illtuiti Kimis- Uitmuit- LninitlilL J^l Donderdag 31 Mei 1928. 71ste Jaargang No. 8262. Uitgevers: N.V. vJl TRAPMAN &Co., Schagen. Eerste Blad. Toekomstbeelden van chemische en mechanische oorlogsvoering. Feuilleton. ROOK T AJ Cent pen ha[f ons* Binnenlandsch Nieuws. Uitroer van vleesch. IS f^huUno*^ LAAT UW MAM GERUIT ROOKEM MAAR GEEF HEM TA&LETTIM SCHAEER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zatordag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.05. Lobso nummers 0 cent ADVERTËN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. SLUIPEND O AS IN DIENST VAN DE MILITAIRE MACHT. Na de Hamburgsohe gittgasramp. In verband met de, voor eenige dagen terug, plaats gehad hebbende giftgasramp te Hamiburg, geeft de Berlijnsche correspondent van de „Maasbode" het volgende toekomstbeeld van chemische en mechani sche oorlogsvoering: De bijzonderheden over de Hamburgsohe giftgas ramp zijn wel voldoende bekend, Op een zonnigen achternamiddag is een ketel mlet phosgeen defoct geraakt en langzaam borrelde het vreeselijk venijn de lucht in. Door een zwak windje voortgedreven, kroop de onzichtbare wolk over den bodem voort, al les vernietigend, wat in haar bereik kwam» Honden, kipipen, insekten, gras. bloeimen, bladeren, ja zelfs 't hout van de huizen en het ijzer van de spoor wegrails moesten het ontgelden. De eerste bleven op de plaats dood en het levenlooze materiaal vertoont nu nog de sporen van de onzichtbare hand, die het in het voorbijgaan even aangeroerd heeft. Een toeval wilde, dat de /wind de woliki in een ta melijk onbewoonde richting voortdreef. Desniettemin wist zij den eersten dag reeds tien menschenlevens te vernietigen. In de hospitalen liggen bovendien nog tweehonderd patiënten met vergiftigingsver schijnselen, waarvan vijftien in levensgevaar ver- keeren. Het doet pijnlijk aan, dat er in het aangezicht van de (verschrikkelijke ramp in die defaitistische Duitadhe pers 'n luide jubel is uitgebroken. Socialistische en democratische bladen hebben zich op het geval als op 'n vette kluif geworpen en zijn. nu bezig het met stootend misbaar voor hun privé-doeleinden uit te buiten. Daar zijn eerstens de socialisten, welke er een kardpmiddel tegen hun broeders, de communisten, uit smeden, met de bedoeling, detzeo, er mee te com- promitteeren. De democraten hebben nog 'n appefltde te schillen met hun voormaligen geestverwant Gess ier en denken er niet aan, deze aangelegenheid onbe nut voorbij te laten gaan. En tenslotte zijn er dan nog die bladen, dit het hun bijzondere roeping ach ten, het buitenland voortdurend tegen het eigen va derland op te hitsen, en die het materiaal daartoe nu letterlijk in den' stóhoot geworpen krijgen. Hiermede zijn echter de discussies, die het onge val in het leven geroepen heeft, geenszins begrensd. Het heele probleem van giftgas en giftgasoorlog is ter tafel gebracht en dit probleem kan onmogelijk benaderd worden, terwijl men de oogen stijf toe ge knepen houdt voor de ontwapeningsparagrafen van Versailles, die een goede honderd rdillioen menschen in midden-Europa weerloos aan hun buren hebben overgeleverd en hen daardoor wel dwingen, maar zij zeggen op nieuwe middelen te zinnen om hun be zittingen en hun leven, hun vrijheid en hun plaats onder de zon tegen rbogelijke handgrepen van over de grenzen te beveiligen. Er is geen enkele zakelijke reden voorhanden om te gelooven, dat Dultschland zich in de laatste Ja ren bijzondere inspanning getroost heeft om door techniek of chemie de weerloosmakende bepalingen van Versailles in een doode letter te veranderen, zonder daarbij met het strikte woord van dat dictaat \n botsinig te komen. Maax ieder zal moeten toege ven, dat het land tot zulke ontduiklnigen wel verlokt wordt en dat eens de dag moet komen, waarop de wetenschap van dat land zich doelbewust in dienst van de verdediging zal stellen en naar wegen zal zoeken, waaraan de niet bijlster schrandere opstel lers van het Versaillaansche dictaat nimmer ge dacht hebben. Zoo werd er minder dan vier en twintig uur ge leden op de Berlijnsche vus de eerste raketten- automobiel vertoond-, die dingen presteerde, welke Aien zich tien jaar geleden nog niet in een droom dorst voorstellen. En toch was deze demonstratie nog slechts de eerste étappe van een nieuwe uitvin ding, die men binnen tien jaar tijds tot een feno- meen hoopt te ontwikkelen, dat ver over de grenzen i zal schieten, zelfs van een fantaisie als die van Jules Verne. Maar om tot de dingen van den dag terug te kee- ren, stelde de majoor Endres kort geleden niet in het „Archiv für Sozialwissenschaft und Sozialpoli- tik" de stoute stelling op, dat het begrip van massa- legers, hetwelk nog voor zulk een aanzienlijk deel de ontwapenings paragraf en van Versaille inspireert, reeds nu overwonnen en uit den tijld is? Steunend op atikelen in verschillende Amerikaansche, mili taire tijdschriften, gelooft hij nog wel aan de onmis- i baarheid van de rijksweer en acht hij voor de ver- I dediging van Duitschland zelfs een mülitie nog ge- j wenscht, maar de toenemende mechaniseering en de steeds nieuwe uitvindingen van de chemieën( ma- ken de noodzakelijkheid van een massa-leger, met I den dag weer problematiek. Blijkbaar acht majoor Endres ook nu het oogenbilk a.1 gekomen, waarop men sceptisch mag gaan denken over het nut en de bruikbaarheid van kanonnen, evenala over dat van escadrilles hom-vliegtuigen. Oe schrijver lascht hier in zün betoogt het bestaan in van een geheimzinnig gas, waarover nimfrner een woord gerept wordt, ofschoon alle groote staten het reeds in overvloedige mate bezitten. Dit gas heeft eerstens de eigenschap, dat een enkele fabriek het in voldoende mate fabrlceeren kan om dozijnen van groote steden in lijkenvelden te veranderen» Een enkele bus ,van dit gas weegt slechts vijf ipond en een modern verkeersvliegtuig kan er dus zonder be zwaar zeshonderd meenemen, die zonder eenigen omslag over boord geworpen kunnen worden. iVermits de tijd nog niet gekomen is om de ouder- wetsche strijdmiddelen geheel prijs te geven, denkt Endres, zich daarbij steunend op de militaire Bchool van Amerika, een oorlog als volgt: Eerst komt het er op aan, 'bewegingsvrijheid in de lucht te veroveren. Deze inleidende fase zal nog wel met behulp van militaire jachtvliegtuigen uitgevoch ten worden. Hoe lang zulks nog noodig zal zijn, blijve 42. Hoewel Olga wiet, dat haar vader zijn be lofte zou houden, was ze toch niet geheel en al gerust- gesteld. Haax gedachten gingen voortdurend naar Max terug ©n tevergeefs traohtte ze te ontdekken, waarom ze t°ch eigenlijk zoo bang voor hem was. Den volgenden morgen was ze minder dan de laat ste dagen het geval was geweest en dokter Jim gaf kort af te kennen, dat Nick of Murlel vooreerst niet in de dekenkamer mochten komen. Hij zelf bracht het groote gedeelte van den dag aa&r bed door en hij sloeg haar onafgebroken aan- uschtlgg ade. Ze leed veel pijn, en hij deed alles wat hij I *on, om haar verlichting te geven. Tegen den avond *as ze iets beter, niettegenstaande ze uiterst zwak was. Daarna ging ze heel langzaam vooruit. ZelfB toen ze «terk genoeg was om in een ziekenstoel In den tuin te oiogen liggen, bleef alles haar nog een raadselachtig voorkomen, hoewel ze zich langzamerhand had aange wend de dingen te accepteeren, zooals ze waren en niet over vraagstukken te tobben, waarop ze toch geen ant woord kon vinden. Bovendien hadden haar pogingen oio Zich zekere voorvallen te herinneren tot gevolg ge- ®*d, dat ze vreeselijke hoofdpijnen kreeg, die haax ont vettend afmatten. lotusschen deden haar huisgenooten hun uiterste tost haar gedachten bezig te houden met op han den zijnde vertrek naar Indië. Er moesten heel wat voorbereidselen gemaakt worden en Murlel gedroeg *loh zoo energiek, dat Olga's belangstelling herhaalde- m werd opgewekt Ze gaf zelfs haar wenech te kan ton mee te willen helpen, doch dokter Jlm vond dit Rlat goed, en nam haar meer dan eena het een of *odere werkje uit de handen. Voor engros bQ: J. F. v. Lieshout G. Kuiper, Alkmaar. Meermalen verkeerde ze in een wanhopige, verdrie tige stemming en dan schreide ze, zonder eigenlijk te weten waarom. Nick zorgde er dan evenwel voor, zoo veel mogelijk om haar heen te kunnen zijn om haar te troosten. Op zijn arm geleund, deed ze haar eerste wan deling ln den tuin, en wanneer hij haar niet voortdurend aan het lachen had gemaakt, dan zou ze zich onuit sprekelijk verdrietig hebben gemaakt over haar groote zwakheiden moedeloosheid. Toen Olga op een dag ln zooverre hersteld was, dat ze met Nick naar haar geliefkoosd plekje ln de vallei kon gaan, zei ze eensklaps verbaasd: „Den laatsten" keer, dat ik hier was... was op den dag, toen lk naar het Kloosterhuls ging om Violet te vragen bij mij te komen logeeren... Dat moet al heel lang geleden zijn." „Eeuwen", zei Nick lachend. „Waarom ls Violet me nooit komen opzoeken, Nick 7 Waar ls ze op het oogenbilk?" HIJ hield zijn oogen strak op de rivier gericht „Ze is weggegaan," zei hij. „Oh... Waarheen?" „Ik heb er geen flauw idee van," gaf hij onverschillig te kennen. „Heeft ze ook heelemaal niet geschreven?" „Voor zoover lk weet niet," zei Nick. „Ze was altijd zulk een trage schrijfster," vervolgde Olga peinzend. „En je weet heusch niet waar ze is, Nick?" Nick schudde ontkennend met het hoofd. „Waarnaar zit je toch te kijken?" vroeg ze eensklaps. „Ik zag een paars kapelletje. Je ziet zulke pracht stukken van vlinders hier in de buurt. Ja, daar ls het weer! Kijk eens, Olga! Is het niet schitterend?" I Terwijl hij sprak vloog het vlindertje hen rakelings voorbij. Plotseling liet Olga een kreet hooren. „Wat is er ge beurd, kindje?" vroeg Nick verschrikt. De eerste oogenbllkken was het haar onmogelijk een woord uit te brengen. Toen begon ze haperend: „Oh, Nick, lk zag een dergelijk kapelletje, toen lk hier de laatste maal was... Terwijl ik er naar keek... kwam eensklaps een groote waterjuffer te voorschijn... en daarna was er niets meer van het mooie beestje te be kennen." „Misschien ontsnapte het wel," zei Nick luchtig. „Dat weet ik niet," zei ze peinzend, „Ik vraag me af, of dat werkelijk gebeurd kan zijn. Ik wilde, dat lk het in bet midden. De bovengenoemde rakettenautomo- bied beeft, dezer dagen nmet 'ai sneJbeJJdi van.' bijna 200 K.M. per uur igereden. Bij ontstentenis van een bruik- baren weg kon de maximum snelheid van 330 K.M. niet gehaald worden. Echter gaat het hier maar om de eerste schrede op den weg van een nieuwe uitvin ding. Is deze klaar, dan zullen vliegtuigen het lucht ruim doorklieven met dezelfde snelheid, die we nu aan onze kanonskogels weten te geven en kunnen alle paragrafen vani de ontwapening, die op ouderwet- sche vliegtuigen, derzelver 'bewapening en motoren betrekking hebben, in het museum opeeborgen wor den. Maar dat is nog toekomstmuziek! Is de lucht een maal vrij, dan stuurt de overwinnaar een paar ver keersvliegtuigen met brizant- en fosforgranaten uit, die op de steden worden uitgeworpen, daar een pa niek doen ontstaan en de menschen naar de kelders hunner uiteenbarstende woningen Jagen. Op dat oogenbilk begint het derde geveéhtemoment Het gasl escadrille verschijnt ten tooneele en zet zijn gift, dat veel zwaarder is dan de lucht, overboord. Dit gift dringt door alle spleten en gaten in de kelders bin nen en... Ie tour est Joué» Er bestaat geen vijand meer! Nu zijn soortgelijke verhalen over den toekomsti- gen oorlog al zóó vaak opgedischt geworden, dat nie mand er zich meer om bekreunt Maar 't Hamburgsohe ongeval heeft deze kwestie toch weer acuut gemaakt en het is, of de menschen allerwege het spook om zich heen zien van den toe- komstigen chemischen en mechanischen oorlog. En daarbij wordt het ook steeds duidelijker, dat de een zijdige ontwapening3paragrafen van Versailles, haar doel volkomen gemist hebben, indien dat doel de be vestiging van den vrede in Europa geweest mag zijn. Gelukkig voelen de Duitschers zich door de lessen van den grooten oorlog nog zóó lam geslagen en heb ben ze nog zóóveel andere dingen aan hun hoofd, dat ze zioh, gelijk boven gezegd, nog geen bijzondere in spanning getroost hebben om door de mazen van het Versaillaansche net heen een passende landsverde diging op te bouwen. Maar het ls niet gezegd, dat die passieve tijd eeuwig duren zal. Want het Hamburg sche ongeval heeft diep ingeslagen; als een bliksem flits zijn de mogelijkheden, die de scheikunde mis schien nog biedt, door het brein van millioenen jonge Duitschers gegaan en het kan niet andera, of velen maar heel zeker wist. Denk Je werkelijk, dat dit het zelfde vlindertje kan zijn, Nick?" „Natuurlijk kan dat, waarom niet, Olga mlaT Er ls nu geen enkel waterjuffertje te bekennen, zie Je wel?" Ze rilde even. „Nee, en ik hoop, dat lk ze ook niet zien zal, Oh, Nick, die beesten zijn zoo sterk, meedoo- genloos en... sluw. Ze doen me aan... Max denken." „Vindt je zelf niet, dat je Max op een minder vriende lijke manier beschouwt?" begon Nick aarzelend. „Ik?" vroeg Olga. „Ja, jij, beste kind. Hij verdient het heusch niet, dat je op zulk eenwijze over hem denkt Misschien is hij wel wat bazig en heerschzuchtig, maar hij is een uitste kende kerel. Je kunt heusch nog heel wat slechtere mannen in je leven ontmoeten." Hij zweeg, doch Olga antwoordde niet. Even later ging hij voort: ,Het la niet mijn bedoeling op dit onderwerp terug te komen, Olga, maar ik acht het toch niet meer dan billijk, dat ik even partij kies voor Max. Vroeger heb je me eens gevraagd, of ik hem sympathiek vond en toen kon ik het je nog niet zeggen. Maar nu staan de zaken heel anders.... Ik houd van hem. Hij is een man naar mijn hart... eerlijk... fatsoen lijk en... trouw. Je kunt hem ten volle vertrouwen kindje." „Geloof Je dat, Nick?" klonk het eenigszina angstig. „Ja, Olga mia," bevestigde Nick. „Dat is alles, wat ik te zeggen heb. Wij moeten nu teruggaan, kindje." Olga bleef echter nog even zitten en keek naar het kapelletje, dat nog steeds zichtbaar was. „Ik zou wel eens willen weten of het vlindertje wer kelijk ontkomen ls," mompelde ze. Dien avond dineerde Nick met Max Wyndham bij zijn broer. De jongens waren weer naar school teruggekeeid, zoodat er een bijna drukkende stilte in het groote huis hing. Zelfs Nick scheen zich een weinig terneergeslagen te voelen, want hij was veel stiller dan gewoonlijk. Toen hij na den maaltijd met Max een sigaar zat tè rooken, vroeg deze plotseling: „Wanneer zei je ook weer, dat je naar het Oosten vertrok?" „Vrijdag over drie weken," antwoordde Nick. Max mompelde iets onverstaanbaars en geruimen tijd heerschte er weer stilte. Deze werd ten slotte door Nick verbroken, „Het is vandaag preoies zes jaar geleden dat de vrouw van wie ik hield, naar Indië vertrok- Vindt je dat niet vreemd?" „Wat is vreemd?" vroeg Max. van dezen zijn aan het nadenken geslagen. En wee de wereld, zoo een paar millioen van onze Germaansche neven eens werkelijk aan bet praktl- seeren gaan, boe de ontwapeningabepalingen van Versailles schaakmat gezet kunnen worden, zonder dat men met de letter van dat verdrag ln botsing raakt! DALENDE CIJFERS, VOORAL VOOR BACON XV SCHAPEN. Men schrijft aan de NH.Crt: Volgens den offlcleelen staat van de in de rijkskeu ringsdiensten van voor uitvoer bestemd vleesch ver richtte keuringen zijn in April 1928: Diersoort* -C v CJ 12 Ter keuring aange- 0 boden 122991 8674 763 23956 8983 533 Voor uitvoer goed gekeurd *121800% -8626 750 28833 Voor uitvoer onge schikt bevonden 1190% 48 7 623 Na voortgez. keur. v. cons. goedgek. 1028% 83 3 506 Na voortgez. keuring voorw. goedgek. 67% Na voortgez. keuring afgekeurd 104 15 0 3 113 71 28 27 38 514 XL 6 15 •Hiervan werden tot bacon bereid 68^99% varken» en verduurzaamd 2885 varkens, Voor het eerst in geruimen tijd valt een teruggang vast te stellen, behalve voor de vette kalveren; het uit* voercijfer hiervan is even groot als in April van het vorige Jaar en in vergelijking Maart jJL ruim 8000 stuks vooruitgegaan. Dat de varkensultvoer zou verminderen, was, na publi catie van de rapporten der rijksvee teel toonsulenten, wel te verwachten. De varkenestapel toch bleek op 1 Mei ongeveer 20 pot te zijn teruggeloopen, als natuurlijk gevolg van duurder voeder en dalende varkensprtJsen* terugslag van hoogs Invoerrechten in Duitschland en Frankrijk. In vergelijking met de vorigs maand liep bet aantal uitgevoerde geslachte varkens met 27.000 stuks terug en bleef daardoor ook bi) April 1927 3000 stuks ten achter. Vreemd ia het daarbij, dat hét bacondjfer een zoo sterke daling onderging (17 duizend stuks), ómdat Toen Nick hem antwoordde lag er een eenigszina cy nische klank ln zijn stem: ,Het grappigste is, dat rij hoopte en geloofde, mij te kunnen ontloopen. Ik bekeek de zaak echter van een ander standpunt en... ik volgde haar." „Zoo, heb je dat gedaan? En hoe vatte de dame ln kwestie het op?" „Mijn beste jongen, ze wist er niets van", zei Nick lachend, „Ik droeg er zorg voor, dat ze me niet te zien kreeg. Ik was er slechts voor het geval, dat ze me noodig mocht hebben." „En het bleek, dat de omstandigheden Je goedgezind waren?" vroeg Max belangstellend. „Ja," zei Nick. De glimlach was verdwenen en er lag een ernstige uitdrukking in zijn oogen. „Men kan de omstandigheden heel dikwijls naar zijn wil dwingen", zei hij... „wanneer men het maar ernstig genoeg ver langt" „Ik moet Je eerlijk bekennen, kerel, dat ik van mijn kant nimmer een dergelijk Iets heb ondervonden," merkte Max op. .Misschien heb Je nooit geprobeerd," zei Nick. Opnieuw heerschte er stilte en Nick was onhebbelijk genoeg om in slaap te vallen. Een uur later schrikte hij wakker. „Groote goedheid, het is zeker al laat?" vroeg hij. „Ik moet naar huis. Tunschen twee haakjes, Wyndham, heb lk je verteld, dat de naam van de plaats, waarheen wij ln Indië gaan, Sjikarpoer is? Het ia een buitengewoon Interessant gedeelte van het Keizerrijk en men beweert dat men er een prachtige studie van malaria kan ma ken." „Moet ik dit als een aanbeveling opvatten?" vroeg Max op zijn gewone, grimmige wijze. Nick's glimlach was een en al beminnelijkheid, „Ja", zei hij, „zelfs een zeer sterke aanbeveling." Hij stak hem met een vriendelijk gebaar zijn hand toe. „Goe- dennacht mijn zoon, en ik hoop, dat het je verder goed moge gaan." „Dus dat kwam je me vanavond vertellen?" vroeg hij glimlachend. „Goedennacht, beate kerel en... mijn dank," Nick besteeg zijn paard en reed in het maanlicht naar huis, terwijl hij een sentimenteel liefdesliedje neuriede. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 1