Schager Courant Tutti Frutti. De vulkaanramp op Paloeweh. Zaterdag 11 Augustus 1928. 71ste Jaargang. No. 8303 Derde Blad. VANAF DE TRIBUNE. Uitbarsting van den Lokatindaberg. DE AANRANDING OP CORSICA. twdrukken van een toeschouwer bij de olympische spelen. Wanneer men juist boven de perstribune midden tue- ichon het publiek een plaatsje veroverd heeft, achter lich een wilde groep Franschen, die Iemand In een op gewonden oogenblik de knie ln de wervelkolom boren, vlak beneden zlóh vier zwijgende Japanners, wlen men op zijn beurt op zulke oogenbllkken de knie tueschen da geduldige schouderbladen drijft, naast zich, links en rechts tierende en razende, aan dolheid grenzende Ame rikanen, met wier handen, armen en hoeden men ln de- zlfde hooggespannen oogenbllkken van weerskanten in conflict komt, kort en goed, wanneer men vanaf deze waarachtig avontuurlijke zitplaats de omwoelde glooiing j van de perstribune overziet, die gele stoeltjes vóór de gele klap-tafeitjes en daarvoor de nijvere bijen uit de courantenwereld, dan beseft men eerste welk een para dijs deze plaats tusschen het publiek is. Daar zitten de vakmenschen uit alle landen van de wereld bijeen, wel ls waar vreeselijk dicht op elkaar ge propt, maar zij zijn ontegenzeggelijk de mannen die de situatie beheerschen, die weten, wat komen zal, wat gaat gebeuren, die va<n te voren weten, hoe het komen zal. En wanneer dan van tijd en wijle een behaalde zege wordt verkondigd, de tienduizenden paren oogen naar de geheschen vlag zijn opgeheven, wanneer de muziek het volkslied van den overwinnaar speelt en al zijn land- genooten hun oogen vochtig voelen worden, terwijl hun tongen het lied meezingen, wanneer ln zulke oogenbllk ken op de perstribune de bezeten sohrljfmachlnes onbe- i kommerd en met alle kracht verder-tikken, doof voor alle pathos en blind voor het klapperen van de vanen ln den wind, regel voor regel zwart op wit wordt neer- gehaimerd voor telefoon en telegraaf, dan weet men eerst, dat ln dezen nuchteren hoek van het Stadion het hart van de Spelen razend slaat. Want wat zou dat alles beteekenen, wanneer niet den volgenden morgen ln elk hoekje van den aardbol vader, moeder en de vele kinderen in hun courant zouden kunnen lezen, wat er den voorlaatsten middag ln Amsterdam gebeurd was, waarom het gebeurd is en wat nog gebeuren zal. Midden in het publiek te zitten ls echter het heerlijk ste wat men verlangen kan, een paradijs waar men niets behoeft te weten; daar kan men zich onbekommerd uit leven, geeft men om niemand en niemendal, daar be hoeft men zich niet ln te houden, daar kan men brullen en ln geestdrift geraken voor wien men wil, al was het alleen omdat die iemand u sympathiek was, of dat zijn lachen u beviel of wel zijn neus. Ja, midden tus schen het publiek, dat is het schoonste en wonderbaar lijkste; hier verlangt niemand van u een zakelijke of uitvoerige uiteenzetting, wanneer men plotseling zijn mond wijd openzet en zijn buurman doof brult of wan neer men met zijn hoed in het rond zwaait, alsof er bui ten uzelf geen enkej ander mensch zich ln het Stadion bevond. Ach wat, Je blijft, wanneer het Je te machtig wordt, niet langer zitten, maar gaat op je stoel staan en schreeuwt, schreeuwt Je keel heesch, en wanneer Je bemerkt, dat Je voor de verkeerde geschreeuwd hebt, dan schreeuw je straks des te harder, wanneer je je favoriet ontdekt En niemand zal je or lastig om vallen, of je er leelljk om aankijken. Ver zweven de blikken over de dleproode loopbanen, waarop de moorddadige strijd van beenen en longen onder de snelsten der wereld wordt uitgevochten, over de toestellen voor het hoogspringen, waar menschelljke lichamen zich met niet voor te stellen en phantastlsche energie door de lucht en over de lat draaien, tot bij de cirkelvormige plaatsen, waarvan uit de discus, de kogel en de hamer ver weg worden geslingerd, zoodat het iemand den adem beneemt Neen, het is zeker niet altijd de landgenoot voor wien men bereid ls op zijn zitplaats te gillen en te brullen. Zoo was daar bijvoorbeeld een hoogst serieuze en voor name Indiër, die men reeds dagen van te voren zwijg zaam in een mooie auto en keurig uitgedost door de Btraten van Amsterdam had kunnen zien rijden. Donker bruin, met breede schouders en een zwarte, volle baard, met peillooze, gitzwarte oogen en een eaamgre bonden haardos. Niemand zou het zijn Ingevallen dezen heiligen sportman te bespotten, omdat hij door zijn haardos een sierlijk lintje had gevlochten. Integendeel, men zag veel eerder met ontzag tegen hem op; deze Indiër, nietwaar, deze zwijzame en mysterieuze figuur, die donker afstak tegen zijn blanke sportbroedere. En ln de 5000 meter startte hij. Knielde midden tusschen de anderen aan don start op den grond en het scheen alsof hij zijn duizendjarige bezwering ver- zameldo, om bij het startschot als een adelaar weg te schieten. En wanneer al die slanke lijven even later als de wind zoo licht, over de roode baan voortsnellen, met alleen de eindstreep, die Ö000 meter verder ligt, voor oogen, dan bevindt hij zich midden tusschen den troep. Doch na de eerste ronde lieten zU hem reeds ln den steek, snelden hem voorbij en heel alleen loopt hij dan nog een stuk jroort De afstand, die hem van zijn tegenstanders scheldt, wordt echter grooter en grooter en eindelijk verlaat hij het veld, welke naar hij meende hem de zege zou brengen, en valt neer op de bank, waar hij zich ln zijn deken hult enzwijgt Inderdaad, te midden van het publiek, schenkt men zijn bijval niet altijd den juiste, On denzelfden dag, anderhalf uur later, alvorens do Spelen wederom zullen aanvangen, kon men in de verte, om den hoek van een der gebouwen een opge wekte troep donker geklecde meisjes zien aankomen, de een achter de ander, met koffertjes ln de handen en met speren over de schouders. Zoo marcheerden zij naar binnen, frisch en resoluut; de korte baren waal den in den wind. Snel kwamen ze over het uitge strekte veld nader en men dacht verrukt wat ls dat vooreen forsche en rhythmlache natie? Maar al* zij naderbij gekomen waren wendt men zich verlegen, en een beetje boos op zichzelf af. Want op het eerste ge zicht was nu heel goed te zien, dat het hier wel een Internationale* maar verder een gar-sch vergeten vrou- wensport betrof; het waren de werkvrouwen van het Stadion en wat er als koffertjes had uitgezien, waren de wateremmers, terwijl de bezems speren hadden ge leken... j^pge Hollandsche werkvrouwen, een vroolijke en opgewekte troep, de een achter de ander Wie zal deze dagen ooit (kunnen vergeten, deze dagen op de tribune met dlo mengeling van verschillende talen, dat schreeuwen en zwijgen, do stilte en de storm, dlo wenkende vlaggotjes hierheen en daarheen, de volks liederen van alle landen, de vlaggen van alle naties, de koortsachtige gezichten, het woud van opgestoken heftig heen en weer bewegende armen. En wie een beetje Jaloersch ia op den roem van deze jonge manen en jonge meisjes, die hier door de gansche wereld worden toegejuicht en bejubeld, die moge bedenken, dat deze glans korter duurt dan elke andera Dat een weinig tragiek onzichtbaar over de gansche arena ligt Want na de recordhouders van heden namiddag loeren onverbiddelijk de jongeren en misschien sterkeren van morgen voormiddag; nergens vloeit de roem zoo snel voorbij als bij de sport Ner gens krijgt do jongere on betero vlugger sn medoogen- looeer recht dan wanneer hot een record betreft Glad en zonder eonJg rlmpoltjo ligt daar do roode loopbaan. Boven het grasveld schittert de zon, de wim pels van alle landen wapperon op de tinnen van het machtige Stadion, en terwijl daarbuiten ln de wereld Ijzer en staal on stoom en electrische kracht met al wat menschelljke spierkracht ls, den spot schijnen te drijven, trachten hier binnen het gebouw een troep jonge mannen en vrouwen te toonen, wat vanaf het begin der wereld tot aan haar Jongsten dag door geen enkele machine vervangen kan wordende heer lijkheid van 'a menschen lichaam. door de wet beschermende gauwdieven. Door de Amerikaanscbe pers werd onlangs een politiebericht verspreid, waaruit was op te maken, dat blijkbaar een ndeuw soort gauwdieven op het tooneel zou verschijnen, de gauwdief na melijk, die nooit aan vervolging van de politie kon blootstaan, omdat hij onder bescherming stond van 's lands wetten. Dit nieuwe type gauw dief ls tegelijk een beroep voor gentleman; de politie kan -hem niets doen, en zonder ook maar eenigen overlast te hebben van de anders zoo on ontbeerlijke werktuigen, wikkelt hij op kalme wijze zijn taakje" af. Hij levert tevens het bewijs, dat de wet niet alleen deuren heeft, die achter iemand dichtslaan, maar ook van dlo achterdeurtjes, Waardoor men zeer gemakkelijk ontkomen kart. In een van de meest chique hotels van Montreal, ln Mont Roval, stapte onlangs mlster X af, wiens feudraal optreden al heel spoedig de groote be langstelling van het gansche hotel-personeel had. Toen hij zijn wekelijksche rekening zou gaan be talen reikte hij den 'kassier een cheque over met het verzoek, deze maar even bij zijn bank in te wisselen. De kassier, wien het verboden was, om chéque's aan te nemen, blijkbaar had men met dergelijke „drukwerken" reeds eerder minder pret tige ervaringen opgedaan belde de bank van den betreffenden gast op om te vragen of dekking voor de chéque voorhanden was. Dekking? Neen maar, overvloed! Het was een eerste klas klant, werd geantwoord, en de chépue, aangeboden, werd onmiddellijk tegen baar geld ingewisseld, hetgeen natuurlijk de achting en sympathie te genover den voornamen gast niet weinig deed stijgen. 4-i?en ^aterdaga-vond daarop, kort voor sluiters- tijd, verscheen mlster X in de grootste juweliers winkel van Montreal, liet zich eenige kostbare ringen voorleggen, waarvan hij er tenslotte na lang zoeken en kiezen één kocht voor den prijs van vijftien honderd dollar. Ook hier betaalde hij echter met een chéque, maar mr. Blrks, de ju welier, scheen al evenmin veel met dit soort be- »iing op te hebben, temeer waar de bank, waar Go chépue kon worden verzilverd, op dat oogen- was- Mlster X ried hem echter aan eens b!j den directie van het hotel, waar hij zijn uitrek had genomen, te inform©eren. Aldus ge zes dorpen door het vuur vernield, Zeer velen omgekomen. Aneta seint uit Batavia <LcL 9 Aug.: Een officieel telegram van den resident, die zich aan boord van de „Merel" bevindt, welk telegram 8 Aug. verzonden werd via Koepang-radio, meldt, dat in den nacht van 4 op 5 Aug. omstreeks middernacht de Lokatinda-berg op het' eiland Paloeweh, ten Noorden van Flores, vuur begon te spuwen, wat met een uit barsting gepaard ging. Het gevolg was, dat de Zuid-Westelijke helft van Paloeweh met zes dorpen grondig door het vuur ver nield werd. Het aantal menschen, dat hierbij omge komen ls, wordt op één duizend geschat en het aantal personen, dat door vallende eruptle-steenen gewond werd, globaal op 600. De aard van de verwondingen ls echter licht. Waarschijnlijk als oen gevolg van de aardbeving, die met de erputle gepaard ging, liep het zeewater aan alle zijden van het eiland ongeveer vijf meter op. Volgens Inlichtingen, die de hoofden verstrekten, waa de tem* peratuur van het water zeer warm. Bewoners ln zee gevlucht en verdronken. Van de menschen die ln zee gevlucht zijn, is een aantal verdronken, maar het is onbekend hoeveel. Het deel van de bevolking, dat nog overblijft, bedraagt ongeveer 5000 zielen. De stemming is kalm. De door den resident meege voerde levensmiddelen zijn met die, welke aanwezig wa ren, voorloopig voldoende om in de levensbehoeften van de bevolking te voorzien. Ook prauwen vergaan. Negen handelsprauwen, dia van Celebes vertrokken waren, moeten vergaan zijn. Het lot van de bemanning is onbekend. Eén prauw is op Noord-West Paloeweh gestrand. De opvarenden waren nog aan boord. De wal van Flores, rechts ten Zuiden van Paloeweh, moet eveneens geteisterd zijn. De Resident zal zich daarheen begeven om den toestand op te nemen. schiedde en waar natuurlijk mr. Birks van de ho teldirectie de beste Inlichtingen over zijn klant verkreeg, twijfelde hij niet langer, maar gaf den ring mee en accepteerde de chéque. Het werd hem echter, begrijpelijker wijze, bang om het hart, toen hij een half uur later door zijn grootsten concurrent Mappin en Webb werd op gebeld, die hem meedeelde, dat mlster X daar zoo juist verschenen was om den ring voor zes honderd dollar te verkoopen, die even van te vo ren bij hem gekocht was. De beide juweliers be raadslaagden daarop, hoe zij dit varken zouden wasschen, want het leed geen twijfel, of het be trof hier een gemeene oplichterstruc, waarvan mr. Birks de dupe was geworden. Zonder dus langer na te denken, rende de laatste naar het politiebureau en liet den vreemdeling arrestee ren. Mister X protesteerde heftig tegen deze wijze van optreden en bezwoer, dat zijn bank-rekening in orde was, waarvan men zich desnoods oogen- blikkelijk kon overtuigen. Het was echter Zater dag, dus was de bank gesloten* en dies werd mister X tot Maandagmorgen in verzekerde be waring gesteld, om over zijn „zaakje" na te den ken. Toen het echter Maandag was, werd tot niet geringe schrik van mr. Blrks vastgesteld, dat de chépue Inderdaad bij eerste aanbieding oogenblik- kelijk werd ingewisseld. Mlster X werd met dui zend verontschuldigingen weer vrijgelaten, terwijl mr. Birks ln vertwijfeling zijn handen wrong over het feit, dat hij een gentleman in een dergelijke netelige positie had gebracht. Vanaf dit oogenblik nu ving de schurkenstreek aan, terwille waarvan mister X in Mont Royal lo geerde, en den ring juist op Zaterdagavond ge kocht had. Hij stelde namelijk een eisch tot scha devergoeding in tegen den juwelier, ten bedrage van vijftien duizend dollars wegens ongerecht vaardigd veroorzaakte vrijheldsberooving, en hij won het proces, daar hij de wet aan zijn zijde had, zoodat hij met dezen genialen Inval rond tienduizend dollar verdiende, na aftrek van zijn onkostenrekening. DRA ADLOOsE DIEREN*GELUIDEN. Tn den loop van de laatste jaren hebben wij al heel wat ge- lulden hooren uitzenden met de lange en korte golven, die dagelijks en nachtelijks in onze ooren 'klotsen. Ook dierenstemmen waren geen vreemde aan spoelsels ln de luidsprekende branding, die steeds slaat op het stille strand van onze huiskamer. De plaats van de ramp. Omtrent de gesteldheid van de plaats en den bodem, waar deze romp heeft plaats gehad, lezen we ln het „Hsbl." het volgende: De Noordkunst van Flores ls grillig gevormd en loopt ln het algemeen snel op tot een hoog en uit verschei dene ruggen bestaand bergland; slechts weinig vlakten vindt men er, waaronder de grootste zijn die rond de baai van Maoemere of Gellting (dn het eerste telegram over de ramp genoemd) en die van Lapeh, waar men over het aldaar lage en ver landwaarts in gelegen cen trale gebergte van Flores bijna ten voeten uit de beide machtige vulkanen der Zuidkust, der Amboe Bonobo en den Inerië of Rakka ziet. Poeloe Paloweh of Roesa Radja, gevormd door een enkelen berg van 875 M. hoogte, ls het voornaamste eiland op Flores' Noordkust. De Oostkust van Flores vertoont twee scherpe insnijdingen: de baal van Okka en die van Konga; de eerste ingesloten door hooge ber gen, de laatste met een vlakte aan de kust, door vele kleine rivieren doorstroomd. Het bodemrelief van Flores is voor het binnenland eigenlijk nog niet met voldoende zekerheid te beschrij ven; over de wetenschappelijke reizen der laatste ja ren is nog weinig gepubliceerd. In het grillig gevormde Oostelijk deel van het eiland waarvan de Noordkust thans geteisterd zou zijn treft men slechts meer of minder geïsoleerd staande bergmassa's aan. De hoogste toppen zijn hier de Goe- noeng Egon 1708 M.; Goenoeng Lobetobl 1704 en do Illmandirl vond dr. Pannekoek van Rheden een sterk gestoord complex uit kalksteen en eruptlva samenge steld. Het ls een zeer vulkanisch gebied, met als voor naamste vulkanen Rokka (Inerië), de Amboe Kombo, de G. Api of Ija en de Gill Moetoe, op meren werden ontdekt. Tal van erupties van den laatsten tijd zijn be kend; sommige dezer uitbarstingen duurden niet milnder dan vijf uren. In het Noorden van Oost Flores liggen nog de vul kanen 111 Mandlri met bijna twee even hooge toppen en de Boling. De stroomingen in de Flores-zee zijn bij zeevarenden berucht; hooge deiningen zonder direct waarneembare oorzaak komen herhaaldelijk voor. De verticale water beweging te Maoemere bijv. geeft een rijzing van drie M. tot enkele d.m. Oost Flores waa tot voor kort het gebied der nooit eindigende inlandsohe oorlogjes. Het was Chrlstoffel, die hier orde schiep. Als een wervelwind vloog deze mare chaussee-kapitein tusschen Augustus 1907 en Maart 1908 het zoo weinig bekende binnenland van Flores door; van Oost naar West, van Noord naar Zuid, alles neder- werpend dat zich verzette, ook in de streken waar vo rige expedities een échec hadden geleden. Hij toonde Zoo herinneren wij ons de nachtegalen van Da- ventry en de honden uit Mexico-City. Maar dit alles wordt overtroffen door het or- chest, dat men sinds eenigen tijd kan genieten, wanneer men de kunst verstaat het Moskovische zendstation vergeef me de kunstterm „op te vangen." Daar pleegt men n.1. van tijd tot tijd de geluiden, door de onderscheidene bewoners van den Moskouschen dierentuin ultgestooten, ge kraald, bebruld, gefloten, gejammerd, gepiept, ge- tjllpt, gebromd en naar men zegt ook van tijd tot tijd gezongen per aether de wereld ln te zenden. De omroeper sohijnt bij tusschenpoozen een La- tijnsche naam te noemen en dan volgt het geluld, dat daarmee natuurlijk historisch en hlstorlsch- materlalistlsch mee ls verbonden. Hierin schijnt een dergelijke hoeveelheid radio- copy te zitten, dat men nog steeds zijn toevlucht niet heeft behoeven te nemen tot het geluld van de draadlooze zeeslang. Ook het geluld dat de mensch voortbrengt, be hoort thans tot de zeldzaamheden. Ook dat heeft Darwlnltlsch zijn plaats in de slruggle for radio llfe en slechts met moeite heeft de mensch zich het „stem"recht veroverd. Na het primitieve geluld van den plthecantro- pus erèctus Dubois, kondigt naar men verteld de omroeper met nauwelijks ontroerde «tem aan: homo sapiens Urlus, en het publiek herkent het geluld van onzen beroemden landgenoot, waar van echter bekend ls, dat hij niet in de Moskou- sche Zoö vertoeft, waardoor het bericht aanmer kelijk aan onwaarschijnlijkheid wint. (N.R.Ct) een zonderlinge concurrentiestrijd. Tot nu too zou men gedacht hebben, dat concur rent 1 en ijd alleen bestond ondor zaken menschen, kunstenaars en journalisten. Dezer dagen heeft zich eohter een geval voorgedaan, waardoor de bovengenoemde drie categorieën niet meer alleen staan, In den laatsten tijd werden namelijk aan het strand te Riga herhaaldq malen de zakken der be zoekers op geniale wijze gerold, doch welke moeite do Letlandsche politie ook deed, het mocht haar nlot gelukken de „langvingers" te betrappen. De vorbazing van den polltle-oommlasarls was echter niet te beschrijven, toen op zekeren dag een aan zienlijke groep heeren zijn bureau binnenstapten, die om een onderhoud verzochten met den chef het sprookje van de ontoegankelijkheid der Inlaadeche schuilplaatsen aan. Chrlstoffel baande den weg voor het civiel bestuur, j Het bevolkinscijfer van Flores is niet met zekerheid aan te geven. De sterkte werd In 1916 geschat op 500.000 'zielen, een cijfer, dat werd afgeleid uit het aantal gere gistreerde volwassen mannen. Sedert de daadwerkelijke paclvlcatie van het eiland werd begonnen, ging het op merkwaardige wijze vooruit; Flores ls nu oen der meest belovende afdeellngen van het gewest Timor. Maoemere, reeds eenige malen genoemd, ls de stand plaats van den controleur en station der katholieke missie en bestaat uit een vereenlging van vier Kam- i pongs. De bevolking van Oost Flores doet denken aan Pa- 'poea's; donkere huidskleur, kroesig haar, krachtige li chaamsbouw, zonder echter de zuivere Papoea'kenmer- I ken te vertoonen. Het eiland Paloeweh is vrij dicht bevolkt, wat het gruote aantal slachtoffers kan verklaren. Aschregen op RalL Aneta seint uit Weltevreden: De rosldont van Balt, de heer L. J. J. Caron, rapporteerde Maandag dat over het geheele eiland Maandag een aachregen gevallen ls. Do Batoer is echter rustig. mej. janssen vertel. Wij lezen in het Vaderland: Midden in het meest woeste gedeelte van Coraika verscheen plotseling op een plateau langs den weg, 'die naar Ghlsoni voert, een jonge kerel met een groote ruitjespet op het hoofd en een geweer in de hand. HIJ schreeuwde: arrêt!, en toen de groote toeristenauto van de P.LM. stilstond, commandeerde hij, dat wij allen moesten uitstappen en al ona geld en al onze siera den op den weg moesten leggen. Klinkt het niet als een filmscenario of als edix ro mannetje van een paar oent in afleveringen? Maar het is alles echt gebeurd, want Miek Jansen, die dezer dagen uit Corsica ls teruggekeerd, vertelde ons op haar rustige kamer van de veivsckrikkelijke dingen, die haar een maand geleden op Corsioa over komen zijn. Miek Janssen reisde met haar zuster en een vriendin. De schrijfster voelde niet veel voor een reis naar Corsica. Zij had als het ware een voorgevoel, dat de reis niet prettig zou afloop en. Maar toen het gezel schap op het bureau van de PXiM. ln Marseille infor meerde en niets verdachts hoorde, trok men naar Cor sica, gelokt door de schoonheid van de natuur op het eiland, dat wereldberoemd geworden is door zijn groot sten zoon, Napoleon. Ook ln Ajaccio Informeerde men nog eens bij de PJLM. Dus trok het gezelschap ln een groote touristenauto op weg. In den grooten auto nam alleen nog een Franschman plaats. Den eersten dag kwam men tot Sonsa en genoot zeer van het schoone eiland. Den vol genden dag trok men er reeds om zeven uur weer op uit. Het begon met pech. Even buiten de bewoonde wereld gaf de motor het op. Nu kregen ook de ande re dames een onbehaaglijk gevoel, dat nog toenam, toen een eind verder plotseling de voorruit van de auto brak. Nu is dat geen wonder, want do wegen verkeeren op Corsica in zulk een toestand, dat allea wel kapot moet denderen. Maar de onaangename stom- ming nam toe. Miek Janssen zei nog tegen haar gezelschap: Ala het derde ongeluk nu maar niet het ergste ia Negen uur zal het geweest zijn, de auto reed Juist langs een van de vele ravijnen, toen jnen op een bosch rijk plateau langs den weg een man met een geweer ontwaarde. Arrêt! schreeuwde de man. Snerpend bracht de chauffeur den wagen tot stilstand. Het was een Jonge man, die daar dreigend met het geweer op de helling van den heuvel stond. Hij had een groote rultjespet op het hoofd, zooals de apachendansera ln de cabarets dragen. Het gitzwarte haar hing hem sluik in de oogen. Onder een donker jasje droeg hij een lichte broek. Acht en twintig jaar zal de jonge roover ge weest zijn. Hij had geen bandietenoogen. „Ik voelde dadelijk met een dépravé te doen te hebben", vertelt de schrijfster. Hij schreeuwde, dat wij al ons geld en al onze Sie raden op den weg moesten leggen. De chauffeur gooide het weinige, dat hij had spoedig neer. Wij van de criimineele politie. De „gentlemen" bleken bij de politie welbekende zakkenrollers van Riga te zijn. Zij zwoeren echter bij kris en kras dat zij niet debet waren aan de vele gevallen, die zich den laatsten tijd aan het et rad hadden voorgedaan. De daders moesten vol gens hen naar alle waarschijnlijkheid buitenlan ders zijn, die hier tijdelijk hun „bedrijf' uitoefen den. En zie, de inlandsche zakkenrollers smeek ten de politie iets tegen deze buitenlandsche con currentie te doen. Om elke verdenking verder van zich af te wentelen, verklaarden ze nog, dat ze in de eerstkomende dagen voor een zomeruitstapje de provincie ln zouden trekken. En inderdaad zouden de verongelijkten recht verkrijgen, want na weinige dagen gelukte het de politie een heel nest buitenlandsche „concur renten" uit te roeien. Na deze plotselinge oprui ming is wel aan te nemen, dat de ln de verafge legen provincie-stadje, de „Inlandsche" de hun zelf-opgelegöe verbanning aanmerkelijk zullen verkorten. een vegetarische lunch. Ken ambtenaar te Bebreczln hoeft voor het plaatselijke hof voor echtscheidingen een verhaal opgedlscht van de te kortkomingen van vrouw op culinair gebied. Zij had hem de volgende lunch ten bureele doen bestellen: twee rauwe wortelen, een halve rauwe meloen, twee knolrapen mitsgaders tien dadels. Voor het bof kwam het aan het licht dat. me vrouw Bela Kovacs ln 1926 volgelinge werd van professor Blczordy, een verwoed vegetariër. Sinds dien moest vader Kovacs met zijn driejarig kind de levensregelen van Blczerdy volgen. Daarbij kwam nog, dat hij buiten zijn afkeer voor peen en meloen ook nog de hatelijkheden en schimp scheuten van zijn medeambtenaren kreeg te slik ken. Hij trachtte kortgeleden zijn vrouw over te ha len iets voor hem to koken, al waa het maar een ei. Hij vroeg gekookt voedsel wat dan ook als het maar niet rauw was! Het eenige antwoord was, dat professor Blczerdy niet toeliet, dat or leta door warmte bezoedeld werd, alvorens het te eten. Om haar woorden kracht bij te zetten „verkocht zij al haar kook gerei ln het huis aan een lorrenjood voor oen appel en een ei," getuigde de hongerige echtge noot.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 13