et vierkantjes uit wol.... Het lied der paraplu. Gedachten en Gezegden. Kort. wel met vierkantjes q hertenleder krijgt een alleraardigste orlgineele garnee- ïg om Uw kleeding a een vorig seizoen er geheel jeugdig te ikan. an de uiteinden van 2 aangebracht shawl ven veelkleurige vier- ntjes aan dezen een 'endlg cachet. Op een hoedje geven een amusante gar- erlng. De punten van n kraag en de uit- iden van het lint larmee deze wordt igeknoopt, worden er eneens mee versierd. 1. Jeanne heeft een euxpièces" in blauwe antung. De rok is n voren geplisseerd. casaque, waarom n hertenleder cein- ur gedragen wordt, gegarneerd met gele zwarte vierkantjes. Benoodigd 3.75 M. in M. 2. Reneé is in wit voile de laine kleed. Twee groepen van plooien geven de noodigde ruimte aan den rok. De casaque, gezoomd met levendig roode nden, is gegarneerd met roode en zwarte ïrkantjes. Benoodigd 3.5& M., in 0.80 M. Een levendig blauwe jumper is geïncrus- 9rd met zwarte vierkanten en aan décolleté en polsen zwart gezoomd. De punt van een damestasch vormt een uitstekend plekje voor een dergelijke ver siering. Ook op een halsdoek komt deze tot zijn recht. Ten slotte nog een tfardige to^>assing van deze vierkantjes, in twee kleuren boven de ceintuur van een lichtkleurige japon aan gebracht EEN BROKJE ■ODEGESCHIEDENIS. n. Het was omstreeks 1890 dat de heer Worth, de kleinzoon van Charles Frédéric Worth, de stichter van de Parijsche mode, een jong- mensch in zdjn kantoor ontving. „Jonge man", zei hij, „wij hebben reeds eenige ingenieuse en nieuwe schetsen van U gekocht en naar ik meen bent U in betrek king bij Doucet. Wat verdient U daar? Vijf honderd francs per maand. U hebt daar, naar ik meen, de leiding van het atelier der mantelpakken. Dat maakt het mij makkelijker om U te zeggen waarom ik U gevraagd heb mij te bezoeken. Het huis Worth levert aan de groote Hoven en aan de groote wereld, en is gespecialiseerd ln ge- kleede japonnen en mantels. Maar de een voudige schotels heeft het wel wat verwaar loosd. U bent hier in een restaurant waar men de fijnste getruffeerde spijzen weet te maken, maar waar men niet weet hoe aard appelen gebakken worden. En Ik heb U laten komen voor deze gebakken aardappelen. Paul, zoo heette onze Jonge man, nam met graagte aan. De nieuwe chef van deze „gebakken aard appelen" af deeling was een eigenaardig jong- mensch. Zijn roeping als ontwerper van modellen was bij hem opgekomen terwijl hij de glazen waschte van een groot parapluie- magazijn. Hij had de burgerschool afgeloopen maar zijn vader was van meening dat men om carrière te maken, op den laagsten trap moest aanvangen en hij had zijn zoon als eenvoudige leerjongen geplaatst bij een vriend, die een oude, degelijke zaak in pafa- pluies en wandelstokken had. Paul moest een witte kiel dragen. Zelfs voor de boodschappen, had zijn vader beslist. En zoo ging Paul door de straten met een bundel parapluies, klom de diensttrappen op en nam van het keukenmeisje het dubbeltje aan als fooi. Nu en dan stond hij plotseling stil onder zijn wandelingen. Een jeugdige vrouw stapte uit een rijtuig en ging bij een banketbakker binnen. Onze boodschappenlooper nam snel een notitie boekje uit zijn zak en, met enkele potlood strepen was haar silhouet vereeuwigd, 's Avonds, na het eten, amuseerde hij zich dan met eenige verbeteringen in den lijn van de Japon te brengen, deze te versieren met eenige arabesken of er een garneering aan toe te voegen. Op zekeren dag, toen alle parapluies be zorgd waren, liep hij vroolijk fluitend door de Rue de la Palx, bleef staan voor no. 17, rolde zijn kiel In een krant en stapte het bureau van Jaques Doucet binnen: Ik kom u eenige teekeningen voorleg gen. Leg ze daar maar neer, zei een be diende, en kom maar eens voorbij voor het antwoord. Een eindje verderop, no. 7t bij Worth, bracht hij andere schetsen. Een paar dagen later hadden beide kleer makers zijn schetsen gekocht. Zijn zakken vol met zilver-, en zelfs goud stukken, riep onze leerjongen, van toen af 's morgens een huurrijtuig aan, en leverde snel zijn parapluies bij de klanten af. De gewonnen tijd werd aan zijn mode-arbeid besteed. Waarom parapluies bezorgen wan neer men zijn eigen kunstwerken verkoo- pen kan? Paul's vader voelde voor deze redeneering en ging zelf mee om zijn zoon* bij het huis Doucet te presenteeren. Daar kreeg deze een mooi maandgeld 500 frs., wat vóór den oorlog een flinke som vas. En nu vinden wij onzen Paul terug bij den Stichter van de Hooge Mode, zij 't dan in de af deeling Eenvoud, bij de burgerschotels! Langen tijd nog zal men zich bij Worth de eigenaardige gebakken aardappelen van Monsieur Paul herinneren I Dat was nog heel iets anders dan de getruff eerde spijzen: Russische Zakowskis, Aziatische schotels, Zwaluwnestjes, Kreeftenommeletten en wat al niet meer! De verkoopsters kwamen ör tegen in op stand. Nooit van mijn leven wil ik zoo'n model verkoopen. Dat is geen japon, t is een duizendpoot I Op zekeren namiddag, na eenige aarze ling en in een gespannen, zenuwachtige at mosfeer werd de meest gedurfde „aard appel" van Monsieur Paul, de „Chlneesche Mantel" aan de Prinses Tsenovich getoond. De oude dame sprong op in haar stoel: „Wat een xvreeselijk leelijk ding is dat!"' Monsieur Paul vond het toen mooi genoeg. Hij zag kans vijftig duizend francs bij elkaar te krijgen, nam acht employés ln dienst, en huurde een kleine winkel in de Rue Schribe onder zijn eigen naam: Paul Poiret. In de uitstalkast lagen Chlneesche ge borduurde stoffen en lakensche stoffen in levendige kleuren. In de herfst wierp hij daarover doode bladen, in de lente appel bloesem. In den winkel was hij voorzitter van een revolutionnaire kleermakersclub en fabriceerde daar japonnen bommen zou men beter kunnen zeggen die hij dan liet springen op de renbanen, op generale repetities in de theaters en in dancings. Geen kragen, geen baleinen, het' middel bevrijd van een knellend corset, alle kleu ren van den regenboog. Nooit was er zoo'n opschudding teweeggebracht 1 De wetten van de coupe gooide hij omver, het middel werd eenvoudig weggelaten, het <iex ïyvgn verwaarloosd, een vree- selljke revolutie. Van zijn winkel in de Rue Scribe verhuis de Paul Poiret niet zonder eenige ophef naar de Champs Elysées. In zijn tegenwoordig paleis voert een trap naar de zilveren deuren. Het groote salon heeft rose muren. Het tapijt is groen als een grasveld. Voor de vensters mousseline gor dijnen, geborduurd met anemonen, met ak- kerwnde en campanulia's. Groote Venetiaan- sche lustres aan het plafond. In de vitrines antieke armbanden, bisschopsringen, kora len gespen. Daar worden tegenwoordig zijn nieuwste modellen vertoond. Paul Poiret moge een zonderling zijn, geen enkele groote Parijsche kleermaker zal ontkennen dat de Parijsche „Haute Con- ture" wel iets aan hem te danken heeft. MUNDUS VULT DECIPI. „Op de kleintjes moet Je passen", Is ons wijs'lijk ingeprent Winkelwaren moet je koopen, Tegen prijzen, ongekend 1 En de nijvere winkelieren, Zien hun zaken in gevaar, Willen eerlijk concurreeren, Houden zich bij goede waar. Wie het slim weet in te pikken, En de fopperij verstaat, Geeft cadeaux-bons, als het middel, Dat je bij hem koopen gaat. Vorken, lepels, theeserviezen, Worden zoo maar weggehaald, Reuzen leuk is zoo'n cadeautje,- Dat je zélf toch maar betaalt. Menig vrouwtje, anders zuinig, Maakt haar beursje ééns zoo plat, Omdat zij een weekje vroeger Graag het mooi serviesje had. Uitgespitst op „koopjes-halen", Is de geest van onzen tijd, Maar je raakt met al die „koopjes", Juist je lieve centen kwijt H. H. DE BRUIN—LéON. (Tompouce.) In de krant schrijf ik mijn versjes En zoo komen ze tot u, Wil dan ook uw aandacht schenken Aan het lied der paraplu. Parapluutje, parapluutje, Met je dwaas en kort model. Vroeger vond lk je véél mooier, Leek je sierlijk weet je wel? Vroeger droegen jou de vrouwen Aan een lusje verticaal! Nu steekt men je recht naar achteren Als een puntig liniaal I Onbeschermde hoedenpennen Werden vroeger streng geweerd, Tegen *t dragen van Tompoucen Heeft geen wet zich nog gekeerd l Parapluutje, parapluutje Is het heusch te veel gevraagd Dat de vrouw je niet als wapen, Maar weer in de handen draagt?? H. H. DE BRUIN—LEÓN. (Nadruk verboden.) Waar men zeker is van zichzelf, heeft men geen behoefte geprezen te worden. Wie lof uitingen zoekt, twijfelt aan zijn eigen waarde. De meeste menschen gebruiken het eerste deel van hun leven om de rest vrijwel on draaglijk te maken. LA BRÜYèRE. De mensch brengt zijn leven door over het verleden te redeneeren. Zich over het heden te beklagen en met de toekomst te vreezen. RIVAROL. Schijnheiligheid is de hulde van de on deugd aan de deugd. LA ROCHEFOUCAULD. Hij die het langste er mee wacht iets te beloven ls het getrouwste aan zijn woord. LEVIS. Men moet zich nooit schamen zijn ongelijk te willen bekennen. Door dit te doen bewijst men dat men vandaag wijder is dan gisteren. POPE. Wanneer gij van het leven houdt, verspilt dan geen tijd, want dat is het materiaal waaruit het leven vervaardigd is. FRANKLIN. Alle harten gelijken op boeken uit een leesbibliotheek, vol met teekens, vouwtjes, notities, vingerafdrukken en waar men, tus- schen de bladzijden gedroogde bloemen, fragmenten van brieven en cigarettenasch vindt. ONZE PATRONEN. Patronen van de modellen van mantels en kin derjurken zün verkrijgbaar by onze mode redactrice, Mejuffrouw L. Berendes, Joan Maet- suyckerstraat 96, pen Haag. De patronen voor dames kosten L—die voor kinderen ƒ0.80. Het duurt ongeveer 10 dagen alvorens ze in het bezit komen van degenen, die patronen aanvragen. S. v. p. leeftyd op te geven by het bestellen van patronen voor kinderen. Aan de lezeressen, die een patroon bestellen, wordt beleefd verzocht by de aanvrage het ver schuldigde bedrag in te sluiten ter voorkoming van administratiekosten, REDACTIE. Korte haren korte rokken, Korte dagen ln 't verschiet; Korte uren om te werken, Kort m'n versje en mijn lie^l Korte jeugd en korte vreugdi Korte kijkjes „hier und dort"! Kort ons leven - dat ten slotf Eindigt met een groot „tekort! H. H. DE BRUINE (Nadruk verboden.) bit dat ten ONGEKOOKT VOEDSEL DRINKEN. In de laatste Jaren komen in ver» de tijdschriften de voorstanders van wen kost" aan het woord. Ofschoon tot degenen behooren die dwepen mi wat maar nieuw en vreemd is, zoo wi toch ook niet conservatief zyn en het oude alleen houden, omdat het aldus lezen we in „Voeding en Hygiè De leus zij onderzoekt alle dingen houdt het goede. Zij die beweren menschen „terug naar de natuur" en daarom ook het voedsel rauw moei^, bruiken, vergeten, dat de mensch cultuur gevormd en veranderd is en wenschelijkheid om het lichaam, d aangepast heeft aan de veranderde t den en omstandigheden, te dwingen rauw voedsel te nuttigen, beweza worden. Daarentegen mag ln de voed geen geraffineerdse verfijning optre zeker zullen, naast eenvoudig gekooklKat sel, sommige rauwe spijzen gunstig het Nu we eenigszins op. de hoogte zyn i ook nut der vitamines en we weten, dat *Pr- rauwe groenten en vruchten zeker i ■Pret ast ieil felic men, valt er voor meer rauwe vruchten beslist wat te zeggen. Door malen, hakken en persen ka£ten dit rauwe- voedsel voor den cultuun beter verteerbaar maken. We zijn dus zeker geen tegenstand! een gepaste toevoeging van „rauwen aan onze maaltijden, doch wel protö we tegen onoordeelkundig inlichten vi »let publiek omtrent dergelijke voedingsw het Hierbij denken wij aan een door dl daznan-beweging uitgegeven boe! teld „Mazdaznan voedingsleer en koo Deze methode berust niet alleen ding met rauwen kost, doch gfeft ook aanwijzingen. Voor wie is dit boekje geschreven zeker niet voor de volgelingen van d daznan-beweging: het wordt aang als propagandamiddel en is dus voo ingewijden bestemd. En hier ligt o.i. gevaar. Er zijn meer menschen, da oppervlakkig zou denken^ die graa wat maar nieuw en vreemd is, zond tiek aannemen, vooral als die nieuwitwer met een- groote stelligheid gelanceer pr den. Nu, zulke axioma's vindt men in dingsleer-. en kookboekje te kust en tl"*£ Een paar voorbeelden „SinaasappelenHun sap voorafconi frischt en wekt den honger op. Bel grai vleesch niet te eten. Het is een vruel de jeugd tot 20 jaar." We vragen waarop berusten deze ringen Een antwoord krijgen niet. v< Inge 15 tuis V Deli D heei nen hee: lam dat gen Di Kgf *1 w jv Van plas aan te» hei de had dra, het bra "S bed: D Wor D M Op blz. 21 lezen wij „Kook nooit d£het die ge drinkt." Is deze raad nu niet uiterst gevaat We begrijpen wel, dat hier gedacht aan het dooden van vitaminen d( koken der melk. Doch kan men ra niet uit een modelboerderij komt, drinken zonder gevaar te loopen zi( men van allerlei aard naar binnen gen I We laten nu gepasteuriseeri Jmiten beschouwing. Toen we „Mazdaznan"-leerlinge hierop opme maakten, kregen we ten antwoord: kookte melk is dood voedsel, v ons heeft genoeg verdedigingsmiddelen eventueele ziektekiemen in rauwe mé L van hee de zijn gaa me! si te Dat laatste is te hopen, het lijkt oi plic ter toch niet verstandig, om het 11 *"or vertrouwende op die verweermiddelen van alles te laten verorberen. Het is mogelijk, dat men ons voor ringen van verschillende stelregels, uitgebreider lectuur zal verwijzen, zelfs een klein propaganda-boekje mo toe wei delijk zijn. Liever een nieuw inzicht melijk gemaakt, dan honderd voorsdfjw zonder eenigen uitleg gegeven. Waar ernstige geleerden, zooals W nar Berg, langzaam trachten door te in wat nog duister is op voedingsge zij hun op studie en onderzoek gei meeningen helder en duidelijk ulteei zal ook de meest conservatieve aandachtig luisteren. Het gaat hier wie gelijk en wie ongelijk heeft, d sluitend om de oppervlakkige wij2^. op hier over voeding geschreven wcé Mo1 A «pr< D den voo aan draj het Di laken. Er is al zoo ontzettend veel diletttf op dit gebied, iedereen denkt een te kunnen meespreken en anderen kunnen geven. Met hetgeen men vod gers groote publiek laat drukken, moet men bèta bel voorzichtig zijn, indien men het Het met de volksgezondheid meent. De Volksuniversiteiten zorgen er o.a. dat aan ons volk goed geestelijk voi voorgezet kan worden; het is ook te1 schen dat goede letcuur omtrent de vo* van het lichaam verspreid moge word»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 22