SchagerCourant
Opening Olympische Spelen.
DE BROEKER VEILING.
Tweede Blad.
Ingezonden Stukken.
De plechtigheid in het Stadion.
Feuilleton.
Dinsdag 3! Juli 1928.
71ste Jaargang. No. 8296.
Schagen, 31 Juli 1928.
M. de R.!
Daar las lk in Uw blad van Zaterdag 1.1 weer een van
i velen mooie artikelen geteökend „Astor". „Mooi",
ndat ze zoo een diepe kern van „waarheid" bevatten.
Slke morgen als do heerlijke zonnestralen weer aan-
Ddlgen oen nieuwen dag, en in ons binnenste do
ioie gedachte weer opkomt, zio deze dag is al wordt
helaas door volen niet gezien, weer moolor dan
gister ten Westen in de eeuwigheid verdween,
n wordt weer sterker in ons de overtuiging, dat een-
Al d e dag zal aanbreken in al z'n pracht en praal,
arop de monschheid het leven waard zal vinden ge
ld te worden. Dan ook zal or weggevaagd zijn,
drukkende gevoel van beBtaansonzekerheld. De
eselroode der werkeloosheid, zal vervangen zijn door
plicht, tot bijdrage in de maatschappelijke wei-
art. Hot kind dat geboren staat te worden, zal met
„welkom" worden begroet. (Hen angst zal meer
hoeven te zijn in het gezin, omdat er straks een
ndje meer is.
Zeker die samenleving komt niet vanzelf. Het Is in
wereldgeschiedenis onbekend, dat een mensch vrij-
illg afstand deed van zijn voorrechten. Ziet hoe
I arbeider in onze dagen, nog moet vechten, om een
mpele paar dagen vacantie. Ook hun Btrijd is nog al-
Jd niet ten einde voor den 8-urendag. Den ouden van
Igen wordt nog altijd onthouden, een behoorlijk ver-
irgde oudendag, terwijl voor oorlogstuig nog elk Jaar,
iet christelijke? medewerking, mlllioenen guldens wor-
in weggesmeten.
En toch wij zeiden hierboven reeds, en wij herhalen
it met innige overtuiging, eenmaal zal de komende
ichheid zich even diep schamen als verbazen,
it de menschheld der 20ste eeuw dit alles zoolang heeft
Iragen, heeft geduld.
Ii ons een levenslust Iets te hebben kunnen bijdragen
>nze medemenschen opmerkzaam te maken op deze mls-
itanden. Wij zullen ons door niets laten weerhouden dit
blijven doen. Wij gaan 18 Sept. weer in groote getallen
emonstreeren, om ons levensbeginsel uit te dragen.
Ja, zeker, „waarde Astor"! laten we onze geest on-
anks het klimmen der Jaren frlsch houden! Komt dan
Wet der noodzakelijkheid, ons als offer vragen, dan
even wij dat offer met te meer vreugde, omdat we gaan
de overtuiging Iets voor onze medemenschen te
ebben gedaan.
J. W.
'Aco Zsrt gasirsrt sffijspwes, jEfetex&s* wwrfl e».€0
besteed. Eigenheimers waren Sn den aanvang der week
mssr gswild dan later; toen werd n.1. van f 8.20—7.10
besteed, Vrijdag en Zaterdag lagen de prljsen tusschen
f 4.10—4.90.
Voor het eerst kwam ïdeal aan de veiling; de naam is
wolnlg ln overeenstemming met de werkelijkheid. Deze
aardappelsoort is zeer ongelijk van vorm on erg ge
borsten. Het U.CJ.B, heoft dan ook eon verstandig be
sluit genomen mot se te schrappen van de lijst der soor
ten, waarvoor het U.C.B.-mork wordt gogeven. De
prijs liep van t 8.10—8,90. Duken brachten f 44.Ö0 op.
In het geheel werden ruim 121 spoorwagons aardap
pels geveild.
Voor zllvernep werden goede prijzen betaald, n.1. van
f 12.8015.80, voor drielingen van f 5.206.70.
Van de vroege koolsoorten is de aanvoer van roode
kool reeds belangrijk, de prijzen zijn goed. Voor deze
kool werden zeer gelijkmatige prijzen besteed. De laag
ste lagen tusschen f 8:30—9.90, de hoogste tusschen
f 10.80—12.50. De aanvoer beliep ongeveer 52 spoorwa
gons.
Witte kool bracht aanvankelijk f 8.50 op, Woensdag
f 6.60—8.80, Zaterdag f 9.20—10.30.
Gele kool had*Vrijdag de slechtste markt, n.1. f 0.50
7.80. Maandag daaraan voorafgaande was de noteering
f 8.60—10.80, terwijl Zaterdag d.a.v. van f 13.20—13.50
werd besteed.
Wat de tomaten betreft, de prijzen ervan zijn nog niet
slocht; doch zo zijn voortdurend dalende. Moest de vo
rige week reeds van een aanzienlijke teruggang gewag
wzrtta mruwffll» ooft dwz* -mis dsudB* d»
Voor A-soort werd gemiddeld In den aanvang f 28 gs-|
maakt, B f 18.60, O f 18.30, en OOf 12.80. Wel kon dtse
prijs voor d# B. en C-eoort op t laatst een paar gulden
stijgen, doch de oude animo voor dit product ontbrak,
De wortelenprlj^en waren in doorsnee Iets beter dan
die der vorige week. Er werd van f 5.90—9.80 betaald.
Aan bloemkool werd in totaal 182400 stuks aange
voerd. Do prijzen waren lager dan do vorige week, dooh
zoodanig, dut, «Ie de teelt wat meevalt (de dranlhartlg-
held treodt n.1. weer al vrij ernstig op), daarover nog
niet volt te klagen. Maandag werd f 10.80—19.80 be
steed, Woensdag f 12.80—20.80, Zaterdag f 9—21.80. Voor
tweede soort werd gemiddeld een paar rijksdaalders be
taald.
De aangevoerde slaboonen brachten van f 8048.20 op.
Voor een partij rabarber werd f 2.00 besteed.
Als we een vergelijking maken tusschen de huidige
prijzen en die van veleden jaar in dezelfde week, dan
leert die, dat de aardappels toen ongeveer f 1 hooger
in prijs waren, dat de wortelen ruim 50 pet. duurder zijn
op 't oogenblik dan het vorig jaar, dat de bloemkool on
geveer dezelfde prijzen oplevert; dat de roode kool dub
bel zoo duur is als in 1927, dat ook de gele kool aanmer
kelijk duurder is; de tomaten thans iets goedkooper
zijn, zoodat de toestand op 't oogenblik ln 't algemeen
geen stof tot klagen geeft. Jammer intusschen, dat de
flnanclcele resultaten der vroego aardappelencampagne
zooveel te wenschen heeft overgelaten, gedurende een
8-tal weken.
veergwh reven Olymyleoben eed !a U VttaM&c «Ml
uit, waarvan de vertaling ale volgt luidt;
„Wij zweren, dat wij bij de Olympische Spelen
eerlijke tegenstanders zullen zijn en de voor de
Spelen geldende reglementen naleven zullen. Ons
deelnemen zal geschieden ln een ridderlijken geest,
tot eer van ons vaderland en tot glorie van de sport."
Terwijl doze eed plechtig wordt afgelegd, heffen alle
ln het middenveld opgestelde deelnemers de reohter*
hand omhoog, ter bekrachtiging van Denia' woorden.
Dan valt het zangkoor der 1200 zangera ten vierde
male ln met het zingen van Richard Hol's kraohtige
„Holland's Glorie", dat door de arena klinkt als een
uiting van Nederlandsche kracht en energie, aan den
dag gelegd bij den jarenlangen arbeid tot organisatie
van dit wereldsporttournooL
En daarmee is de plechtige opening van de Spelen
der IXe Olympiade geschied.
DE OVERWELDIGENDE VREEMDEUNGEN-
TOEVLOED IN DE HOOFDSTAD.
Om en op het Centraalstation en den Dam.
HET ENTBéE DER DEELNEMERS.
AMSTERDAM IN FEESTTOOL
Vroege aardappelen, voor export bestemd,
brachten gemiddeld 80 cent per 100 Kg. meer
op; voor binnenland echter ruim een halven
gulden minder. Zllvernep goede prezen.
De verschillende vroege koolsoorten zijn
vrij duur; reeds groote aanvoeren van roode
kool.. Tomaten dalende prijzen. Bloem
kool zeer bevredigend in prijs. Kleine aan
voeren van slaboonen. Wortelen vrij goed
geprijsd.
[v,
Verwachtten we de vorige week, dat de aanvoer van
jvroege aardappelen minder zou worden, deze verwach
ting is niet uitgekomen, daar n.1. nog enkele wagens
neer werden geveild. Allicht moet dit hieraan worden
oegeschreven, dat door verschillende tuinbouwers ter
orzake van de lage prijzen nog even de kat uit den
loom was gekeken, en nu, door de eenig3zlns hoogere
irijzen der export-aardappelen, tot rooien werd over-
;egaan.
Als nieuwe producten kregen we Duken en Ideal aan
e veiling, terwijl ook rabarber ais een witte raaf ver-
cheen.
De Schotsche muizen golden deze week voor wat be-
reft de export-aardappelen f 4 en hooger tot ongeveer
5. De vorige week werd steeds beneden de f 4 betaald,
lleën Zaterdag was de betere tendens merkbaar en kon
even boven de f 4 worden gemaakt. Die voor het bin
nenland bestemd, bleven als hoogste prijs beneden de
7, Vrijdag en Zaterdag kon als maximum-prijs zelfs
liet meer dan f 8.20 worden gemaakt Veel la dan ook
usfichen de f 5 en f 6 verkocht Schoolmeesters brach
ten in 't begin der week van f 4.40 tot f 8.10 op, later
Zoo is dan eindelijk het groote oogenblik aangebro
ken. Zaterdagmiddag heöft de plechtige opening van
de Spelen der IXde Olympiade plaats gevonden.
Amsterdam was ln feesttooi. De vlaggen wapperden,
niet alleen de Hollandsche driekleur, maar talloos vele
andere, vreemde vlaggen, sierden de hoofdstad. Hier en
daar waren de bruggen, pleinen en grachten met groen
en oranje versierd en overal ln het centrum heerscht
een cosmopolitlsch gedoe, als Amsterdam maar zelden
kenmerkt; geheele kudden zwaar-bebrilde Amerikanen,
korenblonde Finnen, donkergetinte Mexicanen, Span
jaarden en andere Latijnen, kittige Japannertjes en
majestueuse Indiërs
Van twaalf uur af begon de uittocht naar het Olym
pische Stadion: alle taxi's, die Amsterdam rijk is, wa
ren te voorschijn gehaald en nog kwamen de chauffeurs
wagens te kort om de duizenden naar de arena aan den
Amstelveenschen weg te vervoeren. Trams waren be
pakt on beladen tot er niemand meer bij kon, maar
hot goede humeur van allen, die een kaart hadden we
ten te veroveren voor het Stadion, deed alles gelaten
en blijmoedig dragen.
ia bet Stadion.
Te 12 uur openden zich de poorten van het Stadion
waarbinnen het kwistig aangebrachte vlaggedoek een
bonte mengeling van kleuren te voorschijn roept. Ge
leidelijk vullen zich de trotsche tribunes. Een geani
meerde stemming heerscht er binnen do muren van
dit machtige gebouw; allen wachten met intense span
ning op de dingen, die komen: de opening der Spelen
l' vaii de IXe Olympiade, een plechtigheid, die Nederland
I ln de eerste honderd jaar wel niet meer binnen zijn
grenzen zal mogen aanschouwen! Om half twee wor
den de Stadiondeuren gesloten om buiten de arena vrije
gelegenheid te geven voor het opstellen der athleten,
die straks zullen defileeren.
De Prins komt
j Een luid gejuich stijgt op onder de geweldige me-
nlgte, wanneer tegen tweeën ZJC.H. Prins Hendrik ln
een gala-rijtuig, bespannen met vier paarden, het Star
dion binnenrijdt. De Prins zal, als vertegenwoordiger
i van H. M. de Koningin, de Spelen openen.
Terwijl de koninklijke standaard geheschen wordt,
zet de muziek en het zangkoor der 1200 onder leiding
van Fred. J. Roeske ons mooie volkslied ln, dat velen,
schuchter eerst, krachtig daarna meezingen.
In het Stadion heerscht een stemming als nooit te
voren. De spanning ls merkbaar, voelbaar.
Terwijl de muziek nog naklinkt opent zich de Mara-
thanpoort voor de deelnemers aan de Spelen der IXe
Olympiade.
Het défilé gaat beginnen
De eerste, die op het tooneel van verwoesting ver
scheen, was de oude handelaar in maansteenen. Hij
scheen een paar buitengewoon scherpe oogen te bezit
ten, want met de vlugheid en lenigheid van een aap be
woog hij zich voort. De linkerhoek van het huis was
geheel en al verdwenen, waardoor de zijkamer volko
men zichtbaar werd.
De menigte uit de balzaal had zich angstig bijeen ver
zameld. De rook was zoo dik, dat men dien wel snijden
Von.
_Lenlg als een aorobaat bewoog de handelaar In maan-
teenen zich voort. Even stond hij stil om te luisteren...
jJs daar iemand?" vroeg hij hardop. „Noel, ben jij
war?" Geen antwoord word gehoord. Behoedzaam kroop
'IJ verder.
..Is do jongen dood?" vroeg Kolonel Bradlaw angstig.
„Dat zou ik nog niet kunnen zoggen," luidde het ant
woord. „Kunt U me ook soms een lantaarn bezorgen?"
Oh, hallo..."
Aan zijn voeten bewoog zich iets, en hij onderscheidde
«en dof gekreun.
De zoeker stond stil: „Hallo," zei hij opnieuw. „Noel
oen jy het, oude Jong? Ik ben hier... vlak bU Je. Ik zal
le helpen."
Een stem antwoordde hemeen heesche, gesmoorde
«tem. Een hand werd opgehevon, en men hoorde het
gekraak van hout, waaronder een levend wezen zich
oevond, dat vocht om bevrijd te worden.
En dien avond deed de ééne arm van den maansteen-
erkooper zooveel werk en bewees den eigenaar daar-
zulke diensten, dat hij er zich later over verbaasde
wt alles bereikt te hebben.
J0® man' d'e k0-1* bedolven lag onder stukken steen
hout, stelde bijna bovenmenschelijke pogingen in het
««rk om overeind te komen.
„Waar ben je gewond, oude jongen? Tracht je kalm
te houden. Waar heb je de meeste pijn?"
j „Mijn hoofd... mijn gezicht... mijn oogen. Oh, groote
I God, mijn oogen!"
Hierop klonk een benauwd gekuch en daarna werden
er opnieuw pogingen aangewend om zich overeind te
richten.
Eindelijk gelukte het... De lantaarn was gebracht en
deze bescheen thans het zwarte, met bloed overdekte
gelaat van den jongen Noel.
„Noel... Is het Noel?" vroeg Kolonel Bradlaw fluiste
rend.
i En de jonge man zelf antwoordde hem. Het bloed liep
uit zijn mond, ooren en oogen... „Ja, lk ben het; Het
is... met me... afgeloopen. Oh, breng In Godsnaam een
'lantaarn. Ik kan niets zien... Ik kam niets zien."
De arm van den handelaar ln maansteenen was om
hem heengeslagen om hem zooveel mogelijk op te bou-
,Jn orde, beste kerel. Zoo zal het wel gaan," mom-
pfle hij.
„Maar breng dan toch een licht... licht", klonk het
wanhopig. „Vervloekt nog aan toe... ^Dc moet zien... ik
jwil zien... Ik..."
„Mijn beste jongen, op dit oogenblik kan dat niet,"
zei Nick kalm en sussend. „Dat ellendige bloed ls ln je
oogon gekomen. Straks zal het wel beter zijn."
„Nee, het ia het bloed niet... Het is het bloed niet"
klonk het koppig. En plotseling wierp Noel met een
vreeaelijken kreet zijn armen omhoog. „Groote God...
Ik ben blind... Ik ben blind."
Zijn laatste krachten schenen hem verlaten te hebben.
Zijn knieën sloegen dubbel en hij viel bewusteloos aan
de voeten vap den Kolonel neer...
HOOFDSTUK XXIV.
HET GROOTE, GROOTE LEVENSSPEL.
Het duurde een paar uur, voordat Noel weer volko
men bijkwam. Eensklaps was het bewustzijn weer tot
hem teruggekeerd... Dichte duisternis heerschte om
hem heen en de herinnering aan dat vreeselijke voorval
liet zich gelden. Zijn hoofd was geheel en al verbonden
en hij schoof het ongeduldig op het kussen heen en weer.
„Wilt U alsjeblieft rustig blijven, liggen?" vroeg de
Iersche regimentsdokter, die bij zijn bed was gezeten.
„Nee", antwoordde hij woedend. „Waarom voor den
duivel zou lk dat doen? Waar ben ik op het oogenblik?
En wat gebeurt er met me? Ben lk... ben ik voor de
rest van mijn leven blind?"
De dokter antwoordde onmiddellijk op vriendelijken
tpon: „Nee, gelukkig ls het zoo erg niet, Maar je zult
De intocht der deelnemen.
Hierna ontsluiten zich de poorten onder de Marathon
toren, waardoor de vertegenwoordigers der deelnemen
de landen hun intocht gaan maken.
Elke delegatie wordt voorafgegaan door een schild
drager, welke den naam toont van het land, en een
athleet, die de nationale vlag torst Daarachter komen
eerst de officials en vervolgens de deelnemers van de
betrokken natie. Griekenland trekt als bakermat der
Olympische Spelen, voorop; Nederlands als ontvangend
en organlseerend land, sluit den stoet. De marschorde
ls overigens volgens de letters van het alphabet
Het is een grandioze, fleurige optocht, die een leven
dig schouwspel oplevert door het vlaggengewaal en de
diverse uniformen der deelnemende landen.
Een uur lang duurt het défilé, alvorens de 4 A 5000
vertegenwoordigers der Internationale sportwereld
binnen de Stadionmuren op het groote grasveld verza
meld zijn.
Terwijl nu gansch de arena gevuld ls met den bloem
der jongelingschap van heel de wereld, verheft zich een
figuur, die meer dan alle andere magistraten getoond
heeft de zaak der Olympische Spelen een warm hart
toe te dragen: het is dr. J. Th. de Visser, oud-mlnlster
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, eerelid van
het Ned. Olympisch Comité, dezelfde die indertijd ln de
Tweede Kamer zoo krachtig heeft verdedigd het wets
ontwerp tot regeeringssteun aan de Olympische Spelen.
Dr. De Visser houdt voor den microfoon de ln diepe
stilte aangehoorde wijdingsrede, die door middel van
luidsprekers in heel het Stadion gevolgd kan worden.
Plechtige proclamatie.
Nadat door ruim twaalf honderd zangers een glori-
euse demonstratie van massazang ls gegeven en de
voorzitter van de Olympische Spelen den athleten een
hartelijk welkom heeft toegeroepen, komt het eigen
lijke moment van de plechtige opening der Spelen. Prins
Hendrik verheft zich en zegt het volgende:
„In naam van Hare Majesteit de Koningin ver
klaar ik voor geopend de Spelen van 1928 ter vie
ring van de IXe Olympiade, volgens de moderne
tijdrekening".
Onmiddellijk daarna klinkt trompetgeschal door de
arena en donderen de kanonschoten.
Terwijl langzaam de Olympische vlag met de sym
bolische vijf ringen vijf werelddeelen door de sport
vereenigd! aan den eere-standaard wordt geheschen
klinkt opnieuw het machtige koor der 1200 zangers.
De Olympische eed.
Na hét zingen treden de vaandeldragers der 45 landen
naar voren. Zij stellen zich op ln een halven cirkel voor4
de Koninklijke tribune, waama overgegaan wordt tot
de plechtige eedsaflegging.
Ir. Harry Denis, aanvoerder van het Nederlandsche
voetbal-elftal, een der sympathiekste voetballers, dien wij
kennen, komt naar voren als vertegenwoordiger der
Nederlandsche sportsmen, Met de linkerhand steunend
op de door den Nederlandschen vaandeldrager, den
zwaargewicht-bokser Oly, kampioen van Nederland,
Do vreemdellngentoevloed, welke Zaterdag ln de
hoofdstad heeft plaats gehad, ls overweldigend geweest
Het was eon reusachtige mierenhoop gelijk, eon ver
bijsterende drukte, zooals Amsterdam waarschijnlijk
nooit te voren heeft aanschouwd.
Een indruk van dezen massa-intocht geeft de Amster-
damBChe corr. van do N.R.Ct. ln zijn blad van Zaterdag
ln het volgende weer:
Alle nonnen om te schatten hoe groot wel do stroom
van vreemdelingen ls, die vandaag uit het Centraal
station over hot Damrak, zich over de stad heoft ver
spreid, ontbreken. Mon krijgt don Indruk, dat de Am
sterdammers zelfs de Nederlanders, onder den geweldi
gen toevloed als verloren zijn geraakt. Men hoort onze
taal op straat nauwelijks meer. Op het Stationsplein is
het een gewlr-war van alle Boorten auto's, waaronder
veel touring-cars, hetwelk sterk doet denken aan de
verbijsterende drukte, welke den vreemdeling overwel
digt op het oogenblik, dat hij voor het eerst in zijn
leven de Gare du Nord te Parijs verlaat om zich In dien
maalstroom te storten. Maar het draagt hier nu nog
veel meer het karakter van het internationale; uit alle
hoeken der aarde zijn de vreemdelingen hier saam-
gestroomd; dikwijls een bonte mengeling van kleeder
drachten, waaraan het sportieve, Olympische tintje,
hetwelk velen naar aard van eigen land en zede aan hun
dracht hebben gegeven, een te merkwaardiger karak
ter geeft
Het treinverkeer is enorm overbelast geweest. Elke
trein, volgens de normale dienstregeling, wordt vooraf
gegaan en gevolgd door een extra-trein. Vooral de boot
trein uit Vlisslngen was, zooals een beambte van het
Centraal-statlon zich uitdrukte, toen wij hem om In
lichtingen vroegen: „afgestampt" met Engelschen en
Amerikanen.
Daarbij kwam dan nog de drukte van de Amster
dammers, die zich, onverstoorbaar alsof er geen Olym
pische Spelen bestaan, van hun week-end aan zee of
ln het Gooi niet Heten afhouden. In den gestadlgen
toevloed van vreemdelingen gingen zij echter verloren.
Die gaat onafgebroken voort, door den hoofduitgang,
onder de Olympische en de Nederlandsche vlaggen
door, het Damrak op, Btadwaarts, stadionwaarts.
Tooneeltjes, die anders heele opstootjes zouden ver
wekken, 'worden nu nauwelijks opgemerkt, bijvoorbeeld
een groepje ln kleurige sportjasjes gedoste Amerikaon-
sche jongelui, die, eindelijk het land van de „wooden
shoes" (klompen) hunner droomen bereikt hebbend,
hun bruine, met dik rubber gezoolde molières te ver
wisselen tegen sierklompen, welke zij ln een „curioslty-
shop" zijn machtig geworden. Overal ziet men groepjes
vreemdelingen verzameld, nu niet meer aangegaapt door
de Amsterdamsche straatjeugd, omdat dit schouwspel
al h8el gauw het aantrekkelijke van het nieuwe voor
hen verloren heeft En, merkwaardig, de poppenkast
midden op den Dam neemt weer de belangstelling
in beslag; die heeft haar gewone publiek, nu nog
vermeerderd door een heele oploop van vreemdelingen,
die goedig lachen om het daar vertoonde drama, het
weten te apprecieeren, zonder den sappig-Amaterdam-
schen tekst te kunnen volgen.
I
De avonddrukte ïn de stad. Verlichte
torens en grachten.
De wondermooie verlichting van den Westertoren,
van de Heeren- en Keizersgracht tusschen Vijzel- en
Rëguliersgracht, en van deze laatste, een der schoonste
van Amsterdams grachten, verder de verlichting van de
fontein op het Frederikpleln, had onze vroedschap be
stemd als een vergoeding voor het groote Amsterdam
sche publiek voor het missen van het eigenlijk Olym
pisch festijn binnen de Stadionmuren.
En deze daad van het stadsbestuur heeft de burgerij
op grooten prijs gesteld en ten volle heeft zij ln kalme
voldaanheid genoten van de groote schoonheid, welke
het grachtenbeeld In gouden lichtlijnen, die zich ala
plassen vloeibaar goud in het stille water weerspiegel
den, bood. In vele duizendtallen, lngetelde scharen, zijn
Je vooreerst moeten gedragen, alsof Je inderdaad niet
meer zien kunt, want anders kan het beroerd met Je
afloopen. We hebben Je naar de bungalow van de Mus-
graves gebracht; mevrouw Musgrave stond er op Je te
willen verplegen. En nu mag Je niet mere praten, doch
Je drankje als een brave jongen naar binnen werken."
Er kwam een trek van walging op Noel's gezicht,
toen hij deed wat hem verzocht werd, want hij had nog
voortdurend een bloedsmaak in zijn mond. Dit was de
eerste maal ln zijn leven, dat hij inderdaad ziek was en
hij was volstrekt niet van plan de bevelen van den dok
ter op te volgen.
„Laten we nu eens hooren, wat er gebeurd Is," zei hij
ongeduldig. „Oh, laat me alsjeblieft alleen... Wanneer
mag dat vervloekte verband van mijn oogen af?"
„Vooreerst nog niet, beste Jongen". Niettegenstaande
de dokter dit antwoord op opgewekten toon gaf, lag er
toch een blik van diepmedelijden in zUn oogen. „En
waag het ook niet er aan te zitten peuteren, zoodra
lk je mijn rug heb toegekeerd, want anders ben Je
zelf voor de gevolgen daarvan verantwoordelijk."
„Het kan me geen steek schelen... Ik wil opstaan",
zei hij koppig.
„Dat kan niet gebeuren," luidde het antwoord. „Je
moet kalmpjes blijven liggen. Bovendien zou Je tot de
ontdekking komen, als je Inderdaad opstond, dat Je zoo
zwak als een pasgeboren kind bent"
Noel strekte zich een weinig uit HIJ werd op dat
oogenblik door bijna onduldbare pijnen gekweld en hij
moest zijn tanden vast opeen klemmen en zijn vuisten
ballen om deze te kunnen uithouden.
Na enkele oogenblikken hief hij zijn hoofd weer op.
„Ben je daar nog Maloney?"
„Ja, beste kerel," antwoordde dokter Maloney.
„Wil je dan alsjeblieft verdwijnen en iemand bij me
sturen, die me van AZ kan vertellene, wat er eigen
lijk gisteravond met me gebeurd ls."
„Dat kan ijk je wel zeggen," begon Maloney.
Noel viel hem echter kortaf in de rede. „Nee, Jij niet
Je bent zulk een vervloekte leugenaar... Het ls vol
strekt niet mijn bedoeling je te beleedlgen, hoor. Kan
Nick niet even hier komen?"
„Zoolang je nog zulke hooge koortsen hebt, is het
beter, dat Je geen bezoek ontvangt," protesteerde Ma^-
loney.
„Doe alsjeblieft wat lk zeg." hield Noel aan.
De Iersche dokter zag in, dat het geenerlel nut kon
hebben zich langer te verzetten, want dat hij hierdoor
den patiënt nog meer zou opwinden. Na Noel plech
tig te hebben laten beloven zich gedurende zijn afwe
zigheid niet te bewegen, verliet hij het vertrek,
En terwijl Noel daar alleen lag, had hij het gevoel,
alsof zijn hersenen in brand stonden en zUn oogen
gloeiende kolen waren.
Hoewel de pijnen bijkans niet te dragen waren, be
greep de jonge man toch op dat moment ten volle, dat
hij al dit afschuwelijke onder de oogen moest zien.
Rusteloos bewoog hij zijn hoofd heen en weer. Het
kwam hem voor, alsof hij niet langer deze vreeselijke
smarten zou kunnen doorstaan... Plotseling kwam hij
tot de ontdekking, dat hij sprak. Hij wist ternauwer
nood, wat hij eigenlijk zei, maar hij voelde, dat hij tot
eiken prijs moest voortgaan.
„Wij smeeken U oh God: verlicht onze duisternis"
Het leek hem toe, alsof hij dezen éénen zin voortdurend
moest herhalen om zichzelf voor krankzinnigheid te
behoeden. „Verlicht onze duisternis. Verlicht onze duis
ternis. Wij smeeken U, oh God: verlicht onze duister
nis."
Toen hield hij Ineens op. Wat voor nut kon het ook
hebben, dacht hij somber. Gebeden worden alleen ver
hoord, wanneer reine, kleine kinderen, zooals Peggy,
die uitspraken.
Niettemin kwam dezelfde smeekbede hem weer over
de lippen. In die momenten was hij als een klein kind,
dat ln donker zit en dat hartstochtelijk smeekt het
weer in het zonlicht te brengen. Geen antwoord werd
evenwel gehoord en opnieuw maakte een gevoel van
bitterheid zich van hem meester. Men had hem uit de
wereld weggerukt, welke hij zoo liefhad en hem ln een
,hel van Bmarten en duisternis gebracht
Het was beter... duizendmaal beter geweest... wan
neer hij meteen dood was geweest Want wat hij thans
moest doormaken, was erger dan de dood.
Alles In hem kwam in verzet... Hij kon dien afschu-
welijken last niet dragen. Hij wilde sterven. HU zou er
wel iets op vinden om aan dien dokter te ontkomen...
Hij weigerde geketend te blijven tusschen leven en dood.
Hij zou die boeien verbreken. Hij moest vrij zijn.
Hij ging rechtovereind in bed zitten... Nu was het
tijd... Misschien zou er nooit meer een andere kans ko
men. En er zou toch wel Iets te vinden zijn, waardoor
hij uit deze hel verlost kon worden.
Hij werd hiertoe aangedreven door steeds hooger stij
gende koortsen. Het volgende oogenblik zou hij reeds
zijn bed hebben verlaten, toen hij eensklaps de deur
1 hoorde openen... Het moest een vrouw zijn, die binnen
trad, dacht Noel, want hij onderscheidde het geritsel
van een rok.
Wordt vervolgd.