Courant f STEEKPENNINGEN v/l EN CORRUPTIE. Vi DE RAADSELACHTIGE MAN. Droogpruimer? Brabantsche brieven. 9*«S pot Tweede Blad. VI Hi Plichtsgevoel, die eerlijk zijn ook al kunnen zij an- s WM örai die hun verplichtingen willen nakomen, zijn er B MU dertig op <le honderd, dat zijn er niet meer dan eel| 9 »|1 17 •t Brandwonden Kloosterbalsem 000, T 1. Zaterdag 3 November 1928. 71ste Jaargang. No. 8351 ■OS BOEKJE OVER GASBEDRIJVEN, GASDEREO- TEUREN EN CORRUPTIE. >9 Iru* ge nat iO.-. ga Door een gasdlrecteur géschreven. Bij de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Mld- 0 elliarniR Is een boekje verschenen, getiteld: „Gasbedrij- en, gasdirecteuren en corruptie." van de hand. van den fuidlrecteur te Middclharnia en Sommelsdljlc, den heer Blokhuis. Aan dit Interessanto werkje Is het volgende ontleend: De schrijver van dit over veel onwelriekends toch zoo ardig en ernstig tevens geschreven, boekje voelt zich jaar een gasdlrecteur. „Hoe stinkend is onze naam jwordon", zucht hij. „Eenige maanden geleden logeerde een hotel te Amsterdam. Do portier schreef in. het teister mijn naam, voornaam, leeftijd. Uw beroep, vroeg hij... Gasdlrecteur... Toen zag Ik hem eenige oogenblik-' !D aarzelen, alsof hü voor een moeilijkheid zat. Daar it hij en hij loste die ook op; hij nam zijn potlood weer en schreef in: directeur, niet: gasdlrecteur, maar dl- mr. De psychologie van het geval is, dunkt mij, deze: leed het terwille van mijzelf." Die gasdlrecteur ,die zich nadien, om geen hotelpor- meer in ongelegenheid te brengen, laat inschrijven Jiö fabrikant of industrieel, heeft gemeend, dat er toch tl hls moest, gebeuren van de zijde der gebrandmerkte!! aden storm, die een aantal zijner collega's ontwortelde. Bij zet uiteen, waarom van een man als van der Stel, ile dien storm ontketend heeft, het non tall auxilio geldt, en het euvel van den binnenkant kennende, wilde hij pdit kritische tijdstip, nu het schandaal nog versch In et geheugen ligt, een poging doen om iets tot stand te Wilgen: betere wettelijke bepalingen en verheffing van et algemeene geweten op een hooger peil. Ruiterlijk erkent hij, dat er verachtelijke menschon |n In zijn vak, al betwist hij, dat het waar is, wat mr. gezegd heeft in zijn pleidooi voor van der Stel: bijna alle gasrirecteuren hetzelfdee dedeen.' Do heer JU okhuis schrikt er echter niet voor terug een geheels oulek van hein bekende gevallen van corruptieve han- lllngen in het gasbedrijf te geven, welke ten deele van ig veel ernstiger aard zijn dan het aannemen van pro- Bles, maar hij bewijst tevens, dat- de geheele wereld ol zit met steekpenningen als de lucht met radiogol- ea en dat er niet moer bederf is in het gasvak dan bolheid larbuiten. Zoo heeft ook lord Laxnbourne, de voorzit- kr van den Engelschen Bond ter bestrijding van om- xiperij en steekpenningen, van de alomaanwezigheld a omkoop©:-. ij eii het werken met steekpenningen ge- iroken een niet vleiend getuigschrift aan de men selijke natuur. Wanneer schrijver tot zijn wethouder gt: „Als er van de honderd gasdirecteuren vijftig niet lver zijn, dan wil dat zeggen, dat er ook vijftig wel iver zijn en vindt gij dat niet een schitterende uit- «ast: van honderd menschen vijftig eerlijk?'? dan, is |M wethouder een man van geest en hij antwoordt: y rC lnder wethouders kon het niet beter zijn." Zelfs waren retourcommissies aanvaardende burgemeesters. En '~ir<vm a geestelijke, wien de schrijver de vraag stelde, of |ftlg percent van het menschdom eerlijk was, schudde imiddellijk en nadrukkelijk: neen. „Zoudt gij dan den- in,van dertig percent?" Na eenig aarzelen zeide hij: Teen, dat is ook nog te veel .Menschen, die eerlijk zijn taüg of ten hoogste vijf on twintig." iiDit .neemt niel wog, dat niet aüe menschen, die aan kwaad meedoen, even verdorven zijn. Er zijn b.v» ibrlkanttio. en leveranciers, 'die fooien geven, niet om ut mensohdom te verderven, maar alleen omdat de tieren het doen en zij anders niet verkoopen. Degenen, !«huu hand ophouden, zijn de hoofdschuldigen, on de Md wordt niet alleen opgehouden, doch ook uitgesto per ken. Zoo kreeg een fabrikant nu en dan over de post van een gasdlrecteur een kaartje met vergeetmijnietjes erop gedrukt. Geen afzender stond op de enveloppe vermeld; alleen aan het poststempel was te zien waar het van daan kwam. Dat beteekende: „ik heb in een poos niets gehad, denk eens om me." De heer Blokhuis gelooft niet, dat bij de gasbedrijven de grooten meer stalen dan do kleinen, veeleer het om gekeerde. Laat toch een directeur van een groote gas fabriek, die zelf eerlijk is, zich nooit verbeelden, dat er onder zijn personeel geen menschen schuilen, die het erop toeleggen zich onréchtmatig te hevoordeeleru Een fabrikant zeide eens; ik geef zoowel aan den baas als aan den directeur, maar zonder dat ze het van elkaar weten natuurlijk. Dan overtuigen ze elkaar zoo gemakkelijk, dat mijn fabrikaat het besta is." In eon groote zaak; moet de directeur afgaan op het oordeel zijner onder geschikten en die hebben het ln hun hand, een fabrikaat te roemen of af te kammen. Ook in een kleine zaak is dat reeds zoo. Ook ik, zegt schr., moet vragen: „Jacob, hoe bevalt dat nieuwe snlj-ijzer in gebruik?" En wan- neer een leverancier begint met die menschen gunstig te stemmen, van wie hij ten slotte afhangt, moeten de anderen hem wel-wel volgen. Want een onkreukbare gas directeur heeft zijn tractement nog, maar een onkreuk bare kolenhandelaar b.v. niet. De heer Blokhuis zegt, dat Den Haag daarom wel mag bedenken, -dat aan haar gasfabriek gesloten zou moe ten worden, indien de gemeenten een overeenkomst zou den sluiten, zooals ln den Haagschen raad is voorgesteld, om leveranciers, die zich ergens schuldig maken aan het geven van commissie, overal uit te sluiten, omdat cr dan eenvoudig geen kolen meer te krijgen zullen zijn, behalve bij één, die werkelijk de hoogste achting verdient; die alleen aan ondergeschikten 'n fooi gaf, wanneer hun pa troon ervan wist, maar die dan ook duizenden tonnen kolen zijn neus voorbij heeft zien gaan. Bij een billijke beoordeeling van de menschon denkt de schrijver er toch niet aan slappere eischen aan de zakenmoraal te stellen. Hij vertelt ,dat zijn gascoin- missie hem wel eens gevraagd heeft: „Had je nu niet die provisie kunnen ontvangen en dan ten bate der ge meente als buitengewone ontvangst boeken?" Schr. is van meening, dat wat zijn gascommissle opperde en wat naar wij wel eens vernomen hebben ook zeer eer lijke gasdirecteuren wel In practijk brengen in elk opzicht verkeerd was, omdat het als systeem niet deugt. Hij erkent, dat er verschil is tusschen een gasdlrecteur, die een fooi aanneemt voor dingen, die met of zonder die fooi even duur zijn, en een gasdlrecteur, die den prijs van kolen, buizen of wat dan ook met zijn provisie laat verhoogen, maar verheelt niet, dat ook het eerste strengs afkeuring verdient Bij verbouwingen schijnt het ergste te gebeuren. Iemand in kolen gaf de volgende beoordeeling van een bij de klopjacht ontslagen gasdlrecteur; „hij nam van alles, maar niet in overdreven mate, als hij kolen moest koopen, zei hij tegen allen: „Ik reken op zooveel voor mijzelf." En dan bleef het voor ons gelijk, want toy vroeg aan allen evenveel, zoodat 't toch een Inschrijving bleef. En hij heeft nooit groote verbouwingen gedaan." Alles bijeengenomen vond die zegsman, gelooft schr., dat men dien man te hard behandeld had. Dat hij nooit verbouwingen had gedaan, beschouwde hij als verzach tende omstandigheid. Een andero gewezen collega gaf zich op voor een vermogen van een halve ton en bezat geen cent, maar wel een benoeming aan een grootero gasfabriek, waar uitgebreid moest worden. Hij rekende er op, deze som binnen korten tijd „verdiend" te hebben, en om nu te voorkomen, dat men hem later ervan zou verdenken voordeel van die verbouwing te hebben ge had, begon hij maar vast met zich als bezitter op te geven. Er is nog veel meer dan dezen aard in dit boekje te vinden, ook bulten het gasbedrijf in de particuliere maat schappij. Menschelijk is het zuivere medegevoel van den schrijver voor de lieden, die zich met dit geknoei hebben af te geven, vooral voor de reizigers. Hij oefent ook kri tiek op den lamlendigen geest, die er in overheidsbe drijven kan hecrschen, cu hij is van oordeel, dat met het aankweeken bij het publiok van hoogere gevoelens omtrent de steekpenningen het allereerste begin nog moet worden gemaakt Zoo vonden drie leeraren bij het middelbaar onderwijs, die hij achtereenvolgens sprak, het geen van allen erg, dat gasdirecteuren percenten op de bestellingen aannamen. Ten slotte vraagt schr. wettelijke bepalingen, die niet alleen de overheidsbedrijven moeten betreffen, FEUILLETON Naei hel Engelse!» van EB O AH WALLACJ7 was het eenige raenschelijke wat hij zeide, en jUpMt J ®egon onmiddellijk ecu langen brief te dicteeren eeh Indische handelsfirma te Dehli. Hij schonk Wr niet de minste gelegenheid, hem mede te deelen at zij slechts voor een paar oogenblikken gekomen ului!] ifi?1? hcnl te ze£&ei> dat ziï niet terug kon komen. 1 F '1 had zelfs geen tijd om. zich - te ergeren aan de oor betoonde zekerheid van zijn taak. Hij gaf f'aar geen enkele kans om een vraag te stellen, jnneer 'hem een moeilijk of een inlandsch woord :ht ^PPen kwam, spelde hij het vlug, drie malen itereen, zoodat zij het onmogelijk kon missen, en n naar iedere aanleiding ontnam over iets anders l finnen. de firma te Dehli nam hij terstond een'draai F eeh brief voor Bombay, doch ditmaal bleef hij venvege steken ten einde haar een reepje papier overhandigen, waarop een aantal woorden zon- Joeteekenis in hoofd-drukletters geschreven ston- i«ti dat op de door hem aangewezen plaats moest flen ingelascht '>*o° is het voorloopig genoeg", zeide hij. stond, op en bleef waclhten. «Majoor Amery, ik zou gaarne begon zij. ïflS u. met dio brieven wat voort. Ik wil de '„via Siberië nog halen. Zij vertrekt over een bet kan mij niet scholen, al vertrok zij over Minuten", was zij zoo dapper te antwoorden. moet u noodzakelijk iets zeggen, en ik zal het [«en ook". feuLicg(ie' cen courant die bij opgenomen had neer, ■Me haar rnet tergende kalmte op, gaf haar een «je pp zijn rommelig bureau, en bedekte haar *Vea pennemes. vroeg hij. ttan r °um werd gisteravond vermoord, door een lei» i ons 'iU*s binnengeslopen was een man, fclSh 3erdör een poging tot- inbraak gedaan had. tegenover de politie, gezwegen maar ik heb laad. zijn pijnlijk en duren lang omdat de huid vernield is. Akker's Kloosterbal sets er op verdrijft dadelijk de pijn, doet de blaren verdwijnen en ge houdt geen litteekcnj. „Geen goud goo goed" maar de particuliere bedrijven ©n de n aamlooze ven nootschappen. Als maatregelen noemt hij: 1. Gelijkstelling in de strafwet van steekpenningen en corruptie met diefstal 2. De eed. De mogelijkheid moet worden geschapen allen in overheidsdienst of in particulieren dienst een eed té doen afleggen, indien de overheid of onderneming in wier dienst zij zijn, die verlangt, dat zij zich zullen onthouden van het aannemen of geven van steekpen ningen. Deze eed moet afgelegd worden in handen van dezelfde autoriteit, tegenover wie andere ambtseeden worden afgelegd, Ook van directeuren van naamlooze vennootschappen moot deze eed gevorderd kunnen worden, 3. Strenge contracten en instructies, Daarin moet bijvoorbeeld staan, dat het geven of aannemen van steekpenningen gelijk slaat met het vragen van on middellijk ingaand ontslag. Een waarborgsom moet geëischt kunnen worden welke verbeurd wordt indien steekpenningen worden gegeven of aangenomen. Terug betaling en schadevergoeding moeten opgelegd kunnen worden De aangestelde moet zich verbinden geen aandeden te bezitten, commissariaten to bekleeden van of zijdelings belang te hebben bij zaken welke leve-- ringen doen op hot gebloed waarop hij werkzaam is. Er moet een weg worden gevonden om controle hiervan mogelijk te maken. Een verzoek om Inlichting over zekere beleggingen zou bij den kantonrechter of andero autoriteit kunnen ingediend worden, die, wanneer hij daartoe aanleiding vindt, de gevraagde inlichting zou kunnen inwinnen bij den inspecteur der belastingen, wlen de bevoegdheid toekomt volledigs opgaaf van iemands bezit te verlangen. In de aanstelling of in structie zou weder opgenomen moeten zijn, dat over treding inzake belegging, commissariaten of indirect belang gelijk staat met een onmiddellijk ingaand ont slag. Ook moeten de aanstellingen en instructies toe zicht mogelijk maken op bijkomstige werkzaamheden. 4. Nietigheid van alle beloften of verbintenissen be trekking hebbende op steekpenningen. Niet-terugvor- derbaarheid. 5. Strafbaarheid van geheime boekhouding. 6. Strafbaarheid van dubbele rekeningen, waarvan de hoogste aan den lastgever getoond wordt, dcch do laagste geldt 7. Gevallen, waarbij het over steekpenningen gaat, behooren niet berecht te worden door gemeenteraden en scheidsgerechten, maar alleen door de officleele rechterlijke colleges. Maatregelen behooren genomen te worden ter verkrijging van gelijkmatigheid bij de berechting. Overwogen kan worden alle steekpenning zaken door één bepaald rechterlijk college te laten berechten. 8. Verplichte publicatie van de vonnissen met ver melding van schuldige, functie, schuld en straf, zoowel van hen, die steekpenningen geven als van hen, die ze aannemen. 9. Het verleenen van rechtspositie aan vereonigln- gen, welke zich de bestrijding van de corruptie ten dool stellen. In Engeland heeft de Bribery Prevention Loar gue zelfs het recht te vervolgen. Waarschijnlijk zou dit niet in overeenstemming zijn met onze Nederlandscho rechtslnstelingen. De Engelscho League klaagt, dat irij' menigmaal niet de noodige medewerking van. de rech ters ondervindt; ik vertrouw, dat deze medewerking bij onze rechterlijke macht niet zou ontbreken. 10. Het instellen van een centraal lichaam (de Re kenkamer?), aan hetwelk een half jaar na dato door overheidsbedrijven de facturen worden ingezonden en ook door particuliere ondernemingen, die dat wen- schen. Een tijdsverloop van een half jaar is voldoende om vrije concurrentie te laten, terwijl het bestaan van zulk een centraal lichaam, dat de rekeningen kan ver gelijken, preventief zou werken Dit lichaam zou niima bevoegdheden moeten hebben betreffende het verlan gen van inlichtingen, inzage van boeken, enz. ÏL De Gemeentewet zou zoodanig moeten gewij zigd worden, dat behalve de salarissen van burgemees ters, gemeente-secretarissen, gemeente-ontvangers en gemeente-veldwachters, Gedeputeerde Staten alle an dere salarissen van aangestelden in gemeentedienst kunnen vaststellen, van welke zij dat noodlg achten. 12. Verbetering van de rechtspositie, zoodat gemeen te-ambtenaren geen oogendienaars van raadsleden of ingezetenen behoeven te zijn. 18. Tegenover deze versterking van positie behoort te staan niet-benoembaarheid in overheidsdienst voor wie wegens corruptieve handelingen den overheidsdienst moest verlaten. Wie neiging gevoelt zich schuldig te maken aan corruptieve handelingen behoort te weten, dat hij, als hij ontdekt wordt, zichzelf definitief de das heeft omgedaan. 14. In verband met IS behoort belet, te worden, dat van het Pensioenfonds een kapstok wordt gemaakt, waaraan allerlei ongerechtigheden opgehangen worden. Do fout ligt daarbij in de omstandigheid, dat do ge neesheer© a, welke met do keuring belast worden, op grond van hun medisch geheim zich beperken tot een verklaring van geschiktheid of ongeschiktheid. Even wel kan een patiënt zijn geneesheer van geheimhoud ding ontheffen. In de Pensioenwet behoort to staan, dat wie keuring aanvraagt, tevens de keurende ge neesheer©» van geheimhouding ontheft tegenover den hem herkend. Tk zag hem even duidelijk als ik u thans zie. Doch dat zeide ik niet tegen de politie „Waarom niet?" Zijn wenkbrauwen gingen omhoog, zijn stem had volmaakt onverschillig geklonken. „Het is uw plicht aan de politie alle inlichtingen te ver schaffen, waartoe u bij machte zijt", liet hij volgen. „lik deed het niet omdat omdat ik een dwazin ben, veronderstel ik", zeide zij vergramd. Snel de oogen opslaande» zag hij haar ongewoon glinsterende oogen en haar verhitte wangen. „Wie was het?" „Feng Ho", flapte zij er uit. »,U wist dat het Feng Ho was. U wist het, u wist het!" Hij sloeg zijn oogen neer naar zijn vloeimap, en antwoordde eerst niet. Zij zag de witte tanden zich in de onderlip begraven, en ging voort met spreken. ijlk wilde niet dat u of vrienden van u in het geval gewikkeld werden. 'Het is een. soort van misplaatste loyaliteit jegens Amerv. Doch ik moest het u vertellen," Hij sloeg de oogen weer op. „Een prijzenswaardig besluit", zeide hij. „Doch ik geloof dat gij u vergist. Feng Ho „Was zeker bij u!" Zij deed een heldhaftige poging om sarcastisch te zijn, doch deze mislukte jammer lijk. „Al was 5.iij bij mij geweest", merkte hij bedaard op, „zou dat voor uw veronderstelling pleiten, om dat ik in de buurt was, toen de gebeurtenis plaats gre'ep. Neen, Feng Ho was vele, vele mijlen van Lon den verwijderd. Geloof imij, hij bezit een onwederleg- baar alibi." „Misschien heeft zijn hoed er ook een", zeide zij uit dagend. In minder dan geen tijd was 'hij opgesprongen. „Zijn hoed?" „Ik geloof 'dat ik het u eigenlijk niet had mogen vertellen", hernam hij spijtig, „doch de politie vond een hoed. En inen heeft een .Chinees blootshoofds het huis zien verlaten". Eén oogenblik scheen er een licht te flikkeren in de uitdrukkinglGoze oogen die de hare zochten, doch om terstond weer te verdwijnen. „Is dat waar?" sprak hij langzaam. „Welnu, in dat geval zal Feng Ho een dubbel alibi noodig hebben. Gaat u thans aan uw werk". Weinige 'minuten 'later stiet, zij in haar aanteeke- ningen op een woord dat zij niet ontcijferen kon, en was uit nood gedwongen hem eenige opheldering te gaan vragen. Zijn kamer was ledig. Majoor Amery was uitgegaan, en kwam het eerste uur niet terug; het grootste gedeelte van dezen tijd bracht hij door Daf ben IK gelukkig niet Wan) 'h pruim ulisluiteod de sappige en malsche Pensioenraad ©n door dien raad a&a te wijzen genees kundigen. Of men kan van allo ln het pensioenfonds opgenomen ambtenaren ©en zoodanige verklaring ver langen. De Pensioenraad kan dan ©en vertrouwd ge neeskundige aanwijzen, tegenover wien de keurende geneesheeren niet kunnen volstaan met de bloote ver klaring van ongeschiktheid maar dia ongeschiktheid me disch moeten waar maken. De schuldige ambtenaar be hoort te weten, dat de uitweg oa&® het pensioen hem afgesneden is, Ulvenhout, 28 Oot, 1928» Henier, met ln het kantoor van een dienstverrichting te wach ten op een dienstman, dien hij uitgezonden had om in een bepaalden winkel een slappen vilten hoed, maat 6y2 te koopen, met den uitdrukkelijken last dat de hoed grijs moest zijn en voorzien van een breed, zwart lint. HOOFDSTUK XVIII. Dq Staitfoxdi Corporation, Dr. Ralph Hallam bracht in zijn huis in Half Moon Street een buitengewoon drukken dag door. Van af het oogenblik van den dood van zijn compagnon, had hij ïtj toenemende mate de onafzienbare bron van ver wikkelingen, om niet te zeggen gevaren, ingezien, die van den dood. van. iMaurice Tam het gevolg konden zijn. Indien hij slechts een oogenblik de gelegenheid had gehad om onomwonden met den vermoorden man te spreken, vóór de moordenaar dezen het mes in het hart gestooton had, zou hij zich met stelligheid heb ben kunnen vergewissen omtrent vele dingen, die hij nu slechts veronderstellingsgewijze raocht aanne men. Hij wachtte met ongeduld tot de dag verloopen en de duisternis aangebroken zou zijn; en hoewel zijn wachten onderbroken werd door drie bezoeken van Bickerson en een telefonischen oproep door zijn vrouw, scheen de tijd te kruipen. Hoe wankelend zijn" positie was, werd Ralph Hal lam dien morgen bewezen door een brief, afkomstig van zijn bankier, waarin hem er op werd gewezen, dat het hem toegestane crediet belangrijk door 'hem over schreden was- In gewone omstandigheden zou hij zich daarvan niets aangetrokken hebben, want hij had een aanzienlijk bedrag te goed, voortvloeiende uit zijn aandeel in de winst uit den bij de wet verboden han del, dien hij gezamenlijk met Tam gedreven 'had. Geen van beiden had veel met Banken op; het geld was omgewisseld in klinkende dollars. De som be droeg ongeveer 200.000, waarvan de helft aan den vermoorden Tam en zijn erfgenamen toebehoorde. Zijn gedachten dwaalden terstond naar Elsa Mar- lowe. Tenzij Tarn zijn geld aan iemand anders ver maakt had, was zij een even rijk meisje als hij een rijk man wanneer hij eerlijk met haar deelde. Er bestond evenwel cen voorbehoud, want hij koesterde niet het minste voornemen met haar te deelen, en de gedachte aan deze mogelijkheid zette hij zich even spoedig uit het hoofd, als zij daarin was opgekomen. Al het geld, dat in de groote groene safe van de Stanford Corporation geborgen was, lag daar voor Na al do ïout die öae !n d'a lesten tijd g*ad emmen, Is er weer 'nen tijd van ernst, Is 't er 'nen seerjeu- zen tijd aangebroken, amice. De natuur geef 't treur- beeld. De donkera dagen» han gen as triestige sluiers over ons durpke. De lage wolken haken d'r eigen vast aan 't krüske op d'n toren en van de takskes van de boomen, druppelen allemaal traan tjes die ge hard hoort tik ken teugen de dorre blaalkea op d'n grond. De musch-kes zitten „dik" to kijken mee groote, ver wonderde ogskes, op 't gele en bruine blaarendek, waai! ze niks op kunnen vinden. En 's aves, as ik naast m'n Trui op bed leg, dan giert de wind deur de kalige boomen, da ge'r haast aie van slapen kunt. Dan slieren de hard-dooia blaalkea van de boomen en over den grond en zoo nouw en dan teugen de ruiten. Neeë, 't is triestig. De natuur staat er bij as pa ouwe juffer die d'r twalet afdoet om te gaan slapen. Ze legt d'r tandjes uit d'ren mond, da zijn die blaalkea, - en 'n bietje kwijl lopt langs d'r kin, da's de regen, D'r haren hangen in stijve plnnjokes terneer, da zijn de kale takskes en d'ren asem piept, da's de wind die over m'n dnk ©pokti D'r schoon gruune kleed, geborduurd mee blommekea la zoo goed as versleten en zooiank 't nuuwe in d'n maak is, ga ze slapen, toen ze da-d uitgeschoten had en ln d'ren. brulngouwen onderjurk stond, toen gong et nog genog mee d'r, maar nouw ge de knokken begin te zien, - allee amico, nouw staat oi' rofivrouw natuur maar triestig in d'r En wü? Ok wij houwen ons eigen koesttnru Da oenten die zijn op en de pret die is gedaan, zegt t liedje en zoo is 't! Mo rooken stillekes 'n goeiékoor popke tabak in *n hoekske bij 't vuur en me ïezea ons kroontje of me bet ten 'n atukske radejoow op. En zoo blijven me, in ons etü verlaten Hurpke, da nouw deur glnnen eenen stadschen wpy bek©» hem voor het grijpen. Geen erfgenaam van Maurice Tarn kon daarop rechtmatige aanspraken laten gel den. Ingeval van de een of andere noodzakelijkheid, zou hij haar een paar duizend pond 'kunnen geven; doch hij dacht er niet aan dit geld zonder eigenaar met iemand te deelen.. En toch veronderstel eens dat 'de oude man bi- zonderheden omtrent deze onrechtmatig verkregen sommen had nagelaten, en er werd een gerechtelijke cisch ingesteld? Ralph Hallam had zijn leven lang terdege opgepast zijn vingers nooit te branden, en bet verstandigste wat hij doen kon zou zijn, het meisje tot zijn argelooze helpster te maken, wanneer zij haar beschikkingen omtrent de eigendommen van Mau- rice Tarn nam. Elsa was juist van kantoor thuisgekomen, toen zij door Ralph werd opgebeld. „Kom. vanmiddag bij mij het middagmaal gebrui ken, Elsa. Ik moet je omtrent Tarn een paar dingen mededeelen, die je behoort te weten." Deze afleiding was haar zeer welkom, want de dag had haar op een zware proef gesteld, en haar pa troon had haar zoodanig bejegend dat zij behoefte gevoelde aan eenige empathie. u,Dan kom ik straks recht van hier bij je.* „Heb je Bickerson ook gesproken?" vroeg zij half schertsende. „Of ik hem gesproken heb! Hij heeft het kantoor plat geloopen. En» o, Ralph, ik hen zoo ziek yan dat alles;, en ilk moet de lijkschouwing bijwonen ge tuigen, en allo nare dingen die hij tegen mij gezegd heeft 'herhalen! En heb je de avondbladen reeds ge lezen Ralph, men heeft mij gekiekt, in het oogen blik waarop ik het kantoor verliet om te gaan lun chen!" Hij liet een ingehouden lachje (hooren. „Ik heb den geheel en dag verslaggevers over den vloer gehad", zeide hij. „Kom gauw hier, dan kunnen wij hen samen zitten uitvloeken!" Met een peinzonden trek op zijn gelaat hing hij 'den hoorn op. Dat was een goede zet van hem geweest Er zou thans geen sprake meer van kunnen zijn dat hij het eigendom van Maurice Tam gestolen zou hebben. Zij zouden samengaan en hij zou zich meester maken van het. fortuin, dat zijn slimheid hem in den schoot had geworpen. Hij verheugde zich dat Tarn dood was tot zekere hoogte.^ 's Mans zenuwen waren hem do baas gewor den; hij had zich verraden aan Amery. Ralph lachte in zichzelven. Soyoka! Tam had een toestand van zenuwachtigheid bereikt» waarin hij Soyoka op den hoek van iedere straat voor zich zag, en ieder on-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5