SchagerCourant Opening Olympische Spelen. DE BROEKER VEILING. Tweede Blad. Ingezonden Stukken. De plechtigheid in het Stadion. Feuilleton. Dinsdag 3! Juli 1928. 71ste Jaargang. No. 8296. Schagen, 31 Juli 1928. M. de R.! Daar las lk in Uw blad van Zaterdag 1.1 weer een van i velen mooie artikelen geteökend „Astor". „Mooi", ndat ze zoo een diepe kern van „waarheid" bevatten. Slke morgen als do heerlijke zonnestralen weer aan- Ddlgen oen nieuwen dag, en in ons binnenste do ioie gedachte weer opkomt, zio deze dag is al wordt helaas door volen niet gezien, weer moolor dan gister ten Westen in de eeuwigheid verdween, n wordt weer sterker in ons de overtuiging, dat een- Al d e dag zal aanbreken in al z'n pracht en praal, arop de monschheid het leven waard zal vinden ge ld te worden. Dan ook zal or weggevaagd zijn, drukkende gevoel van beBtaansonzekerheld. De eselroode der werkeloosheid, zal vervangen zijn door plicht, tot bijdrage in de maatschappelijke wei- art. Hot kind dat geboren staat te worden, zal met „welkom" worden begroet. (Hen angst zal meer hoeven te zijn in het gezin, omdat er straks een ndje meer is. Zeker die samenleving komt niet vanzelf. Het Is in wereldgeschiedenis onbekend, dat een mensch vrij- illg afstand deed van zijn voorrechten. Ziet hoe I arbeider in onze dagen, nog moet vechten, om een mpele paar dagen vacantie. Ook hun Btrijd is nog al- Jd niet ten einde voor den 8-urendag. Den ouden van Igen wordt nog altijd onthouden, een behoorlijk ver- irgde oudendag, terwijl voor oorlogstuig nog elk Jaar, iet christelijke? medewerking, mlllioenen guldens wor- in weggesmeten. En toch wij zeiden hierboven reeds, en wij herhalen it met innige overtuiging, eenmaal zal de komende ichheid zich even diep schamen als verbazen, it de menschheld der 20ste eeuw dit alles zoolang heeft Iragen, heeft geduld. Ii ons een levenslust Iets te hebben kunnen bijdragen >nze medemenschen opmerkzaam te maken op deze mls- itanden. Wij zullen ons door niets laten weerhouden dit blijven doen. Wij gaan 18 Sept. weer in groote getallen emonstreeren, om ons levensbeginsel uit te dragen. Ja, zeker, „waarde Astor"! laten we onze geest on- anks het klimmen der Jaren frlsch houden! Komt dan Wet der noodzakelijkheid, ons als offer vragen, dan even wij dat offer met te meer vreugde, omdat we gaan de overtuiging Iets voor onze medemenschen te ebben gedaan. J. W. 'Aco Zsrt gasirsrt sffijspwes, jEfetex&s* wwrfl e».€0 besteed. Eigenheimers waren Sn den aanvang der week mssr gswild dan later; toen werd n.1. van f 8.20—7.10 besteed, Vrijdag en Zaterdag lagen de prljsen tusschen f 4.10—4.90. Voor het eerst kwam ïdeal aan de veiling; de naam is wolnlg ln overeenstemming met de werkelijkheid. Deze aardappelsoort is zeer ongelijk van vorm on erg ge borsten. Het U.CJ.B, heoft dan ook eon verstandig be sluit genomen mot se te schrappen van de lijst der soor ten, waarvoor het U.C.B.-mork wordt gogeven. De prijs liep van t 8.10—8,90. Duken brachten f 44.Ö0 op. In het geheel werden ruim 121 spoorwagons aardap pels geveild. Voor zllvernep werden goede prijzen betaald, n.1. van f 12.8015.80, voor drielingen van f 5.206.70. Van de vroege koolsoorten is de aanvoer van roode kool reeds belangrijk, de prijzen zijn goed. Voor deze kool werden zeer gelijkmatige prijzen besteed. De laag ste lagen tusschen f 8:30—9.90, de hoogste tusschen f 10.80—12.50. De aanvoer beliep ongeveer 52 spoorwa gons. Witte kool bracht aanvankelijk f 8.50 op, Woensdag f 6.60—8.80, Zaterdag f 9.20—10.30. Gele kool had*Vrijdag de slechtste markt, n.1. f 0.50 7.80. Maandag daaraan voorafgaande was de noteering f 8.60—10.80, terwijl Zaterdag d.a.v. van f 13.20—13.50 werd besteed. Wat de tomaten betreft, de prijzen ervan zijn nog niet slocht; doch zo zijn voortdurend dalende. Moest de vo rige week reeds van een aanzienlijke teruggang gewag wzrtta mruwffll» ooft dwz* -mis dsudB* d» Voor A-soort werd gemiddeld In den aanvang f 28 gs-| maakt, B f 18.60, O f 18.30, en OOf 12.80. Wel kon dtse prijs voor d# B. en C-eoort op t laatst een paar gulden stijgen, doch de oude animo voor dit product ontbrak, De wortelenprlj^en waren in doorsnee Iets beter dan die der vorige week. Er werd van f 5.90—9.80 betaald. Aan bloemkool werd in totaal 182400 stuks aange voerd. Do prijzen waren lager dan do vorige week, dooh zoodanig, dut, «Ie de teelt wat meevalt (de dranlhartlg- held treodt n.1. weer al vrij ernstig op), daarover nog niet volt te klagen. Maandag werd f 10.80—19.80 be steed, Woensdag f 12.80—20.80, Zaterdag f 9—21.80. Voor tweede soort werd gemiddeld een paar rijksdaalders be taald. De aangevoerde slaboonen brachten van f 8048.20 op. Voor een partij rabarber werd f 2.00 besteed. Als we een vergelijking maken tusschen de huidige prijzen en die van veleden jaar in dezelfde week, dan leert die, dat de aardappels toen ongeveer f 1 hooger in prijs waren, dat de wortelen ruim 50 pet. duurder zijn op 't oogenblik dan het vorig jaar, dat de bloemkool on geveer dezelfde prijzen oplevert; dat de roode kool dub bel zoo duur is als in 1927, dat ook de gele kool aanmer kelijk duurder is; de tomaten thans iets goedkooper zijn, zoodat de toestand op 't oogenblik ln 't algemeen geen stof tot klagen geeft. Jammer intusschen, dat de flnanclcele resultaten der vroego aardappelencampagne zooveel te wenschen heeft overgelaten, gedurende een 8-tal weken. veergwh reven Olymyleoben eed !a U VttaM&c «Ml uit, waarvan de vertaling ale volgt luidt; „Wij zweren, dat wij bij de Olympische Spelen eerlijke tegenstanders zullen zijn en de voor de Spelen geldende reglementen naleven zullen. Ons deelnemen zal geschieden ln een ridderlijken geest, tot eer van ons vaderland en tot glorie van de sport." Terwijl doze eed plechtig wordt afgelegd, heffen alle ln het middenveld opgestelde deelnemers de reohter* hand omhoog, ter bekrachtiging van Denia' woorden. Dan valt het zangkoor der 1200 zangera ten vierde male ln met het zingen van Richard Hol's kraohtige „Holland's Glorie", dat door de arena klinkt als een uiting van Nederlandsche kracht en energie, aan den dag gelegd bij den jarenlangen arbeid tot organisatie van dit wereldsporttournooL En daarmee is de plechtige opening van de Spelen der IXe Olympiade geschied. DE OVERWELDIGENDE VREEMDEUNGEN- TOEVLOED IN DE HOOFDSTAD. Om en op het Centraalstation en den Dam. HET ENTBéE DER DEELNEMERS. AMSTERDAM IN FEESTTOOL Vroege aardappelen, voor export bestemd, brachten gemiddeld 80 cent per 100 Kg. meer op; voor binnenland echter ruim een halven gulden minder. Zllvernep goede prezen. De verschillende vroege koolsoorten zijn vrij duur; reeds groote aanvoeren van roode kool.. Tomaten dalende prijzen. Bloem kool zeer bevredigend in prijs. Kleine aan voeren van slaboonen. Wortelen vrij goed geprijsd. [v, Verwachtten we de vorige week, dat de aanvoer van jvroege aardappelen minder zou worden, deze verwach ting is niet uitgekomen, daar n.1. nog enkele wagens neer werden geveild. Allicht moet dit hieraan worden oegeschreven, dat door verschillende tuinbouwers ter orzake van de lage prijzen nog even de kat uit den loom was gekeken, en nu, door de eenig3zlns hoogere irijzen der export-aardappelen, tot rooien werd over- ;egaan. Als nieuwe producten kregen we Duken en Ideal aan e veiling, terwijl ook rabarber ais een witte raaf ver- cheen. De Schotsche muizen golden deze week voor wat be- reft de export-aardappelen f 4 en hooger tot ongeveer 5. De vorige week werd steeds beneden de f 4 betaald, lleën Zaterdag was de betere tendens merkbaar en kon even boven de f 4 worden gemaakt. Die voor het bin nenland bestemd, bleven als hoogste prijs beneden de 7, Vrijdag en Zaterdag kon als maximum-prijs zelfs liet meer dan f 8.20 worden gemaakt Veel la dan ook usfichen de f 5 en f 6 verkocht Schoolmeesters brach ten in 't begin der week van f 4.40 tot f 8.10 op, later Zoo is dan eindelijk het groote oogenblik aangebro ken. Zaterdagmiddag heöft de plechtige opening van de Spelen der IXde Olympiade plaats gevonden. Amsterdam was ln feesttooi. De vlaggen wapperden, niet alleen de Hollandsche driekleur, maar talloos vele andere, vreemde vlaggen, sierden de hoofdstad. Hier en daar waren de bruggen, pleinen en grachten met groen en oranje versierd en overal ln het centrum heerscht een cosmopolitlsch gedoe, als Amsterdam maar zelden kenmerkt; geheele kudden zwaar-bebrilde Amerikanen, korenblonde Finnen, donkergetinte Mexicanen, Span jaarden en andere Latijnen, kittige Japannertjes en majestueuse Indiërs Van twaalf uur af begon de uittocht naar het Olym pische Stadion: alle taxi's, die Amsterdam rijk is, wa ren te voorschijn gehaald en nog kwamen de chauffeurs wagens te kort om de duizenden naar de arena aan den Amstelveenschen weg te vervoeren. Trams waren be pakt on beladen tot er niemand meer bij kon, maar hot goede humeur van allen, die een kaart hadden we ten te veroveren voor het Stadion, deed alles gelaten en blijmoedig dragen. ia bet Stadion. Te 12 uur openden zich de poorten van het Stadion waarbinnen het kwistig aangebrachte vlaggedoek een bonte mengeling van kleuren te voorschijn roept. Ge leidelijk vullen zich de trotsche tribunes. Een geani meerde stemming heerscht er binnen do muren van dit machtige gebouw; allen wachten met intense span ning op de dingen, die komen: de opening der Spelen l' vaii de IXe Olympiade, een plechtigheid, die Nederland I ln de eerste honderd jaar wel niet meer binnen zijn grenzen zal mogen aanschouwen! Om half twee wor den de Stadiondeuren gesloten om buiten de arena vrije gelegenheid te geven voor het opstellen der athleten, die straks zullen defileeren. De Prins komt j Een luid gejuich stijgt op onder de geweldige me- nlgte, wanneer tegen tweeën ZJC.H. Prins Hendrik ln een gala-rijtuig, bespannen met vier paarden, het Star dion binnenrijdt. De Prins zal, als vertegenwoordiger i van H. M. de Koningin, de Spelen openen. Terwijl de koninklijke standaard geheschen wordt, zet de muziek en het zangkoor der 1200 onder leiding van Fred. J. Roeske ons mooie volkslied ln, dat velen, schuchter eerst, krachtig daarna meezingen. In het Stadion heerscht een stemming als nooit te voren. De spanning ls merkbaar, voelbaar. Terwijl de muziek nog naklinkt opent zich de Mara- thanpoort voor de deelnemers aan de Spelen der IXe Olympiade. Het défilé gaat beginnen De eerste, die op het tooneel van verwoesting ver scheen, was de oude handelaar in maansteenen. Hij scheen een paar buitengewoon scherpe oogen te bezit ten, want met de vlugheid en lenigheid van een aap be woog hij zich voort. De linkerhoek van het huis was geheel en al verdwenen, waardoor de zijkamer volko men zichtbaar werd. De menigte uit de balzaal had zich angstig bijeen ver zameld. De rook was zoo dik, dat men dien wel snijden Von. _Lenlg als een aorobaat bewoog de handelaar In maan- teenen zich voort. Even stond hij stil om te luisteren... jJs daar iemand?" vroeg hij hardop. „Noel, ben jij war?" Geen antwoord word gehoord. Behoedzaam kroop 'IJ verder. ..Is do jongen dood?" vroeg Kolonel Bradlaw angstig. „Dat zou ik nog niet kunnen zoggen," luidde het ant woord. „Kunt U me ook soms een lantaarn bezorgen?" Oh, hallo..." Aan zijn voeten bewoog zich iets, en hij onderscheidde «en dof gekreun. De zoeker stond stil: „Hallo," zei hij opnieuw. „Noel oen jy het, oude Jong? Ik ben hier... vlak bU Je. Ik zal le helpen." Een stem antwoordde hemeen heesche, gesmoorde «tem. Een hand werd opgehevon, en men hoorde het gekraak van hout, waaronder een levend wezen zich oevond, dat vocht om bevrijd te worden. En dien avond deed de ééne arm van den maansteen- erkooper zooveel werk en bewees den eigenaar daar- zulke diensten, dat hij er zich later over verbaasde wt alles bereikt te hebben. J0® man' d'e k0-1* bedolven lag onder stukken steen hout, stelde bijna bovenmenschelijke pogingen in het ««rk om overeind te komen. „Waar ben je gewond, oude jongen? Tracht je kalm te houden. Waar heb je de meeste pijn?" j „Mijn hoofd... mijn gezicht... mijn oogen. Oh, groote I God, mijn oogen!" Hierop klonk een benauwd gekuch en daarna werden er opnieuw pogingen aangewend om zich overeind te richten. Eindelijk gelukte het... De lantaarn was gebracht en deze bescheen thans het zwarte, met bloed overdekte gelaat van den jongen Noel. „Noel... Is het Noel?" vroeg Kolonel Bradlaw fluiste rend. i En de jonge man zelf antwoordde hem. Het bloed liep uit zijn mond, ooren en oogen... „Ja, lk ben het; Het is... met me... afgeloopen. Oh, breng In Godsnaam een 'lantaarn. Ik kan niets zien... Ik kam niets zien." De arm van den handelaar ln maansteenen was om hem heengeslagen om hem zooveel mogelijk op te bou- ,Jn orde, beste kerel. Zoo zal het wel gaan," mom- pfle hij. „Maar breng dan toch een licht... licht", klonk het wanhopig. „Vervloekt nog aan toe... ^Dc moet zien... ik jwil zien... Ik..." „Mijn beste jongen, op dit oogenblik kan dat niet," zei Nick kalm en sussend. „Dat ellendige bloed ls ln je oogon gekomen. Straks zal het wel beter zijn." „Nee, het ia het bloed niet... Het is het bloed niet" klonk het koppig. En plotseling wierp Noel met een vreeaelijken kreet zijn armen omhoog. „Groote God... Ik ben blind... Ik ben blind." Zijn laatste krachten schenen hem verlaten te hebben. Zijn knieën sloegen dubbel en hij viel bewusteloos aan de voeten vap den Kolonel neer... HOOFDSTUK XXIV. HET GROOTE, GROOTE LEVENSSPEL. Het duurde een paar uur, voordat Noel weer volko men bijkwam. Eensklaps was het bewustzijn weer tot hem teruggekeerd... Dichte duisternis heerschte om hem heen en de herinnering aan dat vreeselijke voorval liet zich gelden. Zijn hoofd was geheel en al verbonden en hij schoof het ongeduldig op het kussen heen en weer. „Wilt U alsjeblieft rustig blijven, liggen?" vroeg de Iersche regimentsdokter, die bij zijn bed was gezeten. „Nee", antwoordde hij woedend. „Waarom voor den duivel zou lk dat doen? Waar ben ik op het oogenblik? En wat gebeurt er met me? Ben lk... ben ik voor de rest van mijn leven blind?" De dokter antwoordde onmiddellijk op vriendelijken tpon: „Nee, gelukkig ls het zoo erg niet, Maar je zult De intocht der deelnemen. Hierna ontsluiten zich de poorten onder de Marathon toren, waardoor de vertegenwoordigers der deelnemen de landen hun intocht gaan maken. Elke delegatie wordt voorafgegaan door een schild drager, welke den naam toont van het land, en een athleet, die de nationale vlag torst Daarachter komen eerst de officials en vervolgens de deelnemers van de betrokken natie. Griekenland trekt als bakermat der Olympische Spelen, voorop; Nederlands als ontvangend en organlseerend land, sluit den stoet. De marschorde ls overigens volgens de letters van het alphabet Het is een grandioze, fleurige optocht, die een leven dig schouwspel oplevert door het vlaggengewaal en de diverse uniformen der deelnemende landen. Een uur lang duurt het défilé, alvorens de 4 A 5000 vertegenwoordigers der Internationale sportwereld binnen de Stadionmuren op het groote grasveld verza meld zijn. Terwijl nu gansch de arena gevuld ls met den bloem der jongelingschap van heel de wereld, verheft zich een figuur, die meer dan alle andere magistraten getoond heeft de zaak der Olympische Spelen een warm hart toe te dragen: het is dr. J. Th. de Visser, oud-mlnlster van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, eerelid van het Ned. Olympisch Comité, dezelfde die indertijd ln de Tweede Kamer zoo krachtig heeft verdedigd het wets ontwerp tot regeeringssteun aan de Olympische Spelen. Dr. De Visser houdt voor den microfoon de ln diepe stilte aangehoorde wijdingsrede, die door middel van luidsprekers in heel het Stadion gevolgd kan worden. Plechtige proclamatie. Nadat door ruim twaalf honderd zangers een glori- euse demonstratie van massazang ls gegeven en de voorzitter van de Olympische Spelen den athleten een hartelijk welkom heeft toegeroepen, komt het eigen lijke moment van de plechtige opening der Spelen. Prins Hendrik verheft zich en zegt het volgende: „In naam van Hare Majesteit de Koningin ver klaar ik voor geopend de Spelen van 1928 ter vie ring van de IXe Olympiade, volgens de moderne tijdrekening". Onmiddellijk daarna klinkt trompetgeschal door de arena en donderen de kanonschoten. Terwijl langzaam de Olympische vlag met de sym bolische vijf ringen vijf werelddeelen door de sport vereenigd! aan den eere-standaard wordt geheschen klinkt opnieuw het machtige koor der 1200 zangers. De Olympische eed. Na hét zingen treden de vaandeldragers der 45 landen naar voren. Zij stellen zich op ln een halven cirkel voor4 de Koninklijke tribune, waama overgegaan wordt tot de plechtige eedsaflegging. Ir. Harry Denis, aanvoerder van het Nederlandsche voetbal-elftal, een der sympathiekste voetballers, dien wij kennen, komt naar voren als vertegenwoordiger der Nederlandsche sportsmen, Met de linkerhand steunend op de door den Nederlandschen vaandeldrager, den zwaargewicht-bokser Oly, kampioen van Nederland, Do vreemdellngentoevloed, welke Zaterdag ln de hoofdstad heeft plaats gehad, ls overweldigend geweest Het was eon reusachtige mierenhoop gelijk, eon ver bijsterende drukte, zooals Amsterdam waarschijnlijk nooit te voren heeft aanschouwd. Een indruk van dezen massa-intocht geeft de Amster- damBChe corr. van do N.R.Ct. ln zijn blad van Zaterdag ln het volgende weer: Alle nonnen om te schatten hoe groot wel do stroom van vreemdelingen ls, die vandaag uit het Centraal station over hot Damrak, zich over de stad heoft ver spreid, ontbreken. Mon krijgt don Indruk, dat de Am sterdammers zelfs de Nederlanders, onder den geweldi gen toevloed als verloren zijn geraakt. Men hoort onze taal op straat nauwelijks meer. Op het Stationsplein is het een gewlr-war van alle Boorten auto's, waaronder veel touring-cars, hetwelk sterk doet denken aan de verbijsterende drukte, welke den vreemdeling overwel digt op het oogenblik, dat hij voor het eerst in zijn leven de Gare du Nord te Parijs verlaat om zich In dien maalstroom te storten. Maar het draagt hier nu nog veel meer het karakter van het internationale; uit alle hoeken der aarde zijn de vreemdelingen hier saam- gestroomd; dikwijls een bonte mengeling van kleeder drachten, waaraan het sportieve, Olympische tintje, hetwelk velen naar aard van eigen land en zede aan hun dracht hebben gegeven, een te merkwaardiger karak ter geeft Het treinverkeer is enorm overbelast geweest. Elke trein, volgens de normale dienstregeling, wordt vooraf gegaan en gevolgd door een extra-trein. Vooral de boot trein uit Vlisslngen was, zooals een beambte van het Centraal-statlon zich uitdrukte, toen wij hem om In lichtingen vroegen: „afgestampt" met Engelschen en Amerikanen. Daarbij kwam dan nog de drukte van de Amster dammers, die zich, onverstoorbaar alsof er geen Olym pische Spelen bestaan, van hun week-end aan zee of ln het Gooi niet Heten afhouden. In den gestadlgen toevloed van vreemdelingen gingen zij echter verloren. Die gaat onafgebroken voort, door den hoofduitgang, onder de Olympische en de Nederlandsche vlaggen door, het Damrak op, Btadwaarts, stadionwaarts. Tooneeltjes, die anders heele opstootjes zouden ver wekken, 'worden nu nauwelijks opgemerkt, bijvoorbeeld een groepje ln kleurige sportjasjes gedoste Amerikaon- sche jongelui, die, eindelijk het land van de „wooden shoes" (klompen) hunner droomen bereikt hebbend, hun bruine, met dik rubber gezoolde molières te ver wisselen tegen sierklompen, welke zij ln een „curioslty- shop" zijn machtig geworden. Overal ziet men groepjes vreemdelingen verzameld, nu niet meer aangegaapt door de Amsterdamsche straatjeugd, omdat dit schouwspel al h8el gauw het aantrekkelijke van het nieuwe voor hen verloren heeft En, merkwaardig, de poppenkast midden op den Dam neemt weer de belangstelling in beslag; die heeft haar gewone publiek, nu nog vermeerderd door een heele oploop van vreemdelingen, die goedig lachen om het daar vertoonde drama, het weten te apprecieeren, zonder den sappig-Amaterdam- schen tekst te kunnen volgen. I De avonddrukte ïn de stad. Verlichte torens en grachten. De wondermooie verlichting van den Westertoren, van de Heeren- en Keizersgracht tusschen Vijzel- en Rëguliersgracht, en van deze laatste, een der schoonste van Amsterdams grachten, verder de verlichting van de fontein op het Frederikpleln, had onze vroedschap be stemd als een vergoeding voor het groote Amsterdam sche publiek voor het missen van het eigenlijk Olym pisch festijn binnen de Stadionmuren. En deze daad van het stadsbestuur heeft de burgerij op grooten prijs gesteld en ten volle heeft zij ln kalme voldaanheid genoten van de groote schoonheid, welke het grachtenbeeld In gouden lichtlijnen, die zich ala plassen vloeibaar goud in het stille water weerspiegel den, bood. In vele duizendtallen, lngetelde scharen, zijn Je vooreerst moeten gedragen, alsof Je inderdaad niet meer zien kunt, want anders kan het beroerd met Je afloopen. We hebben Je naar de bungalow van de Mus- graves gebracht; mevrouw Musgrave stond er op Je te willen verplegen. En nu mag Je niet mere praten, doch Je drankje als een brave jongen naar binnen werken." Er kwam een trek van walging op Noel's gezicht, toen hij deed wat hem verzocht werd, want hij had nog voortdurend een bloedsmaak in zijn mond. Dit was de eerste maal ln zijn leven, dat hij inderdaad ziek was en hij was volstrekt niet van plan de bevelen van den dok ter op te volgen. „Laten we nu eens hooren, wat er gebeurd Is," zei hij ongeduldig. „Oh, laat me alsjeblieft alleen... Wanneer mag dat vervloekte verband van mijn oogen af?" „Vooreerst nog niet, beste Jongen". Niettegenstaande de dokter dit antwoord op opgewekten toon gaf, lag er toch een blik van diepmedelijden in zUn oogen. „En waag het ook niet er aan te zitten peuteren, zoodra lk je mijn rug heb toegekeerd, want anders ben Je zelf voor de gevolgen daarvan verantwoordelijk." „Het kan me geen steek schelen... Ik wil opstaan", zei hij koppig. „Dat kan niet gebeuren," luidde het antwoord. „Je moet kalmpjes blijven liggen. Bovendien zou Je tot de ontdekking komen, als je Inderdaad opstond, dat Je zoo zwak als een pasgeboren kind bent" Noel strekte zich een weinig uit HIJ werd op dat oogenblik door bijna onduldbare pijnen gekweld en hij moest zijn tanden vast opeen klemmen en zijn vuisten ballen om deze te kunnen uithouden. Na enkele oogenblikken hief hij zijn hoofd weer op. „Ben je daar nog Maloney?" „Ja, beste kerel," antwoordde dokter Maloney. „Wil je dan alsjeblieft verdwijnen en iemand bij me sturen, die me van AZ kan vertellene, wat er eigen lijk gisteravond met me gebeurd ls." „Dat kan ijk je wel zeggen," begon Maloney. Noel viel hem echter kortaf in de rede. „Nee, Jij niet Je bent zulk een vervloekte leugenaar... Het ls vol strekt niet mijn bedoeling je te beleedlgen, hoor. Kan Nick niet even hier komen?" „Zoolang je nog zulke hooge koortsen hebt, is het beter, dat Je geen bezoek ontvangt," protesteerde Ma^- loney. „Doe alsjeblieft wat lk zeg." hield Noel aan. De Iersche dokter zag in, dat het geenerlel nut kon hebben zich langer te verzetten, want dat hij hierdoor den patiënt nog meer zou opwinden. Na Noel plech tig te hebben laten beloven zich gedurende zijn afwe zigheid niet te bewegen, verliet hij het vertrek, En terwijl Noel daar alleen lag, had hij het gevoel, alsof zijn hersenen in brand stonden en zUn oogen gloeiende kolen waren. Hoewel de pijnen bijkans niet te dragen waren, be greep de jonge man toch op dat moment ten volle, dat hij al dit afschuwelijke onder de oogen moest zien. Rusteloos bewoog hij zijn hoofd heen en weer. Het kwam hem voor, alsof hij niet langer deze vreeselijke smarten zou kunnen doorstaan... Plotseling kwam hij tot de ontdekking, dat hij sprak. Hij wist ternauwer nood, wat hij eigenlijk zei, maar hij voelde, dat hij tot eiken prijs moest voortgaan. „Wij smeeken U oh God: verlicht onze duisternis" Het leek hem toe, alsof hij dezen éénen zin voortdurend moest herhalen om zichzelf voor krankzinnigheid te behoeden. „Verlicht onze duisternis. Verlicht onze duis ternis. Wij smeeken U, oh God: verlicht onze duister nis." Toen hield hij Ineens op. Wat voor nut kon het ook hebben, dacht hij somber. Gebeden worden alleen ver hoord, wanneer reine, kleine kinderen, zooals Peggy, die uitspraken. Niettemin kwam dezelfde smeekbede hem weer over de lippen. In die momenten was hij als een klein kind, dat ln donker zit en dat hartstochtelijk smeekt het weer in het zonlicht te brengen. Geen antwoord werd evenwel gehoord en opnieuw maakte een gevoel van bitterheid zich van hem meester. Men had hem uit de wereld weggerukt, welke hij zoo liefhad en hem ln een ,hel van Bmarten en duisternis gebracht Het was beter... duizendmaal beter geweest... wan neer hij meteen dood was geweest Want wat hij thans moest doormaken, was erger dan de dood. Alles In hem kwam in verzet... Hij kon dien afschu- welijken last niet dragen. Hij wilde sterven. HU zou er wel iets op vinden om aan dien dokter te ontkomen... Hij weigerde geketend te blijven tusschen leven en dood. Hij zou die boeien verbreken. Hij moest vrij zijn. Hij ging rechtovereind in bed zitten... Nu was het tijd... Misschien zou er nooit meer een andere kans ko men. En er zou toch wel Iets te vinden zijn, waardoor hij uit deze hel verlost kon worden. Hij werd hiertoe aangedreven door steeds hooger stij gende koortsen. Het volgende oogenblik zou hij reeds zijn bed hebben verlaten, toen hij eensklaps de deur 1 hoorde openen... Het moest een vrouw zijn, die binnen trad, dacht Noel, want hij onderscheidde het geritsel van een rok. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5