Schager Courant De verdwenen Doode. VOOR DE KINDEREN. WAT PIM EN PUK OVERKWAM. Zaterdag 29 September 1928 71ste Jaargang. No. 8331. De plotselinge dood van den bekenden milllonnair Frangois Vermillion 'had te New York veel opzien gebaard. Reeds eenigen tijd was er gefluisterd, dat de zaken van Vermillion niet zoo schitterend stonden als zij wel leken en zelfs (was dit fluisteren soms overgegaan in vrij luid (gesproken1 woorden, kortom Vermillion's crediet werd ernstig geschokt. Hoe die geruchten in de wereld gekomen waren wist eigelijk niemand, doch het feit, dat ze er waren en meer nog de omstandigheid, dat er niets gedaan werd wat bewees dat ze onwaar waren, zeiden genoeg. De plotselinge dood van den tmillionnair gaf ech ter den genadeslag: als millionnairs zoo eensklaps sterven is het altijd mis, werd algemeen gedacht. Nog 's middags was hij op de beurs geweest en hij scheen zoo gezond als een visch. Toen dus den vol genden morgen zijn dood bekend werd, volgde de eene combinatie na de andere doch allen eindigden met de conclusie: het was verdacht, meer dan verdacht. De verschillende-vrienden, die condolance-hezoeken kwamen afleggen, werden nog een laatste maal bij den doode toegelaten. Deze lag op een hooge catafalk. Een eenvoudig zwart kleed met zilver afgezet, dekte de haar, waarop hij lag uitgestrekt, beschenen door vier kaarsen aan de hoeken. Bloemen waren er niet slechts enkele palmen gaven aan het geheel een indruk van eenvoud, juist zooals de doode dat bij rijn leven gewenscht had. Als de doodsoorzaak werd 'hartverlamming aan gegeven, doch ieder dacht er het zijne van. Na de teraardebestelling zouden de zaken van Ver million geregeld worden en zeer velen wachtten in spanning af, wat er dan wel zou „loskomen". Doch zoover 'kwam het niet. Toen den morgen van den dag waarop de plech tigheid moest plaats vinden, eenige lijkdienaars kwamen teneinde 'het stoffelijk overschot van den millionnair in den zwarten met zilver beslagen kist „op te bergen", zooals zij het noemden, was hot lijk verdwenen! Een 'algemeens consternatie was het gevolg van deze ontdekking. De knecht, die 's nachts bij zijn overleden meester M, Mkwefte 0*t fit Hup ovraHui was, zoodat men van wat er (gedurende een gedeelte van den nacht gebeurd was, absoluut niets wist. Wie had het lijk medegenomen? Waarom had men het lijk medegenomen? Hoe (had men het lijk 'medegenomen? Ziedaar drie vragen die alle gemoederen bezig hielden en waarop niemand ook maar in t' minst eenig antwoord kon geven. Doch de algemeene verbazing steeg nog, toen de naaste familieleden van den overledene gevangen ge nomen werden: zijn vrouw en eenige zoon werden ge arresteerd, verdacht van den heer Vermillion vergif tigd te hebben. De politie deed dit in de overtuiging, dat de plotselinge dood en meer nog de verdwijning van het lijk blijkbaar om elk onderzoek onmogelijk te maken, het gevolg moesten zijn van een misdaad. En wie had meer belang bij den dood van 'den mil lionnair dan diens naaste erfgenamen? Bovendien wees een getuigenverklaring op een der gelijke misdaad: de kamenier van mevrouw Vermil lion had verteld dat haar (meesteres, den morgen vol gend op den nacht waarin de heer Vermillion ge storven was, in bijzijn van haar zoon een fleschje dat half vol was met een kleurlooze vloeistof, in het vuur had geworpen. Een en ander was zoo bezwarend voor beide ver- dadhten, dat hun inhechtenisneming bevolen werd en de politie een onderzoek inleidde. Resultaten ech ter werden niet verkregen. Een jonge dame beklom eenige uren na de inhech tenisneming van mevrouw Vermillion en haar zoon, de trappen van het gebouw, waarin het detective bureau .„Argus" gevestigd was. Zij klopte aan, en een jonge man opende de deur, waarna hij haar verzocht binnen te treden. Is meneer Streetman op bureau? vroeg zij weife lend. De ander antwoordde toestemmend. Zou ik meneer ook kunnen spreken, vervolgde zij, hem een kaartje overhandigend. Zeker, wilt u maar even wachten neemt U plaats. Vermoeid ging zij zitten op den stoel, die 'hij haar aanbood. EFFECTIEVE HULP. (Passinp Showj Londen.) Ik zal je vandaag 'n paar uurtjes bij je werk helpen, Anna. Liever op 'n anderen dag, mevrouw; ik beb het zoo druk vandaag. Bven later keerde MJ terug. Mijnheer Streetman laat u verzoeken binnen te komen. De dame trad de aangrenzende kamer, waarvan hij de deur open hield, binnen. Een man. die voor een schrijfbureau zat, stond op dit was Joe Streetman, de bekende New Yorksche detective. De dame bleef nog steeds weifelend staan. Galant bood Streetman haar een stoel aan. Streetman wachtte de dame scheen zeer zenuw achtig. U is detective nietwaar? vroeg zij plotseling van één mijner vriendinnen hoorde ik uw prestaties roemen in zake het onderzoek in die geheimzinnige postdiefstallen. Daarom kom ik bij u, er is een zaak, die echter heel wat geheimzinnig; r is er is een lijk gestolen. O, van den heer Vermillion? vroeg Streetman verrast. De dame knikte. U weet van die affaire, merk ik. Weet u ook dat de weduwe en haar zoon gearresteerd zijn? Streetman (knikte toestemmend. Welnu, ik ben de verloofde van dien zoon, zei het meisje fier, en ik kom bij u om u te verzoeken zijn onschuld te bewijzen. Deze zaak te onderzoeken, verbeterde Street man. Dus zijn onschuld aan te toonen, (hield het meisje vol. Streetman zweeg. 'Haar verlegenheid was nu verdwenen haar ze nuwachtigheid had plaats gemaakt voor een zekere kalmte haar optreden getuigde van energie. Wilt u beginnen mij te vertellen, wat u van deze zaak weet? vroeg Streetman. Ik zal u zoo kort doch volledig mogelijk inlich ten, antwoordde zijn bezoekster. Woensdagavond zijn we met zijn vieren de heer en mevrouw Vermillion, mijn verloofde en ik, naar de opera geweest. Nadat de familie Vermillion mij naar huis gebracht had, zijn zij zelf ook naar huis gegaan. Donderdagmorgen vroeg reeds, werd ik op gebeld door Huhert, mijn verloofde. Hij vertelde mij dat zijn vader overleden was. Direct ging ik erheen en 'hoorde van mevrouw Vermillion hoe alles zidh had toegedragen. Gezamenlijk was men thuis gekomen, moeder en zoon waren naar boven gegaan en mijnheer moest nog even naar de bibliotheek. Hij bleef vreeselijk lang weg en ten slotte ging Hu- bert kijken. Deze vond zijn vader zittend voor een leestafeltje. Op zijn geroep kreeg hij geen antwoord. Hij snelde naar den ouden heer toe deze was dood. Direct werd een dokter gehaald en men legde den heer Vermillion te bed. De dokter constateerde hartverlamming. Den volgenden moxgen werd de overledene in de rouwkamer gebracht, waar een eenvoudige catafalk was opgericht Hier lag hij dien middag, den daaropvolgenden dag en den geheelen Donderdag. 's Avonds kwam een der meest vertrouwde bedien den bij hem waken en toen deze nu vanmorgen om streeks half zes wakker werd, nadat hij_was inge slapen, was het lijk verdwenen. 'De man beweert, 'dat tégen half drie 's nachts een prikkelende geur zich in de kamer verspreid had, waardoor hij een ontoedwingbaren neiging tot slapen gekregen had. Vader, kan zoo'n koe je kwaad doen? Als je er te veel van ee', wel! (Biun HumorMadrid), Dit zijn de feiten, die ik zelf vernomen heb, be sloot de dame, kunt u nu een onderzoek instellen? Zeker juffrouw antwoordde Streetman, doch ik vermoed, dat hij tot zeer verrassende resultaten zal leiden. U meent dat mijn verloofde en diens moeder ge rehabiliteerd zullen worden? D.w.z. het zal blijken dat ze niet schuldig zijn aan den dood van den heer Vermillion tenminste... Streetman zweeg plotseling. Nu...? .yroeg zijn cliënte ongeduldig. Ik zal mijn onderzoek beginnen, vervolgde Streetman, zonder op haar vraag acht te slaan. Kimt u mij eeniigszins inlichten over den toestand waarin Mr. Vermillion's zaken verkeerden? Neen, niet in 't minst. Ik 'heb wel gehoord dat het niet zoo schitterend moest zijn, doch Huhert sprak mij er nimmer over. Zou ik uw verloofde kunnen spreken. Ik vrees van niet. Ik heb het ook geprobeerd, doch het is mij niet gelukt. En zou ik in het huis kunnen komen? Dat wordt door de politie bewaakt. Hm, het wordt ©en lastig© kwestie, momp©ld« Streetman. Maar is het dan zoo moeilijk om een lijk terug te vinden? waagde de dame aan te merken. In 't geheel niet, antwoordde de detective. Maar ik zoek ook geen lijk. Verwonderd wilde zij opnieuw haar vragen stel len, doch met een vriendelijk gebaar legde Street man haar het zwijgen op. Zoodra ik iets weet, zal ik u waarschuwen, be loofde hij opstaande. De dame begreep dat verder,vragen nutteloos was en rees eveneens op, Nadat zij vertrokken was, bleef Streetman in diep gepeins achter. 595. Daar komt de prooi van den roover- hoofdman Pimmio Konijnio. De rijke da me Puk maakt met haar twee gezel schapskonijnen een wandeling door net 9choone bosch. Heerlijk weer, mevrouw, vindt u niet, vraagt een der gezelschapsdames. Ja, antwoordt de rijke dame Puk, maar vindt u niet, dat het hier naar.. roovers ruikt? Roovers, brrr! 596. Ze wandelden voort, want er valt nergens 'n roover te (bespeuren. Tot op eens brrr! daar 'heb je ze! Ze springen uit het struikgewas naar voren. Met een reuzensprong zóó naar de drie dames. O, schreeuwt Puk angstig! O, dat is de beruchte Pimmio Konijnio! Nu zijn we verloren! Ha, ha, riepen Pim en zijn konijnen, wij zijn 'et! Gij zijt onze gevangenen! Kom mee, schatrijke dame! 597.Pak aan, konijneroovers, schreeuw de Pimmio. Toont, dat gij echte roovers zijt en neemt die rijke dame en haar ge zelschapskonijntjes gevangen! Pimmio was een gevreesde aanvoerder en zijn roovers gehoorzaamden dadelijk. De rijke dame Puk en haar gezelschap werden opgepakt en meegenomen alsof het pakken waren! Vooruit, beval Piraimio, brengt ze naar onze schuilplaats! 598. De arme Puk beefde over haar hee- le lichaam, toen die wilde roovers haar zoo maar meesleurden. Wat zal er nu gebeuren? dacht ze. Een beetje angstig keek ze Pim aan, maar die deed net of ie haar nooit eer- gezien had. Halt, roovers! schreeuwde 'hij op eens. Halt! Hier zullen we blijven. Bindt haar vast. En de kleine Puk werd vastgebonden aan een boom. 599. Maar zoo veilig als ze wel mee- nen zijn Pimmio Konijnio en zijn wilde roovers niet! De politie is de brutale ko nijnen op het spoor. Ziet maarl Daar sluipen de slimme politiemannen tus- schen de boomen van het bosch. Lang zaam, langzaam en voorzichtig! 600. Daar liggen de sluwe politiemannen achter een walletje. Ze zien hoe de wreede roovers van Pimmio de rijke da me Puk aan een boom hebben gebonden. Dat eischt wraak, agenten, zei de inspecteur der politiekonijnen. Zijt gij dapper? Ja, inspecteur, riepen ze allen. Vooruit dan! G01. Toen de inspecteur met forsche stem „Vooruit!" riep, stormden alle politieko- nen moedig op de roovers aan, maar- Pimmio en zijn roovers hadden het ge vaar zien naderen. Op de loop, roovers, schreeuwde Pimmio Konijnio en de bandieten liepen, wat ze loopen konden met de politieko nijnen vlak achter zich. 602. Ze holden voort tot ze in een nauw boschpad kwamen. Nu is 't uit, roovers, riep Pimmio. Nu vluchten wij niet meer. Halt! Hloudt stand! Mannen, zei de aanvoerder, zult gij u echte rooverkonijnen toonen? Zult gij vechten tot uw laatste droppel edel ko nijnenblo ed? Ja, schreeuwden allen!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 17