SchagerCourant
RAAD VAN DEN HELDER.
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws.
Het verloren geraakte Russische vlieg
tuig terecht
Het zondenregister van Liebermann.
Ongeval met een ballon.
Plafond omlaag gestort
Noodlottige brand.
Bijna onder de tram.
Een emmer witkalk op zijn hoofd.
De vulkaanramp op PaloeweL
BILLY BOO.
Woensdag 19 September 1928
71ste Jaargang. No. 8325.
▼ER&ADÏRIN# TAN 18 SEPTEMBER 1028.
Wethouderscrisis. Wethouder v. Breda
stalt zijn mandaat niet ter beschikking.
Rumoerig debatten. Motie van
wantrouwen in wethouder v. Breda.
Alle samenwerking met hem opgezegd.
Nadat een goede 150 belangstellenden zich op de
publieke tribune een^plaatsje hadden veroverd, open
de 'Burgemeester Houwing de zitting, onder mededee-
ling, dat de heer Biersteker bericht van verhindering
had gezonden, waarna hij in het bizonder de heer
De Boer welkom heette in deze vergadering, en hem
geluk wenschte met zijn herstel, waarmee de (Raad
zich met applaus vereenigde.
De gebruikelijke reëks ingekomen stukken werd
voor kennisgeving aangenomen, waarna aan de orde
kwam de 'bespreking over het rapport van den Eere-
raad, welk rapport wij indertijd in ons blad opnamen.
De Voorzitter begon met er op te wijzen, dat men
goed zou doen zich uitsluitend aan den inhoud van
het rapport. te houden, zulks met 't oog op een min
der gewenschte breedvoerigheid der discussies.
Eerste spreker was de heer Van der Vaart, die ver
klaarde, dat de s.d. fractie geen bezwaar had ge
maakt de conclusie van dit rapport te aanvaarden,
er tevens zijn genoegdoening over uitsprekend, dat
de s.d. wethouder reeds lang geleden had verklaard
dit ook persoonlijk 'te zullen doen. Spr. wilde ech
ter over deze zaak spreken, omdat de door hem bij
de algemeene beschouwingen in 1927 gehouden cri-
tiek op de handelingen van enkele personen door de
zen aan hem waren teruggeworpen, en hij de gele
genheid had gemisx daarop te repliceeren, waardoor
de burgerij den indruk zou kunnen krijgen, dat het
de ad. waren geweest, die (minder oiibare handelin
gen 'hadden gepleegd. Spr. haalde daarop verschillen
de dingen aan, die den s.d. naar het hoofd waren
geworpen, voornamelijk door den heer v. Dam, die
zich had uitgesproken, alsof de S.D.A.P. in de mist
had willen varen. Dit had spr. van een man als de
heer v. Dam.die zich steeds aankondigt als de ver-
tegenwoordigger van recht en waarheid niet ver
wacht, en uit het rapport van den Eereraad blijkt
voldoende, dat het niet de s.d. waren, die in den mist
voeren, doch veeleer de rechtsche groepen. Met ver
schillende voorbeeld-en trachtte spr. aan te toonen,
dat de 'heeren van rechts met elkaar in tegenspraak
waren. Spr. noemde het een frappant feit, dat de AR.
kiesvereeniging in een motie bet vertrouwen in de
heeren v. Breda en v. Dam heeft opgezegd. De hee
ren Bok en Verstegen stelden hun mandaat ter be
schikking, de heer van Breda echter niet; weshalve
spr. een motie indiende, waarin den wethouders
verzocht hun mandaat ter beschikking te stel
len.
De beer v. Os sprak vervolgens namens de recht
sche fracties, en ging uitvoerig op de door de S.D.
gelanceerde beschuldigingen in, er den nadruk opleg
gende, dat de rechtsche groepen steeds rechtuit en
openhartig hebben gehandeld, en spr. verklaarde uit
drukkelijk zich dan odk niets anders bewust zijn,
daar de S.D. wel degelijk wisten, dat de rechtsche
leden in bun stemmen over den derden wethouder
vrij waren. Wat de beer v. Breda met den heer
Verstegen 'heeft besproken, kon spr. niet weten, en
hiervoor is hij ook geen verantwoording schuldig,
evenmin als de rechtsche^ia/ctie; dit is iets van den
beer Van Breda persoonlijk. Volgens spr. was reeds
uit de briefjes, waarop de raadscommissies vermeld
stonden, en die aan de raadsleden waren uitgereikt,
ts tien, dat de heer Bok wethouder zou worden met
den steun der 6 rechtsche leden, waar immers de
andere candidaat, de beer De -Boer, als toekomstig
lid van de Commissie voor Onderwijs stond aange
duid.
De beer De Zwart interrumpeerde, dat die briefjes
eerst na de wethoudersverkiezing aan den Raad wa
ren gegeven, waarna eenig rumoer ontstond, toen
de 'heer v. Os bleef volhouden,dat bij waaiheid sprak.
Na voorlezing van de geheele memorie, die door de
rechtsche groepen aan den Eereraad is overgelegd,
verklaarde de heer v. Os nogmaals, dat de recht
sche groepen geen verwijt mag treffen, en dat de
heer v. iBreda zichzelf zal hebben te verantwoorden,
voor wat buitenom is gebeurd.
Vervolgens 'hield de heer Van Loo een breedopgezet
betoog, dat hij op schrift bad gesteld^ om verkeer
de uitleggingen te voorkomen. Volgens spr. imoest de
heer v. Breda zich neerleggen bij de conclusie van
den Eereraad, vooral daar ook bij voor de instelling
daarvan beeft gestemd; nu echter de beer v. Breda
zich daarbij niet wil neerleggen en zijn zetel niet ter
beschikking wil stellen, moest spr. dezen wethouder
qualificeeren als het meest weerzinwekkend beeld
van politieke bedorvenheid.
Deze woorden verwekten een geweldig tumult,
waaraan do Voorzitter een einde maakte, door te con-
stateeren, dat dit niet uit de conclusie van den
Eereraad te 'distilleeren was, hetgeen echter door
den heer v. Loo werd ontkend.
Hierna kwam aan het woord de heer v. Dam, die
verklaarde niet namens anderen, doch uitsluitend
voor zich te spreken. Spr. meende te mogen aanne
men, dat de s.d. volkomen begrepen, dat het vrij la
ten voor de stemming ovef den derden wethouder
zou beteekenen, dat rechts zou stemmen op dien can
didaat van Gemeentebelang. Dat spr...volkomen open
hartig was geweest, meende spr. ife kunnen bewij
zen, doordat bij aan den Burgemeester bad gezegd,
dat rechts op Gem. Belang zou stemmen. De motie
van de A. R. kiesvereeniging vond spr. éen onrecht
vaardige veroordeeling, en het deed hem genoegen
tot de beide, A.R. raadsleden hun bestuur niet in
toze motie zijn gevolgd. Uit het rapport van den
Eereraad blijkt, volgens spr. niet, dat hij opzettelijk
onjuist is geweest. Spr. stelde de vraag of hij wer
kelijk zoo enthousiast zou zijn geweest voor dien
Eereraad, als hij werkelijk schuld had?
De heer v. d. Veer verklaarde geen schuld te heb-
bwij daar hij niet op de laatste vergadering der
rechtsche fractie is geweest.
De 'heer Smits betoogde zijn tevredenheid over het
rapport, daar daarin niets kwaads van hem gezegd
is geworden. Spr. wilde ook volkomen klaarheid en
wenschte opheldering van wat tusschen de heeren
Van Breda en Verstegen is afgespeeld.
De heer Schoeffelenherger was van meening, dat
het een schandvlek zou zijn voor den Eereraad, in
dien men zijn conclusie niet zou aanvaarden., en
daarom moesten zijn inziens alle 3 wethouders af
treden.
In denzelfden geest sprak de heer Woud, waar
na de heer Eijlders eindelijk eenige klaarheid kwam
brengen in den chaos van meeningen. Immers kwam
uit 't betoog van dezen heer tot uiting dat de S.D. wel
tv&mk wtftw, M «Je «MWtot m Dm®,
van Os, Eijlders en van: der Veer op de» candidaat
van Gem. Belang zouden stemmen.
Dit lokte weer heftige Interrupties uit, tooals: Juist,
Onthoudt dat; maar het gaat om de andere twee.
De heer Eijlders voortgaande, betoogde voorts, dat
dieze heele discussie niet had behoeven plaats te heb
ben, als de heer v. Breda zijn zetel maar ter beschik
king had gesteld, en nu deze dat niet heeft gedaan,
konden spr. -en zijn p.g. van der Veer niets anders
doen dan de samenwerking met dezen wethouder op
te zeggen.
Onder ademlooze stilte verkreeg daarop de hoofd
persoon van dit drama, wethouder v. Breda, het
woord. Na den Voorzitter dank gezegd te hebben,
voor zijn bemiddelingspoging, verklaarde de heer
van Breda, dat hii er aan twijfelde of het rapport
van -den 'Eereraad wel ernstig was. Volgens 'hem is
het onvolledig en onjuist. Immers beschuldigen 'de
S.D. een tweetal katholieke raadsleden, dat zij een
belofte hadden verbroken, doch zij slaagden er niet
in dit te bewijzen, en het rapport vermeldt hierom
trent niets. Spr. vroeg wien hij beloften zou hebben
gedaan, waarop de heer -Boogaard interrumpeerde:
„aan mU". De heer Van Breda ontkende dit en eischte
van den Eereraad rehabilitatie van deze beschuldi
ging, doch de Eereraad zegt hiervan niets in zijn
rapport De verdediging van den wethouder was zeer
zwak en werd gedurig onderbroken door interrupties
van verschillende zijden, terwijl het ook op de tri
bune lang niet rustig was. De wethouder bleef vol
houden, dat zijn beschuldigers niets konden bewij
zen, en meende niet te moeten wijken.
Nog meer werd de aandacht gespannen, toen Weth.
Verstegen aan het woord kwam, die dadelijk ver
klaarde. dat de Eereraad zijn volle instemming had,
en hij dan ook op de hem gestelde vraag direct had
geantwoord, dat hij zich bij de conclusie van -den
Eereraad zou neerleggen. En toen werd er eindelijk
een tipje van den sluier opgelicht. Wethouder Ver
stegen toekende het zoo ondubbelzinnig: „Over het
feit, dat de heer v. Breda mij herhaaldelijk verklaard
heeft, dat hij op De Boer zou stemmen, spreek ik
niet, want hij kan zeggen 't is niet waar, maar er is
iets anders, waaruit blijkt wat in de wethouderska
mer voor de verkiezing besproken is. De Gem.-Se
cretaris was met verlof geweest en kwam na de
wethoudersverkiezing terug; deze was buitenge
woon verbaasd over den uitslag der verkiezing".
Nog een ander maal kwam de Voorzitter binnen met
de woorden: Heel rechts stemt op Bok, waarop de
heer Van Breda zich naar het venster wendde en
zei: dat zit nog. Spr. meende verplicht te zijn dit
alles te zeggen, en stelde, onder applaus der tribune
zijn mandaat als wethouder ter beschikking.
De heer v. Dam was de eerste spr., die repliceerde
en kreeg 't daarmee dadelijk aan den stok met den
heer Borkert, zoodat we plotseling in een heftige
woordenwisseling tusschen de heer Van Dam, Bor
kert en Van Os. zaten. Tenslotte kon de heer v. Dam.
zich weer verstaanbaar maken sn verklaarde hij
zijn oordeel over -den heer v. Breda voor zich te zul
len houden om niet den schijn te wekken zijn eigen
positie te willen versterken, ten koste van den heer
v. Breda.
De tongen kwamen steeds meer los en de heer Boo
gaard verklaarde pertinent, dat de -heer v. Breda
hem op 5 September nog zou hebben verklaard, dat
hij (v. Bireda) en de heer Smits op den candidaat De
Boer zouden stemmen. De heer v. Breda kon hier
slechts op antwoorden, dat de heer Boogaard abuis
was, welk. antwoord eenig gegrinnik op de tribune
teweeg bracht.
De gemoederen waren weer eenigszins tot rust ge
komen, en de heer v. d. Vaart ving hierna zijn re
pliek aan. Het had spr. gefrappeerd te hooren, dat de
Burgemeester een bemiddelingspoging had gedaan
en was dit volgens spr. niet juist gezien, daar bij
deze zaak niets valt te schipperen. De schuld van
den betrokkene moest z.i. erkend of gesignaleerd
worden en de Raad moet zich positief uitspreken.
Wij wisten wel dat 4 heeren van rechts op den can
didaat van Gem. BeL zouden stemmen, maar het
ging om de anderen (v. Breda en Smits).
Het liep reeds tegen middernacht, weshalve de
Voorzitter den heer v. d. Vaart verzocht de replie
ken te bekorten, waartegen de heer v. Loo oppo
neerde, daar ook. hij nog wel een half uurtje noo-
dig had.
Nadat de heer v. d. Vaart de motie der S.D. aan
bevolen had, kwam de -heer Van Loo met een ont
hulling; uit een telefoongesprek namelijk, dat op
26 Augustus 1927 werd gevoerd ten huize van den
here De Boer, door de heeren De BJoer en Avenariua
eenerzijds en den heer v. Breda anderzijds, had
Ic^atstgenoemde verklaard met zij-n partijgenoot
Smits op den Vrij*, candidaat te zullen stemmen,
terwijl hij verzocht spoedig te mogen vernemen, wie
die «andidaat der V.D. zou lijA. Daar ia ons bawij»,
riep epr. uit, en dat is terdege door de Commissie
onderzocht en juist bevonden. Spr. diende daarop
een motie in om de conclusie van den Eereraad te
aanvaarden en de wethouders uit te noodigen hun
mandaat ter beschikking te stellen.
De heer Van Breda antwoordde hierop, da hij' zich
dat telefoongesprek niet meer kon herinneren, waar
na het rumoer weer opnieuw los barstte. Het be
gon er toen kwaad uit te zien voor weth. van Breda,
vooral toen de heer Van Os verklaarde, dat hij er
nu niet meer aan twijfelde of de heer Van Loo had
gelijk, en hij riep daarom den wethouder toe, zijn
zetel ter beschikking te stellen.
-De heer Woud vond de motie der S.D. te scherp,
en wel het punt, waarin wordt uitgesproken, dat
de Raad afkeurt de handelingen door eenige leden
van -den Raad gepleegd, weshalve hij voorstelde deze
alinea te schrappen, waartegen de heer De Zwart
zich echter met klem verzette.
De Voorzitter stelde daarop stemming over deze
motie voor, waaraan de heer v. Dam en v. Os ver
klaarden niet te willen deelnemen. De motie werd
verworpen met 8—7 stemtonen. Voor stemden de
heeren: Schoeffelenherger, Borkert, Boogaard, v. d.
Vaart, de Nijs, Trap en de Zwart. De 3 wethouders
stemden niet mee.
Vervolgens werd' de motie der V.D. aangenomen
met 16 stemmen voor; ook hier stemden de wethou
ders en de heer Van Os niet mee.
De Voorzitter wilde reeds de zitting sluiten, doch
de heer De Zwart was hiermee niet voldaan en stel
de wethouder van Breda de vraag, of hij, nu de
Raad had besloten, dat de wethouders hun zetels
ter beschikking moesten stellen, ook zijn mandaat
aan den Raad overgaf, waarop de wethouder ant
woordde, dat hi| daarop ter zijner tijd zou antwoor
den.
Dan heb ik nog een motie, riep de heer De Zwart
uit, en daar kwam, wat iedereen behalve wet
houder Van Breda zelf voorzien -had, de motie,
waarin de Raad besloot het vertrouwen in wethou
der Wl C. v. Breda op te zeggen en elke samenwer
king met hem te verbreken.
Nog -diende de heer Woud een motie in, die in
zachtere termen gesteld was, doch de motie van de
S.D. kwam, als 't meest verstrekkend, -het eerst in
stemming en met overweldigende meerderheid,
15—3, {alleen de heer Van Os, Smits en Woud stem
den tegen) nam de Raad van den Helder de mlotie
der soc.-dem. aan en werd wethouder Van Breda
dus eenvoudig aan den dijk gezet.
De heer v. Loo kwam ook nog met een motie,
welke echter na eenige discussie voorloopig werd
ingetrokken.
Mevr. Dekker-Klik verkreeg vervolgens het woord
eni memoreerde, dat de heer Bok, zooals zij eerst en
kele dagen geleden vernomen had, 25 jaar lang in
den Raad zitting had en meende zij goed te doen
■n'JKwas hoer pwtfl dvn Heer Bok dw*k ts luostsu
zeggen voor al wat MJ ln dien tfld voor de gemeente
gedaan heeft. Applaus van den Rsad bekrachtigde
deze woorden.
Voor de sluiting deelde de heer Eijlders mee, dat
de leden, der Commissie van Publieke Werken,
waarvan weth. van Breda voorzitter is, en welke
comtonissie morgen bij elkaar zou komen, -hadden
besloten, niet aan de oproeping van den wethou
der te zullen voldoen.
De breuk met wethouder v. Breda is een feit; wat
zal de toekomst aan de gemeente den Hielder
brengen?
DM BEMANNING 800 BLM. TM VOET TERUQ»
GELOOPEN.
Naar Wolff uit Moskou meldt, la de bemanning van
het vliegtuig Sowjetskl SJewer terecht Het vliegtuig
heeft den 22 Augustus ln de nabijheid van de baai van
Koljoetajln averij opgeloopen en aan de kust van de
IJszee door het stoomschip Stawropol opgenomen. Kra-
slnskl, de vlieger, en zijn mecanicien zijn naar het
vliegtuig teruggekeerd.
Gelijk reeds verleden week fa gemeld, was het toeatel
het laatst gezien den 18en Augustus toen het de Staw
ropol passeerde. De Sowjetskl Sjewer was 81 Juli van
Wladlwostock vertrokken op een transarctischen tocht,
die te St Petersburg had moeten eindigen. Men was
zich over het lot der opvarenden reeds ongerust be
ginnen te maken en de sowjetregeering had reeds 2000
roebel uitgeloofd voor het opsporen van het vermiste
vliegtuig.
EINDELIJK TEE VERANTWOORDING GEROEPEN.
Wellicht zal, nu hij, zooals ln ons nummer van gister
reeds is gemeld, te Helslngfora is gearresteerd, Lieber
mann eindelijk ter verantwoording geroepen worden
voor zijn ln Nederland verrichte manipulaties, die zoo
vele „kleine luyden" maar ook kapitalisten tot den be
delstaf of tot aan den rand daarvan gebracht hebben.
Liebermann kwam ln 1915 ongeveer ln onB land. Voor
dien was hij ln Dultschland ln het assurantievak werk
zaam geweest. In 1916 deed hij het eerst van zich spre
ken, doordat hij eenige bekende persoonlijkheden ln de
residentie won voor de oprichting van een levens- en
rente-verlleaverzekerlngsbank „Holland-Amerika" géhee-
ten, die ln de Parkstraat te Den Haag gevestigd werd.
Ken bekend Haagsch advocaat, die ook aanvankelijk
er bij betrokken was, bleek ten slotte de zaak niet te
durven, maar de commissarissen waren enthousiast, over
de plannen van den jongen Liebermann, die natuurlijk
gouden bergen beloofd had en durfden gerust met hem
in zee. Twee k drie jaar duurde de zaak, toen bleek het,
dat „Holland-Amerika" een totale faillure was geworden.
De bank kwam onder toezicht van de Verzekeringska
mer te Amsterdam te staan. En den aandeelhouders
kostte het heel wat geld. Een bekend reeder op Sche-
veningen liet er o.a. een ton Inzitten.
Liebermann kwam er zonder kleerscheuren af.
Kort daarop begon hij met sljn tweede, grootste en
hopelijk hier in Nederland laatste geldloskloppartlj, hij
ging zich voor de Veendainmer Hypotheekbank, en alles
wat daaraan vaat zat, interesseeren. Men herinnert
zich de groote opschudding, die door de faillissements
aanvrage van de Veendammer Hypotheekbank ln Fe
bruari van dit Jaar, overa- veroorzaakt werd. Honderden
ln den lande werden er door gedupeerd. Er werd een
vervolging tegen Liebermann ingesteld wegens -bedriege-
lljke bankbreuk, doch de vogel was gevlogen; naar het
buitenland uitgeweken Een flinke belooning, f 2000,
werd voor zijn aanhouding uitgeloofd. Nu ia hij dan
eindelijk te Helsingfors
TWEE AGENTEN BEDWELMD,
Maandag zou te Darmstadt de ballon „Bartsch von
SIgsfeld", de grootste vrije ballon van Duitsohland, op
stijgen. Tijdens de vulling werd de ballon echter door
een hevlgen wind tegen den grond geslagen, zoodat hij
scheurde en het gas er uit stroomde. Twee politle-agen-
ten werden door het gas bewusteloos sa Sfi^+stesL "«fi-
een »ekeahuls worden vervoerd.
TWEE ZWAAR GEWONDEN.
Bij slooplngswerk van een oud gedeelte van het Uil
steingebouw ls gistermiddag het plafond van de vijfde
verdieping, ter grootte van vijf vierkante meter, naar
omlaag gestort en tot op de derde verdieping gevallen.
Twee metselaars werden mede omlaag gesleurd en lie
pen zware verwondingen op.
VIER MENSCHEEN IN DE VLAMMEN OMGEKOMEN
In een huls in de gemeente Buchkirchen bij Wels
(Opper-Oostenrijk) heeft een brand vier slachtoffers ge-
éischt Een 24-jarige vrouw en haar twee kleine kinderen
zijn levend verbrand, terwijl de pleegmoeder der kin
deren bij de reddingspogingen zulke ernstige brandwon
den beliep, dat zij er aan overleed.
Op het slakkenhuis klopte Redneb,
En met den luiaard ln zijn bek,
Zeide hij tot Billy: „Let nou op jongen,
Ik houd haar lekker voor den gek
Ik zal den luiaard voor haar neus nu houden.
Zij denkt: „Die is gauw gesnapt,"
Doch ze zal hem pas krijgen,
Als ze heel wat harder stapt"
i
DM KEUZE TUSSCHEN EEN BOTSING OF
XN DE SLOOT,
Het laatste gekozen.
Gistermiddag is de autobus van den dienst Lemmer
Sneek op den onbewaakten overweg van den Rijks
straatweg ouder Follega bijna door de tram Joure
Lemmer aangereden. De autobestuurder zag op het
laatste moment de tram vanachter de boomen te voor
schijn komen. Hij stond voor de keuze van een bot»
sing of van af een diepe berm In een sloot te rijden,
Hij koos het laatste en de autobus met 15 passagiers
reed in een sloot. De passagiers tuimelden door elkan
der, doch konden zdch door de nooddeuren redden. Er
waren geen persoonlijke ongelukken.
VERKIEZINGSSTRIJDONDER KAMERADEN.
De ontgoocheling op het politiebureau.
In den nacht van Zaterdag op Zondag was op de
brug bij het Leldensche boschje ln de hoofdstad een
man met kalk op de straatsteenen aan het schilderen,
zooals men djA bij naderende verkiezingen pleegt te
doen. Kolossale witte letters rijden zich op de atoep-
steenen tot woorden en de woorden tot zinnen en nu<
kon iedereen een aansporing lezen om zich te abon-
neeren op een communistisch dagblad.
Plotseling kwam er 'n heerschap langs, dat de letters
met zijn voeten begon uit te wisschen. Ondanks her
baalde waarschuwingen van den straatschilder, ging hij
daarmee door, totdat de schilder op het laatst zijn
emmer kalk nam en omkeerde boven het hoofd van den
bederver van zijn werk.
Een oogenblik later vlogen de twee mannen elkaar
in de haren. De politie kwam echter 'juist op tijd om de
twee tegenstanders, vóór er ongelukken gebeurd waren,
in te rekenen.
Op het politiebureau Leidsche werden zij een
verhoor onderworpen en toen bleek, dat de twee vech
tersbazen lid waren van een en dezelfde politieke partij.
Leve het kameraadschap!
ER ZIJN 148 DOODEN.
Een groot dool van hot eiland door mar vernield,
Aneta seint uit Batavia:
Uit kort geleden ontvangen berichten over de
ramp te Paloeweh blijkt, -dat bet getal geschatte
dooden te groot is gebleken. Van de Kampongs Ona
en Awa is, boewei zij gebeel verbrandden, niemand
omgekomen. Van bet deel van bet eiland, dat niet
door de vulkanische uitbarsting of vuur geteisterd
was, waren vele personen opgegeven als in den
vloedgolf verdronken, maar zij. bleven ongedeerd.
Hlet aantal -dooden bedraagt 146. De reden, dat. ver
keerde -inlichtingen werden verstrekt, is vermoede
lijk. gelegen in de vrees van de bevolking naar el
ders te worden overgebracht, waarvan sprake is ge
weest bij bet eerste bezoek van den resi-dent van Ti-
mJor. Een bewoner van PaJoeweh is onder geen
voorwaarde te bewegen zijn eiland te verlaten. De
gerechtheid bleek wel tijdens de ramp, toen een be
woner van Paloewehs, die zich op de kust van Flo-
res -bevond en vernam dat zijn eiland was vernield,
onmiddellijk in een prauw stapte en naar bet eiland
ging om in het lot van zijn landgenooten te deelen.
De Paloewewfbewoner is 'n primitief mensch, wien»
leven haast ondraaglijk wordt gemaakt door 'n reeks
pemjaliyoorschriften. In verband biermede wordt het
niet uitgesloten geacht, dat ongelukkigen, die tij
dens de uitbarsting bun dorp of bun veld verloren,
tengevolge van wat als een uiting van toorn be
schouwd werd, voorloopig werden beschouwd als
dooden, om welke reden zij als zoodanig werden op
gegeven. De toestand op bet eiland baart nog zorg,
Een groot doel is door bet vuur vernield en bedekt
met puin en ascb, waardoor bet ongeschikt is voor
landbouwdoeleinden. De bewoners uit deze streek
zullen ongetwijfeld in de noordelijke helft moeten
worden ondergebracht betgeen met zeer veel bezwa
ren gepaard zal gaan. De Paloeweher geeft niet
graag zijn bouwgrond af en hij is bereid naar de
wapens te grijpen om den grond te verdedigen tegen
bet in beslag nemen door anderen Doch deze be
zwaren dienen overkonnen te worden om den ter
mijn te verkorten, dat de voedselvoorziening ten
laste van de afdeelm-gskas komt.
De bevolking beeft nagenoeg al baar prauwen
verloren, viscbv angst is voorloopig uitgesloten.
Werktuigen zijn, voor zoover noodig, reeds verdeeld,
zcxxlat binnen afzienbaren tijd de aanmaak van
nieuwe prauwen verwacht kan worden. Rivieren en
bronnen komen niet op het eiland voor en bet gra
ven van putten wordt als pemali beschouwd. De be
volking beeft steeds drinkwater gehad van de veer
tien mijl afgelegen kust van Flores. Door bet gemis
aan prauwen is men -thans gedwongen van een
dichtgegroeide put gebruik te maken, betgeen niet
zonder bet overwinnen van bezwaren gegaan is, om
dat de bevolking meende, dat bet graven van dien
put vroeger reeds tot een uitbarsting heeft geleid.
Niettemin is zij er thans overreed, hoewel verschil
lende bedenkingen geopperd werden. De vloedgolf
zou b.v. hebben meegewerkt de demping van den
put, waaraan door de bevolking begonnen was, te
voleindigen. De gezaghebber beeft thans de instruc
tie ontvangen meer putten te doen graven.
Maar de slak had een reuzen honger,
En in den luiaard heel veel zin.
Ze zelde: „Het is een lekker hapje.
Glijdt als gesmeerd mijn keelgat in."
En nauwelijks was Billy gezeten,
Wat hij heel prettig vond,
Of de slak maakte plots'llng beanen
En Billy Boo lag op den grond.
Denk Je, dat Billy bang is?