RADIO-RUBRIEK. E WETENSWAARDIGHEDEN. Een Socrates uit de 17de eeuw. De wondergrot bij Saalberg. De bevolking der aarde. VOOR DEN TOESTELBOUWER. De gramofoon als luidspreker. De lof van dep aardappel. WARE WOORDEN. te fc«t U bekend: dat de stad Londen meer inwonen telt dan geheel Australië? dat de vlammen, die uit de zon slaan, een lengte bereiken van een tmillioen mijl, maar door den groo- ten afstand zijn ze voor ons met het bloote oog niet te zien? dat door een Amerikaan een schrijfmachine ge construeerd is, die slechts één ons weegt en in het vestzakje gedragen kan worden? dat de bladeren van de Victoria Rogia, een tro pische waterlelie, een middellijn van vier meter be reiken? dat vissdhen het sterkst reageeren op groen en geel licht? dat door een Italiaan een paar jaar geleden een lichtstraal is uitgevonden, die tot een diepte van 300 M. in het water doordringt? dat er zijn op de geheele wereld meer dan 100 millioen Mohammedanen, waarvan ongeveer de helft onder Engelsche regeering leven. Toen eenige jaren geleden in Oostenrijk de inflatie periode eindigde, kwamen de portemozmaiee weer in gebruik. Maar onder de jongeren waren er verschei- denen die soo'n gebruiksvoorwerp niet kenden, want het geld droeg men in een actentasch. In 1923 verkocht België 360 ton Duitsche marken aan een lompenkoopman. Van 1901 tot 1922 is het eulkerverbruik in ons land van 12.84 KG. per hoofd gestegen tot 25.70 KG. per hoofd. Je hadt nogal ent op gfeterca, is Waarom Omdat ze ma vertelden, dat )t bif *n rmBo demonstratie op straat, ging vragen, waarom ze dien kerel, die binnen li *t kastje stond te praten, er nirf (A*w Oofcs, Y verdoof VAN POTSENMAKER TOT GEZETEN RENTENIER. Tsaar Peter da Groote wilde ham ma Rusland. Omstreeks het jaar 1700 leefde te Amsterdam een eigenaardige persoonlijkheid, Tetje Roen. Hij woonde, als vroeger Socrates, in een ton en reisde de kennis- een af, om het volk te vermaken. Hij was van alle markten thuis en deed de menschen versteld staan van zijn kunsten. Hij was kwakzalver, waarzegger, goochelaar en potsenmaker tegelijk. Geen wonder, dat hij op de kennissen een geziene persoonlijkheid was. Als Tetje op de kermis verscheen, zou het zeker een vroolijke boel worden. Mogen wij geloof slaan, aan wat een almanak uit het jaar 1805 vermeldde, dan hield Tetje Roen er ook een uithangbord op na. Fn dat uithangbord al leen reeds moet etn gewaarwording bij het publiek hebben gebracht, dut Tetje de menschen op de ker mis zou laten genieten. Op dat uithangbord stelde lüj zich op de volgen de wijze voor aan de goe-gemeente: 't Is geen Diogenes, die hier woont in zijn ton, Die gek, die met zijn bék geen halve stuiver won; Maar Tetje Roen, Messieurs! begaafd met taal en reden, Beleefd en hupa van aard, niet rijk, maar wel te vreden. Die s&lf en olij vent, en vroolijk lacht en liegt, Doch niemand, dan die wil bedrogen zijn, bedriegt Hij was zijn loopbaan begonnen als potsenmaker bij een kwakzalver. Pekelharing noemde men in dien (Passing Show, Londen). tijd zoo iemand. En hij eindigde zijn leven, als een ge zeten rentenier op de Raamgracht te Amsterdam. Eiken Maandag en Vrijdag stond hij met zijn ton op de Botermarkt en kon hij er verzekerd van zijn, dat steeds een nieuwsgierige menigte zich om hem verdrong. Zijn grappen vonden altijd een gretig ge hoor. De andere dagen reisde hij de markten of de kermissen in de omgeving af of speelde hij op brui loften en avondpartijen. Soms rolde hij met z'n ton naar een herberg en verhuurde zich daar. Menige herbergier was afgunstig op zijn collega, die beslag had weten te leggen op Tetje Roen, w&nt zijn aanwezigheid in de taveerne lokte veel bezoekers, die gul verteerden. Mochten er al eens zuinige lieden on der zijn, de grappenmaker wist hen wel tot drinken aan te sporen. Daar rekende de waard trouwens ook op, want hij moest Tetje goed betalen voor zijn me dewerking. Toen Tsaar Peter de Groote in ons land vertoefde en zich te Zaandam en te Amsterdam op de scheeps timmerwerven liet onderrichten in het bouwen van schepen, waarin de Nederlanders uitmuntten, leerde hij den beroemden Tetje Roen ook kennen. Hij was zoo verrukt over den potsenmaker, dat hij hem mee wilde nemen ijaar Sint Petersburg, waar hij zooiets als ópper-grappenmaker aller Russen zou worden. Maar Tetje had daar weinig zin in en bedankte voor de eer. Hij zal daar later wel geen berouw van ge had hebben, want het geluk is hem gunstig gezind geweest. De actiënhandel, waardoor half Nederland in een bedwelmende roes geraakte, waarhij velen In korten tijd schatrijk werden, maar vaak ook even plotseling weer straatarm, ging ook Tetje niet on beroerd voorbij. Hij deed dapper mee en het spreek woord, dat gekken de kaart 'krijgen, werd bewaar heid. Tetje werd door den actiënhandel een welge steld man en kon als rentenier zijn levensavond door brengen. EEN KLEURENPRACHT ALS IN GEEN ENKELE ANDERE GROT. Tot de meest wonderlijke grotten op aarde behoo- ren de feeëngrotten van Saalfeld. Dicht bij dit Thu- ringsche districts-stadje ligt in het gebergte een oud ■bergwerk, waarin men omstreeks het jaar 1500 veel zilver, koper en kobalt heeft gedolven. In 1886 werd opnieuw een proef met ontginning genomen, maar, nadat men voor een waarde van eenige honderden daalders aan goud en zilver gewonnen had, werd de exploitatie opgegeven en werden de groeven verlaten, Omstreeks 1900 ontdekte men door een toeval, welk een wonderwereld was verborgen in deze groe ven, die een aantal grotten vormen, welke zeker tot de mooiste bergholen Ibehooren, die op de wereld be kend zijn, de eerste en eenige, waarvan de wanden en de druipsteenzuilen een tooverachtig kleurenspel vertoonen, een 'kleurenspel, dat de pracht van de al gemeen bekende grot bij Capri overtreft. In de grot van Capri ontstaat het wonderschoone, doch eenvoudige ikleurverschijnsel door een eigenaar dige breking van het licht, in het heldere zeewater, doch in de feeëngrotten bij Saalfeld roept het recht- streeksche witte licht der electrische lampen een sprookjesachtig kleurenfeest to voorschijn, dat de stoutste verbeelding overtreft Tusschen het rood en het blauw der wanden en het zuivere wit der druip- steenformaties gloeien oranje en geel, die verdonke ren tot zwarte, violette en blauwe strepen en vlek ken op, die vervloeien over lichtblauw tot zeegroen. Het aantal kleuren is niet te tellen, niet te schat ten. Geen product van een kunstmatige verlichting, geen breking van het licht, een speling der natuur, die hier een aantal zeldzame mineralen bij elkander bracht, elk schitterend in het witte licht, in zijn eigen kleur en tint. In hoofdzaak zijn het verbindingen van ijzer met fosfor, met kiezelzuur, met arsenicum, met zwavel en nog andere stoffen, in allerlei verhoudin gen en samenstellingen, doch ze zouden zonder meer, niet zulk een kleurenpracht vertoonen. Zij doen het alleen, «oolang zij doof het doorsijpelende water in de grotten bevochtigd worden, zoolang steeds nieuw be zinksel er op neerslaat, als men de gesteenten uit de grotten losbreekt, zijn hun kleuren spoedig yerloren en niet meer terug te krijgen. Het doorsijpelende water heeft ook nog andere eigen schappen, het is sterk radioactief, evenals het slib, dat zich langzamerhand op den bodem der grotten heeft verzameld. Beide worden voor geneeskundige doeleinden gebruikt en leveren gunstige resultaten bij verschillende ziekten. Verscheidene geologen hou den zich met het nader onderzoek van de grotten, ie gesteenten en de mineralen ibezig, doch hij het gröote publiek, zijn deze heerlijke natuurwonderen nog veel te weinig bekend. OVER HONDERD JAAR 5 MILLIARD MENSCHEN. Op het oogenblik het derde deel daarvan. Gedurende vier op elkaar volgende generaties is het bevolkingscijfer van de aarde meer dan verdriedub beld. Na honderd jaar zal volgens H. W. S. in do „Wereldkr.", onze planeet door 5 niilliard menschen worden (bewoond. Bekend is, dat een hectare bouwland noodig is om als levensonderhoud van één individu te dienen, maar men zegt, dat de oppervlakte van de aarde geen 5 railliard hectaren bouwland oplevert. Wat te doen? Hot geeft niet of het goboortocijfer daalt In wer kelijkheid leidt do toonomonde zege van de hygiëno er toe, dat het sterftecijfer voortdurend daalt De Malthusianers toonen aan, dat tot in het begin van de 19e eeuw de overbevolking slechts voor een paar lan den noodlottig is geweest, waarbij de pest, hongers- DE ACROBATENfAMILE.... (fitr gtmittkkt SochM, Letprig regeMal Het gebruik van de gramofoon, in combinatie met heit Radiotoestel, neemt hand over hand toe. De gra mofoon is eerst met recht een schitterende muzielc- weergever geworden, toen de gramofoonplaten „electrisch" opgenomen konden worden. Het z.g. „electrical recording", welke mogelijkheid de Radio openstelde. De gramofoonmuziek, versterkt door een Radio l.f. versterker, kon tot een groot geluidsvolu me opgevoerd worden, zonder dat daarbij de ge luidszuiverheid achteruit gaat. Dit zijn echter alle maal diensten, die de Radio aan de gramofoon be wijst; wij willen thans hier de gramofoon een an dere rol laten spelen. luio$P/UK£« v__ ge/VH^ De gramofoonfabrikanten hebben in den loop der jaren al het mogelijke gedaan, om de reproductie van de muziek zoo zuiver als maar eenigszins kan te krijgen. Van dit werk kan de Radio-amateur ge bruik maken, als hij in het bezit is van een gramo foon. De gramofoon is namelijk heel goed te gebrui ken als luidspreker: wel te verstaan, d&t deel van de gramofoon, dat bij normaal gebruik, als gramo foon, dit eveneens doet. De gramofoonnaald wordt dan, in plaats van op de gramofoonplaat, geplaatst op een lipje, daA aan het membraan van de luidsprekereenheid verbonden is. Het is echter wel moeilijk voor een niet-vak man, om een dergelijk lipje aan het membraan van een hoornluidspreker-eenheid te soldeeren. Tegen woordig zijn er echter vele luidsprekereenheden op de markt, met behulp waarvan een conusluidspre ker zelf te bouwen is; en deze zijn niet duur. En hierbij is het lipje aanwezig. Figuur 69 geeft de bedoeling duidelijk weer. Het is zaak een en ander goed ten opzichte van elkaar op te stellen, wat echter heel goed te doen is met behulp van een houten standaardje. Het opstaande plankje, waarin de toonarm in een daartoe gemaak te uitholling juist past, is in deze uiholling gevoerd met rubber. De luidsprekereenheid wordt op het plankje bevestigd met behulp van een koperen band je, zoodat de diverse onderdoelen ten opzichte van eikaap eteede dezelfde stand innemen. Deze constructie is zeer handig, daar, na verwij,- dering van het standaardje, de gramofoon zonder verdere wijzigingen weer normaal dienst kan doen. Voor den handigen knutselaar, in het bezit van de benoodigde onderdeelen, is dit ongetwijfeld iets om te probeeren. N.B. Volgends week een hoogst interessant ar tikel ever; TT?. nood en andere plagen vaak het evenwicht herstelfll Ook emigreerde men naar believen uit de dichti volkte naar de dunbevolkte landen en zoo spsel de emigratie de rol van veiligheidsklep. Maar i den, die vroeger de immigranten-landen waren uitnemendheid, hebben hun grenzen gesloten of fc fffj den niet voldoende bestaansmogelijkheid meer. 1 Ondertusschen heeft tegen het einde van de eeuw, precies in het jaar 1878, Thomas Malthus getoond, dat de toeneming van de wereldbevol door bepaalde natuurlijke voorwaarden, haar -bi zing vindt Herbert Spencer beweert, dat die bi zing automatisch met geweld plaats vindt. Di vergist hij zich, want de mensohheid heeft niet houden zich te vermeerderen. Japan wordt tegenwoordig door de ergste aai vingsrampen getroffen. Dat belet echter de bi kingstoeneiming niet. De toename der bevolking] droeg dit jaar 1.500.000. In de maanden Jam Februari en Maart overleden er 325.248 personen, er werden 708.936 kinderen geboren. Thans hoi ministers zich met de kwestie der overbevolking bei In de Ver. Staten ontwikkelt deze beweging i in tegenovergestelde richting. Hoe sterker de f, meene bloei van het land zich ontwikkelt, des meer vermindert de toeneming der bevolking. Het schijnt, dat de bevolkingsbeweging geen gelijk tred houdt met de vermeerdering der bestaansmid len. Waar moet men bij dit alles het evenwicht den? It t Q 0 to Deze handdoek is zoo klein, dat Ik me er niet mee af kan drogen. Dan moet u minder water gebruiken. (Everybody's WeeklyLonden). P enj - I 8 Dat de aardappel een redder in den nood is in ty den van voedselschaarschte en speciaal in den ooi logtijd ons volk voor hongersnood bewaard heeft, i nu wel agemeen bekend. Minder bekend is het, dat de aardappel ook physiologisch oogpunt bezien, zulk een goed voi dingami'ddel is, dat naast zetmeel veel voedingszon ten bevat, terwijl de eiwitten, hoewel in betrekkeliji n geringe hoeveelheid aanwezig, van uitstekende quaP liteit zijn, beter b.v. dan die van boonen en erotëoftj Ook bevat de aardappel vitaminen (vooral B). EeHu Amerikaansch econoom (J. R. Smith) heeft in I boek „The WorLd's Food Resources" opgemerkt, dl Eb een groot deel van Noord-Amerika zijn ecosomischc toestand kan verbeteren door in plaats van graijj meer aardappels te gaan verbouwen on ook eten. Reeds vóór den oorlog heeft de bekende phyÉi all loog Hindhede een proef gepubliceerd, waarbij l Bn en zijn medewerkers geruimen tijd een diëet hebba k gevolgd, waarin als eiwit uitsluitend aardappelem hei werd gebruikt. Een van zijn proefpersonen at dage Bi lijlks tusschen 1800 en 3600 gram aardappels met m 1 weinig plantaardige margarine zonder eenig ande Jj1 voedsel en hij kon dit diëet zonder bezwaar voc: zijn gezondheid 300 dagen volhouden. Hlet leven zou wel eenvoudiger worden als me: in zijn kelder-alleen steenkool, aardappelen en w ee garine behoefde op te stapelen, en verder alleen vooj 2S kleeding en woning geld behoefde uit te geven. Naar het „Journal of the Am. Med. Ass." deelt, zijn onlangs ook proeven op ratten gepublifp" ceerd, waarbij deze dieren als eiwit uitsluitend tï berine, het globuline-eiwit uit den aardappel kregenp Ook werden deze proeven op twee gezonde menschi genomen, een man en een vrouw, die als eiwit sluitend 5,7 resp.'3,8 gram tuberine aten. De proi personen moesten veel aardappels eten ("behalve kregen zij alleen vet en wat vruchten) maar hui Q spijsvertering was uitstékend; zij hielden dit diël 167 dagen vol en bleven in stikstofevenwicht. Ht schijnen overigens gemakkelijke proefpersonen g* weest te zijn; zij verlangden gedurende den proeftij niet naar verandering van diëet: van een optredfll W van tokortkomingsverschijnselen door gebrek aan vl taminen was geen sprake. Zelfkennis mtoet niet ontaarden in geringschat' en ting van zichzelf. De kinderen .zijn tegenwoordig te voel aangewen hy op zichzelven, zoeken al vroeg hun genoegens bui- h tenshuis. De echte, ouderwetsche huiskamer, vader en moeder na gedane dagtaak als koning koningin van een eigen klein koninkrijk met i te, doch vaste hand regeerden, waar lief en li werd medegeleefd, waar de hechtste band werd tusschen broers en zusters onderling, zo ra* zoo langzamerhand op den achtergrond. Hoe luider vat, hoe minder nat Indien gij niet gelooft in publiciteit, moet gij toch aan doen zonder er in te geloovon. Ten aloW zult giji er aan doen en er in gelooven ook. Alleen wat wij voor onszelf gedaan hebben, met ons. Wat wij voor anderen en de wereld gixW1 hebben, blijft en is onsterfelijk. Bfid niet om een gemakkelijk: leven, bid om sterker mensch te worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 18