SCHETSEN:
ROODE ROZEN.
2. Jeanne heeft zich ook een Japon
met ronde moezen uitgekozen. De hare Is
van een roode ondergrond met witte moe
zen ln verschillende grootte. Het kleine
kraagje Is wit evenals de dubbele jabot
welke bevestigd ls aan de lange witte strook
met roode knoopjes, welke van den hals tot
onderaan de rok loopt. De witte ceintuur ls
gedrapeerd en met een paarlmoeren gesp
gesloten.
4. Annle ls zeer elegant ln grijs ge
kleed. Een rok met holle plooien wordt ge
dragen over de hemdblouse, welke van
Schotsche toile de Sole ls ln 3 kleuren
grijs, blauw en zwart. Ook deze mantel ls
trols quarts.
6. Renée houdt veel van beige en heeft
Benoodlgd 3.50 M. ln 1.40 M.
dan ook deze kleur voor haar ensemble uit
gekozen. De mantel, ln belde reps en we
derom trois-quarts, wordt geopend gedragen
en laat de japon zien die voor de rok geko-
7. Eindigen we met het japonnetje van
Henrlëtte ln zwart-zij den crêpe met veel
kleurige moesjes bedrukt een stof die
zeer in de mode ls. Twee gefronseerde
volants vormen den rok. De kraag ln hals-
doekvorm heeft zwarte moesjes op witten
ondergrond.
Benoodlgd I 3.50 M. In 1 M.
ojaagd, bleek van opwinding was ze
la gekomen. Het waa haar zelfs ontgaan,
do nieuwe dienstmaagd verzuimd had
koperen schel te poetsen, Iets dat steeds
r hot spreekuur moest geschieden en dat
gordijnen niet volkomen gelijk waren op-
•okken.
u was ze weer ln de hulskamer, liet
:htlg haar oog langs de reeds gedekte
il gaan, ontdeed zich van hoed en'man
en bleef zoo eenlge oogenbllkken voor
hoeksplcgel ataan, waarin zich het korte,
alge haar en het ontdane gezichtje weer-
gelde. "I
mooi waa zo niet, dat wist zij maar al
oed en na de eerste korte gelukssensa-
door een man opgemerkt en begeerd te
was ze met den Jongen arts getrouwd
hadden zij zich ln het kleine provlncle-
IJe gevestigd.
üker, Marlunm bad mei ïreugde en iel
Illusie de nieuwe taak, die nu op haar schou
ders rustte, aanvaard. Zonder veel hartzeer
had ze het ouderlijk huls verlaten, waar
moeder reeds lang een leegte had achterge
laten en waar vader, stil en eenzelvig den
meesten tijd ln zijn werkkamer doorbracht
en de vrije uren besteedde aan zijn liefheb
berij, waardoor hij soms dagen wegbleef om
te hengelen en te vlsschen.
Nu zou 't anders worden.
Een eigen home een gezellig milieu, hoe
licht en zonnig zou nu het huls worden,
waar ze haar man, na zijn moeilijken arbeid
zou opwachten. Hoe veel ook stelde zl] zich
voor van een samenwerken met hem o, zij
zou en kon hem helpen, vooral bU zijn
armenpraktijk.
De zieken zou ze bezoeken en hier en daar
een kinderhandje vullen of de rimpels van
een doorploegd voorhoofd wegstrljk.en
Nu gleden haar hander langs haar eigen,
vreemd vertrokken gezicht, waarvan de
mondhoeken nerveus trilden.
Qod hoe was het mogelijk ze had
toch geen aanleiding gegeven?
Juist een maand geleden was het onge
looflijke, het wonderlijke ln haar leven ge
komen, dat haar uit het verband had gerukt
en waartegen ulj zich ln machteloos verweer
verzette. ,1
Als gewoonlijk had zij zich 's morgens ge
reed gemaakt om een paar ziekenbezoeken
af te leggen en als altijd had ze uit den tuin
wat lossë bloemen voor de patiënten afge
sneden. „Vandaag moet Je eens extra Je
best doen", had haar man gezegd. „Een stak
kerd ongeneeslijk t.b.c., ton doode opge
schreven. Nog geen dertig JaarMis
schien kun Jo Iets voor hem doen".
En medelij lend, maar glimlachend had ze
zijn kamer betroden en toen de zaoht getinte
theerozen bU hem neergezet.
O, die dankbare blik die vreemd schit
terende oogen kon ze niet vergeten I Ze lie
ten haar niet meer los..,. Nóg begreep ze
niet, wat haar zoo eigenaardig bewogen had
nóg was t haar een raadsel, waarom zo
bij het voorlezen, dat ze op zijn verzoek
deed, de oogen onafgebroken op de letters
liet rusten en waarom het haar als een
schok doortrilde, toen hU bil bot afscheid
haar handen bleet vasthouden f
MedelijdenOch, zl) had reeds zoo
vele zieken voorgelezen aan zoo vclon
bloemen geschonken zoo vele wonlngon
was ze opgewekt lachend binnengekomen
om ze even later schreiend te verlaten
maar hier, bij dezen ten doode opgeschre
ven mensch, was t zoo heel anders, zoo
W9hderlljk beangstigend m teeb 199 Onge
kend vreugdevol geweest
En voor de allereerste maal had ze haar
man verzwegen, was ze vluchtig over de
blzonderheden van het bezoek heenge-
gledon....
Ook nu weer had zl] den zieken bezooht,
en stoeds sterker, steeds Intenser was de
Indruk geworden. Steeds dringender had
den zijn oogen gesproken en steeds dieper
drong dat wonderlijke geluksgevoel In haar
hart zóó, dat het haar den adem dreigde
te benemen...,
„Breng mij morgen een paar rozen
roode had hU gesmeekt.
Een duizeling had haar bevangen be
vend was zij opgestaan en haar heengaan
was als een vlucht geweest....
Nu was ze thuis ln haar eigen kamer
on onderging zij als altijd na hun samen
zijn de 'schrijnende reactie een gevool, dat
zU trachtte te verbinden aan het beeld van
een zieke, wiens laatste levensdagen zij wilde
verlichten.... Maar czitlsch controleerend,
begróep zU, dat de geluksbloem, die zij ge
bracht had, door den sterken geur haar zelf
dreigde te bedwelmen en dat de adoratie, die
fasclneerond tot haar kwam, bij haar Iets
anders had gewekt dan de rustige zekerheid,
de eerlijke, goed gemeende genegenheid van
Wfaw mwUcu» had kiemen dogg,
Als ln een droom ging ze door de
deuren naar den tuin, waar de donkers
gloeiden die hU begeerd had.
Het rinkelen der telefoon bracht hal
de werkelijkheid terug en haastig
afgeknipte bloem ln de hand liep
het toestel en luisterde....
„Of dokter onmiddellijk wilde komi
dringend een Inzinkingmeer
z|J niet.
Zonder meer, wist ze, waar het om
wléns levensmlnutcn geteld waren
Automatisch belde zij de edrossen o;
ze haar man wist te bereiken
Toen ging zo naar het
openbaring was gekomen
ln de handon....
De gordijnen waren gesloten...
H. H. DE BRUIN—b"
(Nadruk verboden.)
a adrosaexl op
ken.
huls, vanwiÉ
de roode
l/nfoiv
GEDACHTEN EN GEZEGDEN.
De epot eindigt, waar het Inzicht asofl
Ebner—EzcheUl
Niemand weet genoeg, maai neclC
veel,
Bbner—ÏÏ.H