Purol bij Doorzitten Zonnebrand - Stukloopen II Mare Nostro HET DRAMA AAN DE NOORDPOOL. Binnenlandsch Nieuws. Muntvondst te HeüendoonL Invoer van Indisch fruit. Noodslachtplaats en Verwerkmgsinrichdug te Midwoud. waar op, hot oojrenMifc Inzit, tv leren, dat KJng'» Cross Station 15 perrons heeft (dit is nummer 101, en dat er in het seinhuis van dit station. 140 toef- hoomen zijn, die, door op en neer gehaald te wor den dagelijks aan 450 treinen verlof geven heen te gaan of binnen te komen. Daar gaan we. 't Is, zoo- als U ziet, precies 895 mijlen voor we er zijn, düs voor U weer stil staat. Een lange zit van 635 KM. Maar we zullen U' onderweg van alles vertellen. We hebben al een flinke vaart, Die weg daar, waar we over heen gingen, is de York Hoad, We hebben een kwart kilometer afgelegd. Ja, dit is een tunnel, 't Is de gasfabriek tunnel. Ze is 529 yards, dus 484 meters lang. We zijn er dus zoo weer uit. Maar we zitten ook meteen in de volgende, de Copenhagen tunnel Ook! geen groote trouwens: 594 yards. U beeft nu een oogenblik rust Zoo aanstonds vliegen we door een station, het eerste, dat we te genkomen. hoeft niet uit te 'kijken, of U in de vaart den naam kunt lezen: 't heet Finsbury Park. Hier ziet U aan de linkerzijde van de pagina een aardige foto van het park, want er is werkelijk een park, en een groot ook. en aan de rechterzijde ver tellen we U er ook nog wat over, als U tenminste geïnteresseerd bent. U moogit het ook1 overslaan. Maar U vindt het misschien wel aardig om te we ten, dat in vroegere dagen dit een geliefkoosde plaats was om te duelleeren. Ja, we zijn er al weer door. Hhrringay volgt nu. Dan fldlö we 314 mijl onder weg en moeten wo dus nog 891^ doen. 't Gaat hard, maar we zijn er nog niet. Ziet die stip pellijn even voorbijl Harringay? 'Daar gaan we over de provinciegrens. Dat was Hornsey, waar we nu doorheen vlogen. Een van de gezondste voorsteden van Londen. En zoo voort. Ik hoop, dat ik er in geslaagd ben, eenigszins een idee te geven van het boekje On Eïther Side. Midden over elke bladzij! loopt een breede roode lijn: dat is de spoorbaan. De witte vakjes er in zijn stations of tunnels. Het aantal afgelegde mijlen staat geregeld links van de baan, het aantal, dat nog afgelegd' moet worden, rechts. Elke pagina (bevat foto's van plaatsen of mooie gedeelten, waar de trein langs of door gaat, en tal van bijzonderheden. Van elke tunnel staat de naam en de lengte vermeld. Elk riviertje, waar de spoor baan overgaat, staat geteekend. met de naam er biJ. Als er een zijlijn uit de hoofdlijn afbuigt, staat ver meld, waar ze heengaat. On Either Side is de alle al wetende vriend, die altijld) gereed staat, om zijp kennis mee te deelen, en bescheiden zwijgt, wan neer het verlangd wordt, Is dit niet verstandig cocruetteereni met het pu bliek? Waarom zouden onze spoorwegmaatschap pijen niet eens iets dergelijks doen? 't Zou kunnen leiden tot een vermindering van klachten. Steeds meer erlHek op Nobile. Terwijl de dagen heengaan zonder dat de Po gingen in velerlei opzicht, tot redding der „Italia" (bemanning, Amundsen, enz. verricht resultaat ople veren, groeit de ontstemming en de critiek op de onderneming van Nobile, die. naar gezegd wordt, door gebrek aan goede voorbereiding en aan goede leiding, een ramp dreigt te worden, die aan vele flinke mannen het leven kan kosten, In Noorwegen is do stemming jegens Nobile zeer 'verbitterd, vooral nu hiji zelf gered werd en de op sporing van Amundsen, die tzicto opofferde, op don achtergrond: geraakte, (volgens de Noorsche per» althans). Do critiek was daar verre van malsch. f En die critiek groeit aan. Uit Aalesund wordt aan het „Berliner Tageblatt" gemeld, dat in den toestand op Spitsbergen geen verandering is ingetreden. De deskundigen staan steed9 critischer tegenover de technische voorbe reiding van de „Italia'-expeditie. Ook de Italiaan sche hulpactie wordt gecritiseerd wegens het ont breken van elke leidende gedachte. De Italiaansche regeering, zoo zegt men. had onmiddellijk het gie- heele hulpwerk ondeir zaakkundige 'Noorgche lei ding moeten stellen, daar Noorwegen bij' de redding van alle groepen gelijkelijk geïnteresseerd is. Dan zou redding! wellicht mogelijk geweest zijn. Ook Amundsen, die zich niet onder de bevelen van den commandant van de „Cita di Milano" wilde stellen, zou zich gaarne onder Nooreche leiding hebben ge schaard. De Zweedsche pers, die zich tot dusver in de beoardeeling van de Italiaansche Poolexpeditie en baar leider zeer terughoudend heeft betoond, be gint thans eveneens van dag tot dag meer uiting te geven aan haar verontwaardiging, over deze ramp zalige expeditie. Het „Svenska D'agbladet" publi ceert heden een brief van baar specialen corres pondent te Kingsbay. Lars Hansen, waarin deze o. m. schrijft: „Tijdens den tocht van de „Italia" naar Frans Jozef-land seinde Nobile in zijn rapporten, dat het luchtschip plotseling door de arctische sneeuw ala .met lamheid geslagen was. Na alles wat ik hier gezien en .gehoord heb, kan ik er niet meer aan twijfelen, dat de Poolatmosfeer ook den leider vaa deze ongelukkige expeditie met lamheid heeft ge slagen. Ik was bijl het laatste vertrek van de „Italia" aanwezig. De voorbereidingen1 hadden, zooals steeds in de grootste verwarring plaats. Eien paar maal moest wegens verkeerde vulling van den ballon opnieuw begonnen worden. Malimgren moest, snul- wend van woede, naar zijn instrumenten zoeken, die de anderen door elkaar hadden gegooid. Malmgren was overigons niet bijzonder verlangend te starten want de weerberichten luidden alles behalve gun stig. doch de generaal had nu eenmaal bevel tot het vertrek gegeven. De Italianen in het hoog* Noorden. Kingsbay vol van vliegenier*, roeiloden en alpen]agera, Journalisten on fotogra fen. Aan een particuliere correspondentie van de Maasbode uit de Noorsche haven Tromsö ontleenen wij het volgende dat ook al niet vrij is van critiek en van gebrek aan vertrouwen in de expeditie. Toen de „Citta di Milano" (dit is het geleideschip der ..Italia") naar het Noorden stoomde, bracht dfi htaf een half-officieel bezoek' aan de hoofdstad' van het Noorden. Tromsö. De straten wemelden van allerlei Italiaansche uniformen en de blonde Trom sö-meisjes duizelden van zooveel, mannenmoed. Thans keeren die mannen bij groepjes terug, zij zijn. 'overbodig geworden in Kingsbay, het onderzoek) naar de Italia-schlpbreukeliingen wondt immers hoog in do lucht uitgevoerd. Een dozijntje mecaniciens en alpenjagers staan bijeen; op de kaai, een stil on verlegen troepje. Ze staan daar, ala overwonnenen, Blij verrast draalt de leider zich- om. als ik hem in t Fransóhi toe spreek en als belooning krif» ik onmiddellijk een band. Iki tracht hem uit te hooren. Ja, eenige van 'onze alpenjagers hebben, volgens zeggen der Sean- dinaviërs, verdienstelijk werk verricht, zegt. hij. en dat is ook zoo. D'e eerste overlandeacpeditie wat bijna uitsluitend' uit die kleine bruine menschen samengesteld en legde per da» trajecten af, waar voor ze voor de begeleidende pelsjagers niet be hoefden onder te doen. Te Kingsbay hoor ik, is het nog steeds erger dan propvol. De laatste week liepen er eenige kolen schepen hinnen, die in Noorwegen door een aantal journalisten en ondernemende fotografen uit all$ Noordelijke landen nog juist voor hun vertrek stor menderhand waren ingenomen. Het gevolg is, dat men er ziohJ thans wenden noch keeren kan. De eigenlijke bewoners der mijmnederizetting hebben zich zooveel mogelijk samengetrokken waardoor bet mogelijk werd, een aantal lieden, deels in te lichte sportcostuums, deels in te zware peLskleeding. maar allen fantastisch uitgedost, in bescherming" te nemen, tegen hun eigen onwetendheid. Een aantal Italianen zijn in een „localiteit" on dergebracht, die maar weinig beter is dan een schapenstal. Overigens is er bijna niemand naar de eiscben van het land uitgerust. Wat 'n dwaasheid, ook. zooi maar op de bonnefooi, zoo maar uit het zonnige Zuiden naar dit ijs-Noorden over te wippen. De radiotelegrafist is al lang over zijn zenuwen iheen. 'Vroeger had de man nauwelijks meer te doen, dan eens per dag. 'n paar telegrammetjes t©^wisse len, thans staat,men en file voor zijn huisje telkens als er maar even een vliegtuig in zicht komt. En elke aan wal stappende vliegenier struikelt over de i reporters en foto-apparaten. Aan boord van de „Citta di Milano" bevond izich ook een Italiaansche kunstschilder, die, gewapend met biibehoorenden (breedgemnden aitistenhoed, heldhaftige pogingen doet, om met verkleumde vingers halfstijve verf op het doek te smeren. Schilderachtig is het er wel, en af en toe breekt j met dof gedreun ergens tusschen het gebergte een stuk gietscher in zee af. zoodat de deining merk baar is tot aan de ligplaats der vliegtuigen, die zacht heen en weer schommelen, i Zpo juist Is een derde groote Italiaansche vlieg- machine aangekomen, ze stopte te Tromsö, alvorens i de laatste étappe te ondernemen. Commandant Ravazzoni en de zijnen gaan eerst nog eens uitslapen in het hotel en het vliegtuig schommelt eenzaam gezellig aan een boei voor de stad. Aan dat beweeg in de lucht is men hier reeds gewoon geraakt. Formeel* tegenspraak betreffende heit vin den van Amundsen. Het Noorsche Telegrambureau meldt tilt Tromso dat de geruchten, als zou Amundsen gevonden zijn, tegengesproken moet worden. De Marina I vloog vier en een half uur lang in mist en regen bij sterken wind en boven een woe lige zee werd systematisch het zoeken naar de Latham 47 met dit vliegtuig voortgezet, nu over een gebied ten Westen van het tn de vorige dagen verken- da (Nog steeds werd geen apoor van het Fransche vliegtuig ontdekt De commandant van de „Citta di Milano" gaf den bestuurder van de Marina I, kapitein Ravazzoni, vrij heid om zich zoodra het weer het zou toelaten tijdelijk naar het 'Bereneiland te verplaatsen om daar het zoeken voort te zetten in samenwerking met. den Franschen kruiser „Strasbourg". De pKrflssrtn" komt do groep Viglieri na derbij. Een Stefani bericht uit Rome van gisteravond elf uur meldt, dat de „Krassin" was gevorderd tot 22 gr. 53 min. O.L. en zich bevond op een afstand van vijf en vijftig mijl van de groep Viglieri. Een gistermorgen gedane poging van de Zweedsche vliegtuigen om van af de Hinlopcnstraat het kamp der Italianen en van Lundborg to hereiken, mislukte door den mist. En evenmin kon in het verloop van den dag eenige andere vorkenning door de lucht met gevolg worden doorgezet Men is nog altijd zonder tijding van den vlieger Baboeskjin, die in den avond van 29 Juni van den ijsbreker .Malygin" is vertrokken. Uit Moskou wordt gemeld, dat de ijsbreker „Kras- sin" de bemanning van de „Italia" nog niet bereiken kan, ofschoon het schip zich in de nabijheid bevindt. Het ijs is te dik, doch de pogingen worden voortge- zet Ken gelukwensch van kapitein Lundborg aan rijn vrouw. Kapitein Lundborg, de redder van Nobile, heeft gisteren, volgens een bericht uit Oslo, aan zijn vrouw, die jarig was, het volgende telegram gezonden: „Har telijkste gelukwenschen. Ik zit op de ijsschots maar zal gered worden". Dit telegram is door de Cita di Milano opgevangen en naar Zweden doorgezonden. Naar men voorts uit Berlijn meldt, heeft Sven He- din aan een correspondent van de Lokal Anzeiger te Stockholm verklaard nog steeds niet de hoop te heb ben ooeegeven, dat zijn vriend Amundsen levend zal worden teruggevonden. Hij vermoedt dat Amundsen op het een of andere eiland een noodlanding heeft moeten maken. Neg meer redders. Naar Wolff meldt, heeft de Italiaansche regeering het aanbod van den Duitschen vlieger Udet om met een klein, van ski's voorzien vliegtuig, de redding van de mannen der groep Viglieri te beproeven aan genomen. Udet zal nog deze week van Hamburg ver trekken en rekent 10 dagen noodig te hebben om te Spitsbergen aan te komen. Hij neemt 2 vliegtuigen mee en de andere bestuurder wordt de Noordpoolrei ziger Ritscher. De Ruesisohe vlieger Baboeejikin behouden. De Russische vlieger Baboesjikin, die gedurende vijf dagen vermist werd, is veilig aan boord van de „Ma- lygin" teruggekeerd. Door den krachtigen wind was hij gedwongen ten noordon van Hoop-oiland-op zee te dalen, waar hij in verband met de ijsbergen vaak in gevaar heeft verkeerd. De onderzoekingen naar Amundsen door schepen in den omtrek van Beren-eiland zijn voorloopig zon der resultaat beëindigd. De „Michael Sars" is te Kings bay aangekomen en de „Tordenskjold" is op weg daarheen, ten einde kolen in te nemen. 'De „Strass- bourg" en de „Helmland" gaan naar het Westen, ten einde nabij Groenland nasporingen te doen. De „Quentin Roosevelt" zal naar Tromsö vertrekken, om daar kolen in te nemen. De Duitsche hulpexpeditie voor de „Italia" zal mor gen met het stoomschip „Cattaro" van Hamburg naar Snitsbergen vertrekken. Naar men weet, staat deze hulpexpeditie onder leiding van den vlieger Udet Op een boerenerf oud-Calvenhaar te Hellendoorn zdjn dezer dagen biï toet graven van zand ruim H. M. onder den beganen grond «en ruim 100 oude zilveren1 geldstukken gevonden. Bif verrassing zag de landbouwer op «eng zijn s&ndectoop met blin kende gave geldschijven gevuld. Op de plaats stond het vorige Jaar nog het woonhuis, dat sindsdien ver bouwd is. De verzameling bestaat uit zilverstukken, waaronder tlenschellingstukken en drie gulden? atukken uit den tijd der Republiek met opschrift: mon. noc. ordin. Zeelandiae 1690. Verder een enkele munt van Zwolle en Deventer. Dan ook dertig- stuiverstukken met opschrift: concordia res parvae crescunt. Het grootste gedeelte zijn provincie daalders of provincie-guldens met opschrift: mon. arg. ord'. Foed. Belg. (Gehelmde Maagd en hoedï. aan de achterzijde: Hanc tuemur hac nitimur. Het oudste stuk dateert van 1639, het jongste van 1738. •Vele stukken zijn sterk besnoeid, andere wat ge- oxydeerd, doch over het algemeen goed bewaard gebleven. Vermoedelijk is de zak waarin het was verborgen,^verteerd in den grond. 'Het oud-Calvenhaar is een boerderij, die reeds eeuwenoud is en leenroerig waa aan het kasteel Schuilenburg aan de Regge. Op uitnoodiging van den directeur van het Am- sterdamsche marktwezen, ir. C. H. Claassen, hebben een aantal journalisten een bezoek gebracht aan het mlotorschip P. C. Hooft, van de Stoomvaartmij. Ne derland, dat Zondag met een lading Indische fruit, pompelmoes en sawoe manilla, van den nieuwen oogst, aldaar is aangekomen. De vruchten hebben zich, mede dank zij de goede verpakking de pom pelmoezen omwikkeld met plantenvezels en verpakt tusschen bamboestokken, de sawoe manilla in kleine kistjes in de koelruimte goed gehouden. De vruch ten waren lekker van smaak en goed van aanzien. Tijdens het bezoek hebben ir. Claasen en prof. De Bussy, ir. Utermferk en ir. Spoor, van het Koloniaal Instituut, een en ander meegedeeld omtrent hetgeen de laatste tijden ter bevordering van den invoer van Indisch fruit in Nederland is geschied. Te dezer zake is aamenwerking verkregen tusschen den Voorlich tingsdienst der afd. tuinbouw van het departement van landbouw in Ned.-Indië (voor den aankoop van de vruenten), de stoomvaartmaatschappijen Neder land en Rotterdamsche Lloyd (voor het vervoer), het Koloniaal Instituut (in het bijzonder de afd. han delsmuseum), der gemeentelijke dienst van het marktwezen en de federatie van groot- en kleinhan delaren in aardappelen, groenten en fruit (voor de propaganda hier te lande en het brengen yru de vrhehten onder de groote massa.) Dank zij de samenwerking heeft men velerlei er varing kunnen opdoen en zijn de eerste stappen ge daan om tot een goed afzetgebied voor bepaalde -oorten Indisch fruit hier te lande te geraken. De pogingen werden onverzwakt voortgezet, te meer daar reeds vruchten-importeurs uit Nederland naar Ned.-Indië zijn vertrokken om te trachten handels relaties op dit gebied daar aan te knoopenden ook reeds exporteurs uit Ned-Indië op het oogenblik hier te lande vertoeven om besprekingen te voeren. Tijdens het bezoek aan de P. C. Hooft, vestigde prof. De Bussy er nog mei nadruk do aandacht op, dat de bevordering van den uitvoer van- het Indische fruit van zoo groot belang is, omdat het hier be treft niet de producten van de groote cultures, doch die der kleine tuinbouw-cultures van de miandsche bevolking. Ir. Claassen achtte deze proefnemingen van zoo groot belang, omdat indien zij gewenschte resultaat leiden, men hier te lande tegen redelijke prijzen zal krijgen nieuwe, voor de volksvoeding belangrijke producten en Amsterdam1 (of een andere plaats in Nederland) voor den handel in deze producten zal kunnen worden een belangrijke markt, wellicht, gezien de belangstelling, die nu reeds in het buiten land bestaat, een internationale markt. Op heden S Juli 1928 is onze Inrichting bezocht door Oberregierungsrat a. D. Dr. fL Maijer, Landas- tierarst Hamburg. •Het geheele proces werd met groote belangstelling gevolgd en de ter zake zeer deskundige bezoeker gaf meerdere malen uiting van de gevoelens van symiapthie voor datgene wat hier te Midwoud tot stand gekomen was. Vooral de combinatie noodslachtplaats-verwer kingsinrichting achtte hij een zeer gelukkig© stap Gabriele d'Anunzio ls een echte onruststoker ge weest en toet is maar goed, dat hÜ zich op zijn Waterkasteel in het Noordon van Italiö terugge trokken heeft. Anunzio la een aangenomen naam, want de man bad een heel gewone ïtali&ainsche naam, zooieta als Meijer In het Italiaansch. De naam d'Anunzio heeft iets suggestiefs en de vijanden verkaren, dat hij juist daarom dien hart" heeft aangenomen. Hoe men eohter over d'Anunzio mag oordeelen, hij heeft zich steeds een dapper, doortastend Ita liaansch patriot betoond. Men zegt wel eens gek scherend over de Italianen: „Zij' riepen allen: avanti (voorwaarts), maar bleven in de loopgraven", doch van d'Anunzio kan men zooiets niet zeggen. d'Anunzio ging er zelfs herhaaldelijk! als vrij buiter en nog wel in vliegtuigen op af. nam bezit van een plaats, plantte er do Italiaansche vlag en riskeerende zijn leven. Zonder zijn actie waren noch Triëst noch Fiume Italiaansch geworden, want aan stfn actie met Woord en geschrift paarde hij' den daad, stelde Italië en do wereld voor non „fait accompli" en aan Ihem is toet te danken, dat Italië er wat grond gebied-toebedeeling na den vrede betreft, er iets beter is afgekomen dan door de mogendheden be doeld was. Frankrijk heeft heel ongaarne gebieds uitbreiding aan Italië toegegeven. Italië zal dat wel nooit vergeven en vergeten. Vóór dat in 'Mei 1915 Italië partij trok voor de Ge allieerden werd1 er geducht gewerkt èn door de Geallieerden èn door de Centralen om Italië aan hun kant te krijgen. Scheidemann kwam naat Rome om von Bülow, don ex-kanselier, een handje te helpen, maar het was alles tevergeefs, de stem ming van het Italiaansche volk was anti-Duitsch. Die stemming was zóó fel, dat men op een goeden dag zelfs de auto van Scheidemann niet door wilde laten, toen hij naar het telegraafkantoor reed, on toen een diplomaat hem ter hulp kwam en met zijn diplomatiek paspoort van een neutraal land vrije jdoortocht van de politie eischte en verkreeg, vlogen even later den inzittenden de steenen om de ooren. Men trok in Italië de partij der Geallieerden, die de. beste, maar waarschijnlijk ook de duurste propa ganda gehouden hebben. Het is een feit, dat door de pers en door spreekbeurten heel wat stemming voor of tegen een land gemaakt kan worden. Ik betreur altijd zoo. dat wij Hollanders niét een betere nationale nieuwsdistributle in den vreemde hebben. Wanneer wiji bijv. toet oneens zijn met onze naburen, dan maken die altijd stemming en wij doen er het zwijgen toe. Weliswaar heel deftig en nobel, maar niet practisch enmen moet nu eenmaal practisch zijn in de wereld. Wanneer men met de neus in den wind blijft staan, wordt men overreden. Men was in Italië nooit pro-Fransch, on danks, dat men aan Napoleon III veel te danken had ten opzichte der eenheid van Italië onder do Savoyaarden. Men had echter Nizza moeten afstaan en echt Italiaansch telde men het afstaan van iets kleins duizendmaal meer dan het verkrijgen van een groot geheel. Maar was men niet pro-Fransch, men was in elk geval anti-Oostenrij'ksch en de door Engeland en Frankrijk goed betaalde en goed geleide propaganda sloeg1 op datOostenrijksche aanbeeld tot de von ken er af vlogen. W'el drommel, men had wel ls waar de Triple Alliantie gehad Duitschland--Oos tenrijkItalië, maar toen het er op aan kwam in 1914, had Italië dadelijk niet-thuia gegeven. Nu was de kunst Italië geheel om en naar do Gealll- eerden te krijgen. Men hadi in dJAlnunzio een keurig werktuig. Booze tongen beweren, dat hit prettig leeft van de ruime opbrengst van zijn pen, maar vooral dank zij de mooie Pond Sterling- biljetten, die zijn vaderlandslievende volzinnen ln ongekende uitbundigheid deden roepen om de te ruggave van Italië irridenta, van toet onder Oosten- rilksch Juk zuchtende Italië. Wij, Hollanders, kunnen ons natuurlijk moeilijk voorstellen hoe de massa opgezweept kan worden met leuzen, die roepen om teruggave van land dat vroeger eeuwen Noderlandsch was. Wiji zullen ons heusch niet dik1 maken! om Bel gië, de meeste Hollanders, althans vele Protes tanten, zijn wat blij, dat we de 'Zuidelijke Neder landen kwijt zijn, al geven ze natuurlijk wel toe, dat we tezamen oen geweldig krachtig en voor spoedig rijk zouden wezen- Zelfs de meer het gebakerde Belgen loopen al heel weinig warm, al blaft de Nation Beige, met den hoer Nothomb aan toet hoofd, nog zoo hard om uitlevering van Limburg, Brabant en Zeeuwacto- Vlaanderen. In Italië was dat' anders. Het heete bloed dor Italianen begon gedurende de propaganda te koken on het werd een obsessie voor hon to weten, dat een gedeelte Europa, waar.de meerderheid der be volking Italia&nsoli sprak, eigenlijk Italiaansch was, niet tot Italiö behoorde. Zoo kwam Italië in den oorlog tegen de Centra len, waarmede het jaren lang een Drievoudig Ver bond had gehad. Weten we nog hoe hot ging? De Oostenrijkers, gesteund door de Duitschers gaven de Italianen zoodanig klop, dat de Geallieerden moesten ingrij pen, en er Fransche en Engelsche hulptroepen moes ten gezonden worden. De Franschen, die Italië als bondgenoot hadden gewenscht. ten einde geen troepen aan die grens noodig te hebben, waren gedwongen troepen over die grens naar de Adigo en Piavo te zenden ui.t vrees, dat de Contralen Noord-Itaiiö zouden ver meesteren en do Franschen hun grens togen die hoeren zouden hebben to vordedirr.m. Met de hulp troepen uit Engeland en Frankrijk koorde do krijgs kans on langzaam maar zeker worden de Centra len teruggodrongon. Daarbij kwam het verraad in het Oostonrijksch-Hongaarscho leger den Gealli eerden zoer t9 pas en eindelijk boekten de Itali anen bij Vittorio Veneto een behoorlijke overwin ning. Het Piave-front was weer in takt. De Wapen stilstand kwam en de Vrede. Met den Vrede kwam het Bolsjewisme, het Noorden van Italië werd ge regeerd door de Roode Vlag. Als reactie kwam hét Fascisme. Het Fascisme heeft blf zijn staatsgreep geprofiteerd van het feit, dat men de Rooden niet luste en een ongelooflijk zwakke en weifelende Rs- geering had. De Koning heeft zeer juist gevoeld, dat met zulk een regeering een verzet ondoenlijk was. Wel had hij: den staat van beleg kunnen deen afkondigen, en troepen kunnen dóen vuren op d© veelal slechts met knuppels gewapende Zwarthem- den, maar de regeering zou steeds weer hebben ge aarzeld en geweifeld: en revolutie, bloedige revolu tie, eindigende met den val van het koningshuis, en het uiteenspatten van Italië, ware onvermijde lijk geweest. De Koning zag in de Fascisten goed georgani- seerden met een wil, met een vasten wil en schonk daaraan zijn vertrouwen. Hiji spaarde Italië een bloedbad en redde tevens \zijn troon. Men vraagt mij: wel eens: Is d.e Koning gelukkig, is hij tevreden met den gang van zaken? Ik ant woord daarop slechts dit: Is het mogelijk, dat een staatshoofd gelukkig of tevreden is. Kan een Do- mergue, een Coolidge. een Hindenburg of een Wil- helmina, een George IV, een Haakon gelukkig of tevreden zijn? Bij' eenig nadenken voelt ieder verstandig mensch, dat het niet mogelijk is en dat al deze1 personen een soort martelaren en martelaressen zijn. Trouwens, wie ia gelukkig, wie is tevreden, wat is geluk, wat is tevredenheid? Waarschijnlijk is het zoo. De illusie is geluk, bij' de bevredigde illu sie wUkt geluk en komt ontovrodenheid. Daarom: Hebt illusies, hebt idealen en ge bezit ge luk en een zekere tevredenheid. Illusies! Idealen! Voor de Italianen bestaan er nog veel idealen, veel illusies. Ga'briele d'Anunzio heeft verscheidene illusies en Idealen naar voren gebracht en heeft kans gezien er eenigen te doen verwezenlijlken. De Italianen heerschen in Tyrol en in Fiume en Triëst. De Italianen heerschop op Rhodos. Tyrol kregen zij bij de vredesvoorwaarden. Wilson, de betweter, wilde hun echter niet meer geven, toen begon d'Anunzio te schrijven en te spreknn, sprak o.a. van het balcon van hot Palazzo Zuchelli, op den hoek van Via Slstina, en Via Gregoriana nabil de Scala di Spagua, en de Italianen namen hetgeen zü niet gekregen hadden. Steeds keek) de wereld even verbaasd, wanneer èet in de couranten las, dat de Italianen bezit adden genomen van Fiume en later van Rhodes, maar men liet verder de zaak zooals zij was. Intusschen kreeg Italië steeds meer gebied en havens in de Middellandsche Zee en d'Anunzio sprak en schreef met nieuwen geestdrift over: dl Mare nostro. Laten wij eens zien, wat daar eigenlijk mea be doeld wordt en welke consequenties er aan dia leuze verbonden ziin. Wanneer ik de Italianen zoo vol enthousiasme hoor spreken van: „onze zee", dan denk ik onwillekeurig: Du sprichst ein groeees Wort gelassen aus! •Maar het jonge Italië heeft reg steeds behoefte aan nationalist!sche leuzen en tu*t klinkt zoo fraah il Mare nostro. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 2