaal, waar hij zijn gezin mee kan onderhouden, en soms nog een paar centen oversparen, dat dat alles naar de maan wordt getrapt, of naar den brandstapel, waar bier de regeering de grondlegger is van dit natio naal misdrijf. Er zijn of er gaan vooraanstaande per sonen van Nederland naar Amerika en elders naar het buitenland om te spreken over de werken tot af sluiting en drooglegging der Zuiderzee. En het ia waar, het is een groot werk, en onze ingenieurs zijn te respecteeren. Maar ik geloof niet, dat die men- schen wlke naar het buitenland gaan dat die daar over de vleeohersbevolklnig eullen spreken, dat die daar zullen vertellen dat de vieeohere wel kunnen verhongeren, want daar lijkt het veel op. Ale een visscher zijn materiaal moet laten verrotten, onver schillig wat, en hoeveel, en in dit geval epreek lk uit ondervinding, en hij moet dan noodgedwongen zijn arbeideekracht bij deze of gene te koop aanbie den, dan is het toch zeker zeer begrijpelijk, dat zoo iemand in dit geval den Staat vervloekt. Wanneer een regeeringapersoon zich de moeite wil getroos ten om" een kijkje te nemen in de havens te Wierin gen, alsmede op de zolders der betrokken visschers, dan zal deze zich kunnen overtuigen van het ma teriaal dat ten doode is opgeschreven, als een recht- streeksch gevolg van het grootscbe nationale werk, ten koste van den visschersman. Wat de tegenwoor dige Zuiderzeesteunwet betreft, deze deugt nergens voor, maar hier zal ik niet over uitweiden. Alleen I wil ik er met kracht op wijzen, dat als de visschors- bevolking redelijk behandeld zal worden, dat de wet moet worden gewijzigd, in dien geest, dat er een be hoorlijke schadeloosstelling uit voort kan vloeien en wel zoo dat in de eerste plaats schip en materiaal vergoed wordt. Ik heb gezegd'. Krachtig applaus. Door den voorzitter wordt mededeeling gedaan van telegrammen van verschillende Kamerleden, berich tende, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. Dc ovaria* ondamorpan. De heer L. Harlaar, visschersknecht te Enkhuizen, vertelt ons een en ander over de waarneembare scha de aldaar en wijst erop dat de visscher zich niet ver- zet tegen de uitvoering van de Zuiderzeewerken, maar dat zij er niet in kunnen en willen berusten, dat dit I nationaal werk wordt verricht ten koste van hen, die er de eeuwen door met harden arbeid een sober I doch menschwaardig' bestaan vonden. De regeering dient op afdoende wijze te helpen, wil ze niet dat er een ernstige smet kleeft aan dit grootsche werk. Het is den visschers niet te doen om op,hun lauweren te gaan rusten, «ij wenachen zich allen te bekwamen voor hun passende betrekkingen, maar kunnen daar- j bij gedurende den overgang de regeeringehulp niet ontberen. De heer P. Gorter, Medembiik, noemt ook de ver schillende oorzaken, waardoor reeds nu schade door de Zuiderzeewerken wordt geleden, terwijl de heer B. Kwakman, Volendam, het verloop der bemanning van de Zuidertzeevloot behandelt. Meerdere malen is het reeds gebeurd, dat te Volendam botters aan den wal moesten blijven liggen wegens gebrek aan vol'k. Ook de zeewaardigheid der schuiten gaat ach teruit, nieuwe botters zijji er al in geen 10 jaar bij gekomen en het wordt zoo, dat lang niet met alle weer en wind uitgevaren kan worden. De tekortkomingenvan de Zuiderzeesteunwet, in I verband met toeslag op het bedrijf, worden behandeld door den heer P. iBaas, Bunschoten, terwijl de heer A. van Doorn van zijn ervaringen aan den Zuidoost- wal vertelt, en die,naarmate de werkzaamheden aan de afsluiting der Zuiderzee vorderen, tot een nood- j toestand leiden voor Elburg en den geheelen Zuid- oostwal. Haring, spiering, noch ansjovis komt er i sinds de afsluiting van het Amsteldiep meer voor, althans zeer sporadisch, maar blijft deze -meer in het noordelijk deel der Zuiderzee en in de koon. Het gevolg is dus: langer zeilen, korter vischtijd en de gevolgen daarvan. Met cijfers toont spr. de schade die geleden wordt aan, en ook deze spreker dringt sterk aan op het geven van toeslag op het bedrijf en tegemoetkoming voor geleden verlies van schuit en want.. (Door den heer Thijsseling, de Lemmer, wordt aan getoond hoe de praktijk heeft aangetoond, dat art. 13 van de Zuiderzeesteunwet niets meer inhoudt dan armenzorg en volslagen vreemd is van alle recht en billijkheid. Het komt zelfs in geenen deele tegemoet aan de als een uiterst minimum te beschouwen voor stellen van de subcommissie B uit den Zuiderzee raad. Moet de drooglegging der Zuiderzee, waarvan ls gezegd, dat er geen simet op mocht kleven, straks 'bedreigd1 worden met don vloek van den gedupeer den visscher? ©n dat terwijl regeering en kamer leden voldoende door die betrokken organisaties van de dreigende ramp in 'kennis waren gesteld. De heer W. S. Visser. L'aaxuim, vertelt van zijn opgedane ervaringen, waar het betreft het laten leeren van visschersjongens. Spr. heeft ondervon den, hoe moeilijk het is, vergoeding voor reiskos ten e.a. los te krijgen en zegt dat in plaats dat de Zuiderzee-menschen bijl het solliciteeren naar be trekkingen eenige voorkeur genieten, ze eerder ten achter worden gesteld. Met voorbeelden toont spr. dit aan. Mlej. Moon», een visschersvrouw uit Harderwijk, zegt dat de vissclieramenscben nooit hebben gebe deld, maar hiet zal nu aanstonds zoo worden. Wat hier is gesproken is alles naar waarheid meege deeld en de spreekster heeft nog alle hoop dat zege moge volgen. De toekomst voor Kolhorn. t Aan verschillende sprekers wordt nu nog gele genheid gegeven het woord te voeren, waarbij de heer Engel, Kolhorn er op wijst, dat Kolhorn tot nu toe nog geen schade heeft geleden van de Zuider zeewerken, integendeel, de laatste jaren is er door de gunstige ansjovisvisscheriji van geprofiteerd. Maar dat zal aanstonds anders worden. De -haven ds al niet meer disponibel en ojs. jaar zal het bedrijif MCT GRATIS 0aCNADINCSAUS eeN.neeRi.iJK NAoe rbcht PUDDtNGFAQRtEKJ&jr'ZHJJLeZLK. GRONINGEN daar stop staan, en de visschers Vloot waardeloos 'zijn. Bij; de voitming der subcommissie B in 1920 ia in uitzicht gesteld dat wanneer de waarde van schuit en net op peil werd gehouden, de visschers daarvoor geld vergoed jzoudon krijgen. De yiisschers hebben gedacht dat uit nationaal belang men ver plicht was, zoo lang mogelijk het viaschersbedrijif voort te zetten. Spr. heeft echter een memorie van antwoord van den Minister onder oogen gehad, waaruit bleek, dat het niet in het (belang' der vis schers weid. geacht, zoo lang mogelijk het vlsschers- bedrijf uit te oefenen. De minister acht het dus niet gewenscht, dat de visschers tegelijk broodeloos ko men, maar bedoelt dus een langzaam verloopen van het bedrijf. Het is nu maar de vraag of de minister wil een langzaam uitsudderen, om ten slotte van 'honger te sterven, of het geven van radicale hulp. Wiji meenen dat de regeering haar woord moet houden en spr. hoopt, dat sterk aangedrongen wordt op het ontvangen van schadeloosstelling voor schip en want en dan ongeacht de financieele om standigheden van de betrokken visschers. Ook de andere sprekers geven uiting aan hun vrees voor de toekomst en aan hun groote ontevre denheid over den onvoldoenden of ontbrekenden steun. Da motie. Tenslotte komt dan, omdat de vergadering reed» begint te verloopen, een motie in stemming, die toe gelicht wordt door den heer A. J. Miüjhren, secreta ris van den Viaachersbond St. Petrus en welke motie els volgt luidt: Do Zuiderzeevisschers in' groeten getale bijeen in Bellevue te Amsterdam, daartoe opgeroepen door het Centraal Comité en den vtascbersbond St, Petrus, gehoord de besprekingen omtrent de bepalingen van de 'Zuiderzeesteunwet en ide toepassing daarvan, co n stat eer en. dat deze te eenen male onvoldoende zijn en verre blijven beneden de verwachtingen die zij redelijker wijlze mochten koesteren; dat met name het gemis van een billijke vergoe ding voor de waardevermindering van schuit en netten een grievende beleediging is van het rechts gevoel; dat verder ook do bepalingen omtrent onderwijs, crediet en geldelijke tegemoetkoming, dringend ver betering vorderen; 1 dat een. en ander niet te verkrijgen is met deze gebrekkige Zuiderzeesteunwet, waarom, zij met den meesten nadruk' verklaren, dat wetswijziging een gebiedende eisch van rechtvaardigheid is; Besluiten deze motie ter kennis te brengen van de Riegee- rin, de laden van de Staten Generaal en de Gene rale Commissie en zo te puhliceeren Jn de Pers. Vanuit de vergadering wordt de opmerking ver nomen, dat 'de motie ds een reuzezacht eitje, dat zdlfs niet in den ketel ia geweest. Overigens kan de veigadering zich blijkbaar met de motie vereeni gen en wordt ze beschouwd als met algemeen© stemmen te zijn aangenomen. Door een der aanwezigen uit Lemmer wordt *og 'even de ontevredenheid der Lammer visschorst naar voren gebracht, over het feit dat deze bijeen komst niet in Den Haag wordt gehouden, maar de Voorzitter deelt mede, dat niemand dat meer zal betreuren dan het Centraal comité, doch dat men de wereldsche zaken hiet altiid naar de hand kan zetten. Spr., hoewel bereid desgewenscht als voor zitter heen te gaan, raadt ten sterkste aan, in dezen tijd eensgezind te zijn en te blijven. De heer Blok, Enkhuiizen, geeft de grieven der visschers nog dn dichtvorm weer, waarna de voor zitter met groote dankbaarheid aan de vele opgeko- menen, de vergadering sluit. van den trouwen Cork streelde. Nu en dan dwong ze zioh ieta te antwoorden op een opmerking van Nick, doch men kon duidelijk bemerken, dat het haar Inspan ning kostte dit te doen. Olga voelde zich ontzettend nerveus, niettegenstaan de ze uiterlijk een kalmen indruk maakte. Elk oogen- blik verwachtte ze, dat er een vreeselijke uitbarsting zou plaats vinden. Het leek haar toe, alsof ze vlak voor eet^ vuuroven zat, de verschroeiende hitte voelde, doch genoodzaakt was zich te gedragen, alsof ze er niets van bemerkte. Dichte,donkere wolken vertoonden zich aan den he mel en de kamer was bijna geheel in schemering ge huld. Hoewel de groote voordeur wijd openstond, bleef het toch smoorheet ln het vertrek. Toen Olga later aan dit alles terugdacht, begreep ze eerst ten volle, dat slechts Nick's aanwezigheid haar de kracht had gegeven deze vreeselijke uren door te ko men. Nooit had ze zijn kalmte, zijn opgewektheid en geestelijke kracht meer bewonderd dan dien dag. Zijn houding, was volkomen onbevangen en hij praatte op zijn gewone, innemende wijze. Zoo nu en dan ontdekte Olga echter een uitdrukking in zijn oogen, welke haar duidelijk verried, dat hij elke beweging van Violet on bemerkt gadesloeg. Langzaam verstreken de minuten, de duisternis nam toe en vanuit de verte kwam de storm over de zee op steken. Nick hief zijn hoofd op, om beter te kunnen luiste ren. „Dat zal een flinke storm worden. Brethaven heeft het altijd hard te verduren. Herinner je nóg dien nacht, toen je roodvonk kreeg, Olga mia, en je verknochte die naar naar oen zeker huisje aan het Btrond ging om een eekore dame te verzoeken je te willen komen verple gen?" Olga wist dit nog maar al te goed. Het was een van de heerlijkste herinneringen uit haar kinderjaren. „Dien nacht heb lk Murlel een geheim toevertrouwd, Nick," zei m teeder glimlachend. Hij knikte. „Voor welke daad Je mijn onsterfelijke dankbaarheid hebt verworven. Heeft dat verhaal wel eene gehoord, Juffrouw Campion?" «1 luMt wmiM Mtübuiw «ifuttt* aan. „Dank U," zei ze. „Ik zal een van mijn eigen ci- garetten rooken. „Ja, ik ken die geschiedenis. U moet een heel dappere*vrouw hebben." „U moet niet vergeten, dat ze mij had om voor baar te zorgen," zei Nick glimlachend. Violet lachte eenigszins cynlsoh. „Et schijn aan alle kanten door Goden beschermd te worden," vervolgde hij. „Niemand is er ooit in mijn boot verdronken. Het jonge meisje leunde met haar kin op haar hand en keek hem peinzend aan. „U ls een buitegewoon sterke man," zei ze langzaam, „en lk veronderstel, dat U 'vol strekt niet bang ls voor den .dood." „Nee, niet bijzonder," zei Nick, terwijl hij een lucifer aan zijn zool afstreek. „Zou U dus... heelemaal niet bevreesd zijn om te sterven?" vervolgde ze, terwijl ze hem nog steeds aan dachtig gadesloeg. „Nee, lk zal niet bang zijn, wanneer mijn beurt komt," antwoordde hij kalm. Zo boog zich dicht tot hem over en zei op bijna fluis terenden toon: „Vertel me eens, wat Uw opvatting van den dood ls." („De dood ls het openen en het sluiten van een deur," zei hij. „Gelooft U dat werkelijk?" vroeg ze gretig. Niok knikte bevestigend. „Maar ik kan natuurlijk niet ontkennen dat Ik bang ben voot- pijn." Ze scheen deze laatste opmerking nauwelijks te ver staan. „Hoeft U wel eens iemand zien sterven?" „Verschillende menschen." „Oh Ja, dat was ik heelemaal vergeten... U ls in den oorlog geweest, dus U zult heel wat mannen gedood hebben." Er trilde een lichte opwinding In haar stem. Nick wierp zijn hoofd achterover en volgde met zijn oogen de rookwolkjes. „Natuurlijk deed lk dat, wan neer ik er toe genoodzaakt was," luidde het antwoord. PMVU,.tro!£ dMd flon triomfkreet denken. U ooit ln Uw I«ven Iemand mat een mee ver moord T Welk gevoel kreeg U toen?" „Dat zal ik U niet vertellen," zei Niok grof. „Het lz niet goed alt menzohen te veel weten." Xl 'elgerfngf volgde er een plotiellage «tllte. ONGELUK OP EEN ZOUTMIJN. Op de zoutmijn Gluck Auf 'bij Grosswerd zijn groote hoeveelheden zout, bij het afnemen van den top van een zoutberg naar beneden gestort en hebben eenige arbeiders begraven, van wie er een gedood werd en een ander belde beenen gebroken. Een derde kwam met den schrik vrij. ZIJN VROUW DOODGESCHOTEN. Woensdagmorgen heeft te EsChweiler een directeur van een spaarbank zijn 28-jarige vrouw met een revol ver gedood en daarna het wapen op zich zelf gericht. De man is met een ernstige hoofdwond naar het zie kenhuis gebracht. De oorzaak van het tragische geval ls niet bekend, maar waarschijnlijk zijn er verduiste ringen gepleegd. De zee deed hooge schuimvlokken opspatten en de wind begon door de takken der boomen te gieren. „Dacht U soms, dat ik het niet wist?" begon Violet lachend. Olga stond op; ze kon onmogelijk langer blijven zit ten en ze begaf zioh naar de geopende deur. Op dat oogenblik brak het onweer met donderend geraas los. Olga schrikte zoo heftig, dat ze over haar geheele li chaam beefde. Violet bleef aan de tafel zitten en staar de met groote oogen naar do deur. Nick boog zich eens klaps tot haar over en hield haar belde handen om vat. Toen slaakte Violet «ulk een doordringenden kreet, dat het haar vriendin door merg en boen ging. Ze be greep echter dadelijk, dat ze zich thans moest goed hou den en baar uiterste krachten te hulp diende te roe pen. .Violet had zich losgerukt en woes met ultgestrek- ten vinger op de geopend© deur. ,Nee, nee, nee," gilde ze. „Laat hem weggaan." Er lag een blik van doodelijken angst in haar oogen. Plot seling zag ze Olga staan en drukte zich angstig tegen haar aan. „Allegro! Je hebt bet mo beloofd! Je hebt het me beloofd." Toen drong het tot Olga door, dat Iemand door de geopende deur naar binnen moest zijn gekomen. In tuïtief voelde ze, wie dat zijn kon... Terwijl ze haar armen beschermend om Violet heen sloeg, zei ze: „Max, blijf stilstaan." Zo wist niet, of het (kwam door den bevelenden, wan- hopigen klank in haar stem, dait hij onmiddellijk ge hoorzaamde, maar in elk geval bleef hij op eenlgcn af stand van de belde meisjes verwijderd staan. „Wat is er aan de hand?" vroeg hij. Hoewol hij deze vraag op korten toon stelde, voelde Olga tooh bij het hooren van zijn stem, dat ze al haar krachten had her kregen. „Het komt door dien afschuwelijken storm," zei ze. „Violet ls heelemaal In de war. Oh, daar is Juffrouw Brlggs. Geloof Je niet dat Jiet beter voor Je is als Je wat probeert te rusten, Violet?" vroeg ze teeder. „Ik zal dan voor Nick en Max zorgen." Violet drukte zich echter dichter tegen haar aan. „Hij cal me nagaan," fluisterde se. „Nee, dat sal hy niet doen, kindje, Zk ben er tooh om OORZAAK VLIEGONGEVAL TE SOERABAJA. De commissie die een onderzoek heeft ingesteld naar het ongeval met do vliegboot te Soerabaja oj 24 Ap^il j.1. deelt in haar rapport mede, dat do oorzaak van het ongeval niet is komen vastte staan. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ls gebleken, dat hot onge val niet geweten mag worden aan een defect van hot materiaal. DE NIEUWE AARDBEVTNGSGOLF. Zooals reeds werd gemeld, werdec( deze dagen berich ten uit verschillende deelen van de wereld ontvangen betreffende aardbevingen, welke zich daar hadden voorgedaan, o-m. uit Nederlandsch-Indië, Japan, Ecua- dor en Georgia. Verwacht wordt, dat na een korte rust poos nog meerdere aardbevingen zullen volgen; de ge bieden, welke het meeste gevaar loopen zijn het Mid- dellandsche Zeegebied van Spanje tot Klein-Azië, Mexico, China en misschien Japan. De zwaarste schok ken worden tegen Zondag verwacht. KOORDDANSER TE NAPELS OP HET PUBLIEK GEVALLEN. Een tienjarig knaapje gedood. Een koorddanser, die te Napels optrad, is omlaag ge stort, hij viel op een 10-jarigen knaap, die onmiddellijk dood was. De koorddanser liep ernstige inwendige kneu zingen op. BERGSCHUIVING. Een gehucht ln Abertlilery (Wales) wordt opnieuw be dreigd door een bergverschuiving, zooals twee jaar ge leden bij het dorp Crom heeft plaats gehad. Er zijn reeds 8 hulzen ontruimd. HEVIGE STORM BOVEN LITAUEN. Groote eohade. In Litauen heeft in de omgeving van Wilna eén he vige storm gewoed, waardoor 200 huizen geheel ver nield werden, mor dan 1000 daken werden afgerukt, en een groot bosch met den grond gelijk gemaakt. ANGSTIGE UREN. Westerland. Na afloop eener schietoefening der marine zonk bij het wegsleepen der schijven plotseling een barkas. De equipage, een officier en 12 man, redde zich op een schijf. Deze dreef -bij zwaar weer met 13 schipbreukelingen vier uur lang op zee rond, voor zij werden gered. Westerland is een plaats op het Ooat- Friesche waddeneiland Sylt.) VALSCHE MUNTERS. Aan den voet van den Vesuvlus werdo een valsche munterswerkplaata, waar men zich reeds geruimen tijd had bezig gehouden met de uitgifte van valsche vijf- en tien-lire stukken. MUUR INGESTORT. Naar uit Genua wordt gemeld, is daar een 80 M. lange muur op een villa gevallen. De bewoners konden zich nog ln veiligheid brengen. De schade bedraagt 250.000 lire. AUTO-ONGELUK IN POLEN. Een legatie-secretaris gedood. In den nacht van Dinsdag op Woensdag stortte de auto van den WarSchauschen bankier Rotwund door onbekende oorzaak niet ver van Warschau In oen grep pel. Van do Inzittenden overledon de Poolscho legatio- secratarls Ballnskl en diens echtgenoote alsmede de chauffeur tengevolge van de bekomen verwondingen. JONGEN DOODGESCHOTEN, OMDAT HIJ IN DE KAZERNE SPEELDE. Verscheidene jongens, die op de binnenplaats van een kazerne to Warschau an het spelen waren moesten aan gehouden worden. Een der knaapje», die op do vlucht sloeg, werd neergeschoten. Bij een demonstratie van een groote opgewonden menigte voor do kazerne werden 20 personen gearresteerd. GROOTE KATOENBRAND IN BRITSCH-INDIë. 50.000 pond sterling schade. Naar uit Bombay wordt geméld, is daar pen opslag plaats met drie duizend balen katoen door brand ver woest. De schade bedraagt ongeveer vijftig duizend pond sterling. Bijna tegelijkertijd brak brand uit in een meubelfa briek, die eveneens grootendeels verwoest is. De oorza ken van de branden zijn onbekend. EEN AARDSCHUIVING. Aan de Noordelijke helling van de Petzenberg heeft een aardschulving plaats gehad, die groote schade heeft aangericht. De aardachuiving is veroorzaakt door de vele regens van de laatste dagen. ERNSTIG MOTORONGELUK Woensdagmiddag, omstreeks 2 uur, is op den Haag- weg, ter hoogte van de villa Johanna, nabij Delft, de heer M. de Gast, uit den Helder, met zijn motor met zijspanwagen, toen hij een auto, welke vóór hem reed, voorbij wilde gaan, door onbekende oorzaak omgesla gen en op de tramrails geslingerd. Met een zeer ernstige hoofdwonde is de heer de G., in hoogst zorgwekkenden toestand naar het St. Hippolytusgestlcht te Delft ver voerd. Het tramverkeer heeft eenige vertraging onder vonden. OPBRENST DER RIJWIELBELASTING. De rijwielbelasting heeft over de maand April j.1. op gebracht f 383.460, tegen f 484.142 over April 1927. De opbrengst over de eerste vier maanden van dit jaar be draagt f 5.349.867.50. je te Ebschermen." Terwijl het jonge meisje sprak, kwam het haar voor, alsof ze eensklaps met nieuwe, onover winnelijke kracht bezield werd. „Je hoeft volstrekt niet bang te zijn," zei ze op moederlijken toon. „Wil je dan misschien met juffrouw Briggs mee naar boven gaan? Ik kom dadelijk ook bij je. Waarvoor zou je angstig hoeven te zijn? De storm zal je geen kwaad doen." „En je belooft me dat Max niet bij me zal komen?" klonk het nog ongeloovig, terwijl ze zich half liet weg' leiden, „Ik beloof het je." zei Olga. Zo bracht haar tot aan de trap en liet haar toen aan de zorgen van juffrouw Brlggs over. Max en Nick stonden samen in (het half donkere vertrek te praten. „Ik kwam toevallig binnenstappen," zei de eerste, „en lk schijn bijtijds te zijn gekomen... Hallo, ls dat een wolf?" Het was Cork, die grommend op hem afkwam. Olga nam het dier dadelijk bij. den halsband. „Hij doet niets", zei ze. „Ik veronderstel dat hij niet van vreemden houdt" Ze bracht hem de kamer uit cn keerde toen terug. „Vertel me nu eens, Olga, wat er eigenlijk gebeurd is? Is Violet's optreden aan den storm te wijten of is er iets anders aan de hand?" Zo aarzeldo, daar ze bet heel moeilijk vond een juist antwoord op deze kille vraag te geven. „Zal ik het maar vertellen?" vroeg Nick. Ze ging dicht bij hem staan en stak met een kinder lijk gobaar haar hand in de zijne. „Ja, doe dat, Nick." „Onze vriend Hunt-Goring hoeft zich met dingen be moeid, die hom bet allerminst aangaan," zei hij. „Je bedoelt dat... hij haar alles verteld heeft7" vroeg Max. „Ja," zei Olga. Eenige oogonblikken keek hij peinzend voor zich uit „En wil je nu zoo goed zijn me alles ln finesses to ver tellen... Ik heb den heelen toestand' al lang geleden zien aankomen." „Ob Max", riep ze verdrietig uit „Dus Is het werke lijk...?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 6