Purol bij Doorzitten Zonnebrand - Stukloopen
II Mare Nostro
HET DRAMA AAN DE
NOORDPOOL.
Binnenlandsch Nieuws.
Muntvondst te HeüendoonL
Invoer van Indisch fruit.
Noodslachtplaats en Verwerkmgsinrichdug
te Midwoud.
waar op, hot oojrenMifc Inzit, tv leren, dat KJng'»
Cross Station 15 perrons heeft (dit is nummer 101,
en dat er in het seinhuis van dit station. 140 toef-
hoomen zijn, die, door op en neer gehaald te wor
den dagelijks aan 450 treinen verlof geven heen te
gaan of binnen te komen. Daar gaan we. 't Is, zoo-
als U ziet, precies 895 mijlen voor we er zijn, düs
voor U weer stil staat. Een lange zit van 635 KM.
Maar we zullen U' onderweg van alles vertellen.
We hebben al een flinke vaart, Die weg daar,
waar we over heen gingen, is de York Hoad, We
hebben een kwart kilometer afgelegd.
Ja, dit is een tunnel, 't Is de gasfabriek tunnel.
Ze is 529 yards, dus 484 meters lang. We zijn er
dus zoo weer uit. Maar we zitten ook meteen in
de volgende, de Copenhagen tunnel Ook! geen
groote trouwens: 594 yards.
U beeft nu een oogenblik rust Zoo aanstonds
vliegen we door een station, het eerste, dat we te
genkomen. hoeft niet uit te 'kijken, of U in de
vaart den naam kunt lezen: 't heet Finsbury Park.
Hier ziet U aan de linkerzijde van de pagina een
aardige foto van het park, want er is werkelijk een
park, en een groot ook. en aan de rechterzijde ver
tellen we U er ook nog wat over, als U tenminste
geïnteresseerd bent. U moogit het ook1 overslaan.
Maar U vindt het misschien wel aardig om te we
ten, dat in vroegere dagen dit een geliefkoosde
plaats was om te duelleeren. Ja, we zijn er al weer
door.
Hhrringay volgt nu. Dan fldlö we 314 mijl onder
weg en moeten wo dus nog 891^ doen. 't Gaat
hard, maar we zijn er nog niet. Ziet die stip
pellijn even voorbijl Harringay? 'Daar gaan we over
de provinciegrens. Dat was Hornsey, waar we nu
doorheen vlogen. Een van de gezondste voorsteden
van Londen.
En zoo voort. Ik hoop, dat ik er in geslaagd ben,
eenigszins een idee te geven van het boekje On
Eïther Side. Midden over elke bladzij! loopt een
breede roode lijn: dat is de spoorbaan. De witte
vakjes er in zijn stations of tunnels. Het aantal
afgelegde mijlen staat geregeld links van de baan,
het aantal, dat nog afgelegd' moet worden, rechts.
Elke pagina (bevat foto's van plaatsen of mooie
gedeelten, waar de trein langs of door gaat, en tal
van bijzonderheden. Van elke tunnel staat de naam
en de lengte vermeld. Elk riviertje, waar de spoor
baan overgaat, staat geteekend. met de naam er biJ.
Als er een zijlijn uit de hoofdlijn afbuigt, staat ver
meld, waar ze heengaat. On Either Side is de alle al
wetende vriend, die altijld) gereed staat, om zijp
kennis mee te deelen, en bescheiden zwijgt, wan
neer het verlangd wordt,
Is dit niet verstandig cocruetteereni met het pu
bliek? Waarom zouden onze spoorwegmaatschap
pijen niet eens iets dergelijks doen? 't Zou kunnen
leiden tot een vermindering van klachten.
Steeds meer erlHek op Nobile.
Terwijl de dagen heengaan zonder dat de Po
gingen in velerlei opzicht, tot redding der „Italia"
(bemanning, Amundsen, enz. verricht resultaat ople
veren, groeit de ontstemming en de critiek op de
onderneming van Nobile, die. naar gezegd wordt,
door gebrek aan goede voorbereiding en aan goede
leiding, een ramp dreigt te worden, die aan vele
flinke mannen het leven kan kosten,
In Noorwegen is do stemming jegens Nobile zeer
'verbitterd, vooral nu hiji zelf gered werd en de op
sporing van Amundsen, die tzicto opofferde, op don
achtergrond: geraakte, (volgens de Noorsche per»
althans). Do critiek was daar verre van malsch.
f En die critiek groeit aan.
Uit Aalesund wordt aan het „Berliner Tageblatt"
gemeld, dat in den toestand op Spitsbergen geen
verandering is ingetreden. De deskundigen staan
steed9 critischer tegenover de technische voorbe
reiding van de „Italia'-expeditie. Ook de Italiaan
sche hulpactie wordt gecritiseerd wegens het ont
breken van elke leidende gedachte. De Italiaansche
regeering, zoo zegt men. had onmiddellijk het gie-
heele hulpwerk ondeir zaakkundige 'Noorgche lei
ding moeten stellen, daar Noorwegen bij' de redding
van alle groepen gelijkelijk geïnteresseerd is. Dan
zou redding! wellicht mogelijk geweest zijn. Ook
Amundsen, die zich niet onder de bevelen van den
commandant van de „Cita di Milano" wilde stellen,
zou zich gaarne onder Nooreche leiding hebben ge
schaard.
De Zweedsche pers, die zich tot dusver in de
beoardeeling van de Italiaansche Poolexpeditie en
baar leider zeer terughoudend heeft betoond, be
gint thans eveneens van dag tot dag meer uiting te
geven aan haar verontwaardiging, over deze ramp
zalige expeditie. Het „Svenska D'agbladet" publi
ceert heden een brief van baar specialen corres
pondent te Kingsbay. Lars Hansen, waarin deze o.
m. schrijft:
„Tijdens den tocht van de „Italia" naar Frans
Jozef-land seinde Nobile in zijn rapporten, dat het
luchtschip plotseling door de arctische sneeuw ala
.met lamheid geslagen was. Na alles wat ik hier
gezien en .gehoord heb, kan ik er niet meer aan
twijfelen, dat de Poolatmosfeer ook den leider vaa
deze ongelukkige expeditie met lamheid heeft ge
slagen. Ik was bijl het laatste vertrek van de „Italia"
aanwezig. De voorbereidingen1 hadden, zooals steeds
in de grootste verwarring plaats. Eien paar maal
moest wegens verkeerde vulling van den ballon
opnieuw begonnen worden. Malimgren moest, snul-
wend van woede, naar zijn instrumenten zoeken, die
de anderen door elkaar hadden gegooid. Malmgren
was overigons niet bijzonder verlangend te starten
want de weerberichten luidden alles behalve gun
stig. doch de generaal had nu eenmaal bevel tot
het vertrek gegeven.
De Italianen in het hoog* Noorden.
Kingsbay vol van vliegenier*, roeiloden
en alpen]agera, Journalisten on fotogra
fen.
Aan een particuliere correspondentie van de
Maasbode uit de Noorsche haven Tromsö ontleenen
wij het volgende dat ook al niet vrij is van critiek
en van gebrek aan vertrouwen in de expeditie.
Toen de „Citta di Milano" (dit is het geleideschip
der ..Italia") naar het Noorden stoomde, bracht dfi
htaf een half-officieel bezoek' aan de hoofdstad' van
het Noorden. Tromsö. De straten wemelden van
allerlei Italiaansche uniformen en de blonde Trom
sö-meisjes duizelden van zooveel, mannenmoed.
Thans keeren die mannen bij groepjes terug, zij zijn.
'overbodig geworden in Kingsbay, het onderzoek)
naar de Italia-schlpbreukeliingen wondt immers
hoog in do lucht uitgevoerd.
Een dozijntje mecaniciens en alpenjagers staan
bijeen; op de kaai, een stil on verlegen troepje. Ze
staan daar, ala overwonnenen, Blij verrast draalt
de leider zich- om. als ik hem in t Fransóhi toe
spreek en als belooning krif» ik onmiddellijk een
band. Iki tracht hem uit te hooren. Ja, eenige van
'onze alpenjagers hebben, volgens zeggen der Sean-
dinaviërs, verdienstelijk werk verricht, zegt. hij.
en dat is ook zoo. D'e eerste overlandeacpeditie wat
bijna uitsluitend' uit die kleine bruine menschen
samengesteld en legde per da» trajecten af, waar
voor ze voor de begeleidende pelsjagers niet be
hoefden onder te doen.
Te Kingsbay hoor ik, is het nog steeds erger dan
propvol. De laatste week liepen er eenige kolen
schepen hinnen, die in Noorwegen door een aantal
journalisten en ondernemende fotografen uit all$
Noordelijke landen nog juist voor hun vertrek stor
menderhand waren ingenomen. Het gevolg is, dat
men er ziohJ thans wenden noch keeren kan. De
eigenlijke bewoners der mijmnederizetting hebben
zich zooveel mogelijk samengetrokken waardoor
bet mogelijk werd, een aantal lieden, deels in te
lichte sportcostuums, deels in te zware peLskleeding.
maar allen fantastisch uitgedost, in bescherming" te
nemen, tegen hun eigen onwetendheid.
Een aantal Italianen zijn in een „localiteit" on
dergebracht, die maar weinig beter is dan een
schapenstal. Overigens is er bijna niemand naar de
eiscben van het land uitgerust. Wat 'n dwaasheid,
ook. zooi maar op de bonnefooi, zoo maar uit het
zonnige Zuiden naar dit ijs-Noorden over te wippen.
De radiotelegrafist is al lang over zijn zenuwen
iheen. 'Vroeger had de man nauwelijks meer te doen,
dan eens per dag. 'n paar telegrammetjes t©^wisse
len, thans staat,men en file voor zijn huisje telkens
als er maar even een vliegtuig in zicht komt. En
elke aan wal stappende vliegenier struikelt over de
i reporters en foto-apparaten.
Aan boord van de „Citta di Milano" bevond izich
ook een Italiaansche kunstschilder, die, gewapend
met biibehoorenden (breedgemnden aitistenhoed,
heldhaftige pogingen doet, om met verkleumde
vingers halfstijve verf op het doek te smeren.
Schilderachtig is het er wel, en af en toe breekt
j met dof gedreun ergens tusschen het gebergte een
stuk gietscher in zee af. zoodat de deining merk
baar is tot aan de ligplaats der vliegtuigen, die
zacht heen en weer schommelen,
i Zpo juist Is een derde groote Italiaansche vlieg-
machine aangekomen, ze stopte te Tromsö, alvorens
i de laatste étappe te ondernemen.
Commandant Ravazzoni en de zijnen gaan eerst
nog eens uitslapen in het hotel en het vliegtuig
schommelt eenzaam gezellig aan een boei voor de
stad. Aan dat beweeg in de lucht is men hier reeds
gewoon geraakt.
Formeel* tegenspraak betreffende heit vin
den van Amundsen.
Het Noorsche Telegrambureau meldt tilt Tromso
dat de geruchten, als zou Amundsen gevonden zijn,
tegengesproken moet worden.
De Marina I vloog vier en een half uur lang in
mist en regen bij sterken wind en boven een woe
lige zee werd systematisch het zoeken naar de
Latham 47 met dit vliegtuig voortgezet, nu over een
gebied ten Westen van het tn de vorige dagen verken-
da (Nog steeds werd geen apoor van het Fransche
vliegtuig ontdekt
De commandant van de „Citta di Milano" gaf den
bestuurder van de Marina I, kapitein Ravazzoni, vrij
heid om zich zoodra het weer het zou toelaten
tijdelijk naar het 'Bereneiland te verplaatsen om daar
het zoeken voort te zetten in samenwerking met. den
Franschen kruiser „Strasbourg".
De pKrflssrtn" komt do groep Viglieri na
derbij.
Een Stefani bericht uit Rome van gisteravond elf
uur meldt, dat de „Krassin" was gevorderd tot 22 gr.
53 min. O.L. en zich bevond op een afstand van vijf
en vijftig mijl van de groep Viglieri.
Een gistermorgen gedane poging van de Zweedsche
vliegtuigen om van af de Hinlopcnstraat het kamp
der Italianen en van Lundborg to hereiken, mislukte
door den mist. En evenmin kon in het verloop van
den dag eenige andere vorkenning door de lucht met
gevolg worden doorgezet
Men is nog altijd zonder tijding van den vlieger
Baboeskjin, die in den avond van 29 Juni van den
ijsbreker .Malygin" is vertrokken.
Uit Moskou wordt gemeld, dat de ijsbreker „Kras-
sin" de bemanning van de „Italia" nog niet bereiken
kan, ofschoon het schip zich in de nabijheid bevindt.
Het ijs is te dik, doch de pogingen worden voortge-
zet
Ken gelukwensch van kapitein Lundborg
aan rijn vrouw.
Kapitein Lundborg, de redder van Nobile, heeft
gisteren, volgens een bericht uit Oslo, aan zijn vrouw,
die jarig was, het volgende telegram gezonden: „Har
telijkste gelukwenschen. Ik zit op de ijsschots maar
zal gered worden". Dit telegram is door de Cita di
Milano opgevangen en naar Zweden doorgezonden.
Naar men voorts uit Berlijn meldt, heeft Sven He-
din aan een correspondent van de Lokal Anzeiger te
Stockholm verklaard nog steeds niet de hoop te heb
ben ooeegeven, dat zijn vriend Amundsen levend zal
worden teruggevonden. Hij vermoedt dat Amundsen
op het een of andere eiland een noodlanding heeft
moeten maken.
Neg meer redders.
Naar Wolff meldt, heeft de Italiaansche regeering
het aanbod van den Duitschen vlieger Udet om met
een klein, van ski's voorzien vliegtuig, de redding
van de mannen der groep Viglieri te beproeven aan
genomen. Udet zal nog deze week van Hamburg ver
trekken en rekent 10 dagen noodig te hebben om te
Spitsbergen aan te komen. Hij neemt 2 vliegtuigen
mee en de andere bestuurder wordt de Noordpoolrei
ziger Ritscher.
De Ruesisohe vlieger Baboeejikin behouden.
De Russische vlieger Baboesjikin, die gedurende vijf
dagen vermist werd, is veilig aan boord van de „Ma-
lygin" teruggekeerd. Door den krachtigen wind was
hij gedwongen ten noordon van Hoop-oiland-op zee
te dalen, waar hij in verband met de ijsbergen vaak
in gevaar heeft verkeerd.
De onderzoekingen naar Amundsen door schepen
in den omtrek van Beren-eiland zijn voorloopig zon
der resultaat beëindigd. De „Michael Sars" is te Kings
bay aangekomen en de „Tordenskjold" is op weg
daarheen, ten einde kolen in te nemen. 'De „Strass-
bourg" en de „Helmland" gaan naar het Westen, ten
einde nabij Groenland nasporingen te doen. De
„Quentin Roosevelt" zal naar Tromsö vertrekken, om
daar kolen in te nemen.
De Duitsche hulpexpeditie voor de „Italia" zal mor
gen met het stoomschip „Cattaro" van Hamburg
naar Snitsbergen vertrekken. Naar men weet, staat
deze hulpexpeditie onder leiding van den vlieger
Udet
Op een boerenerf oud-Calvenhaar te Hellendoorn
zdjn dezer dagen biï toet graven van zand ruim H.
M. onder den beganen grond «en ruim 100 oude
zilveren1 geldstukken gevonden. Bif verrassing zag
de landbouwer op «eng zijn s&ndectoop met blin
kende gave geldschijven gevuld. Op de plaats stond
het vorige Jaar nog het woonhuis, dat sindsdien ver
bouwd is. De verzameling bestaat uit zilverstukken,
waaronder tlenschellingstukken en drie gulden?
atukken uit den tijd der Republiek met opschrift:
mon. noc. ordin. Zeelandiae 1690. Verder een enkele
munt van Zwolle en Deventer. Dan ook dertig-
stuiverstukken met opschrift: concordia res parvae
crescunt. Het grootste gedeelte zijn provincie
daalders of provincie-guldens met opschrift: mon.
arg. ord'. Foed. Belg. (Gehelmde Maagd en hoedï.
aan de achterzijde: Hanc tuemur hac nitimur. Het
oudste stuk dateert van 1639, het jongste van 1738.
•Vele stukken zijn sterk besnoeid, andere wat ge-
oxydeerd, doch over het algemeen goed bewaard
gebleven. Vermoedelijk is de zak waarin het was
verborgen,^verteerd in den grond.
'Het oud-Calvenhaar is een boerderij, die reeds
eeuwenoud is en leenroerig waa aan het kasteel
Schuilenburg aan de Regge.
Op uitnoodiging van den directeur van het Am-
sterdamsche marktwezen, ir. C. H. Claassen, hebben
een aantal journalisten een bezoek gebracht aan het
mlotorschip P. C. Hooft, van de Stoomvaartmij. Ne
derland, dat Zondag met een lading Indische fruit,
pompelmoes en sawoe manilla, van den nieuwen
oogst, aldaar is aangekomen. De vruchten hebben
zich, mede dank zij de goede verpakking de pom
pelmoezen omwikkeld met plantenvezels en verpakt
tusschen bamboestokken, de sawoe manilla in kleine
kistjes in de koelruimte goed gehouden. De vruch
ten waren lekker van smaak en goed van aanzien.
Tijdens het bezoek hebben ir. Claasen en prof. De
Bussy, ir. Utermferk en ir. Spoor, van het Koloniaal
Instituut, een en ander meegedeeld omtrent hetgeen
de laatste tijden ter bevordering van den invoer van
Indisch fruit in Nederland is geschied. Te dezer zake
is aamenwerking verkregen tusschen den Voorlich
tingsdienst der afd. tuinbouw van het departement
van landbouw in Ned.-Indië (voor den aankoop van
de vruenten), de stoomvaartmaatschappijen Neder
land en Rotterdamsche Lloyd (voor het vervoer), het
Koloniaal Instituut (in het bijzonder de afd. han
delsmuseum), der gemeentelijke dienst van het
marktwezen en de federatie van groot- en kleinhan
delaren in aardappelen, groenten en fruit (voor de
propaganda hier te lande en het brengen yru de
vrhehten onder de groote massa.)
Dank zij de samenwerking heeft men velerlei er
varing kunnen opdoen en zijn de eerste stappen ge
daan om tot een goed afzetgebied voor bepaalde
-oorten Indisch fruit hier te lande te geraken. De
pogingen werden onverzwakt voortgezet, te meer
daar reeds vruchten-importeurs uit Nederland naar
Ned.-Indië zijn vertrokken om te trachten handels
relaties op dit gebied daar aan te knoopenden ook
reeds exporteurs uit Ned-Indië op het oogenblik hier
te lande vertoeven om besprekingen te voeren.
Tijdens het bezoek aan de P. C. Hooft, vestigde
prof. De Bussy er nog mei nadruk do aandacht op,
dat de bevordering van den uitvoer van- het Indische
fruit van zoo groot belang is, omdat het hier be
treft niet de producten van de groote cultures, doch
die der kleine tuinbouw-cultures van de miandsche
bevolking.
Ir. Claassen achtte deze proefnemingen van zoo
groot belang, omdat indien zij gewenschte resultaat
leiden, men hier te lande tegen redelijke prijzen zal
krijgen nieuwe, voor de volksvoeding belangrijke
producten en Amsterdam1 (of een andere plaats in
Nederland) voor den handel in deze producten zal
kunnen worden een belangrijke markt, wellicht,
gezien de belangstelling, die nu reeds in het buiten
land bestaat, een internationale markt.
Op heden S Juli 1928 is onze Inrichting bezocht
door Oberregierungsrat a. D. Dr. fL Maijer, Landas-
tierarst Hamburg.
•Het geheele proces werd met groote belangstelling
gevolgd en de ter zake zeer deskundige bezoeker
gaf meerdere malen uiting van de gevoelens van
symiapthie voor datgene wat hier te Midwoud tot
stand gekomen was.
Vooral de combinatie noodslachtplaats-verwer
kingsinrichting achtte hij een zeer gelukkig© stap
Gabriele d'Anunzio ls een echte onruststoker ge
weest en toet is maar goed, dat hÜ zich op zijn
Waterkasteel in het Noordon van Italiö terugge
trokken heeft.
Anunzio la een aangenomen naam, want de man
bad een heel gewone ïtali&ainsche naam, zooieta
als Meijer In het Italiaansch.
De naam d'Anunzio heeft iets suggestiefs en de
vijanden verkaren, dat hij juist daarom dien hart"
heeft aangenomen.
Hoe men eohter over d'Anunzio mag oordeelen,
hij heeft zich steeds een dapper, doortastend Ita
liaansch patriot betoond. Men zegt wel eens gek
scherend over de Italianen: „Zij' riepen allen:
avanti (voorwaarts), maar bleven in de loopgraven",
doch van d'Anunzio kan men zooiets niet zeggen.
d'Anunzio ging er zelfs herhaaldelijk! als vrij
buiter en nog wel in vliegtuigen op af. nam bezit
van een plaats, plantte er do Italiaansche vlag en
riskeerende zijn leven.
Zonder zijn actie waren noch Triëst noch Fiume
Italiaansch geworden, want aan stfn actie met
Woord en geschrift paarde hij' den daad, stelde
Italië en do wereld voor non „fait accompli" en aan
Ihem is toet te danken, dat Italië er wat grond
gebied-toebedeeling na den vrede betreft, er iets
beter is afgekomen dan door de mogendheden be
doeld was. Frankrijk heeft heel ongaarne gebieds
uitbreiding aan Italië toegegeven.
Italië zal dat wel nooit vergeven en vergeten.
Vóór dat in 'Mei 1915 Italië partij trok voor de Ge
allieerden werd1 er geducht gewerkt èn door de
Geallieerden èn door de Centralen om Italië aan
hun kant te krijgen. Scheidemann kwam naat
Rome om von Bülow, don ex-kanselier, een handje
te helpen, maar het was alles tevergeefs, de stem
ming van het Italiaansche volk was anti-Duitsch.
Die stemming was zóó fel, dat men op een goeden
dag zelfs de auto van Scheidemann niet door wilde
laten, toen hij naar het telegraafkantoor reed, on
toen een diplomaat hem ter hulp kwam en met zijn
diplomatiek paspoort van een neutraal land vrije
jdoortocht van de politie eischte en verkreeg, vlogen
even later den inzittenden de steenen om de ooren.
Men trok in Italië de partij der Geallieerden, die de.
beste, maar waarschijnlijk ook de duurste propa
ganda gehouden hebben. Het is een feit, dat door
de pers en door spreekbeurten heel wat stemming
voor of tegen een land gemaakt kan worden.
Ik betreur altijd zoo. dat wij Hollanders niét een
betere nationale nieuwsdistributle in den vreemde
hebben. Wanneer wiji bijv. toet oneens zijn met onze
naburen, dan maken die altijd stemming en wij
doen er het zwijgen toe. Weliswaar heel deftig en
nobel, maar niet practisch enmen moet nu
eenmaal practisch zijn in de wereld. Wanneer men
met de neus in den wind blijft staan, wordt men
overreden.
Men was in Italië nooit pro-Fransch, on
danks, dat men aan Napoleon III veel te danken
had ten opzichte der eenheid van Italië onder do
Savoyaarden. Men had echter Nizza moeten afstaan
en echt Italiaansch telde men het afstaan van iets
kleins duizendmaal meer dan het verkrijgen van
een groot geheel.
Maar was men niet pro-Fransch, men was in elk
geval anti-Oostenrij'ksch en de door Engeland en
Frankrijk goed betaalde en goed geleide propaganda
sloeg1 op datOostenrijksche aanbeeld tot de von
ken er af vlogen. W'el drommel, men had wel ls
waar de Triple Alliantie gehad Duitschland--Oos
tenrijkItalië, maar toen het er op aan kwam in
1914, had Italië dadelijk niet-thuia gegeven. Nu
was de kunst Italië geheel om en naar do Gealll-
eerden te krijgen. Men hadi in dJAlnunzio een
keurig werktuig. Booze tongen beweren, dat hit
prettig leeft van de ruime opbrengst van zijn pen,
maar vooral dank zij de mooie Pond Sterling-
biljetten, die zijn vaderlandslievende volzinnen ln
ongekende uitbundigheid deden roepen om de te
ruggave van Italië irridenta, van toet onder Oosten-
rilksch Juk zuchtende Italië.
Wij, Hollanders, kunnen ons natuurlijk moeilijk
voorstellen hoe de massa opgezweept kan worden
met leuzen, die roepen om teruggave van land dat
vroeger eeuwen Noderlandsch was.
Wiji zullen ons heusch niet dik1 maken! om Bel
gië, de meeste Hollanders, althans vele Protes
tanten, zijn wat blij, dat we de 'Zuidelijke Neder
landen kwijt zijn, al geven ze natuurlijk wel toe,
dat we tezamen oen geweldig krachtig en voor
spoedig rijk zouden wezen-
Zelfs de meer het gebakerde Belgen loopen al
heel weinig warm, al blaft de Nation Beige, met
den hoer Nothomb aan toet hoofd, nog zoo hard om
uitlevering van Limburg, Brabant en Zeeuwacto-
Vlaanderen.
In Italië was dat' anders. Het heete bloed dor
Italianen begon gedurende de propaganda te koken
on het werd een obsessie voor hon to weten, dat
een gedeelte Europa, waar.de meerderheid der be
volking Italia&nsoli sprak, eigenlijk Italiaansch
was, niet tot Italiö behoorde.
Zoo kwam Italië in den oorlog tegen de Centra
len, waarmede het jaren lang een Drievoudig Ver
bond had gehad.
Weten we nog hoe hot ging? De Oostenrijkers,
gesteund door de Duitschers gaven de Italianen
zoodanig klop, dat de Geallieerden moesten ingrij
pen, en er Fransche en Engelsche hulptroepen moes
ten gezonden worden.
De Franschen, die Italië als bondgenoot hadden
gewenscht. ten einde geen troepen aan die grens
noodig te hebben, waren gedwongen troepen over
die grens naar de Adigo en Piavo te zenden ui.t
vrees, dat de Contralen Noord-Itaiiö zouden ver
meesteren en do Franschen hun grens togen die
hoeren zouden hebben to vordedirr.m. Met de hulp
troepen uit Engeland en Frankrijk koorde do krijgs
kans on langzaam maar zeker worden de Centra
len teruggodrongon. Daarbij kwam het verraad in
het Oostonrijksch-Hongaarscho leger den Gealli
eerden zoer t9 pas en eindelijk boekten de Itali
anen bij Vittorio Veneto een behoorlijke overwin
ning.
Het Piave-front was weer in takt. De Wapen
stilstand kwam en de Vrede. Met den Vrede kwam
het Bolsjewisme, het Noorden van Italië werd ge
regeerd door de Roode Vlag. Als reactie kwam hét
Fascisme. Het Fascisme heeft blf zijn staatsgreep
geprofiteerd van het feit, dat men de Rooden niet
luste en een ongelooflijk zwakke en weifelende Rs-
geering had. De Koning heeft zeer juist gevoeld,
dat met zulk een regeering een verzet ondoenlijk
was. Wel had hij: den staat van beleg kunnen deen
afkondigen, en troepen kunnen dóen vuren op d©
veelal slechts met knuppels gewapende Zwarthem-
den, maar de regeering zou steeds weer hebben ge
aarzeld en geweifeld: en revolutie, bloedige revolu
tie, eindigende met den val van het koningshuis,
en het uiteenspatten van Italië, ware onvermijde
lijk geweest.
De Koning zag in de Fascisten goed georgani-
seerden met een wil, met een vasten wil en schonk
daaraan zijn vertrouwen. Hiji spaarde Italië een
bloedbad en redde tevens \zijn troon.
Men vraagt mij: wel eens: Is d.e Koning gelukkig,
is hij tevreden met den gang van zaken? Ik ant
woord daarop slechts dit: Is het mogelijk, dat een
staatshoofd gelukkig of tevreden is. Kan een Do-
mergue, een Coolidge. een Hindenburg of een Wil-
helmina, een George IV, een Haakon gelukkig of
tevreden zijn?
Bij' eenig nadenken voelt ieder verstandig mensch,
dat het niet mogelijk is en dat al deze1 personen
een soort martelaren en martelaressen zijn.
Trouwens, wie ia gelukkig, wie is tevreden, wat
is geluk, wat is tevredenheid? Waarschijnlijk is
het zoo. De illusie is geluk, bij' de bevredigde illu
sie wUkt geluk en komt ontovrodenheid.
Daarom: Hebt illusies, hebt idealen en ge bezit ge
luk en een zekere tevredenheid. Illusies! Idealen!
Voor de Italianen bestaan er nog veel idealen,
veel illusies. Ga'briele d'Anunzio heeft verscheidene
illusies en Idealen naar voren gebracht en heeft
kans gezien er eenigen te doen verwezenlijlken.
De Italianen heerschen in Tyrol en in Fiume en
Triëst.
De Italianen heerschop op Rhodos. Tyrol kregen
zij bij de vredesvoorwaarden. Wilson, de betweter,
wilde hun echter niet meer geven, toen begon
d'Anunzio te schrijven en te spreknn, sprak o.a. van
het balcon van hot Palazzo Zuchelli, op den hoek
van Via Slstina, en Via Gregoriana nabil de Scala
di Spagua, en de Italianen namen hetgeen zü niet
gekregen hadden.
Steeds keek) de wereld even verbaasd, wanneer
èet in de couranten las, dat de Italianen bezit
adden genomen van Fiume en later van Rhodes,
maar men liet verder de zaak zooals zij was.
Intusschen kreeg Italië steeds meer gebied en
havens in de Middellandsche Zee en d'Anunzio
sprak en schreef met nieuwen geestdrift over: dl
Mare nostro.
Laten wij eens zien, wat daar eigenlijk mea be
doeld wordt en welke consequenties er aan dia
leuze verbonden ziin. Wanneer ik de Italianen zoo
vol enthousiasme hoor spreken van: „onze zee",
dan denk ik onwillekeurig: Du sprichst ein groeees
Wort gelassen aus!
•Maar het jonge Italië heeft reg steeds behoefte
aan nationalist!sche leuzen en tu*t klinkt zoo fraah
il Mare nostro.
Wordt vervolgd.