Brabantsche brieven.
Reclames.
OM JONG TE BLIJVEN.
Werkhftven op de Oude Zeug met Mnetuttende
dijkvakken.
Do werkhaven op de Oude Zeug met aansluitend dijk
vak kwam nagenoeg gereed.
Op grond van de in het vorige bericht vermelde over
eenkomst ter bevordering van de snelle uitvoering der
werken werd de aanleg van den dijk zoowel in zuide
lijke als in noordelijke richting voortgezet.
In zuidelijke richting kwam het storten van keileem
en zand aohtereenvolgens over 1300 en 1200 M. gereed,
terwijl het opwerken van den keileemdam gelijken tred
hield met het zandstorten, ihet opspuiten van zand ach
ter dien dam over 1100 M. plaats had en de dijk over
500 M. nagenoeg geheel werd afgewerkt. Bezuiden het
gereedzijnde dijkvak werden kraagstukken, steenglooling,
rijsbeslag en bekleedingsgrond op het dijksllchaam aan
gebracht.
In noordelijke richting kwam het storten van keileem
en zand achtereenvolgens over 2000 M. en 1400 M. gereed
terwijl het opwerken van den keileemdam gelijken tred
hield met het zandstorten, het opspuiten van zand achter
den dam over 1050 M. plaats had en het dijkslichaam
over 500 M. nagenoeg geheel werd afgewerkt Benoorden
het gereed zijnde dijkvak werden kraagstukken, steen-
glooiing, rijbeslag en bekleedingsgrond op het dijksli
chaam aangebracht
In de nog in aanleg zijnde dijkvakken is tot dusver
ruim 470.000 M3. keileem en 440.000 M3. zand, gemeten
in de middelen van vervoer, verwerkt Op het werk zijn
thans in gebruik 3 baggermolens, 5 zuigers, 11 kranen,
26 sleepbooten, 70 bakken en zolderschuiten, benevens
verder klein ^aterieel.
Gemaal put met aansluitend dijkvak bezuiden
Den Oever.
De in het vorige bericht vermelde uitbaggering van
den gemaalput werd voltooid; in het geheel werd uit den
put 36.350 M3. keileem en zand, gemeten in de middelen
van vervoer, verwijderd. Nadat de baggermolen den
sluisput verlaten had werd de omringdam gesloten.
De verbindlngsdam tusschen den dijk van den Waard
Nieuwlandpolder en den gemaalput werd, met uitzon
dering van de daarop te leggen wegbeatrating, voltooid,
evenals het tegen het zuidelijk beloop ontworpen zand-
depot.
Het oostwaarts van den gemaalput gelegen dijkvak,
zoomede de daartegen aansluitende havendam werden
grootendeels voltooid, terwijl de loswal nagenoeg gereed
kwam over 40 M. lengte.
Een aanvang werd gemaakt met den aanleg van den
aan den omringdijk van den sluisput bij Den Oever aan-
sluitenden oostelijken leidam langs de invaart naar de
te bouwen schutsluis.
Sedert de vorige opgaaf werd verwerkt 71660 M3. zand,
25610 M3. keileem en 1080 M3. kiel, terwijl 39.400 M3.
specie uit de toegangsgeul werd gebaggerd; voorts werd
aangebracht 7660 M2. kraagstuk, 3200 M. rijsbeslag en
3170 M3. steenglooiing.
Dijk langs het boezemen eer.
De geul voor de onder den dijk te maken grondver
betering werd over de volle lengte gebaggerd en voor een
groot deel met zand volgestort.
Het dijkvak tusschen den sluitput bij de Oostpunt en
het Ulkediep, zoomede de grofiddepots nabij den sluis
put, kwamen wat het grondwerk betreft nagenoeg ge
reed. Ook het rijswerk en de steenglooiingen werden
grootendeels voltooid.
Een aanvang werd gemaakt met het opspuiten van het
zandlichaam van den dijk beoosten het Ulkediep.
Nadat de sluisput nabij de Oostpunt was uitgebaggerd
werd de omringdam van dien punt voltooid; het scherm
van ijzeren damplanken rondom den put werd ingeheid.
Het te vormen buitenkanaal benoorden den sluisput
werd uitgebaggerd; van de leidammer» langs dit kanaal
werden de grondstukken gezonken, terwijl de verdere
opzinking tot de voorgeschreven hoogte nagenoeg voor
de helft werd aangebracht.
De terreinen ten oosten en ten zuiden van de nieuwe
haven bij De Haukes kwamen, zoowel wat het grondwerk
als het rijs- en steenglooiingswerk bétreft, nagenoeg
gereed.
Een aanvang werd gemaakt met het uitbouwen van
den boezemmeerdijk van uit De Haukes; de keileemdam
voor dien dijk kwam over 200 M. lengte gereed.
Het grondwerk van den omringdam voor den sluisput
bij De Haukes werd voor het grootste deel uitgevoerd,
terwijl de sluisput werd uitgebaggerd.
Afwaterings- en scheepvaartkanaal KolhornOostpunt, i
I
De toegangsgeul tot de buitenhaven van Kolhorn werd j
uitgebaggerd.
De omringdam van den sluisput kwam, wat het grond-
werk en de verdediging met kraagstukken en rijsbeslag 1
betreft, nagenoeg gereed. Met het Inheien van het scherm
van ijzeren damplanken werd een aanvang gemaakt; de
daarbij aan te brengen houten schoorpalen werden groo-
tendeels ingeheid
De gronddepots nabij den sluisput en tegen den Waard- j
dijk kwamen nagenoeg gereed.
De buitenhaven van Kolhorn werd uigebaggerd en een
aanvang werd gemaakt met het uitbaggeren van het1
kanaal in noordelijke richting, welk kanaal over onge- i
veer 600 M. lengte op diepte kwam.
Het zandlichaam van de kade langs het kanaal werd
over ongeveer 700 M. lengte aangebracht
Kanaal met twee schutsluizen tot verbinding van den 1
Wieringermeerpolder met de haven van Medemblik. j
Van de volgens Bestek no. 35 Z.W. In uitvoering zijnde I
schutsluis aan de Westerhaven te Medemblik werden het I
betonwerk en de annaardlng voltooid, terwijl de deuren
werden lagehangen. De over het bultcnhoofd der elule
ontworpen baaculebrug werd door de aanneemster, de
firma Kloos en Zonen to Kinderlijk, voltooid opgoleverd,
ln verband waarmede het verkeer over de sluis kon
worden geleid.
Met het aanbrengen der steenbekleedingen, remming-
werken en beschoeiingen in de te maken voorhaven der
sluis werd voortgegaan.
Met de uitvoering van de volgens Bestek no. 46 Z.W.
te bouwen Schutsluis bewesten Medemblik werd door de
aanneemster aangevangen.
Begonnen werd met het omleggen van den verkeers
weg langs den zeedijk en het ontgraven van den bouw
put, waarbij een diepte van ongeveer 6.00 M. N.A.P.
werd bereikt Met het opstellen der op deze diepte^ aan
te brengen bronbemaling werd aangevangen.
Verder werden damwanden en hulpbruggen Ingeheid
en werd met het vervaardigen der heipalen van gewa
pend beton begonnen, nadat door proefheilng hunne
juiste diepte was bepaald.
Bemalingsturichtlngen voor den Wieringermeerpolder.
Dieselgemaal b\j Den Oever.
Volgens bestek no. 50 Z.W. werd aanbesteed de bouw
van het nabij Den Oever te stichten Dieselgemaal. In
dit bestek is mede opgenomen de bouw van den binnen
denzelfden, volgens bestek no. 37 Z.W. uitgevoerden, om-
ringdijk te maken schutsluis, welke later uit het IJssel-
meer toegang zal geven tot de 1ste polderafdeeling van
den Wieringermeerpolder.
De uitvoering van het werk werd gegund aan de firma
Lucas van der Valk te Heemstede voor een bedrag van
f 578.500.
Het gemaal zal bevatten twee gelijke pomp-agregaten,
elk bestaande uit een verticale centrifugaalpomp ge
dreven door een Dieselmotor.
Deze agregaten zijn bestemd om elk het hoofdkanaal
van ééne polderafdeeling te bemalen, en wel resp. dat
van de 3ste afdeeling -met een voorloopig polderpgil van
4.60 M. N.A.P. en van de Hlde afdeeling met voorloo
pig P.P. van 6.00 M. N.A.P. Tusschen de lnloopen der
beide pompen is een afsluitbare verbindingskoker ont
worpen, terwijl de belde inloopen buiten dezen koker
door een sohulf zullen kunnen worden afgesloten, het-
geen mogelijk maaikt om indien met slechts één der
beide pompen kan worden gewerkt, elk der beide ka^
nalen afwisselend door deze pomp te doen bemalen.
Bij de openstelling is de mogelijkheid in het oog ge
houden, dat het peil der betrokken polderafdeeling later
met 0.70 M. zal kunnen worden verlaagd.
Het krooshek is definitief aan de buitenzijde der zuig-
kanalen ontworpen; tijdens het droogmalen zal echter
tijdelijk een krooshek zijn op te stellen in één der schot-
balksponnlngen vóór de schuif tot afsluiting der zulg-
opening, waardoor dit krooshek dan zal kunnen reiken
tot boven den aanvangswaterstand waarbij het gemaal
zal beginnen te werken.
De centrifugaalpompen, waarvan de normale opbrengst
voor elk 250 M3. per minuut bedraagt, zijn van het
bovenslagtype met horizontaal gerichte zuigopenlng. .Zij
zullen worden opgesteld op fundeeringsblokken, dragend
op den op 7.48 N.A.P. gelegen keldervloer van het
gebouw, terwijl de machinekamervloer op 4.60 N.A.P.
Is ontworpen. Naast de aandrijvende zes-cylinder Diesel
motoren worden in de machinekamer ook do noodlge
hulpwerktuigen opgesteld, welke met door het Provin
ciaal Eelctricltoitsbedrijf van Noordholland te leveren
stroom electrlsch zullen worden gedreven, terwijl een
Kromhoutmotor met dynamo wordt opgesteld om voor
deze hulpwerktuigen reserve-vermogen te leveTen. De
persbuizen, welke bij hunne aansluiting aan de pompen
eene cirkelvormige doorsnede van 1.40 M. diameter be
zitten worden geleidelijk verwijd en verkrijgen bij de
uittreding eene vierkante doorsnede van 2.50 M. hoogte
en 2.00 M. breedte.
Voor de keering van het buitenwater zijn ontworpen
een enkelvoudige wachtdeur aan de buitenzijde, een
schuif In schuifkoker in het hart van den dijk en een
door een electro-motor ta bedienen echuifafslulter bij
de uittrede van de pomp.
Eiectrisch gemaal bij Medemblik.
De fundeering ,van het in den bouwput bij Medemblik
te bouwen electrlsche gemaal, werd voltooid opgeleverd
Door bijzondere voortvarendheid slaagde de aanneemster
er ln, dit werk ruim twee maanden binnen den
gestelden opleveringstermijn te voltooien. In
verband hiermede, en om voldoende zekerheid te ver
krijgen dat het gemaal tegen het tijdstip van de vol
tooiing der bedijking van den Wieringermeerpolder ge
reed zal zijn om met de afmaling van den polder t.e kun
nen beginnen, werd aan dezelfde aanneemster, de N.V.
Aannemingsmaatschappij Voorheen Hillen en Roosen en
Betonbouw Trio te Amsterdam, de uitvoering van den
bovenbouw van het gemaal, volgens bestek no. 55 Z.W.,
bij onderhandsche overeenkomst opgedragen voor een
bedrag van f 498.740.
Baggeren van de hoofdkanalen in den
Wieringermeerpolder.
Ten einde gedurende de afmaling van den polder,
waarmede vermoedelijk tegen het einde van 1929 zal
kunnen worden begonnen ,te kunnen blijven zorgen
voor een voldoende toevloeiing van het water naar de
gemalen, zal het noodig zijn dat de in het verkavelings
plan van den Wieringermeerpolder opgenomen hoofd
kanalen in hoofdzaak gereed zijn voordat met het droog
malen wordt begonnen. Deze kanalen, zullen derhalve
door baggering moeten worden tot stand gebracht, het
geen ook met belangrijk minder kosten kan geschieden
dan noodig zouden zijn om dez kanalen in den droog
gevallen zeebodem te graven of te baggeren. Met het
dbg op de groots howeslbAld baggcrwsrlc, welks voor
het maken der hoofd kanalen mout worden uitgevoerd,
was het gewonscht om met dat werk Teeds ln 1928 te
doen beginnen, hetgeen geschied is door het baggeren
van de eerste kanaalvakken onderhands uit te besteden.
Aan de Aannemingsmaatachappij De Vries Van den
Bosch te Utrecht, die den aanleg van het ofwaterings-
en scheepvaartkanaal langs de kust tusschen Kolhorn
en Oostpunt uitvoert volgens bestek no. 42 Z.W. Is op
deze wijze volgens bestek no. 52 Z.W. opgedragen het
baggeren van een deel van het hoofdkanaal van de Iste
polderafdeeling, gelegen bezuiden de haven van De
Haukes, tot een hoeveelheid van omstreeks 450.000 M3.,
terwijl aan de Maatschappij tot Aanneming van Zui
derzeewerken te Anna Paulowna, die in uitvoering heeft
den aanleg van den dijk langs het boezemmeer volgens
bestek no. 41, is opgedragen het baggeren van een ge
deelte van het hoofdkanaal de mde polderafdeeling
west-waarts van Medemblik, tot een hoeveelheid van
ongeveer 410.000 M3. Met de uitvoering van deze bag-
gerwerken is begonnen.
Ulvenhout, 7 Augustus 1928.
Menier.
Ollee, amico, wa staan de
komkommers van 't jaar
d'r best veur! Ze staan op
z'n schoonst, om sr zóó in
te bijten. En niks kan d'r
wa-d-aan afdoen. Maar dan
ok niks!
Gin Noordpool-hekspedie-
sie, gin Olimpiejade, nikske
dat de tijd van den kom
kommer kan teniet doen.
De komkommer triejom-
veert!
't Is al zóó erg, dat er
ln de kraan ten 'nen nieu
wen komkommer is opge
groeid bij die bekende plantvariejazles die me kenden.
Ge wit hoe elk jaar in deuzen tijd de zeeslang veur
d'n dag komt.
Op m'n leste zeereis, die 'k oew beschreven eb, mee
da vlsschersdingske hek er nog naar uitgekeken, maar
gin gezien. Ik zou oew dus precies kunnen vertellen
hoe da beestje d'r uitziet. Maar da kan 'k wel aan
jouw vantazie as kraantenman overlaten, 't Kindje
mee twee koppen en 'nen vèrkensstèrt mot ok op
komst zijn, en veural, nie te vergeten, het levende lijk.
't Is al dood, da lijk en wordt, as 't zóó deurgaat bin
nenkort beslist begraven, om vlak veur de be-aarding
om 't netjes te zeggen, de deur open te schuppen, naar
huls te loopen en dan aan den speekpannekoek mee
mik te tijen.
Maar wat er al wèl Is, 'nen sprekenden hond. Op
alles wa ge vraagt mot le antwoord geven, he'k ge
lezen. As ge *m vraagt wat ie worren mot, zeet ie:
„Awekaat" en as ge weer vraagt: „waarom", ant
woordt ie: „omda'k zoo lekker de zwik vernikkelen
kan". Zoodat dit komkommerbeestje wel mee z'nen tijd
meegaat en gezien dc zaak van de Veendammer Hiepe-
teekbank lest, Is er veur zulke bondsch-awekaten nog
wel werk aan den winkel ok!
Maar nouw in ernst, amico, wa-d-is er weinig nieuws!
De wereld lee-d-heelemaal stil in deus hondsdagen. As
ge op 'n kantoor komt, 'k moes 'n paar dagen gelejen
bij den notaris zijn, dan is er gin mensch thuis as 'n
kantoorjufferke, da-d-'n romanneke zit te lezen en
van spanning d'r neuske vergit te poeieren. M'n klan
ten zijn veur 'n groot deel op reis en *k ben zeker 'n
uur vroeger thuis mee de gruuntenkat.
M'nen verver uit Amsterdam is ok mee veekansle
en zit mee z*n huishouwen bij mijn op d'n hof. Lewie-
ze, z'n vrouw en de .kleine Trui (Truude, noemen ze
da kleine merakel) en d'n kleine Dré. Dré ga mee
me mee 's mergens mee d'n .gruuntenwagen. Hij bel-d-
overal aan, en roept mee 'n stem as 'nen luidspreker:
„groentenboer", da de een of andere mevrouw, die d'ren
besten tijd van den dag leet te verslapen, mee schrik
overènd vliegt. Mee de dienstmeskes kan ie best over
weg.
Er is eentje, da kan *m nie goed uitstaan, die be
handelt 'm as lucht, omdat ie zoo hard roept of zoo
Iets. Kekt over "m henen en doe nèt of ze 'm nie ziet
Had-ie dierekt in de gaten, dieën brak. Van de week.
ik wist van den prins gin kwaad, nam ie 't mandje
èrepels van me aan, mee de groenten er boven op,
om 't zoo aan d'r te geven. Terwijl le van d'n wagen
weggaat 't tuintje ln, haalt le wa-d-ult z'nen zak en
houw z'n hand boven op de volle mand.
„Assiebllef juffrouw" zeet ie op z'nen vriendelijk-
sten toon en 'k wis nie wa *k hoorde. Ik docht zoo:
wa-d-is Dré kollesaal vriendelijk tegen da ding, as daar
maar niks aan dieën knikker zit En jawel, plotseling
hoor ik 'nen gil, 't meske springt achteruit en de mand
mee èrepels en groenten ïee-d-in d'n gang. Ik er naar
toe en daar stond da kind teugen den muur mee d'r
omhoog en Jn d'r Wowke. d* wa laaf
gosnejen l«. sprong 'nen kikvorsch!
Ik dacht da'k brook, amico, van 't lachen, want
had da kleinzeuntje van me in do gaton. Dan kan
oh, zoo'n onschuldig gezidht trekken, maar ln z'n
blinken dan 'n paar lichtjes van Inwendlgen ondeugd
plezier da'k 'm wel óp zou kunnen vreten. Toon
weer verder gongen, zee ik: „waarom hedde da
daan, kleine bandiet?"
„Omda 'k ze niet uit kan staan" weet le. Ze
veel te veel lef en z'is bang van zoo'n klein klkkei
„En waar hedde dieën kikvorsch vandaan gehaald
gauw?" „Gisteren al gevangen," zee-t-le, „en vannad
onder m'n bed gezet In 'n glas met slootwater. ïfo
en vanmorgen in m'n broekzak gestoken!" Die -wit J£
raad op, amico. Toen me weer bij huls kwamen ze» l
ie: „U moet maar niks aan moeder zeggen, grootvadt .n
want vrouwen zijn net als meisjes, dadelijk bang!" j
zoo paalde-n-Ie me, mee zo'n smoesje, om 'm nie t
verraaien! 't Is 'n verdijd lollig boske! 0*
Ok in Londen is de vekansie begonnen, naar ik g
lezen eb. De „eaalzn" ls afjgeloopen en daarmee de ba!
en de pertijen die samen de huwelijksmarkt ultmake afl
En zooas ze teugeswoorig alles ultzuuken, zoo emme jeS
ze daar nouw uitgezocht, dat er nog nooit zo'n schlj;
tje verlovingen zijn afgesloten tijdens de „seasou jfl
Die kraanten emmen er mee de moesjes over gespn
ken, want die zijn netuurlijk „deskundig" en 't meei f a"
ginterzeerd bij de verlovingen! „De man" is veur Df
medèrne meske al lank .gin figuur meer" zee'n mamai jng
„waar 't meske mee respect naar opziet en d'r elg«
en d'r-hebben-en-d'r-houden aan toevertrouwt!" Ozw q]
koos! Die mannen, die knapen, waar die meskes c
aangewezen zijn, keb er verlejen week oew al 't
en ander over geschreven- in verband mee de modi
die mannen, da zijn gin kérels. Die loopen mee
slappewas-sjarrelton-knieën net rond, as 'n mannekijs
tje da-d-'ne mooien hoed of mantel aandoet om ti
laten zien hoe schoon de wefkes daar mee kunnen zijn
En de getrouwde mannen willen wijsmaken dat 1
wefke mee zo'n hoedje of manteltje d'r nèt zoo
uit zal zien, as ie veul centen neertelt veur da moo!i
Om dan later tusschen twee hokskes ln de gj )0!
ten te krijgen, asdat de kleeren de vrouw, maar Vtc
meer nog: de vrouw de kleeren mokt! Hij merkt
dat-le 't mannekijntje d'r bij had motten koopen t ^es
da's netuurlijk nogal bezwaarlijk! 7
Maar om op de Engelsche mammies trug te Itoraei G
er is ook een gewiest die ok den spijker op z'nen ltc r
sloeg en zee: de mannen die geschikt zouwen zf
veur ons dochters, die komen nie op bals, die werki qq
heel den dag! En die op de bals komen, die kunn p
me gestolen worren", zee moeke in 't Engelsch.
En dan, amico, da's heelemaal om die kérels
mosterd te verwerken, de jochies die centen emi
en nie anders hoeven te doen as d'r eigen mooi
te kleejen en te poeieren en te dansen, die leggen
aan mee de getrouwde wefkes! Da's ok 'n opmerkl
van zo'n teleurgestelde schoonmoeder ln spee! Gj
oewen gank! De beroemde zjentlemenlaalkheld van
geland kan me nouw ok afgestolen worren, wa gij?
En zoo gaat de -wèreld al dansende naar de knop;
In An*erika zijn d'r twee hulsgekken die de wei
weer 'n bietje veruit willen helpen deur dansende
Joew Jork naar Parijs te gaan. Ze gaan dansende
huis, op 'n vrachtauto, naar de haven, blijven spi
gen op 't schip en hopen zoo, alsmaar huppelend
Parijs te bereiken.
Die kérels huppelen, as 't zoover ls, naar d'r kerl
D'n eene hiet Cet en d'n andere Peil.
As ik kapitein was op 't schip, waarop die kwj
tien dagen aan één stuk willen tltsen, amico,
weren ze nog niet gelukkig! Dan gong er de brai
spuit op. Niks zoo4 goed veur broedsche kiepen en
d'r evenwicht geslagen mannekes en wefkes, as k<
water!
Amico, ik schei d'r af. Veul groeten van Trui,
kuske van Truude, en 'n pootje van den kleinen
en gin horke minder, balleve da kuske, van oewen
toet a voe
Het feit, dat uw gezondheid te wenschen overlas tréf
is waarschijnlijk de eenige reden, dat gij u door licht t fl
zorgen reeds zenuwachtig, versleten en oud gevoelt lan
Misschien zijt gij een dier noodelooze slachtoffers va
een nieraandoening. Laat deze te voorkomen nierzwakt i&i
u niet oud maken voor uw tijd.
Zoek en verbeter de oorzaak van uw kwaal. Traci
weer flink en gezond te worden. Die pijn in de lendt ïfi!
nen, die ellendige blaasstoomissen, hoofdpijn en du;
zeligheid, dat afgematte, zenuwachtige gevoel behoeve
u niet langer te kwellen. Alle tesamen maken uw leve /|J
tot een last, die zoodra gij uw nieren verzorgd,
dwijnt. Pa
Verzwakte nieren kunnen met Foster's Rugpijn Nlerd_Ge
Pillen versterkt worden, waardoor gij u in elk opzlclj
jonger voelt. Begin onmiddellijk met het gebruik,
der uitstel! Wacht niet, tot gij last krijgt van rheun»
tiek, ischias, spit, blaasontsteking of waterzucht,
tegen dergelijke ernstiger kwalen worden Foster's
aanbevolen, doch voorkomen ds altijd beter dan genes
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket
let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f lii
per flacon.
„dan vrees ik, dat je dit boek vanavond niet vinden
zult Wat ls er aan de hand? Ik geloof niet dat het
bepaald een aangename verrassing voor je is me plot
seling voor je te zien."
„Ik vind het heel prettig," stamelde zo. „Ik vind het
heel prettig."
Eensklaps bracht ze haar handen naar hw*r keel met
een'gebaar, alsof ze het benauwd had.
Max liep onmiddellijk op haar toe en trok langzaam
haar handen weg. „Wat ls er aan de hand, kindje? Heb
lk je zoo doen schrikken?"
„Nee," bracht ze fluisterend uit „Nee, het was al
leen maar... alleen maar..."
„Wat wilde je zeggen? Luister eens. Je moogt niet
huilen en evenmin zal lk het verdragen, dat je flauw
valt. Kom eens even hier bij het raam staan.
Zachtjes trok hij haar mee.
„Toen ik zooeven door de hall liep, zag ik een brief
op een tafeltje liggen, welke aan mij geadresseerd
was. Ik was «oo vrij dezen te openen. Ik vrees, dat je
nu erg bcos zhlt worden, is het niet? Ik had niet het
recht dit te doon, daar dó brief bestemd was om ge
post te woi-don."
Ze wendde pogingen aan zich van zijn arm te bevrij
den. „Nee," zei ze langzaam, „ik ben blij, dat je den
brief gelézen hebt."
„Het was een heel dwaas epistel," merkte Max rustig
op. „Je hebt de helft niet gezegd, van hetgeen je had
moeten zeggen en het be6tje, dat je uchreef, Bloeg ner
gens op."
„Oh, ja," protesteerde ze. „Het... ik bedoelde precies,
wat ik gesohroven heb."
„Vertel dan eens, waarom je hot noodig vond mij ver
giffenis te vragen? En waarom stel je me ln 's hemels
naam voor goede vrienden met elkander te worden, ter
wijl je er in jo hart van overtuigd bent, dat wij slechts
ln staat zijn op een vijandelijke of teedere wijze tegen
over elkander te staan?"
Hij keek naar haar afgewend gezichtje en hij zag het
hevige trillen van haar lippen. „Niettemin hecht lk
grocte waarde aan dat bewuste epistel," vervolgde hij.
„Heb je erg veel spijt over j« gedrag, Oiga?"
Hij had zijn heide armen om haar heengeslagen en
ze deed de grootste moeite zich hieruit los te maken,
hetgeen haar evenwel niet gelukte..
„Ik blijf je vasthouden," zei Max lachend. „Begrijp je
dan niet, dat ik op den verzoeningskus wacht?"
„Ik kan het niet," protesteerde ze heftig. „Ik kan het
niet."
„Wat niet?" 'vroeg Max.
Haar lippen trilden nog steeds, en er stonden geen
tranen ln haar oogen.
j „Ik kan je niet kussen, Max... Heusch niet."
j „Waarom niet?"
Ze antwoordde niet en daarom drukte hij haar nog
j dichter tegen zich aan.
„Verklaar me eens, waarom dat niet gebeuren kan.
Is het, omdat je er geen behoefte aan hebt, of vindt je
het soms niet te pas komen? Of is het misschien ver
legenheid van je' Noem de bezwaren nu eens even op."
„Noel", zei ze.
„Je zult Noel moeten uitschakelen," zei Max koel.
Eensklaps maakte een gevoel van woede zich van
haar meester en een vuurroode blos verscheen op haar i
j gezicht „Max, hoe durf je... hoe durf je zooiets te zeg-!
gen."
Zijn oogen ontmoetten de hare en hielden deze ge-1
j vangen.
„Dat durf ik... omdat je hem niet liefhebt."
„Ik houd wel van hem," verklaarde ze heftig. „Ik
houd van hem."
„Meer dan van mij?"
Ze sloeg haar oogen neer. „Ik houd In elk geval te
veel van hem om... om met hem te breken." bracht ze
uit.
Zijn oude cynische glimlach verscheen om zijn lippen.
„Dat is heel eigenaardig."
„Oh, Max, wees toch niet zoo hatelijk... Probeer...
probeer me te begrijpen."
Het was een smeekbede om medelijden, maar Max
scheen die niet te willen hooren. Hij omvatte haar schou
ders en dwong haar hem ean te zien. „Dus je bent wer
kelijk van plan met Noel te trouwen?" vroeg hij. „Deuk
je, dat je gelukkig met hem zult worden?"
„Ik zou nooit meer gelukkig kunnen zijn, wanneer ik
niet met hem trouwde," antwoordde ze eenigszins onsa-
menhangend.
Max trok zijn wenkbrauwen op. „Het geeft me totaal
niets of ik al probeer je te begrijpen, indien je mijn
vragen niet beantwoordt, Olga," gaf hij ongeduldig te
kennen.
„Je vraagt... zulke onmogelijke dingen."
„Ze zijn slechts onmogelijk, omdat Jij bang bent mij
de waarheid te bekennen. Je durft niet ronduit te zeg
gen, dat je jezelf totaal wilt opofferen. Je bent bang
om eerlijk te zijri... zelfs tegenover jezelf."
„Dat ls niet waar," riep ze hartstochtelijk uit. „Max,
je hebt het recht niet..."
„Ik heb wel een zeker recht," viel hij haar streng in
de rede. „Ik heb het eerste recht. Je schijnt te verge
ten, dat je mij toebehoorde, voordat je hem ontmoette.
Je was van mij, omdat je me liefhad, en je verbrak je
verloving met mij omdat je je verbeeldde, dat lk je niet
waardig was... Nu is alles opgelost en geloof je thans
werkelijk, dat je me niets anders dan een excuus ver
schuldigd bent?"
„Oh, Max", smeekte ze weer. „Denk toch aan Noel.
Houd je dan totaal geen rekening met hom?"
„Veronderstel je niet, dat do jongen liever met een
meisje trouwt, dat Inderdaad van hem houdt? Bijna
iedere vrouw, die hij ontmoet, wordt verliefd op hem.
Zou je nu niet eens kalm de zaak van zijn kant bekij
ken en niet voortdurend aan jezelf denken?"
„Max, Max," klonk het op wanhoplgen toon.
„Maar is dat dan niet zoo?" vroeg Max. „Geef het
nu eindelijk eens toe, en dan zal lk heusch niet langer
onvriendelijk zijn. Je weet zelf maar al te goed, dat hij
niet de eerste man in je leven was."
„Ik zou hem toch gelukkig kunnen maken."
„Verwacht je dat Inderdaad? En indien hij er nu eens
de voorkeur aan gaf, dat jy gelukkig werd. Wat zou je
dan zeggen
Ze aarzelde.
„Zou je mij inderdaad geheel en al uit je gedachten
kunnen verbannen, Olga? Zou je nooit meer naar me
verlangen? Kun je me totaal uit je hart verdrijven en
Noel in mijn plaats stellen? Antwoord me nu. Zou dat
rii
mogelijk zijn?"
Ze zei echter niets, wendde haar hroofdje
barstte In snikken uit.
Hij liet haar los en liep op de deur toe. alsof hij ha
wilde verlaten. Toen bleef hij even stilstaan, wendi jg
zich om en ging weer naast haar staan. Ze beefde vj
het hoofd tot de voeten, want ze vermoedde dat hij rei Don
nog sterkere argumenten gekomen was om haar ovi te j
te halen.
„Olga," zei hij zachtjes, „heb je over dit alles na$»
dacht?"
Hij bleef wachten en toen ze niets zei, ging hij voort
„Veronderstel je soms, dat lk ooit gelukkig zal kunne»
worden zonder jou? Dacht je, dat mijn loopbaan
mijn succes me iets waard is zonder jouw liefde?...
inner je je nog, dat je een korten tijd geleden een bc
roep op mijn liefde deed? Ik deed een beroep op Jou»
gevoel voor me en je zond me heen. Je vond het een fl
andere excuus om je van me los te kunnen mak»
Ik had je bedrogen... Maar ditmaal... ditmaal, zul
me nu weer wegsturen, Olga?"
„Ik kan het niet helpen," snikte ze.
Hij kwam nog dichter bij haar staan, doch hij ra»
haar niet aan. „Is dat de waarheid?" vroeg hij.
je niet genoeg van me? Is dat werkelijk zoo? Is ml
liefde je zoo bitter weinig waard, dat je die verwei
kunt? Je weet toch, hoeveel ik van je houd. Ik heb
veel ter wille van jou verdragen... maai* eens kan
maat vol zijn."
Eensklaps hief ze haar hoofdje op en keek hem
„Max, houd op. Ik kan het niet verdragen."
„Ik evenmin, zei hij hartstochtelijk. „Olga, je l_
weer bij me terugkomen. Je moet... Heb je me verstaan.
Toen nam hij haar in zijn armen en hij drukte
zóó vast tegen zich aan, dat ze zich onmogelijk kon vef
zetten. Misschien wilde ze dit ook niet eens: dit ^lan
een vraag, welke ze zelf niet goed beantwoorden l®1
Zoodra zijn lippen de hare ontmoetten, hield ze op
strijden... Haar groote liefde voor hem, weike ze zoo
met geweld had moeten onderdrukken, baande zich f
uitweg en al het andere werd vergeten.
Slot Y0l|t
Pl