IpiEciEPiriEin- MévöW. si fWE ïi'££ Welken hoed zal Ik zomer dragen? hel geschroeide stuk, vochtig gemaa de icon leggen. Gaat de sohroeivle) manier niet uit, dan maakt men een pijpaarde, azijn en witte zeep, dat Iaat doorkoken om het, weer koud op de vlek te smeren. Nadat het p gedroogd, woacht men de plek uit. lo. Schroeivlekken kan men verwi e se te bevochtigen met een sponsje met waterstofsuperoxyde, in 8 pCt^ Men veegt er mee over de vlek. Vo -zon geeft de bewerking een goed r 8a Men spoele de geschroeide st10 zeer slappe oplossing van watersjjc (liefst nog slapper dan 8 pCt). Het geweldig goed naspoelen, nog meer dat doet als men gebruik heeft ge 7 bleekwater. Doet inen dit niet, dan vi zei te sterk aangetast en zou het goe< dadig voel te lijden hebben 1 4a Uit wolion stoffen kan men 4e ken verwijderen door se voorzichtig schen met lauw zeepsop met ammo a vezel echter te veel aangetast, dan middel voor. Aartfbsisnbavarolse. Onder baravoise wordt een roompt staan, bereid zonder eieren, gocüo0 saus. De vorm van een bavaroise ten* uitgewerkt 500 gram aardbeien of M flesch aa jus (merk van Woerkom) en 1—2 bozensap, 150 gram suiker, H L roo" gram gelatine, 50 gram bitterkoekje I vanilleschuimpjes. BereidingDe versche aardbeien opkoken, de suiker toevoegen en do< wrijven, of de aardbeien uit de flesi frambozensap opkoken, suiker toevof» iegel iets minder, daar de vruchten zijn aangemaakt en door een zeef v opgeloste gelatine er bij doen, zoo n paar druppeltjes rood kleursel, om de te versterken en de massa onder af ren wat laten bekoelen. De bitterkoekjes en schuimpjes stukjes snijden. Den room stijf kloppen, de vla er bij doen, dan de bavaroise stijf late bitterkoekjes en schuimpjes toevoegi bavaroise bij voorkeur in een steen doen, die met water uitgespoeld is e koud laten worden. De hoéden maken den zomer. Om efgenltjk ak enzij elk jaargetijde. Dank zij de hoeden aarmee wij ons tooien blijven wij optimist, >e leelijk het weer ook zij en al zijn er wel ne omstandigheden die ons anders zouden 'prirneeren. Maaj wij voelen ons gelukkig arm eer wij een mooi hoedje bezitten. En een ooien hoed te hebben is tegenwoordig heusch et moeilijk, want de mode is flatteus en de oote Parijsche hulzen wedijveren in vinding- ikheid en in smaak om ons de modellen er >or te leven. Is de hoedenmode dit paar veranderd? Ja, 'el erg. Weliswaar zijn de hoedjes klein ge- evon, maar er is een ware gedaanteverwisse- ig in de lijn van de hoeden. Er is veel meer fantaisie in de hoeden, en het ïiforme wordt verlaten. De hooge kalotjes m »uw- of pyramidevorm of wel in peervorm hter op het hoofd verlengd zijn verdwenen, r de vrouwen komen er eindelijk van terug i precies 't zelfde model als haar vriendinnen hebben, met andere woorden eerder leelijk .n mooi, want het spreekt van zelf dat een Ifde hoed onmogelijk goed kan staan op ver- hillende hoofden. Wat men nog ziet is het zéér .uw aansluitende hoedje, en ontegenzeggelijk n er gezichten waarbij dit staat, maar naar ijr„ opinie levert het tweetal caricaturen. De ouwen zien er moe uit als een gecapsuleorde isch. *t Grappige is dat iedereen dit ziet, be- Jve zij zelve, en haar „vriendinnen" zeggen -tuurlijk ja wanneer gevraagd wordt of het >edje leuk staat. Laten we dus liever deze ede als privilege voor de enkele vrouwen die werkelijk een goed gezicht voor hebben en kijken we ons goed in de spiegel voor wij ons een bepaald model werpen. En er zijn wat modellen dit jaar! Ik wil aan de hand van onze illustraties hier daar een greep doen: Allereerst een eigenaardige turban van aguès m koningsblauw grofkorrelig lint geïncrus- erd met zachtrose fluweelen lint Aguès is ne modiste die het geheim van deze drapee- igen en créaties, volkomen doorgrond heeft larnaast een hoedje van Maria Guy, zwart >lakt stroo met fijn geel stroo gekruik. Suzan ne Talbot Zeer aardig vind het model van Suzanne ilbot, do kap en rand in zwart satijn lint van nnen gevoerd met koraalrood satijn, met een roorand gezoomd, bovenop een kleine strik, aaronder de ribben van den bal te zamen imen. Dan nog een andere creatie van Maria Guy, »n klokhoodje, aan de zijkant iets opgeslagen kastanjebruin bakou met een topaasgesp en m garneering van zilver welke een zeer bij- »nder effect maken. En tenslotte een model van Rose Descat, een odisto wier wicces met den dag groeit. Een jodeenvoudig hoedje, maar zeer flatteus in ïtuurUjk bangkok gevoerd met zwart fluweel. Vergoten wij niet hierbij de interessante mee- ng van een der grootste hoedenscheppers, onsieur Léon, te vermelden. In zijn collectie dd&u wij eau groot verrukkelijke vilten hoedjes, geroerd met stroo aan de binnenzijde of met garneeringon van glanzend Btroo op de bal „Voor de sport, zei de heer Leon, gaat mijn voorkeur naar de eenvoudige en zeer soepele vilten hoedjes, waarvan men den rand al naar wensch naar boven af beneden kan omslaan. Voor de na.middagthoe of visites gebruik ik vilt met glanzend stroo afgewisseld De stroo- soorten die mij 't meeste bevallen zijn die van Bengalië en van Bakou. Wat betreft de kleur, daarin is veel verscheidenheid, maar ik denk dat dp natuurlijke kleuren vilt en stroo veel succes zullen hebben en daarnaast marine blauw en natuurlijk ook zwart" Ik kon niet nalaten aan den heeT Léon te vragen wat zijn meening was over de vrouwen en mannen dia in Parijs met zooveel reclame den strijd tegen den hoed aangebonden hebben en de „Club dor Hoedloozen" opgericht hebben. Als eenig antwoord kwam er een minachtend glimlachje om zijn mond, dat mijij erger leek dan een strenge veroordeeling, omdat er meer ironie in lag dan mon met woorden zou kun nen uitdrukken. Er bleef nog slechts één vraag te stellen: Die van de garneeringen. En die was gauw beant woord, want de modellen van Léon zijn uiterst sober. En als garneering gebruikt hij slechts glanzend stroo, grofkorrelig lint, gelakte veer tjes en verder spoklon en gespen in diverse vormen. De groote chic zit hem alleen daarin hoe en waar men deze spelden aanbrengen moet, hoe men een strik in het lint legt en hoe het stroo erop toegepast is. Natuurlijk, wanneer mon de hoed klaar ziet lijkt het een klein kunstje, maar wanneer het er op aan komt dit zelf te doen merkt men dat het hoogere kunst is! Maria Guy. TIEN GEBODEN VOOR DG GEZONDHEID. Overgenomen aft de Meukohoff-EdJtte „We* Efj moet weten". In sfyn geschriftje over de gerendlwrid in den familiekring geeft dr. Héricourt een reeks van goede hygiënische gewoonten, die wij als tien geboden voor de gesondheid graag onder de aan dacht van ome lezeressen brengen. Het zijn alle gewoonten, die, regelmatig toegepast, naar het oordeel vim do „Service de Santé Publique" en van de „Ligue ck* Sociétés de la Croix Rouge" voor leder de gevaren van ziekte verminderen Immers, wie een hygiënischen levensregel volgt, verspreidt onwillekeurig hygiënische begrippen jN'Ddom zich. 1. Zoodra dj rijt opgestaan, gebruik voor geheel ww lichaam koud water en droog u af met een ruwen banddoek, die in staat is de huid eau roo~ den tint te geven. 2 Doe daarna een reeks van gymnastische bewegingen, bestemd om de soepelheid van de ademhalingsorganen te verzekeren, bewegingen met de armen naar voren, naar achteren, op zijde, met inademing en uitademing, e.d. Men zegge riet, dat dit te veel t(jd vergt; juist toegepast, elecheu dergelijke bewegingen niet meer dan oen kwartier. 8. De eerste maaltijd moet, Indien men buiten werkt, van goede substantie zijn. Koffie met melk, veel melk en weinig koffie, of chocolade met brood, kunnen voldoende zijn voor iemand, die weinig lichaamsbeweging heeft te nemen. Maar voor degenen, die een bewegelijken dag voor zich bobben, moet daaraan boter, een el, of wat vleesch worden toegevoegd. Drink nooit zwarte koffie bij het ontbijt. 4. Wasch uwe handen met zeep vóór eiken maaltijd. Een vuile hand is de beste overbrengster van microben. In openbare lokalen, in de tram, w ■winkels, in bureaus en zelfs door een gewone hand te geven, kan mon besmet worden met aller lei infecties, en het zekerste middel om dergelijke microben in het lichaam te brengen, is ze over te brengen op de voedingsstoffen. Het wasschen der handen moet een absolute regel zijn. Ook voor te schrijven aan de bedienden, wier handen in voortdurend contact met het voedsel zijn. 6. Eet matig en op regelmatige uren. Het voed sel moet afwisselen in verband met den leeftijd en de bezigheid. Het meest substantieele maal moet midden op den dag genomen worden, een lichter maal des avonds. P Drink overvloedig water. Zes glazen water per dag, gevoegd bij het water, dat onze voeding inhoudt, zijn voor den gemiddelden mensch niet t3 veel. Alcohol in geringe mate kan niet schade lijk zijn voor een man, die spierarbeid in de open lucht verricht; is een werkelijk vergif voor het nerveuze werk van ieder, die aan zijn bureau Is gebonden. De aandacht van personen, die roo- ken, moet er op worden gevestigd, dat het rooken In een gesloten kamer het effect ervan concen- tieert, want alle rook, die niet door den mond van den 'rooker gaat, eindigt met te worden ingeademd met alle slechte qualiteiten, die hij heeft Zoodoende kan men tabacisme constateo- ren bij personen, die niet rooken, maar leven temidden van rookers. 6. Het Is verkeerd, direct aan het werk te gaan nu te hebben gegeten. Een oogenblik van rust voor dengene, die lichaamsarbedd verricht een oogenblik in de open lucht voor dengene, die hersenarbeid verricht, is onmisbaar. 8. Draag lichte kleeren, als gij lichamelijken ai beid verricht dikkere kleeren als gij zittenden arbeid verricht. Reken niet op een oververwarmde omgeving om tegen de warmte te strijden; de In geademde lucht moet betrekkelijk frisch blijven en een lokaal, waar men in den winter dunne kleeren kan dragen, is per se slecht geventileerd. Binnen moet de kleeding uit warme onderstukken beslaan, buiten moet de mantel licht zijn, juist tengevolge van de warmte, die door bet loopen wordt veroorzaakt ft. Eindig den dag door een minitleus schoon maken van de menschelijke machine, dat u be vrijdt van alle microben, gedurende den dag op gezameld. Maak vooral keet mond, neusgaten Bchoon, want daar blijven de meeste microben zitten. De tanden spelen ook een groote rol in de menschelijke gezondheid. 10. Slaap tenminsbe zeven uur met een open raam in elk seizoen. Kleerhangers van zijde. Hoeveel ongebruikte restanten van zijden Ja ponnetjes, hoeveel „goede lapjes", die we nog hebben gered van oude, versleten kleeren, liggön in de lappendoos, jaren lang soms, zon der dat ze eenig practisch nut hebben't Zijn soms lange, smalle reepen; die eigenlijk onge schikt zijn, omdat 't model zich niet leent om er nog iets bruikbaars van te maken. Want aan lappendekens of, zooals onze grootmoe ders ze noemden, „bedellappen" bezondigen wij ons niet al te veel meer. Lange, smalle ree pen zijde, desnoods ook satinet, kan "men, in combinatie met eenvoudige, houten beugels, verwerken tot ideaal kleerhangers. Want wat de gewone, alledaagsche kleerhanger tegen heeft, namelijk de moeten en sporen, die hij soms achterlaat üi een subtiel japonnetje, in een casaque of sportmantel van zijden-tricot of wol, is bij den zelfgefabriceerden haak ver holpen. Mits men hem met beleid bekleedt Men neemt dus zoo'n gewonen beugel en werkt er omheen een laagje gewone, ruwe wat ten of, als men dat bij de hand heeft, wat rest jes van wollen stoffen. Men kan voor dat doel, behalve japon- of mantelstoffen, ook overblijf selen gebruiken van oude wollen, of molton de kens, de in reepen gesneden beenen van kou sen, enfin, wè-t in voorraad is. En er is in ieder huishouden op dat gebied altijd wel iets te vin den. Deze „voering" woelt men stevig om don houten beugel heen en naait haar met groote steken vast. Van de zij-resten maakt men nu twee reepen, die ongeveer tweemaal zoolang moeten zijn als de beugel is en een beetje breeder dan deze. Langs de eene zijde rijgt men de beide reepen aan elkaar, haalt den draad tot op de juiste lengte in en naait nu de beide andere kanten (die eerst ieder apart zijn mgerimpeJd) om den beugel heen vast. Daarna bevestigt men de hoekjes en omwoelt, als men wil, den ijzeren haak mek wol of zijde. Ook kan men (als men nog lapjes over heeft) aan de beide schouder-einden van den kleerhan ger een zakje beves'igen. dat gevuld is met gedroogde lavendel of een ander welriekend knnd. Het eerste japonetje ia in amandelgroen crêpe de chine, geheel gepliseerd, uitgezonderd het gepunte bovenstuk, waarvan de kraag door een lint gestrikt is. De taille wordt door een smal zilveren cein tuur aangegeven. Benoodigd: 4 M. 5 in 1 M. Daarnaast een japon uit een zandkleurig crapella, aan de zijde gekruist Een jakot gar neert het bovenlijf, het zelfde motief wordt op dan rok herhaald en valt nog iet# Lig ar den deze. Metrage 2 M. 50 in 1 M. 20. Het derdo is weer uit crêpe de wel is dit een paarlgrijs japonnetje. Dj heelemaal fijn geplisseerd, het bovei' garneerd met nervures welke er in op aangebracht zijn. Deze nerven eveneens terug op het wijde ondergt mouwen. Benoodigd. 4 M. 25 in 1 M. 2U. Miss France, de mooiste vrouw van Frankrijk. Miss Franco Ie donker, tij heeft lang haar en een aangename stom, groote oog en en een glim lach dlo botoovorond is. Aldus een reporter van het Parijsche blad L© Journaal, die haar een bezoek bracht om wat te vernemen over hare voorbereidselen van het groote schoonheid»- concours in Amerika, waar de schoonste vrouw der wereld voor 1028 gekozen zal worden. Mlaa Franoe ie eerst J0 jaar, «ij werkte voor haar eindexamen en wilde dan een huishoud school bezoeken. En zijn haar plannen wel ver anderd nu de jury haar uitgekozen heeft om Frankrijk te vsrtegenwoordlgen. Dat daaraan nog heel wat aan vooraf gaat, blijkt wel uit hare mededoelingen aan genoemden Journalist. Ek sta tegenwoordig om zeven uur op, doe daa rfrvtmische oefeningen en ga er direct na het ontbijt om 0 uur op uit. Allereerst om »o poseeren bij Lyourewitch, den beroemden Rus- sischen beeldhouwer. Een uur later kunt u mij vinden in het atellor van Jean Gabriöl Dou- merque, die mijn portret schildert Dan van 11 tot 12 bij mijn kleormaker om te passen. Om 12 uur kom ik thuis om te dejeuneeren, maar om half twee is de rust alweer gedaan. Naar den kapper die mljno haren „prepareert", dan de modiito voor mijn hoeden, een manucure voor mijn vingers, fotografen die mijn portret willen maken. Om zeven uur kom Ik er einde lijk toe om te sten, maar moet dan bijna eiken avond uit om 't een of andere feest bij te wo nen waar men mij ultgsnoodigd heeft JMiss Franco, U zult 's avonds flink moe zijn." Dat hoeft u mij niet te vragen. Maar toch vind ik het heerlijk en ben ik tevreden. „En miss Franco, een onbescheiden vraag: U moet heel wat correspondentie ontvangen hobben?" Enorm. Jonge meisjes die mij om een foto of handteekening vragen, filmondernemingen die mij- verlokkende voorstellen doen, leeraren die mij Engelsche lessen aanbieden, fabrikan ten van schoonheidsmiddelen, die met mijn portret reclame voor hun producten willen ma ken en mij groote sommen bieden wanneer zij in hun advertenties daarbij vermelden mogen dat iik deze of gene crème of poeder gebruik en dan miss France bloost een weinig hon derdtallen minnebrieven en huwelijksaanzoe ken. Tcxt zoover d9 Parijsche journalist. Laten we voor miss France hopen dat zij gekozen wordt, maar nog meer dat zij haar eenvoud niet ver liest! 't Zijn sterke beenen die de weelde dragen kunnen! Schroeivlekken. Hier volgen verschillende „recepten" voor het verwijderen van schroeivlekken lo. Wie onder 't strijken schroeivlekken maakt in linnengoed, moet het plekje onmid dellijk vochtig maken met een schoon doekje, uitwrijven en weer opstrijken. Ook kan men

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 20