SchagerCourant
POLDER „HET KOEGRAS"
IROSSIM'**
■ktmm
RAAD BARSINGERHORN.
Zaterdag 2 Juni 1928.
71ste Jaargang. No. 8263
Tweede Blad.
BOBBY UcM*bcta/2&cL\
TABA tr 20 ff
ZEEPAARD# f 15 tt 1
IM PATEMTYERFAKKJMC
plau ttt/saa. Tas tt» IC1 citgstoasM* mtax-am vkk-
a.n tr 9 uitgïbraeJi*. op i.s h»»r Van dar Vaar, 1
blanco, aoodat da baar Van dar Vaar la banoamd.
De beer Van der Veer verklaart, op da deebetral-
fende vraag van dan Vooriitter, dat bil alch ver-
plloht gevoelt, nu de vergadering weer eooveel ver
trouwen In hem atelt, de benoeming aan te nemen.
Spr. hoopt dat hem de krachten eullen worden gege-
i ven om wederom! In hot belang van den poldör j
J worktuun te kunnen r.ijn.
Da Vooreltter wenach', ile vergadering, roowel ala
hal beetuur geluk met dit bealuit on twijfelt nlat of
de beer Van der Veer aal tljn krachten blijven wij-
I den aan den polder.
Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd-
Ingelandon van polder „Het KoograB", op Donderdag
31 Mei 1028, dos raiddagB 2 uur, in Hotel „Bellevue
to Heldor
Voorzitter de heer J. J. Verfaille, dijkgraaf, secre
taris do heer A. J. de Jongh, penningmeoster de heer
II. O. Th. Munn.
Voorts zijn aanwezig de heemraden, de heeron
Glas, Van dor Veer, Dito en Sleutel on de hoofdln"
1 gelanden, de hooren Jlmmink, Vries, Grln, Hoog-
ichagen, Blankiman.
Na openlnlg volgt lezing der notulen, die onder
dankzegging worden goedgekeurd.
Mededoellngen.
De Voorzitter deelt roede, dat van de heeren Jhr.
Lanian Trip on Sluit hericht van verhindering is
gokomen. Omtrent de opstapplaatsen ia uit don Haag
nog geen bericht ontvangen. G-ed. Staten hebben
goedgokeurd het besluit tot verhooging van den post,
„huishoudelijke kosten".
Hoewel het Dag. Bestuur er reods toe is ^ergo-
gaan, wordt, de goedkeuring van de algemeen.© ver
gadering gevraagd op het verplaatsen van een aan
plakbord. Oorspronkelijk hooft het gestaan nan de
Doggursvaart, maar nu staat het aan het begin van
den Strooweg. De vorgadering geeft er haar sanc
tie aan.
De rekening van 1027.
Aan de orde komt de vaststelling van de rekening
en verantwoording over den dienst 1627. De rekening
hooft 14 dagen ter visie gelegen en geen bezwaar
schriften werden ingediend. Ze was nagezien door
oen commissie, bestaande uit de hoeren Vries en
Grin en de heer Grin deelt mede, dat alles prompt
in orde werd bevonden. Evenals vorig jaar was ook
nu alles even keurig in orde en de commissie
vvenscht er dan ook op te wijzen, dat wanner we in
de toekomst een verandering zullen krijgen in de
waarnemling van het penningmeesterschap, die ver
andering nog niet direct een verbetering zal be-
i teekenen.
De Voorzitter zegt, dat ook het Dag. Bestuur hier
van overtuigd is.
'Het schriftelijk rapport der commissie wordt vootr
gelezen en er blijkt uit, dat do rekening geen aan
leiding gaf tot het maken van bijzondere opmerkin
gen. Do ontvangsten bodroegon f26822.87, de uitga
ven f23902.38^, batig saldo f2620.48H, maar hier
van moet nog worden betaald f700, voor bijdrage in
do kosten van herstelling van do beschoeiingen bij
oen. der opslagplaatsen, langs het Noordhollandsch
Kanaal. Het werk is voltooid, maar de rekening nog
niet ingekomen.
Door de aanwezige hoofdingelanden wordt de re
kening goedgekeurd.
De Voorzitter dankt voor het uitgebrachte rapport
en den secretaris-penningmeester voor het uitmun
tend beheer.
De nieuw benoemde leden.
Aan de orde wordt gesteld het onderzoek van de
geloofsbrieven van de nieuwbenoemde hoofdinge
landen. Herbenoemd werd de heer J. Blankman Cz.
en benoemd, in de plaats van den heer Mr. A. A.
Loopuijt, die niet voor een herbenoeming in aan
merking wenschte te komen, de heer C. Tromp Rz.
Met het onderzoek der geloofsbrieven worden be
last de heeren Jimmink en Vries.
Bij monde van den heer Jimimiink wordt tot toela
ting geadviseerd; de vergadering besluit overeen
komstig dit advies.
De Voorzitter wenscht den heer Blankman geluk
met zijn herbenoeming en twijfelt niet of de heer
Blankman zal op dezelfde wijze weer willen mede
werken voor de belangen en den bloei van den pol
der Het Koegras.
Benoeming van een heemraad.
i Wegens periodieke aftreding van den heer J. van
der Veer moet de benoeming van een heemraad
De varkenshouderij en de vaarten.
Do heer Jimmink wijst bij de rondvraag op do var
kenshouderijen, die niet het openhouden der vaar
ten bevorderen. Het is wel «eiwenscht, dat de betrok
ken eigenaars een hek aan den kant van de vaart
plaatsen.
De Voorzittor erkent dat dit noodig is, men moet
zijn vee op z'n eigen erf houden. Spr. verzoekt den
heer Jimmink voortaan even aan het Dag. Bestuur
een briefkaart te zonden, wanneer hem blijkt, dat
hieraan niet do hand wordt gehouden, opdat spoe
dig ingegrepen kan worden.
Met do klacht van don. hoor Jimmink zal rekening
worden gehouden.
Het teren van wegen.
De heer Jimmink brengt ter sprake het teren van
de wegon, Spr. had gedacht dat nu de Doggersvaart
een paar maal was geteerd, do Langevliet wol een
beurt gekregen zou hebben.
Den Voorzitter doet het genoegen, deze opmerking
van den heer Jimmink te hooren. Het Dag. Bestuur
aoht het teren der wegen noodzakelijk en vandaar
ook dat het verleden Jaar vooretelde oen behoorlijke
proef te nemen. De beer Jimmink echtor was do
eerste die deze goede voornemens in duigen deed
vftllon. Spr. wijst er verder op, dat al is de Doggers
vaart dan een paar m;alen geteerd, de andere wo
gen een paar malen zijn begrlnt en dat kost meer.
Hot Dag. Bestuur acht het raadzaam, dat do wegon
goed worden verzorgd.
De heeer Jimmink had gedacht dat dit Jaar de
Doggersvaart had kunnen wachten.
Do Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur in dit op
zicht eonige ervaring heeft. Aan de Doggersvaart zijn
niet zooveel kosten besteed on misschien is het wel
wenschelljk er nog wat teer op te brengen.
De 'hoer Jimsmink wijst er nog op, ctat als do weig
naar De KoolJ wordt behard, 'het verkeer meer otver
Julianadorp zal gaan,
De Voorzitter vindt deize klank heel wat syroip'O-1
tliio'kor, dan dat men de voorgestelde vorlbeteHng i
•maar afkeurt, zonder andere mlddolen aan te geven.
Sipr. zal stralks eenlpe cijfers noemen, waaruit roal
blijlken, dat het teren der wegen niet zooiveel kost.
De heer Jiimmink zejgt, niet zoo tegen het teren der
wegen te zijn geweest, maar tegen de eoctra uitga/ven
Als het nu bij gedeelten gebeurt is het goed, dat was
de knijp.
De Voorzitter 'herhaalt, dat voor beide wegen met
minder kari worden volstaan en voorts i« hot weer
van groot en invloed.
De heer Vries herinnort aan een proef, die inder
tijd -langs de Middenvllet Is genomen met kaïniet.
Is de weg daarmee niet te steunen?
De 'Voorzitter zegt dat dit zou gaan, ais we regel
matig dit drogie woer hielden, maar als het begint,
te regenen, i» het mis. Een po ©dl bindmiddel ia gras
van den weg, maar daarover kan imien nooit be
schikken als men er aan toe is. Zoo- was het ook
met (kroos.
De 'heer Hoogschagen deelt mede, dat voor het
dempen van een sloot achter de Koolj, de menechen
hun medewerking wilden fverleenen, tmita de (halve
sloot hun eigendom werd.
De Voorzitter meent, dat de sloot eigendomi van
den polder i®, maar hieromtrent is wel een over
eenkomst aan te gaan.
De heer Hoogschagen zegt, dat men ook ongeveer
de kosten wilde weten.
Spr. vindt het ook jamtoer. dat toen het vorige
week zoo regende, men te Den Helder het water
zoo laat wegloopen.
De Voorzitter beaamt dit, maar er zal niets aan
te doen wezen.
De rloleering to Jullanadorp. De liefde
van het gemeentebestuur voer Juliana-
dorp.
De (heer Hoogschagen bepleit voorts, dat te Juli-
anadorp ootk rioleering wordt gemaakt, achterom
i naar den proeftuin.
I De Voozitter zegt dat het Dag. Bestuur die wen-
schelijikheid heeft ingezien en in overleg is getreden
met het gemeentebestuur van Den Helder, opdat het
I ©enige' blijk van liefde voor Jullanadorp; zou geven.
Gevraagd werd wat klinkers voor den polder be-
scMtibaar te itjItaa rtallao, waerx» fc«t ipoWeitoe-
•tuur de rloleering zou doen uitvoeren. Het polder
bestuur heeft een conferentie met enkele heeren
gehad, het verloop dezer conferentie wa» vlot en i
aangenaam, maar het antwoord wa» daarmee niet
ln overeenstemming. Wel konden wij de beschikking
over klinkers krijgen, maar tegen betaling. Op die
voorwaarde kunnen we ook el,der-» terecht, Die
Heide werd al to duur. ®pr. heeft gehoord dat ook
Koeigra^ Belang een verzoek om rioleering tot het
gemeentebestuur heeft gericht, maar het antwoord
op het vezoek is spr, niet (bekend.
De heer Dito brengt ln bespreking een sloot van
Van Yperon.
De Voorzitter deelt mede, dat dit ln orde komt,
wannoer de oogst van het 'laiad is. Maar gpr. meent
dat voortaan dergelijke) gejvallen moeten worden
voorkomen, want dat de uitwaterlngi niet rmag
iworden verwaarloosd.
'De heer Dito meent dat van Yperen dan wol mag
wonden verplicht, er een hek om heen te zetten,
want zijn buurman heeft er lest van.
De Voorzitter zegt, dat de buurman dan niet be
ter kan doen dan een klacht ln te «turen.
Nog eens de varkens.
De heer Van der Veer komt terug op de optmer-
king van den heer Jimimlnk over do varkenshoude
rijen. Spr. meent dat hier steik opgetreden moot
worden, want het betreft hier die oude adressen,
die Je maar laton kletsen. Aan de wegen waar Sleu
tel en Jimmink wonep. zijn plaatsen, waar het een
misselijke boel is en wat veroorzaakt wordt door
varkens on eenden. Wijl hebben een hudpopzichter en
die mooit de menischen dan mnar op oen lijstje zetten.
De Voorzitter blijft het beter echten, dat de heer
Jimmink het Bestuur eens waarschuwt en in het
gejval van den heer Van der Veer zou spr. eens het
erf opgeloopen zijn.
Dutiengewoon handigs
Verzaakt de gemeente baar plicht?
De heer Van dier Veer koonit ook terug op de kwee-
tio do rioleering te Jullanadorp. Sipr. wijst er op,
dat de gemoente van de bewoners van Jullanadorp
180 opiconton op do pers. bel. Iheft, terwijl de polder
slechts f5.70 p. bunder aan lasten (hefta Hot ligt dan,
ook op den weg van hot gemeentebestuur iets voor de
buurtschap Jullanadorp te doen. want do polder
krijgt oen strop aan Jullanadorp. Spr. raadt de
menschon van Jullanadorp aan, maar eens op hu»
(biljetten te kijken; 180 opcenten van alle woningen
worden geheven en spr. meent daarom, dat do- ge
meente tekort wlilot in, haar verplichtingen. (Hier
in Don Heldor worden tmooie trottoirs gelegd.
De Voorzitter meent, dat de hoer Van der Veer als
raadslid in deze wel wat kan bereiken. Spr. raadt
hem aan, in de eerstvolgende raadsvergadering te
informeeren naar het adres van de bewoners van
Jullanadorp. Mogelijk, dat de heer Van der Veer
dan een antwoord krijgt. Spr. staat geheel aan zljii
zijlde, het li|gt op dien weg der gemeente iets voor
Jullanadorp te doen. Of de gemeente blind' is, of dlat.
Julinadorp in het vergeetboekje is, of dat de be
langen van Den Helder zoo groot zijn, dat die van
het platteland' er over schieten, spr. weet (het niet
De heer Sleutel informeert nog naai- het peil ln
het Kanaal
De Voorzitter zegt, dat pfredes# afpeilen zeer moei
lijk is, tenwiJil' Koegras behoorlijk wat water kan ge--
bruiken. Hierna sluiting.
Vergadering op Donderdag 81 Mei 1928, namiddags
3 uur.
Voorzitter de heer KL Breebaart Dz., burgemeester,
Secretaris de heer H. H. Dubbelman.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna de no
tulen met dank aan den Secretaris worden goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Ingekomen zijn do volgende stukken:
Van Dr. J. J. Werner bericht van aanneming van zijn
benoeming tot Voorzitter van do Commissie van Toe
zicht op de Arbeidsbemiddeling in deze gemeente;
I Van hot Weezen-armenbestuur der gemeente, dat per 1
Juni a.s. aan den heer P. Bronder eervol ontslag is
verleend als Secretaris-penningmeester van hun bestuur;
Van de Commissie voor de Kanalisatie van Westfries
land, Commissie van Aalst.
Burgemeester en Wethouders hebben nadere inlichtin
gen gevraagd en stellen voor, dit schrijven pas te be
handelen, als antwoord ls ontvangen.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
Van. Gedeputeerde Staten, waarin toetreding tot de
N.V. Thermochemlsche Fabrieken wordt aanbevolen.
Burgemeester en Wethouders hebben dit schrijven voor
kennisgeving aangenomen, gelet op de voorbereldlngs-
plannon tot den bouw van een eigen verwerkingsinrich
ting.
De Voorzitter deelt mede, dat oen commissie van de.
Vleoschkourlngskring bij den Commissaris der Koning
in Is geweest, waar er op werd aangedrongen het con
tract zoo spoedig mogelijk goed te keuren. De com
missie kreeg de Indruk dat Ged. Staten dit contract
jwel niet zullen afkeuren.
Van den Inspecteur der Directe Belastingen te Alk
maar, 2e afdeellng, waarin de meening van Burgemees
ter en Wethouders wordt gevraagd omtrent herclassl-
fioatte dezer gemeente voor de Personeele Belasting,
van de 8e ln de 7e klasse.
B. en W. hebbon bericht, dat dit voorstel hun Instem
ming heeft. Goodgovonden.
Van de Commissaris der Koningin ls bericht ontvan-.
gen, dat aan den Burgemeester verlof ie verleend van
4 tot 25 Juni. Voor kennisgeving aangenomen.
Van de heeron A. Droog, B. Otsen en D. Winkel le
eon verzoek Ingekomen om hun land, dat gemoenteelgen
dom is, wodorom onderhands te mogen huren.
Daar dit stuk pas ls Ingekomen, stelt de Voorzitter
voor dit aan te houden tot de volgende vergadering.
Van den heer G. Grootes te Haringhulzen ls bericht
Ingekomen dat hij bedankt als opperbrandmeester.
De Voorzitter dankt den heer Grootes voor de dien
sten aan de brandweer bewezen.
Van Ged. Staten ls bericht ontvangen, dat zij met
het besluit van den Raad om de betrekking van ont
vanger en secretaris te combineeren, kunnen meegaan.
Voor konnisgevlng aangenomen.
j Van de Commissie tot het organiseeren van een Fok-
I veedag, gondelvaart enz., tijdens de kermis, is eon ver-
zoek ingekomen om f 200 subsidie. Daar dit schrijven
I hedenmorgen pas ls Ingekomen, atelt de Voorzitter voor
om dit punt eerst in B. en W. vergadoring te behm*-
j delen. Wordt goedgevonden.
De Voorzitter dankt thane den heer P. Bronder voor
Ide diensten, 25 jaar lang bewezen aan het Weezen
Armbestuur en voor hetgeen voor de Weezon gedaan.
Modedeelingen.
De Voorzitter deelt thans mede, dat door B. en W. ls
|in de laatstgehouden vergadering de heer A. J. C. W.
'Vader, thans tijdelijk ambtenaar ter secretarie, met in-
gang van 1 Juni a.3. benoemd is tot ambtenaar ter
secretarie.
Van den Burgemeester van Bunschoten ls een schrij-
jven ingekomen omtrent de maatregelen van den Mlnia-
I ter van Financiën, waarbij den Zuiderzee visechers zal
worden vergund in 8 tot 5 jaar de inventariswaarde van
hun booten en netten voor de toepassing van de wet op
I de inkomstenbelasting af te schrijven,
j Gevraagd wordt om medewerking tot het tegengaan
van door deze maatregel mogelijke schade, die de be
trokken gemeenten zullen ondervinden in de opbrengst
van den Hoofdelijken Omslag.
B. en W. stellen voor om aan het adres, dat ln con
cept is bijgevoegd, adhaesle te betuigen.
Hierna gaat de Raad in comité.
Na heropening der vergadering wordt door B. en W.
voorgesteld het reglement voor het Weezen en Armbe
stuur te wijzigen in den geest van het alg. burgerlijk
armbestuur, n.1. dat het bestuur wordt bijgestaan door
een Secretaris-penningmeester, door den raad te benoe
men, telkens voor 2 jaar. Wordt goedgevonden het re
glement aldus te wijzigen.
Vastgesteld wordt vervolgens de instructie voor den
Gemeentesecretaris.
B. en W. stellen In dit verband tevens voor, de uren
voor openstelling der secretarie, welke alle werk
dagen zijn des voormiddags van 912 uur en des na-
HOOFDSTUK L
HOFMAKERIJ.
„Het lijkt me vreeselijk aardig toe om te trouwen,"
zei het eerste bruidsmeisje peinzend tot den bruidsjon
ker. „Waarom zoek Jij nog geen vrouw, Noel?"
Dat hoeft niet meer, want ik heb het al gedaan," gaf
Noel ten antwoord.
„Oh werkelijk?" klonk he vol belangstelling. „En ga
Je al gauw trouwen?"
Noel kneep zijn ooger. half dicht en begon te laohen.
i.Dlt heugelijk feit zal over ongeveer twaalf Jaar plaats
hebben."
„Twaalf jaar .ls eon langen tijd," merkte het eerste
bruidsmeisje nadenkend op.
„Ja, dat geef ik toe," zoi Noel zuchtend.
„Misschien zul Je tegen dien tijd al lang dood zijn,"
veronderstelde het meisje.
„Een prettig vooruitzicht... Maar niettemin kan Je
gelijk hebben. In dat geval kan het huwelijk natuurlijk
riet voltrokken worden."
Het meisje ging op zijn knie zitten, en legde haar arm
zijn hals. „Ik hoop, dat je dan nog leven zult, Noel,"
Ml ze half-ernstig, 'half-lachend.
Er versoheen een glimlach op het gelaat van den
bruidsjonker. „Ik zal ter wille van jou mijn uiterste
beat doen over twaalf Jaar nog tot het land der leven
den te behooren."
Ze knikte ernstig. „Maar waarom ga Je eigenlijk niet
««r trouwen?"
Hij nam haar klein, stralend figuurtje op, terwijl hij
hoofd een weinig terzijde hield. „Mijn kleine lief-
Me heeft op het oogenblik nog slechts een zakformaat,"
»»Ik moet wachten, totdat m groot Ja."
„Oh... is ze nog even klein als ik ben?" vroeg het
bruidsmeisje eenigszins teleurgesteld.
„Ze ls precies zooals Jij, liefste," zei Noel lachend. „Ze
heeft oogen, die aan blauw porceleln doen denken, haar
dat op golvende korenaren lijkt, een mond als een roze-
knop en het schattigste wipneusje, dat er op de heelj
wereld kan bestaan. En ze moet nog zes jaar worden."
Deze beschrijving was een ware openbaring voor het
eerste bruidsmeisje. Ze bloosde, doch dit kwam volstrekt
niet, omdat ze zich verlegen voelde. „Oh, Noel," riep ze
vol verrukking uit. „Maar waarom moeten we eigenlijk
wachten, totdat wij groot zijn?"
„We?" vroeg Noel quasi verontwaardigd. Hij was
twee en twintig en een kranige, jonge luitenant.
Ze sloeg haar armpjes om zijn hals en kuste hem. „Ik
bedoel beste Noel waarom kunnen wij nu al niet
trouwen? Ik weet zeker, dat mams er volstrekt geen j
bezwaar tegen zou maken."
„Hm... dat weet Jk nog zoo netjes niet," zei Noel.
„Ik houd zoo erg veel van je," zei het eerste bruids
meisje, terwijl er een stralende glans in haar mooie
oogen kwam. „En jij bent de mooiste soldaat, dien ik
ooit ln mijn leven heb gezien."
j De jonge man wierp zijn hoofd achterover en barstte
ln lachen los. Hij waB zonder twijfel een kranige ver-
I sohijning ln zijn rood-goudon uniform met zijn «abel
aan de zijde en door zijn innemende Iersohe manieren
j wist hij zioh overal populair te maken.
I Weliswaar keek de moeder van het bruidsmeisje hem
'dikwijls hoofdschuddend aan en beweerde, dat hij erg
wispelturig was, maar hij gedroeg zich altijd op zulk
een open, Jongensachtige wijze, dat dit feit ternauwer
nood ala een slechte eigenschap kon worden beschouwd.
En dit te meer omdat niemand met uitzondering
van het jeugdige bruidsmeisje hem geheel en al
„au «érleux" nam. En tegenover haar was hij tenminste
altijd trouw geweest.
Dien dag had hij als bruidsjonker gefungeerd bij het
huwelijk van oen van zijn regimentsvrienden, en hij was
I bijna voortdurend ln de nabijheid gebleven van het
kleine, bekoorlijke figuurtje ln het wit, dat thans kalm
op zijn knie was gaan zitten en hem plechtig verzeker
de, dat ze zooveel van hem hield.
Hij had (haar zoo juist een kopje thee en een stuk
1 cake gebracht, waarvan zij de suiker had afgesnoept
en het overige gedeelte van de lekkernij aan Noel had
gegeven, hetgeen volkomen naar zijn genoegen was.
j „Zullen wij een even groote taart hebben, als wij
gaan trouwen, Noel?" vroeg ze, terwijl ze hem een ver-
leidelljken blik toewierp.
„Natuurlijk," verzekerde Noel. „Ze moet vier verdie
pingen hoog zijn en groot genoeg wezen om er een heel
jaar van te kunnen eten."
I „Oh, Noel!" mompelde ze verrukt
En „Oh, Noel!" zei haar moeder, toen ze plotseling
achter hen kwam te staan.
Ket eerste bruidsmeisje lachte haar Noel's
schouder ondeugend toe. „Ik houd van trouwpartijen,"
merkte ze op.
Noel zette haar op den grond neer en stond op.
„Mijn beste mevrouw Musgrave, lk héb overal naar O"
gezocht. Heeft U al thee gedronken?"
Ze keek hem glimlachend aan, doch niettegenstaan
de dezen lach bleef er toch een verdrietigen trek om
haar mooien mond liggen. Het scheen alsof ze met haar
jeugd ook al haar vroolljkheid verloren had. Hoewel ze
niet veel ouder dan dertig kon zijn, was heur haar toch
reeds sneeuwwit.
„Ja, de dominee heeft me een kopje gebracht. Peggy
en ik moeten nu weggaan, hoor. Will is bijna onmid
dellijk na de bruid en bruidegom vertrokken."
„Will is nu eenmaal een toonbeeld van ijver. Ik ge
loof werkelijk, dat hij meer om dat afschuwelljko re
servoir van hem denkt dan om de heele bevolking van
Sjikarpoer tezamen. Moet U heusch al weggaan? Toe,
blijft U nog even?" verzocht hij met zijn innemendsten
glimlach.
„Hè ja, mams," smeekte het kind, terwijl ze de hand
van haar held stevig ln haar knuistje hield. „Noel en
lk gaan samen trouwen."
„Ja," zei Noel. „En we zullen in volle staatsie op den
olifant van den Radja naar de kerk rijden en onze
komst met trompetgeschal aankondigen. Ik hoop van
harte, dat wij het U niet te onverwacht hebben verteld,
eindigde hij lachend. „Het ls altijd de gewoonte ge
weest, dat de bruidsjonker mot het eerste bruidsmeisje
trouwt, nietwaar?"
„Volgens mij hangt een dergelijk Iets geheel en al
van hun respectlovelljken leeftijd of," glimlachte me
vrouw Musgrave. „Wil Je zoo goed zijn even to kijken,
of je mijn rlckshaw kunt ontdekken? Het ls later don
ik dacht en ik verwacht bezoek."
„Ja ,dat weet ik. Kapitein en mevrouw Nick van Wara,
is het niet?"
„Nee, niet mevrouw Niok," verbeterde ze hem. „Ik
wilde, dat het waar was, want zij ls mijn beste vriendin.
Ze kan echter op het oogenblik tor wille van haar kind
Engeland niet verlaten."
„Ik heb hooren zeggen, dat zioh in zijn gevolg een
zeer bekoorlijke Jonge dame moet bevinden."
„Ja, zijn nichtje. Ik heb haar als kind gekend - een
wild, klein ding evenals Nick zelf."
.Mevrouw Musgrave! Beschrijft U op een dergelijke
manier een van onze beroemdste helden? Nick Rat-
cllffe... de romantische figuur, welke door vrouwen aan
gebeden en door mannen vereerd wordt. Heb lk U wel
goed verstaan?"
Ze lachte opnieuw. „Ach, doe toch niet zoo beBpotr
telijk. Hij is de eenvoudigste man, die er op de gansche
wereld te vinden is."
„En zijn nichtje?" informeerde Noel. „Is zij tusschen
twee haakjes soms getrouwd?"
„Oh, nee, ze is nog heel jong."
„Stel je voor, dat we een werkelijk Jong meisje ln
deze wildernis te aanschouwen krijgen," riep Noel op
gewonden uit. „Vindt U het goed, dat ik vanmiddag
even een bezoek kom brengen om kennis met haai' te
maken? Lieve Mevrouw Musgrave: sta het alsjeblieft
toe." Hij boog zich voorover en kuste haar hand. „U
moet niet vergeten, dat ik de aanstaande echtgenoot
van uw dochter ben, en daarom zou U me misschien
wel te dlneeren willen vragen. Ik zal U er zoo onuit
sprekelijk dankbaar voor zijn. Zeg, Peggy, vraag JU
mams me vandaag voor het diner te Inviteeren en don
kom lk je ln je bed goedennacht zeggen."
„Oh, ja," riep Peggy verrukt uit. „Hij mag komen, is
het niet, mams? En dan zal ik met mijn gebedje wacn-
ten, totdat jij er bent, Noel," voegde zij er vertrouwe
lijk aan toe.
„Prachtig," verzekerde Noel haar. „Mevrouw Mus-
grave, U zult waarlijk niet zoo wreed kunnen zijn mij
i dit genoegen niet te gunnen. Ik weet zeker, dat U het
niet over Uw hart zou kunnen verkrijgen... Ik bedank
U dus hartelijk voor de ultnoodiglng, waarvan lk maar
al te gaarne gebruik zal maken."
„Je bent nu eenmaal onweerstaanbaar," zei mevrouw
'Musgrave zuchtend. „Maar ik geloof toch werkelijk, dat
het niet aardig voor hen is, wanneer zij den eersten
avond reeds gasten bij me aantreffen. Het arms mslsjs
is natuurlijk te vermoeid om veel te praten."
„Maar ik zal me heel kalm gedragen," protesteerds
Noel. „Ik beloof U plechtig, zoo rustig als een muisje
te wezen. Toe, mevrouw Musgrave, wees nu alsjeblieft
niet zoo wreed. Bedenk toch, dat ik Uw aanotaanae
schoonzoon ben, die U ten zeerste vereert, en weiger
me deze eenlge gunst niet"
Hij kreeg zijn zin. Noel Wyndham was in dergolijko
dingen buitengewoon handig, daar hij zich hierin zoo
goed als zijn heele leven geoefend had.
Mevrouw Musgrave was van opinie, dat de aantrek
kelijkste Jonge officier van het geheele troepenkampe-
I ment geen onwelkome bezoeker kon zijn in de oogen van
een Engelsch jong meisje, onverschillig hoe vermoeid zo
ook mocht zijn on ze liet zich dan ook ten slotte over
halen,
„Wanneer Je bereid bent het risico te aanvaarden „de
trop" te zijn, dan kun je komen," gaf ze to kennen.
„Ik ben bereid elk risico te aanvaarden," verklaarde
hij hartstochtelijk, en, na zijn doel bereikt te hebben,
kuste hij nogmaals haar hand en vertrok om haar
„rlckshaw" voor haar aan te roepen, met Peggy op zijn
schouders.