VOOR DE KINDEREN,
De eerste locomotief.
WAT PIM EN PUK OVERKWAM.
wisten, dat, wat *53 HJ hun vssïlglng vonden, ver-
der te ontwikkelen. Zoo kunnen en moeten wij thans
onder de Babylonische cultuur een vereeniging van
de Sumeritische en Semitische verstaan.
De oudste centrale van het land was Nippur. Ge
leidelijk eerst kwam de stad Babyion op den voor
grond en ontwikkelde zich op ongekende wijze. De
grootste bloei van deze stad was onder de heerschap
pij van den niet-semitischen vorst Hamurabbi en on
der do heerschappij van den Chaldaeschen vorst Ne-
bucadnezar II. De stad had, oorspronkelijk, een om
trek van zes K.M., maar ontwikkelde zich spoedig tot
een omtrok van 18 K.M. Wanneer men weet, dat de
gansche stad met vestingmuren was omgeven, dan
hoort men wellicht met verbazing, dat ze de grootste
tot nu gebouwde vestingstad is geweest. Ze was om
geven door een 27 Meter dikken muur, waarop twee,
met vier paarden bespannen, wagens elkaar konden
passeeren.
In het midden van de stad, welke was verdeeld in
een heilig gedeelte en een deel voor het zakenleven
•bestemd, verhief zich, op geweldige fundamenten, de
aan den oppersten god Marduc gewijden toren, op een
hoogte van ruim 100 Meter. De handelsstad was gele
gen tegenover de breed-aangelegde heilige stad «n de
burcht, waar de koning zijn zetel had. De handels
stad had smalle en hoekige straten. De huizen had
den geen vensters. Overdag leefde men eigenlijk bui
tenshuis, terwijl de ingang van het huis was gelegen
naar het Noorden, om de koele winden toegang te
verschaffen.
Marduc heette de hoogste God, de Heer van de
lente en van de zon. Hem gold do hooge godsdien
stige plechtigheid van het Jaar, het feest van op
standing van het voorjaar, waarbij de, uit zijn woning
door vijandelijke, wintersche, machten verdrongen
God weer met groote pronk en praal en onder de
daarop betrekking hebbende gebruiken naar zijn
iheerscherstroon werd teruggebracht
GEORGE STEPHENSON, DE UITVINDER.
De wereld kleiner gemaakt, de volkeren nader tot
elkander gebracht
Het was 12 Augustus 60 jaar geleden, dat een der
grootste uitvinders, George Stephenson, in den ou
derdom van 67 jaar, overleed. Het was den armen,
misbruikten jongen in de mijnen, die kolen moest
uitzoeken, gegeven, het tijdperk van het verkeer in
te leiden. George Stephenson, de remmer, de meca
nicien, de uitvinder heeft de wereld kleiner gemaakt,
de volkeren nader tot elkaar gebracht en aan een
nneuwen tijd, een nieuw tempo gebracht.
Het was geen mooie jeugd, die de kleine George,
in het dorp Wylam bij Newcastle, sleet Tien uur in
561. Nee, als jullie gezien hadden hoe
de kinders smulden, zou je plezier ge
had hebben. Ik geloof, dat ik nog nooit in
mijn leven zoo genoten heb als dien avond.
En ik niet alleen! We zaten met ons
vieren op den grond en we konden maar
niet genoeg naar die kinderen en hun moe
der kijken.
Dat hebben we even fijn gedaan,
zei Puntmuts.
6* mijnen Kolen sortoeren de handen en gezicht zwart
in plaats zoo als de andere kinderen te kunnen spe
len en in de weide te dartelen. Het was een honde
leven. Er waren nog vijf kinderen in het gezin, de
vader was stoker in de pompinrichting van de mijn
en men was blij, dat de kinderen er wat bij verdien
den. Men schreef het jaar 1790 en toen was er nog
geen wet op den kinderarbeid. De jongen mocht el
spoedig zijn vader ais hulpstoker helpen. Thans was
hij in zijn element, machines fascineerden hem. Ter
wijl hij spoedig machinehewaarder werd, verdiende
hij door allerlei werkjes als schoenen lappen, het re-
pareeren van allerlei dingen de middelen om de
avondschool te kunnen bezoeken. Terwijl hij negen
tien jaar was, kon hij zijn naam schrijven en hij was
er trotsch op. Toen hij twintig jaar was, werd hij
remmer. Trouwde op zijn 21ste jaar met het dienst
meisje, Fanny Henderson. Werd vader op zijn 22ste.
Hij gaat in zijn vrijen tijd schoenen maken en her
stelt, op schitterende wijze, horloges van voorname
families. 'Hij vindt zijn tijd zich in de mochanica te
bekwamen. Zijn vrouw sterft, laat de zorgen voor zijn
zoon aan hem over. Hij ziet geen uitkomst om in zijn
vaderland vooruit te komen en wil naar Australië.
Maar hij heeft geen reisgeld. Door een verbetering
van de kabelbaan weet hij de bedrijfskosten te ver
minderen en hij weet de pompmachine van een na
burige mijn, die is ondergeloopen en welke machine
in geen zes maanden heeft gewerkt, binnen een week
te herstellen en aan den gang te brengen. Hij krijgt
tien pond belooning en een betere plaats. Het aan
zien en het inkomen van den jongen machinedokter
gaat groeien. Stephenson wordt inspecteur van de
naburige mijnen en houdt zich bezig met het vervoer
en wil de paardekrachten door machines in de mijn
werken vervangen. Voor hem had men allerlei machi
nes uitgevonden en geprobeerd, maar zonder succes.
Hij kreeg van Lord Ravenswerth, aan wien de mijnen
behoorden, geld om een machine te bouwen. In En
geland was geen inrichting, waar men een locomotief
kon bouwen, toen richtte hij zelf een werkplaats op.
'Met ongeschoolde arbeiders en primitieve werktuigen,
maar in het volle bewustzijn van zijn beslissende
daad, begon Stephenson aan den arbeid. De werk
plaats van Wets Moor was de fabriek, de grofsmid
.van de mijn, de chef-mecanicien der eerste locomo
tief van Stephenson. Deze locomotief was zeer primi
tief, B^ar goed bruikbaar en trok in de mijnen van
Killingworth acht zwaar beladen wagens over een
stijle helling den berg op. Ook de „Mylord", de eer
ste groote locomotief van Stephenson is geen meester
werk van machinebouw. Intusschen zette hij zijn on
derzoekingen voort, ook wat betreft het vraagstuk
jvan de rails.. En intusschen maakte hij de eerste
bruikbare veiligheidslamp voor de mijnwerkers. Met
levensgevaar probeért hij de lamp zelf in een met
gas gevulde mijngang.
Drie jaar later stelt Stephonson een zekeren Mr.
Pease, die een paardenbaan wil maken tusschcn het
kolencentrum Darlington en de ladingplaats Stokcton,
voor om een soort spoorweg te maken. Na een proef
vaart niet een van de oude machines krijgt Stephen
son de opdracht en den 27en September 1825 wordt
de eerste spoorbaan ter wereld onder groote belang
stelling geopend. De locomotief „Activa" trekt twaalf,
met steenkool en meel 'beladen, goederenwagens en
nwer dan twintig personenwagens, waarin {qq
sonen hadden plaats genomen.
Men wil nu de spoorbaan Manchester-Liverpool
wen, maar men ontmoet veel tegenstand, vooral
de maatschappijen, die het veikeer over de
in handen hebben. Men hitste de
de boeren op. De 'kippen zullen, wanneer de
baan er komt, geen eieren meer leggen, haver
hooi zullen onverkocht blijven, wanneer de
in onbruik geraakten.... Het vuur uit de
non van de loomcotief zouden de huizen
herbergen zouden worden ontvolkt „Nooit zoudi
locomotieven meer dan zes mijlen in 't uur
schreeuwde do eono. „Geen mensch zou de sni
van een spoortrein kunnen verdragen", beweei
ander. Den passagiers werd een verschrikkelijk
voorspeld door het ontploffen van de ketels. Eii
werd een onderzoek door een commissie ingestell
meeste léden dier commissie hielden Stophi
voor krankzinnig. 'Eindelijk wist hij zoo te spi
dat met een meerderheid van één stem toest
werd gegeven voor den aanleg van de spoorbaan.
Toen moest de geschikste locomotief worden
vonden. De spoorwegmaatschappij schreef een pi i
vraag van 500 pond uit. October 1829 had de berw i
gebleven locomotiefwedstrijd in Rainhill plaats,
bij de locomotief „Rakete" van Stephenson de oi
winning behaalde. Ze liep met 29 mijlen. In Sep* Dal
ber 1932 had de opening van de spoorbaan Manck
ter—Liverpool plaats. De opening van deze lijn bit
kende een besliste overwinning van den spoor* Le'
Ik begrijp niet, wauiom Uie stomme kerel om
*oo verbaasd aan staat te kijken. Je zou denken,
dat bij nog nooit van z'n leven 'n vrouw gezien
heen. {Buen Humor. Madrid).
562. Maar opeens gebeurde er iets, waar
niemand van ons op gerekend had. Voor
in de kamer was de gierigaard natuur
lijk verder gegaan met het tellen van zijn
geld en toen zag hij plotseling.... dat hij te
weinig had. Er waren rijksdaalders weg!
Och, och, wat schrok die vrek! Hij keek
met groote oogen van zijn geld naar zijn
kistje en greep toen naar zijn hoofd.
Der is wat weg, der is wat weg, riep
hij.
564. Jullie kunt je voorstellen, hoe de
arme menschen schrokken.
Ik ben bestolen, riep de man. Hier
zijn dieven ln huis! Hier met mijn geld!
De huishoudster keek 'hem bevend aan.
Ze wist niet, wat ze zeggen moest. Toen
zag de vrek opeens het brood en de melk.
Hoe kom je daaraan, vroeg hij nij
dig? Jij had toch geen geld? Hier zijn
dieven in huis!
Qoeie ouwe ziel, tot automobiliste die water voor
aar auto heeft gevraagdAls H u blieft, me-
rouw, en kokend heet, hoor!
(Passing Show, Londen).
563. De gierigaard telde zijn rijksdaal
ders keer op keer, anaar hij kon natuur
lijk niet meer tellen dan er waren. En
toenOpeens vloog hij van zijn stool
op.
Mijn geld! Mijn geld! riep hij bijna
huilend.
Razend vloog hij de gang door naar de
keuken. Wild smeet hij de deur open en
holde naar binnen....
Dat is mijn vriend, mijnheer Pietersen.
Ik ken hem al; hij was het, die me bij het
uitstappen uit den trein op de teenen trapte en zei:
mensch, kijk toch beter uit je oogen
(Moustique, Charleroi).
566. Ik heb het geld niet gestolen,
snikte de arme huishoudster.... toen ik
terugkwam heb ik het gevonden.... Wie
hot hier gebracht heeft weet ik gerust niet
Maar <lo gierigaard rlop woedend: Ja,
dat zijn mooie praatjes. Maa/r ik ga naar
de politie.
666. Wledewi-k stond te stampvoeten van
kwaadheid toen hij zag hoe hardvochtig
de gierigaard zijn huishoudster behan
delde.
Dat zal Ik Je betaald zetten, ouwe dui
tendief, leelijke potter, akelige vol-over-
been-goozer, dreigde hij.
567. Fk heb het niet gedaan, meneer.
Gelooft u mij toch! Ik heb werkelijk geen
geld bij u weggenomen, Jammerde de
anno huishoudster, maar do oudo gierig
aard keek haar dreigend aan en vroeg
alleen:
Als jij het niet gedaan hebt, wie dan
wel?
568. Telt u het geld toch alstublieft
nog oons weer over, moneer, verzocht de
huishoudster. Misschien heeft u zich zoo
pos verkokon.
Do gierigaard vloog weer naar voren.
Nu wordt het voor one oppaeeen,
«el Kwast. Kom mee, mannen, zoo gauw
as Js kust loopent Anders loopt het heele-
maal mis.