llltltü BlCIfS-
WIE
De Huwelijksloterij
Woensdag 19 September 1928.
71s(te Jaargang No. 8329.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co, Schagen.
Eerste Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
GRATIS.
Gemengd Nieuws.
Een menschenoffer op Soemba.
SCHAGER
f
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tsntiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden 11.65. Losse nummers 6 ceut ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootcre lettors wordon naar plaatsruimte berekend
Zitting van Maandag 17 SepL 1928.
VERDUISTERING IN DIENSTBETREKKING.
De slager Pierre Jozef Hlenri H., thans woonach
tig te Schijndel, heeft In quaJiteit van vertegen
woordiger der conservenfabriek „De Eendracht" te
Iiase verschillende bedragen, van de afnemers
ontvangen, zich wederrechtelijk toegeëigend en
staat heden, voor zoover het delicten, in het arron
dissement Alkmaar betreft, terecht ter zake ver
duistering van 21.07 van den heer W. Mooij te
Alkmaar en f 16.85 vap den heer N. d© Groot/ te
Limmien. Verdachte, in Januari in dienst van „De
Eendracht" getreden, maakte zich reeds in April
aan verschillende verduisteringen schuldig. Ver
dachte erkent en verklaart reeds een begin te heb
ben gemaakt met restitutie der verduisterde gelden.
Hij erkent voorts in totaal f481 aan de firma ver
schuldigd te zijn. HJJi heeft daarop reeds f30 afbe
taald.
De Officier vordert aanhouding tot nadar reclas-
seeringsonderzoek. Aangehouden tot 15 October.
KRAB- EN BI JTLUSTIG.
De 23-jarige landbouwer Joh. R. heeft op 24 Juni
te Grootebroek zijn naamgenoot Pieter Reus in het
gelaat gekrabt en gebeten na een ontstane oneenig-
heid in de herberg óver de betaling van gelag. Ver
dachte ontkent het krabben, maar geeft het bijten
openhartig toe. Getuige Piet Reus draagt nog de
sporen van de kanibaalsche buur op zijn gebruind
aangezicht.
De getuige décharge Th. MaBee weet niet veel
maar wat hij gezien heeft vertelt hij eerlijk.
Eisch f 40 boete of 40 dagen vonnis.
WE'DERS PAN NTGHEID.
De niet verschenen verdachte Simon W. S. heeft
zich tijdens de kermis te Medemblik in den nacht
un 6 op 7 Juni schuldig gemaakt aan heftige we-
derspanni'gheid tegen de rijks- en gemeentepolitie.
Hij staat in dit opzicht zeer ongunstig bekend.
Maakt zich dikwijls schuldig aan drankmisbruik, is
recalcitrant en vechtlustig, is voorts reeds 4 maal
veroordeeld.
Eisch 1 maand gevn uitspraak na behandeling
volgende zaak.
VERNIELING.
Aan Willem A. S., niet verschenen, en broeder
van vorige verdachte, is ten laste gelegd, opzettelij
ke vernieling van een glasruit in het gebouw der
politie te Medemblik. Hij: heeft met een schoen de
ze vernieling gepleegd. Het feit ia eveneens in, den
nacht van 6 op 7 Juni gepleegd. Het was een. wraak
neming.
Wordt gevorderd f 30 'boete subs. 30 dagen hech
tenis. Ook deze persoon staat niet gunstig bekend.
Vonnis tegen S. W. S. 6 weken gev. en tegen. W.
A, S. t 40 boete of 40 dagen.
BELEEDIGING VAN ALKMAARSCHEI POLITIE
AGENTEN.
De niet ter zitting versohenen verdachte en
zwerver Joh. Wilh. La T. heeft op 1 Juli de agen
ten van politie Agricola en de Wit in het openbaar
gequalificeerd als „lafaards". Zulks naar aanleiding
van het feit, dat de agenten een beschonken vrouw
opbrachten.
Eisch f3C boots of 30 dagen. Vonnis f10 boete of
10 dagen.
VERZET TEGEN DE POLITIE.
De schippersknecht Hendrik B. uit Broek op Lan-
gendijk heeft zich in den nacht van 1 op 2 Juli in
een door gebruik van alcohol opgewonden toestand
zich met geweld verzet tegen den inspecteur van
politie Zoll, den assistent Aimenti en den agent van
politie Stor. In dien nacht zijn te Alkmaar ver
schillende baldadigheden gepleegd. Verdachte was
beschonken en kan zich niets meer herinneren.
Verdachte is reeds eenlge malen voor geweldsde
licten verooMeeid.
Eüsch 3 weken gev., verdachte gaat daarmede
wonder boven wonder accoord.
De politierechter wenscht, alvorens uitspraak te
doen, nog een nader onderzoek. Hervatting op 15
October.
STROOPERIJ VAN PUÏN.
Jacob M. uit Enkhuizen i3 niet verschenen. Hem
is ten laste gelegd diefstal van puin ten radeole
der Ned. Spoorwegen te Bovenkarspel, zulks met
behulp van een vaartuig. De waarde van dit puin,
500 K.G., ds pl.m. f10. Eisch f40 boete of 40 dagen,
vonnis f 15 boete of 15 dagen. Er is niet, beegrijpt
UIT
EENVOUDIGE BELEEDIGING.
De 65-jarige Cornelisje S., wed. C. D. te St Pan-
cras, heeft op 18 Juni haar plaatsgenoot Abr. Smit.
verweten, dat hij grond zou hebben gestolen en
staat nu terecht ter zake mishandeling. Verdachte
ontkent het woord diefstal gebruikt te hebben, zij
heeft er wel van gepraat, dat Smdt den grond had
willen stelen.
Gevorderd wordt f10 boete of 10 dagen. Vonnis
conform eisch.
MISHANDELING.
Martha J., huievrouw van de H. te Winkel,
staat terecht op grond van het feit, dat zij den
kleinzoon van haar buurman H. Kouwenberg met
een hard voorwerp in casu 'n schaaltje, in het ge
laat heeft geslagen. Verdachte erkent dit, doch be
weert te voren door HJerke Kouwenberg, oud 22
jaar, tuinder, op vreeselijke wijze in de armen te
zijn gegrepen en geslagen. Er bestaat tusschen de
buurliedon een kwestie over een overpad!.
Requisitoir f 15 boete subs. 15 dagen hechtenis.
Vonnis f 10 boete of 10 dagen.
DIEFSTAL VAN GLASRUITEN.
Twee Urker jongelieden M. K ten N. en Hendr. K
hebben zich eenige glasruiten wederrechtelijk toe
geëigend van een sigarenfabriek.
Bedoelde ruitjes waren het eigendom van den
ZICH MET INGANQ VAN
I OCTOBER 1828
OPGEEFT ALS LEZER VAN DE
ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ
NENDE NUMMERS VAN SEPT.
aannemer Gersson.
De door hem gekochte fabriek is nagenoeg door
bald&digen afgebroken en een belangrijke hoeveel
heid lood gestolen, zoodat de schade voor getuige
groot ls. De politie heeft er niet naar omgezien.
Vordering van den officier ieder f20 boete of 20
dagen. Uitspraak: conform.
MISHANDELING MET EEN MES.
Tiheodorus M. te Grootebroek, heeft op 8 Juli den
landbouwer Nicolaas Duin met een /messteek boven
het oog bloedend verwond. Duin reclameert f8 scha
devergoeding voor geneeskundige hulp. Getuige hal
reeds 's middags met M. kwestie gehad over knok
ken om bier, 'n soort Grootebroeker hazardspel,
waarop wij bijzonder de aandacht vestigen van mi
nister Donner.
Reeds twee /mishandelingszaJken heden naar aan
leiding van dit beruchte knokken.
Wat verdachte betreft, deze erkent in een aanval
van woede getuige gestoken te hebben.
De Officier acht de gebruikmaking van een me»
zeer ernstig en vordert 14 dagen gevangenisstraf.
Mr. A. Prins Junior is van meening, dat de mis
handelde door voorafgaande handelingen veel aan
leiding heeft gegeven en om. zijn pak heeft ver
scheurd. Pleiter dringt in dit geval aan op een flin
ke geldboete.
Vonnis overeenkomstig het verzoek van verdedi
ger: f50 (boete of 80 dagen en toewijzing der civiele
vordering ad 18.
MISHANDELING.
De 21-jarige bloemenventer Gerardus T. te Castri-
cum, heeft op 17 Juni den employé van het electri-
citeitsbedrijf en tevens buitengew. gemeenteveld
wachter EL v. Amersfoort, mishandeld door hem een
slag toe te brengen.
Deze slag trof van Amersfoort in het gelaat Ver
dachte was dronken, zegt /hij en wist van de wereld
niks af. m
Eisch f 20 boete of 20 dagen. Vonnis f 15 boete of
15 dagen.
MISHANDELING VAN EEN HUISMOEDER.
De verdachte Jac. Joh. B., winkelier van beroep,
wonende te Egmond aan Zee, heeft op 28 Juni de
winkelierster mej. Visser mishandeld en heeft hij
haar eenige slagen toegebracht en haar een bloed
neus bezorgd. Volgens juffrouw V. ia B. haar reeds
gedurende 2 jaar f5 schuldig. Hij heeft haar ook al
eens in het openbaar beleedigd, doch is daarvoor niet
vervolgd.
Gevorderd wordt f 15 boete of 15 dagen. Vonnis
f20 boete of 20 dagen.
Sluiting.
EEN JONDE HAAQD TER DOOS GEBRACHT.
FEUILLETON
Uit het Engelsch
van
CHARLOTTE O'CONNOR ECCLES.
HOOFDSTUK XXL
HET ZEDIGE BOSCHVIOOLTJE.
Plotseling werd MacCarty's aandacht getrokken door
een beweging van zijn buurvrouw. Ze begon de knoopen
van haar donkeren mantel los te niaken en ontdeed zich
ervan en ontsluierde zoo voor de verschrikte oogen van
den graaf een blauwe ceintuur en een japon van witte
stof, waaronder zwart leeren laarzen uitstaken.
Was het mogelijk? Neen, dit was zeker „Boschvi
ooltje" niet. HU zette het idee met kracht van zich af,
maar een verschrikkelijk angstgevoel maakte zich van
hem meester. Wie kon het dan wel zijn, als zij het niet
was?
Verbijsterd, terwijl zijn visioenen van geluk zich bij
bet gezicht van deze vreemde verschijning in de onein
digheid oplosten, zat hij met afgrijzen naar zijn buur
vrouw te staren. De zekerheid kwam over hem! Er kon
Wen vergissing in het spel zijn. Dit was het verschrik
kelijke noodlot. Of zij de werkelijke prijswinster was of
riet, de werkelijke schrijfster van den brief, geteekend
„Boechviooltje", de orlgineele, Arethusa Jenklns, de eige
nares van coupon no 81868, een feit was het, dit stond
*Is een paal boven water, dat dit de persoon was, die
gekomen was voor de afspraak. Witte Japon, blauwe
ceintuur, bouquet anjelieren; allee klopte.
Toen opeens herinnerde zij zich, waar hij deze dame
gezien had. Zij was het geweest, die uit het huis in Ca-
womile Street gekomen was met een tasch in haar
hand. De duivel hale Llza, zuchtte hij en het koude
sweet brak hem uit
Zij u iets? vroeg de dame, hem scherp aankijkend.
Pardon, antwoordde de graaf, onrustig. Ik was
ik was bezig een paar dichtregels op te zeggen.
Ik aanbid de poezle, zei de dame.
De graaf keek schuin naar haar.
Als dit werkelijk „Boechviooltje" i* dacht hij, dan
ben ik uitgepraat Ik moet dat op de een of andere ma
nier zien uit te visschen. Als zij het is, dan smeer lk
'm. Ik hoop maar, dat zij mij niet verdenkt. Wat moet ik
zeggen? Wat moet lk doen? O Heer, o Heer! Wat een
gele ben ik geweest!
Hij hoestte zenuwachtig. De dame keek hem met
eenige onrust aan. Zij begon te gelooven dat hij er heel
I gekke manieren op na hield. Toen zij haar mantel had
opgevouwen en naast zich en haar bloemen ln het oog
(vallend op haar knie had gelegd, keek zij voor de zoo-
veelste maal de Broad Walk af. De graaf, die zich door
een vluggen blik achter zloh overtuigd had, dat zijn
anjelier niet meer zichtbaar was, vatte weer een weinig
moed.
De mijnheer is nog niet gekomen, merkte hij vrien
delijk op.
Neen, zei zijn buurvrouw bezorgd. Het ls erg
vreemd.
O, heelemaal niet, heelemaal niet, zei de graaf.
Ik denk dat hij door het een of ander ls opgehouden.
Hij zal nog wel komen opdagen. Hoe zei u ook weer
dat hij eruit zag? Be zou hem misschien kunnen opspo
ren.
O, hernam de dame een beetje verlegen, een
knappe Jonge man; groot en Blank en breedgeschou
derd... met donker krulhaar.
Is het waarachtig, vroeg de graaf, die vrijer begon
adem te halen. En zijn gezicht?
Zijn gezicht? Dat kan lk niet zoo precies beschrij
ven, maar lk zou hem ln ieder geval herkennen.
- Zei u niet dat het uw broer was? loog de graaf
brutaal. Dan lijkt hij zeker op u?
O neen, dat het mijn broer was heb ik niet gezegd,
antwoordde Boschviooltje met klesche verlegenheid.
U hebt mij verkeerd begrepen. Het is... natuurlijk...
mijn verloofde.
Uw wat?
Mijn verloofde.
Uw verloofde?
Ja, zei Miss Jenklns, die vertrouwelijk begon te
worden, ik ben met een edelman verloofd.
Dus u is verloofd met een edelman? zei MacCarthy,
zoodra het hom weer mogelijk was te spreken.
Ja, bevestigde de dame. Hot ia een lange ge
schiedenis, net een roman. Hij maakte per brief een af
spraak met mij ca» hem vanmiddag hier te ontmoeten.
Ik zou een bouquet anjelieren dragen.
Goede Hemel I riep de graaf uit,
Zei u wat? vroeg de dame,
Ik? Weineen, mevrouw, hoe komt u erbij? zei de
(graaf kortweg. Gaat u alstublieft verder.
*0! hst heidendom ia gnrwsUJïu,*
Het Christelijk weekblad de Banier vertelt van
een menschenoffer op Soemba; er blijkt niet uit of
het kort geleden heeft plaats gevonden; "het geval is
er niet minder gruwelijk om:
„Er was droogte, groote droogte in het land. De
regentijd was niet doorgekomen en hongersnood
dreigde, wanneer de ,ygoden geen regen gaven.
Ana Kami had de gedachte geopperd. En op de ver
gadering der hoofden was men er goedkeurend knik
kend op ingegaan. Een menadhenoffer zou gebracht
worden. Een jonge maagd. Zoo zou men mogen de
goden gunstig te stemmen, opdat zij verkwikkenden
regen deden nederdalen op het naar water smach
tende land.
Als dan alle voorbereidingen zijn getroffen, leest
ge:
„Het te offeren meisje /moest worden geroofd' uit
het verst gelegen landschap, dat ala stamverwant
schap werd ebkend.
Door een afgezant was men daar op de hoogte ge
bracht van. het groote gebeuren. Als antwoord was
gekomen het korte bericht: „In het dorp Kalouki is
zij te vinden". Men toog op weg, een stoet van twin
tig zwaar gewapende mannen. Eén droeg zelfs een
geweer, als bewijs hoe ernstig gemeend de tocht was.
Na twee dagreizen kwam men in de nabijheid van
het bewuste dorp en men hield balt op «enigen af
stand. Terwijl men zich schuil 'hield in het bos/ch,
werd een bode gezonden met de tijding, dat men in
de nabijheid was.
's Morgens, vóór het opgaan der zon, gingen eeni
ge mannen op de loer liggen bij de bron, aan den
voet van den heuvel, waarop het dorp Kalouki ge
bouwd was.
Een oude vrouw, het was naar afspraak, begeleid
de een jong meisje naar beneden. Met een kruik op
haar hoofd trippelde zij achter de oude yrouw aan
om water te gaan scheppen uit de bron, onbewust
van «enig gevaar.
Terwijl zij bezig was het water ln haar krujik te
laten loopen, werd zij overvallen. Plotseling werd
haar een doek over het hoofd geworpen, zoodai alle
schreeuwen onmogelijk was. De oude vrouw liet
men ontsnappen: vluchtend veiborg zij zich in het
hooge struikgewas.
Door stevige mannenhanden aangegrepen, zoodat
alle worsteling niets baatte, werd het meisje wegge
dragen naar het bosoh, waaar de bende zich schuil
hield. Zij werd op den grond gelegd, en terwijl men
haar goed vast hield, werd met één forschen slag
-haar hoofd afgehakt.
Na enkele uren rijden, stegen zij van hun paarden
op een plaats, ook weer van te voren afgesproken
en bepaald.
Daar werden zij achterhaald door de mannen van
Kalouki.
Onder hevig rumoer en geschreeuw, alsof zij zeer
boos waren, klommen dezen van hun paarden, en
hard klonk het verwijt: „Gij hebt een kind van oni
vermoord. Laat ons sirih pruimen en deze ernstige
zaak bespreken."
Alsof er niets bijzonders te doen was, ging men
echter kalm in een kring zitten pruimen en praten.
Intusschen werden een buffel en een varken, welke
er reeds te voren door de menschen van Kalouki wa
ren gebracht, geslacht en werd er rijst gekookt in de
aloude aarden offerpotten, tot dit doel neergezet op
reeds ingegraven kooksteenen.
De menschen van Oemboe Lara Loenggi waren be
last met het koken van rijst en vleesch. Toen alles
gaar was, werd het ©ten opgeschept op borden, daar
„toevallig" gevonden.
In het portie, bestemd voor het dorpshoofd van
Kalouki, had men twee gouden oorhanger» gestopt
Gezamenlijk begon men te aten. Maar toen het
dorpshoofd een handvol rijst in den mond werkte,
vond 'hij een der twee oorhangers.
Huichelend verbaasd riep hij uit: „Wat is dat?"
Ana Kami, die het woord deed, antwoordde:
„Spreek daar niet over en steek het in uw eirih-
Even later vond hij het tweede sieraad en riep
uit: „Wat is dat?"
Hij ontving hetzelfde antwoord: „Steek het maar
in uw sirih-tasch".
Ik vroeg hem, m'n lieven jongen, een zelfde bloem
in zijn knoopsgat te dragen, 't Zijn mijn lievelingsbloe
men, weet u maar o lieve deugd, als ik eraan
denk, dat lk dit alles aan u zit te vertellen aan een
wildvreemde.
Uw vertrouwelijkheid ls bij mij volkomen veilig,
Madam, zei de graaf. Ik zal er met niemand over pra
ten. Maar mag ik u vragenr waarom, als u met een
heer verloofd ls...
Met een edelman, verbeterde de dame.
O, pardon, met een edelman mag ik u dan vra
gen waarom die bloemen dan eigenlijk noodig waren?
O, dat is juist het romantische, legde de dame uit
Ofschoon we verloofd zijn, hebben w» elkaar nog nooit
ontmoet, dat is te zeggen, ik heb hem gezien, maar hfj
mij nooit Het is een allerzonderlingste geschiedenis.
Dat schijnt tenminste zoo, mompelde de graaf.
Maar nu u mij toch eenmaal in vertrouwen hebt ge
nomen, madam, mag Ik u dan vragen, hoe het moge
lijk ls, dat u met hem verloofd ls, als u hem nooit ge
zien hebt?
O dat, zei de dame met een izmernenden glim
lach, dat ls juist ons geheim, en ze keek haar
buurman coquet aan. Ik zal u wel vertellen, dat het
grootendeels door correspondentie tot stand kwam.
Terwijl zij sprak haalde zij een papier voor den dag,
dat de verbijsterde graaf herkende ala zijn eigen brief.
Maar is u niet bang, vervolgde de graaf, naar
adem snakkend,een lieve vrouw, zooala u
dat, als u dien man zult ontmoeten, u niet van hem
zult kunnen houden? Ik zal u eens wat zeggen: o zoudt
teleurgesteld kunnen zijn. Hij zou heel anders knunen
zijn, dan dat u hem afschildert. Hij zou hm lee-
lijk kunnen zijn, oud, ondeugend, harteloos.
O neen, zei da dame met een verwijtend hoofd
knikje. Be weet dat hij een Jonge man la en knap.
Ik bedoel niet bepaald zijn gezicht, maar hij heeft een
prachtig figuur en mooi haar.
De graaf zette zich schrap.
Voorts la hij rijk, heeft een titel en die hem ken
nen prijzen hem in allee. In t kort mijnheer, lk heb
alle reden te gelooven, dat lk in den volatea sin vaa
het woord een prijs getrokken heb.
De graaf kreunde. Zijn ergste vermoeden» werden
bewaarheid,
Maar zijn karakter, madam, o weet toch nleta ven
sijn karakter.
Xk heb met vrouwelijk tnsHnot gereden, dat htf
een edele del heeft
Ia 't waarachtig? se! 3» graal
I Niemand U volmaakt, gtng se met waardigheid
voort, en ala thlj ook kleine gebreken mocht hebben,
dan hoop lk die te verbeteren... Hij la - ls mij
InnigInnig toegedaan.
Voor den drommel. Ja, dat zal wel, wat wat
gelukkig voor u, zoo zeker van zijn gevoelens te zijn.
Ja, als een ttihti van een vrouw houdt, kan zij hem
tot alles brengen.
Gelooft u dat werkelijk?
O, zei Boschviooltje met een schalksheid, die vree-
selijk leek.
Twijfelt u dan aan de macht van de liefde?
O, dat is te veel? riep de graaf onwillekeurig uit
te veel dat kan ik niet uithouden.
Dus u twijfelt aan dien macht?
Neen, neen, madam, zei de graaf gejaagd. - Geen
oogenbllk. Maar .te oordeelen naar wat u mij verteld
heeft, neemt u dan niet misschien reeds te veel voor
zeker aan?
Heelemaal niet, zei de Bosch viool. U hebt geen
Idee van de teederheid waarmede hij schrijft, de harts
tochtelijke liefdes betuigingen, die mijn hart veroverd
hebben. Ala u alleen maar, bijvoorbeeld, dezen brief
kondt zien, zou u weten, waarom lk mij zoo geheel op
hem verlaat.
Ik geloof toch, begon MacCarthy na een korte
pauze, op ernstlgen toon, dat lk goed doe met u te
waarschuwen. Hij zou wel eens heelemaal niet kunnen
beantwoorden mti dat, wat u zich van hem voorstelt*
Geloof mij, dit leven ls vol van ondenkbare verrassingen
Ik heb dat zelf ondervonden. Hij zou u kunnen tegen
vallen. Ik ben er zeker van dat dat zoo zal zijn. Vreemd,
niet waar? Maar lk voorspel het u.
- Onzin, zei ze scherp. - Ik geloof niet aan voorge
voelens. Hoe ter wereld zou u dan kunnen weten?
Ik ken de mannen, zei de graaf, en geloof mij,
verreweg de meesten deugen niet.
De mannen zijn wispelturig, ging bjj vol vuur
voort Het la een schande, dat hij nu niet hier ls
om u te ontmoeten. Het moet wel hm een ge
in eene kerel zijn om u zoo te laten wachten. Als lk U
was zou lk nooit meer Iets met hem te doen willen
hebben. Ik zou regelrecht naar huls gaan en hem dat
schrijven. In uw plaats zou lk niet te veel teleurgesteld
zijn. Ga nooit af op wat een naas, nohrüft Tien tegen
een, dat hij het niet maant
Maar lk wil ham vartrouwen. Xk moot «d Bosch-
viooltje met warmte.
Bedriegers zijn t&, de mannen. Ml de graaf. Da
onsterfelijke dichter heeft het wel goed gezien. Ver
trouw dien kerel niet
Wordt vervolgd.