RADIO-RUBRIEK.
■i
Herfstdraden.
„John BuIT.
VOOR DEN TOESTELBOUWER.
Televisie.
WETENSWAARDIGHEDEN.
ft
GRABBELTON.
w*t itm aotttlljk hst gtval? Die sproeten kop ven
een Toontje scheen onder niets minder dan het tee-
ken van de knoop met de vier gaatje® geboren te
sijn, toen de planeet Mars in de buurt van het mos
selenatalletje op den hoek van de Hoogstraat stond
i.-h dut nog vV 'l, bij volle maan. En daarom was het
helder als glas, dat de Krtbol een groot bankier zou
worden, met zeer veel invloed, en klanten door de
heele stad, wiens naam slechts met den grootsten
eerbied en fluisterend genoemd zou worden. Boven
dien zou hij schoon en lieflijk worden.
NV>u, en het is allemaal uitgekomen. Behalve dan
dat schoon en lieflijk worden. Hij is alleen in den
loop van de jaren nog vuurrooder geworden en de
sproeten zijn allemaal wat grooter geworden, zoodat
Je nu onwillekeurig aan een rozijnenbrood moet
denken, als je Toontje Brom ziet. Maar voor de rest
is hij precies geworden, wat die professor heeft ge
zegd. Hij heeft het grootste pandjeshuis van de stad
Zevenhuizen. En denk je, dat er iemand in Zeven
huizen is, die hardop durft te zeggen, dat hij zijn
horloge bij de bank van leening van Toontje Brom
heeft gebracht? Nee, ze noemen zijn naam slechts
fluisterend. En met den grootsten eerbied dus. En
klanten heeft hij ook door de heele stad.
Nou, en als je dat allemaal ziet, dan begrijp je
wel, dat er met die zwarte katten en groene pape
gaaien en die Italiaansche met haar fortuin-brievies
niet te spotten valt, en dat het noodlot me -te pak
ken heeft en dat er vandaag of morgen een kort, dik,
rood manspersoon onder mijn raam zal staan, met
een bos rozen in zijn hand, en dan zal je in de krant
lezen van een ongeluk. Dat is mijn noodlot. En dan
is bedenken, dat er niets gebeurd zou zijn, als ik
verleden week niet naar de markt in Tweehuiaen
was gegaan
Jimmie Bunks zuchtte diep, en bleef verder in een
somber stilzwijgen gehuld, om na te denken over net
gevaar van zwarte katten en rooie, valsche maas
personen en de planeet Mars bij het mosselenstal-
letja
VACANTIEPROBLLaw N
Lustige Blatter, Berlijn).
■KhJbini
raam van het spoorwegrijralg open
MEER WONDERLIJK DAN PRETTIG.
Tegen den tijd, dat de herfst aanbreekt, beginnen zich
de herfstdraden te vertoonen. Of vertoonen is misschien
niet het juiste woord, daar we ze veelal eerst dan ge
waar worden, wanneer we „er met ons neus tegenaan
loopen", en daarbij zeer zeker niet denken aan het won
derlijke, wat in deze draden ligt opgesloten, minder pret
tig als deze aanraking doorgaans is. En toch is het niet
een „gewoon" verschijnsel hetgeen reeds bewezen wordt
door het feit, dat voorheen de meeningen over het ont
staan der herfstdraden zeer uiteen liepen.
De onderzoekingen van verschillende natuurkundigen
hebben tenslotte tot een vaststaande meening geleid, die
de vraag naar den oorsprong van het eigenaardige ver
schijnsel op bevredigende wijze beantwoordt
Meermalen heeft men waargenomen, dat spinragdra
den in gesloten vertrekken, waar zij tegen alle bewegin
gen van de lucht waren gevrijwaard ,in een loodrechten
stand blijven en ondertusschen zeer langzaam op- en
neder gaan. Trekt men zulke draden aan het beneden
einde naar omlaag, dan ziet men ze, wanneer men se
vervolgens weder loslaat rijzen met een snelheid van
ongeveer 10 c.M. in de seconde. Zij bezitten dus een
stijgkracht die, zooals een onderzoek heeft bewezen, al
leen van hun dichtheid afhankelijk is. Dat feit weer
spreekt dus de vroegere meening, dat de herfstdraden
door den wind en door een opstijgenden en dalenden
luchtstroom worden bewogen.
Op droge, windstille herfstdagen kan men ook dik
werf waarnemen, dat spinnen draden afscheiden, die
loodrecht blijven hangen en waaraan zij zich ln de lucht
kunnen opheffen. De spin hangt dan aan den draad als
een schuitje aan een luchtballon.
Men kan zulke spinnen aan den draad vangen door
de hand boven de spin te brengen en den draad voor-
slchtig aan te vatten.
Zij klimmen dan naar den top van de vingers en ne
men daar na eenlge oogenblikken van schijnbare wei-
DE BEIER EN DE ENGELSMAN.
(Mtggendorler BIdtter, München
De Beier Nou heb ik al zes keer „Zum Wohl"
Jegen je gezeid en ie zegt geen Boe of Ba. Moet
ik me eerst 'n kater drinken voordat ik je nett.
teenieren geleerd heb?l
teling een «ouderlingen etend ua. De plutn, —eer de
mond is, wordt naar beneden en het achtereind naar
boven gestoken, zood&t de rugzijde ten opzichte van het
kopborststuk «en weinig afbelt Weldra laten slj «en
drai.d los, die uit het eind van het achterlijf te voor
schijn treedt, zich ln het zonlicht spant en bij de bewol
king der zon slapper wordt. Wanneer nu de spin gevoelt,
dat voldoende draad ie afgescheiden, om haar te kunnen
dragen, laat zij den vinger los, zweeft zij vrij ln de lucht
en beweegt zich voort met do snelheid van een vlieg.
Blijkbaar zijn dus de ln den herfst door de spin afge
scheiden draden met een soort gas gevuld, dat onder den
invloed der zonnewarmte uitzet.
Zweven zulke draden bij duizenden door de lucht, wor
den zij slap onder den Invloed van wolken, die voor de
zon komen, of door de lagere temperatuur in hoogere
streken, dan zal de wind er gemakkelijk vat op krijgen
en zullen verscheidene draden zich langzamerhand tot
een geheel vereenigen. Het gewicht wordt dan te groot
en zij vallen als herfstdraden naar den grond.
Maar nu is het nog een onopgeloste vraag, hoe de
draden ontstaan, die men in den herfst in horizontale
richting tusschen den eenen tak en den anderen ziet
loopen, en die ook op fraaie dagen zoo talrijk zijn. Waar
schijnlijk zijn ook deze afkomstig van spinnen maar zij
schijnen op een andere wijze en door andere soorten van
spinnen afgescheiden te worden.
curiositeit vtrkobht op een veiling, welker opbrensrst
bestemd was voor noodlijdenden door den Fransen
Duitschen oorlog.
EEN MERKWAARDIQ EFFECT.
Passing Show, LondenJ
VAN VÓÓR 5000 JAAR TERUG.
De ontdekking van een voor-historisch
Mongaalsch volk.
Een aantal vooraanstaande deskundigen heeft zich in
Stockholm tot een oongres vereenlgd om zekere vondsten
te bestudeören die door professor Gunnar Andersaon
zijn meegebracht uit Chlneesch-Turkestan. Er la hier
sprake van de overblijfselen van een voor-historisch
Mongoolsch volk, dat omstreeks 3000 jaar v. Chr. leefde.
Anderson heeft meer dan 100 graven van dit volk door
zocht en zeer veel Interessante dingen zooals Inscrlptle's
versierselen en leemen vaatwerken meegebracht Een
professor in de Mlddelaziatische archeologie aan d« Sor-
bonne, prof. Pelliot verklaarde dat de groote beteeke-
nis van deze ontdekking ligt in den samenhang van een
Mongoolsch ras en de volken van Midden-Azië, Zuid-
Europa en Afrika, die omstreeks 6000 jaar v. Chr. leef
den.
Een bijzonder sterke gelijkenis vertoonen deze vond
sten met de jongste opgravingen van Ur in Mesopota-
mië. Het zal een zeer interessant werk zijn om, door
deze overeenkomsten tot een vaststaande oplossing van
dit vraagstuk der oude volkeren te komen.
EEN PAARD VOOR EN SIGARET.
Va» 1% cent waarde.
Een paard voor een sigaret is een zonderlige ruil.
Maar toch heeft in den Zuid-Afrika&nschen veld
tocht een Engelsch soldaat een paard, dat hij bui
ten weten van zijn superieuren buit had gemaakt,
afgestaan voor een Turksche sigaret van anderhal-
ven cent waarde. Eh hij was nog in zijn schik met
den koop. Men moet echter in aanmerking nemen,
dat Tommy in geen weken tabak had geproefd.
In den Fransch-Duitschen oorlog betaalde een of
ficier de som van f12 voor een pakje van tien si
garetten. Zijn kleine voorraad tabak was allang op
geteerd Hij zag een man een sigaret uit het pakje
halen en kreeg toen zulk een lust tot rooken, dat het
hem dat geld waard was.
In dienzelfden veldtocht werd een pakje van 50
sigaretten door een Franschen luitenant aan een
anderen officier verkocht voor den ongelooflijken
prijs van 1000 francs (circa f 500).
Misschien is de hoogste prijs, welke ooit voor een
sigaret werd betaald f3000. Die sigaret was afkom
stig uit de reistascb van Napoleon III en werd als
Afscheid nemenat gast: cn komt u no* ook
eens mijn nieuwe villa bekijken. Iedereen die er
komt, is sprakeloos van bewondering.
De ander Mag ik mijn vrouw ook meebrengen?
NOG ALTIJD GEEN MAJESTEIT!
Een vergissing van Frans JocsL
Af en toe hield keizer Frans Jozef cercle in den
Hofburg te Weenen. Dan werden hem verschillen
de lieden voorgesteld, die zich daartoe in een kriug
om den keizer hadden geschaard. Frans Jozef ging
v^ji den een naar den ander en stelde gewoonlijk
dezelfde stereotiepe vragen. Landjonkers en groot
grondbezitters vroeg hij meestal: Hoe staat het
met den oogst? en dames vroeg hij veelal: Hoe
veel kinderen hebt u?
Nu was Frans Jozef al erg oud geworden en hij
kon niet goed meer zien: Wederom hield hij cercle
en men stelde hem enkele hooge personages voor.
Hij begon bij een gravin, dde niet getrouwd was.
Hloeveel kinderen hebt u? vroeg de 'keizer.
Geen, majesteit! antwoordde de gravin, terwijl
zij een diepe révérance maakte.
Frans Jozef sprak de volgende personen aan en
teen hij eindelijk aan het eind van den kring was
gekomen, ging hij bij vergissing verder en kwam dus
weer bij dezelfde gravin terecht.
Hoeveel kinderen hebt u? vroeg hij opnieuw.
Nog altijd geen, majesteit, antwoordde de slag
vaardige dame.
DE SCHELDNAAM VAN HET ENGELSCHE VOLK.
Zooals bekend hebben de meeste volken een scheld
naam. Gelijk de Duitschera voor „moffen" wordt uitge
maakt, de Franzchman voor „pollu" en wij Hollanders
op de ook al niet eervollen naam van „kaaskop" be-
hooren te reageeren wordt het Engelsche volk meestal
aangeduid ala het volk van John Buil".
Hoe het aan dien naam komt?
Nu, gepaaseerden 1 October was het juist 250 jaar ge
leden, dat Henry John Bolingbroke werd geboren. Ter
wijl op het vasteland Habsburg en Bourbon streden, om
wie de Spaansche troon zou bezetten, legde Engeland,
als de zich verheugende derde, de basia voor zijn later
wereldbeheerschend imperium. Toen Frankrijk al zijn
kracht op het Continent noodig had, kon Engeland de
landen om de Hudsonbaal, Nieuw Foundland, en Nieuw
Wanneer men denkt, dat wij in het onderstaande
een technische bespreking zullen geven van de „tele
visie", het nieuwste technische wonder, dan heeft
men het mis. Er wordt echter zooveel over gespro
ken en geschreven, dat wij niet kunnen nalaten, hier
aan ook even enkele woorden te wijden.
In de eerste plaats moeten wij vaststellen, dat de
„televisie" er komt. Maar wij haasten ons, er on
middellijk aan toe te voegen, dat de televisie er nog
lang niet is. Wij hebben het gezien met de radio en
met zoovele andere dingen. De wetenschap staat, bij
wijze van spreken, letterlijk voor niets. En de moei
lijkheden zijn er slechts, om overwonnen te worden.
Ook over de speciale moeilijkheden, die de televisie
met zich brengt, zal men op den duur wel zegevie
ren.
Televisie beteekent, „onmiddellijk", dus op hetzelfde
moment als de handeling geschiedt, „zien op een
afstand". Wanneer ergens, het doet er niet toe waar,
iets gebeurt, dan wil de televisie u en mij in staat
stellen deze gebeurtenis op het moment van het ge
beuren zelf te aanschouwen. Worden thans reeds
redevoeringen enz., die „ergens" gehouden worden
door middel van radio ook in de meest afgelegen dee-
len der aarde .aanhoorbaar" gemaakt, zoo wil in de
toekomst, de televisie dit aanschouwbaar" maken.
En dit gebeurt reeds
Maar waarom dan zoo zwartgallig beweren, dat de
televisie er nog lang niet is? Wel, wat door knappe
en 'handige technische koppen in elkaar gezet kon
worden, en der menschheid getoond, is nog niet
doenlijk voor den doorsnee-radknamateur. De „tele
visie" staat nog in de kinderschoenen en is thans
misschien zoo ver, als de radio het twintig jaar ge
leden was. Ook toen kon men van het bestaan van
de „radio" spreken, ook toen waren er wel eenige
amateurs en vakmenschen, ook in Holland, die in
het geheim vrienden en bekenden de seinen van
de schepen lieten hooren. Maar voor het groote pu
bliek leeft de radio toch eigenlijk pas sedert 1920—
1921. Toen kwamen min of meer volmaakte toestel
len, bruikbaar voor den leek, aan de markt. Thans
hebben wij nog si echts een medelijdend lachje over
voor die ,»ouwerwetsche kasten".
De beelden, die thans overgebracht worden, en ont
vangen, door de zenders en ontvangers, zijn verre van
smetteloos. Begrijp echter goed dat de constructeur,
de man, die hieraan zijn volle energie en veel, zoo
niet alle, tijd beschikbaar stelt, een triomfkreet slaagt,
als hij iets wazigs ontdekt en, geholpen door zijn fan
tasie, daaruit het beeld haalt, dat elders uitgezon
den wordt
Vergelijkt den tijd, waarin de televisie thans ver
keert, met den tijd, waarin de ontwikkeling van de
radio-telegrafie zoover gekomen was, dat de radio-
experimenteur, na eindeloos gepruts, eindelijk heel
zwak de uitgezonden morse-teekens der zeeschepen
ontving en enthousiast zijn heele familie erbij haal
de, om dit wonder te hooren. Als u dat doet, dan doet
U de televisie niets te kort.
Zooals de radio er gekomen is, zoo komt de tele
visie er, maar het blijft de vraag, of zelfs in de toe
komst televisie-ontvang-apparaten verkocht zullen
worden, zoo vlot, als thans de radio-ontvangers. Spre
ken wij te boud, als wij veronderstellen, dat op het
oogenblik maar heel weinig menschen een eigen
bioscoopapparaat hebben en kunnen wij de bioscoop
en de gramofoon niet, als groep vergelijken met te
levisie en radio?
Schotland huetten «n aldus Mn ring leggen cm htt
toenmaals Fransche Canada. Van Spanje kreeg En|*
land ln dien tijd Gibraltar en eenlge eilanden ln de Mifl,
dellandache zee.
De man, die ln dien tijd de buitenlandeche politiek viq
Engeland leidde en door zijn bijna profetisohen blik p«q
der grootzte staatslieden van Engeland werd, wae Henry
Saint John Bolingbroke van 17041708, oorlogaaeoretarii
van de Engelzche kroon, van 1710 tot 1714 minister vuj
buitenlandeche zaken en 1718 gevolmachtigde van La
geland bij den vrede van Utrecht. Deze man, wiens g*
boortedag op 1 October viel, gold reeds bij zijn tijdg*
nooten als het voorbeeld van een Engelschinan.
In het jaar 1712, in den tijd, dat Bolingbroke nog goen
35 jaar oud was en op het toppunt van zijn roem stond,
schreef Arbuthout een satire onder den titel „de ga
schiedenis van J. B." De hoofdfiguur van dit populaiif'
pamflet was een man, die door zijn nuchtere, practlschi
en eerlijke grondbeginselen het allergrootste succes heeft
Dit geschrift was eigenlijk een rechtvaardiging van de
toenmaals zeer aangevallen politiek van Bolingbroke,
die door zijn tijdgenooten natuurlijk dadelijk onder de
letters J. B. werd herkend. Voor ons heeft dit pamflet
historische beteekenls, omdat nieuwe geschiedkundige on
derzoeklngen hebben vastgesteld, dat van dit pamflet
is afgeleid de scheldnaam van het geheele Engelsche
volk: „John Buil".
Hij stierf 12 December 1751 op zijn landgoed.
Is het U bekend.
dat een telefoongesprek van Londen naar Vancou
ver (7000 mijl) per minuut ongeveer 45 gulden kost!
dat er in Engeland (Westchester, N. Y.) bij de her
tenjacht telken jare honderden koeien worden dood- r»t
geschoten, die door amateur-jagers op een afstand W*
voor herten werden aangezien? I
KW
d a t de boeren in die streek thans hun koeien met fc r
felle groene en roode streepen beschilderen, om dood-
schieten te voorkomen?
|f ko
dat het ongeveer 250 gulden aan gas kost, om een
balon, voor 4 of 5 passagiers, te vullen?
dat er 20 millioen menschen geregeld naar de
radio luisteren?
d a t de oudste lens ter wereld ontdekt werd in de
ruïnes van Nineveh?
dat deze lens waarschijnlijk niet voor vergrootings
doeleinden gebruikt werd, doch als brandglas?
d a t de lens, als hulp bij het zien, pas in de mid
deleeuwen in gebruik kwam?
Ie zc
jkl
EEN BETROUWBARE TB».
Tij bent in den effectenhandel. Oeef jij me om-
eens n goeden raadwat zal binnenkort zeker nou
hoog gaan?
De thermometer.
ins
naakt
Juist andei
De stem (in de telefoon): Neemt U mij niet kwa]
lijk, dat ik U onder etenstijd opbel. U zit zeker mii
den in het middagmaal?
De ander: Nee, mijn middagmaal zit nu midden
in mij.
Dat zijn maar kleinigheden!
Bof: Ben jij wel eens door den bliksem getroffen,
Slof?-
Slot Niet dat ik me kan herinneren.
Bof. Maar een man, die tien jaar getrouwd is>
herinnert zich zulke kleinigheden niet meer.
Voorbeeld.
Meester: „Kan jij een voorbeeld noemen, dat geen
einde heeft?"
Pietje: „Ja meester... 'm totale uitverkoop.
datfc
ua:
_n
slijk
Het*
Mooi gezegd,
Gemoedelijke dokter (tot moeder van een jochie
(lat den vorigen dag een cent had ingeslikt): Weli roet
juffrouw Jansen, heeft Keesie zijn financieele moei* moe
lijkheden al uitgewerkt?
Zet hem alvast op een zacht pitjs
De weduwe Levi inviteert den huisvriend Sam om
morgen tegenwoordig te zijn bij de verbranding vaa
haar gestorven echtgenoot.
Sam zegt tot zijn spijt verhinderd te zijn, daar hij
in den ochtend voor zaken op reis moet.
De weduwe houdt aan, daar Sam toch altijd zoo'n
trouwe vriend is geweest.
>Jk kan niet voor den middag", zegt Sam, „maar
weet je wat, zet hem morgenochtend alvast op U
zacht pitje".
Op het stadhni*
Ambtenaar. Alzoo van beroep oesterhandelaar?
Heer: Pardon, ik ben pachter van een groote oester
jank.
Ambtenaar: Dus oesterbankier.
*di
4<
°Pi
'toen
*pl
w
Ö1J
zou
toaai
UKJ
e.Tc
Ue
t
ïclfer
Set
fehtt