Courant
f
STEEKPENNINGEN
v/l
EN
CORRUPTIE.
Vi
DE RAADSELACHTIGE
MAN.
Droogpruimer?
Brabantsche brieven.
9*«S
pot
Tweede Blad.
VI
Hi Plichtsgevoel, die eerlijk zijn ook al kunnen zij an-
s WM örai die hun verplichtingen willen nakomen, zijn er
B MU dertig op <le honderd, dat zijn er niet meer dan
eel|
9
»|1 17
•t
Brandwonden
Kloosterbalsem
000,
T
1.
Zaterdag 3 November 1928.
71ste Jaargang. No. 8351
■OS BOEKJE OVER GASBEDRIJVEN, GASDEREO-
TEUREN EN CORRUPTIE.
>9
Iru*
ge
nat
iO.-.
ga
Door een gasdlrecteur géschreven.
Bij de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Mld-
0 elliarniR Is een boekje verschenen, getiteld: „Gasbedrij-
en, gasdirecteuren en corruptie." van de hand. van den
fuidlrecteur te Middclharnia en Sommelsdljlc, den heer
Blokhuis.
Aan dit Interessanto werkje Is het volgende ontleend:
De schrijver van dit over veel onwelriekends toch zoo
ardig en ernstig tevens geschreven, boekje voelt zich
jaar een gasdlrecteur. „Hoe stinkend is onze naam
jwordon", zucht hij. „Eenige maanden geleden logeerde
een hotel te Amsterdam. Do portier schreef in. het
teister mijn naam, voornaam, leeftijd. Uw beroep, vroeg
hij... Gasdlrecteur... Toen zag Ik hem eenige oogenblik-'
!D aarzelen, alsof hü voor een moeilijkheid zat. Daar
it hij en hij loste die ook op; hij nam zijn potlood weer
en schreef in: directeur, niet: gasdlrecteur, maar dl-
mr. De psychologie van het geval is, dunkt mij, deze:
leed het terwille van mijzelf."
Die gasdlrecteur ,die zich nadien, om geen hotelpor-
meer in ongelegenheid te brengen, laat inschrijven
Jiö fabrikant of industrieel, heeft gemeend, dat er toch
tl hls moest, gebeuren van de zijde der gebrandmerkte!!
aden storm, die een aantal zijner collega's ontwortelde.
Bij zet uiteen, waarom van een man als van der Stel,
ile dien storm ontketend heeft, het non tall auxilio geldt,
en het euvel van den binnenkant kennende, wilde hij
pdit kritische tijdstip, nu het schandaal nog versch In
et geheugen ligt, een poging doen om iets tot stand te
Wilgen: betere wettelijke bepalingen en verheffing van
et algemeene geweten op een hooger peil.
Ruiterlijk erkent hij, dat er verachtelijke menschon
|n In zijn vak, al betwist hij, dat het waar is, wat mr.
gezegd heeft in zijn pleidooi voor van der Stel:
bijna alle gasrirecteuren hetzelfdee dedeen.' Do heer
JU okhuis schrikt er echter niet voor terug een geheels
oulek van hein bekende gevallen van corruptieve han-
lllngen in het gasbedrijf te geven, welke ten deele van
ig veel ernstiger aard zijn dan het aannemen van pro-
Bles, maar hij bewijst tevens, dat- de geheele wereld
ol zit met steekpenningen als de lucht met radiogol-
ea en dat er niet moer bederf is in het gasvak dan
bolheid larbuiten. Zoo heeft ook lord Laxnbourne, de voorzit-
kr van den Engelschen Bond ter bestrijding van om-
xiperij en steekpenningen, van de alomaanwezigheld
a omkoop©:-. ij eii het werken met steekpenningen ge-
iroken een niet vleiend getuigschrift aan de men
selijke natuur. Wanneer schrijver tot zijn wethouder
gt: „Als er van de honderd gasdirecteuren vijftig niet
lver zijn, dan wil dat zeggen, dat er ook vijftig wel
iver zijn en vindt gij dat niet een schitterende uit-
«ast: van honderd menschen vijftig eerlijk?'? dan, is
|M wethouder een man van geest en hij antwoordt:
y rC lnder wethouders kon het niet beter zijn." Zelfs waren
retourcommissies aanvaardende burgemeesters. En
'~ir<vm a geestelijke, wien de schrijver de vraag stelde, of
|ftlg percent van het menschdom eerlijk was, schudde
imiddellijk en nadrukkelijk: neen. „Zoudt gij dan den-
in,van dertig percent?" Na eenig aarzelen zeide hij:
Teen, dat is ook nog te veel .Menschen, die eerlijk zijn
taüg of ten hoogste vijf on twintig."
iiDit .neemt niel wog, dat niet aüe menschen, die aan
kwaad meedoen, even verdorven zijn. Er zijn b.v»
ibrlkanttio. en leveranciers, 'die fooien geven, niet om
ut mensohdom te verderven, maar alleen omdat de
tieren het doen en zij anders niet verkoopen. Degenen,
!«huu hand ophouden, zijn de hoofdschuldigen, on de
Md wordt niet alleen opgehouden, doch ook uitgesto
per
ken. Zoo kreeg een fabrikant nu en dan over de post van
een gasdlrecteur een kaartje met vergeetmijnietjes erop
gedrukt. Geen afzender stond op de enveloppe vermeld;
alleen aan het poststempel was te zien waar het van
daan kwam. Dat beteekende: „ik heb in een poos niets
gehad, denk eens om me."
De heer Blokhuis gelooft niet, dat bij de gasbedrijven
de grooten meer stalen dan do kleinen, veeleer het om
gekeerde. Laat toch een directeur van een groote gas
fabriek, die zelf eerlijk is, zich nooit verbeelden, dat er
onder zijn personeel geen menschen schuilen, die het
erop toeleggen zich onréchtmatig te hevoordeeleru Een
fabrikant zeide eens; ik geef zoowel aan den baas als aan
den directeur, maar zonder dat ze het van elkaar weten
natuurlijk. Dan overtuigen ze elkaar zoo gemakkelijk,
dat mijn fabrikaat het besta is." In eon groote zaak;
moet de directeur afgaan op het oordeel zijner onder
geschikten en die hebben het ln hun hand, een fabrikaat
te roemen of af te kammen. Ook in een kleine zaak is
dat reeds zoo. Ook ik, zegt schr., moet vragen: „Jacob,
hoe bevalt dat nieuwe snlj-ijzer in gebruik?" En wan-
neer een leverancier begint met die menschen gunstig
te stemmen, van wie hij ten slotte afhangt, moeten de
anderen hem wel-wel volgen. Want een onkreukbare gas
directeur heeft zijn tractement nog, maar een onkreuk
bare kolenhandelaar b.v. niet.
De heer Blokhuis zegt, dat Den Haag daarom wel mag
bedenken, -dat aan haar gasfabriek gesloten zou moe
ten worden, indien de gemeenten een overeenkomst zou
den sluiten, zooals ln den Haagschen raad is voorgesteld,
om leveranciers, die zich ergens schuldig maken aan het
geven van commissie, overal uit te sluiten, omdat cr dan
eenvoudig geen kolen meer te krijgen zullen zijn, behalve
bij één, die werkelijk de hoogste achting verdient; die
alleen aan ondergeschikten 'n fooi gaf, wanneer hun pa
troon ervan wist, maar die dan ook duizenden tonnen
kolen zijn neus voorbij heeft zien gaan.
Bij een billijke beoordeeling van de menschon denkt
de schrijver er toch niet aan slappere eischen aan de
zakenmoraal te stellen. Hij vertelt ,dat zijn gascoin-
missie hem wel eens gevraagd heeft: „Had je nu niet die
provisie kunnen ontvangen en dan ten bate der ge
meente als buitengewone ontvangst boeken?" Schr. is
van meening, dat wat zijn gascommissle opperde en
wat naar wij wel eens vernomen hebben ook zeer eer
lijke gasdirecteuren wel In practijk brengen in elk
opzicht verkeerd was, omdat het als systeem niet deugt.
Hij erkent, dat er verschil is tusschen een gasdlrecteur,
die een fooi aanneemt voor dingen, die met of zonder die
fooi even duur zijn, en een gasdlrecteur, die den prijs
van kolen, buizen of wat dan ook met zijn provisie laat
verhoogen, maar verheelt niet, dat ook het eerste strengs
afkeuring verdient
Bij verbouwingen schijnt het ergste te gebeuren.
Iemand in kolen gaf de volgende beoordeeling van een
bij de klopjacht ontslagen gasdlrecteur; „hij nam van
alles, maar niet in overdreven mate, als hij kolen moest
koopen, zei hij tegen allen: „Ik reken op zooveel voor
mijzelf." En dan bleef het voor ons gelijk, want toy
vroeg aan allen evenveel, zoodat 't toch een Inschrijving
bleef. En hij heeft nooit groote verbouwingen gedaan."
Alles bijeengenomen vond die zegsman, gelooft schr.,
dat men dien man te hard behandeld had. Dat hij nooit
verbouwingen had gedaan, beschouwde hij als verzach
tende omstandigheid. Een andero gewezen collega gaf
zich op voor een vermogen van een halve ton en bezat
geen cent, maar wel een benoeming aan een grootero
gasfabriek, waar uitgebreid moest worden. Hij rekende
er op, deze som binnen korten tijd „verdiend" te hebben,
en om nu te voorkomen, dat men hem later ervan zou
verdenken voordeel van die verbouwing te hebben ge
had, begon hij maar vast met zich als bezitter op te
geven.
Er is nog veel meer dan dezen aard in dit boekje te
vinden, ook bulten het gasbedrijf in de particuliere maat
schappij. Menschelijk is het zuivere medegevoel van den
schrijver voor de lieden, die zich met dit geknoei hebben
af te geven, vooral voor de reizigers. Hij oefent ook kri
tiek op den lamlendigen geest, die er in overheidsbe
drijven kan hecrschen, cu hij is van oordeel, dat met
het aankweeken bij het publiok van hoogere gevoelens
omtrent de steekpenningen het allereerste begin nog
moet worden gemaakt Zoo vonden drie leeraren bij het
middelbaar onderwijs, die hij achtereenvolgens sprak,
het geen van allen erg, dat gasdirecteuren percenten op
de bestellingen aannamen.
Ten slotte vraagt schr. wettelijke bepalingen, die
niet alleen de overheidsbedrijven moeten betreffen,
FEUILLETON
Naei hel Engelse!» van EB O AH WALLACJ7
was het eenige raenschelijke wat hij zeide, en
jUpMt J ®egon onmiddellijk ecu langen brief te dicteeren
eeh Indische handelsfirma te Dehli. Hij schonk
Wr niet de minste gelegenheid, hem mede te deelen
at zij slechts voor een paar oogenblikken gekomen
ului!] ifi?1? hcnl te ze£&ei> dat ziï niet terug kon komen.
1 F '1 had zelfs geen tijd om. zich - te ergeren aan de
oor betoonde zekerheid van zijn taak. Hij gaf
f'aar geen enkele kans om een vraag te stellen,
jnneer 'hem een moeilijk of een inlandsch woord
:ht ^PPen kwam, spelde hij het vlug, drie malen
itereen, zoodat zij het onmogelijk kon missen, en
n naar iedere aanleiding ontnam over iets anders
l finnen.
de firma te Dehli nam hij terstond een'draai
F eeh brief voor Bombay, doch ditmaal bleef hij
venvege steken ten einde haar een reepje papier
overhandigen, waarop een aantal woorden zon-
Joeteekenis in hoofd-drukletters geschreven ston-
i«ti dat op de door hem aangewezen plaats moest
flen ingelascht
'>*o° is het voorloopig genoeg", zeide hij.
stond, op en bleef waclhten.
«Majoor Amery, ik zou gaarne begon zij.
ïflS u. met dio brieven wat voort. Ik wil de
'„via Siberië nog halen. Zij vertrekt over een
bet kan mij niet scholen, al vertrok zij over
Minuten", was zij zoo dapper te antwoorden.
moet u noodzakelijk iets zeggen, en ik zal het
[«en ook".
feuLicg(ie' cen courant die bij opgenomen had neer,
■Me haar rnet tergende kalmte op, gaf haar een
«je pp zijn rommelig bureau, en bedekte haar
*Vea pennemes.
vroeg hij.
ttan r °um werd gisteravond vermoord, door een
lei» i ons 'iU*s binnengeslopen was een man,
fclSh 3erdör een poging tot- inbraak gedaan had.
tegenover de politie, gezwegen maar ik heb
laad.
zijn pijnlijk en duren lang omdat de huid
vernield is. Akker's Kloosterbal sets er op
verdrijft dadelijk de pijn, doet de blaren
verdwijnen en ge houdt geen litteekcnj.
„Geen goud
goo goed"
maar de particuliere bedrijven ©n de n aamlooze ven
nootschappen.
Als maatregelen noemt hij:
1. Gelijkstelling in de strafwet van steekpenningen
en corruptie met diefstal
2. De eed. De mogelijkheid moet worden geschapen
allen in overheidsdienst of in particulieren dienst een
eed té doen afleggen, indien de overheid of onderneming
in wier dienst zij zijn, die verlangt, dat zij zich zullen
onthouden van het aannemen of geven van steekpen
ningen. Deze eed moet afgelegd worden in handen van
dezelfde autoriteit, tegenover wie andere ambtseeden
worden afgelegd, Ook van directeuren van naamlooze
vennootschappen moot deze eed gevorderd kunnen
worden,
3. Strenge contracten en instructies, Daarin moet
bijvoorbeeld staan, dat het geven of aannemen van
steekpenningen gelijk slaat met het vragen van on
middellijk ingaand ontslag. Een waarborgsom moet
geëischt kunnen worden welke verbeurd wordt indien
steekpenningen worden gegeven of aangenomen. Terug
betaling en schadevergoeding moeten opgelegd kunnen
worden De aangestelde moet zich verbinden geen
aandeden te bezitten, commissariaten to bekleeden van
of zijdelings belang te hebben bij zaken welke leve--
ringen doen op hot gebloed waarop hij werkzaam is. Er
moet een weg worden gevonden om controle hiervan
mogelijk te maken. Een verzoek om Inlichting over
zekere beleggingen zou bij den kantonrechter of andero
autoriteit kunnen ingediend worden, die, wanneer hij
daartoe aanleiding vindt, de gevraagde inlichting zou
kunnen inwinnen bij den inspecteur der belastingen,
wlen de bevoegdheid toekomt volledigs opgaaf van
iemands bezit te verlangen. In de aanstelling of in
structie zou weder opgenomen moeten zijn, dat over
treding inzake belegging, commissariaten of indirect
belang gelijk staat met een onmiddellijk ingaand ont
slag. Ook moeten de aanstellingen en instructies toe
zicht mogelijk maken op bijkomstige werkzaamheden.
4. Nietigheid van alle beloften of verbintenissen be
trekking hebbende op steekpenningen. Niet-terugvor-
derbaarheid.
5. Strafbaarheid van geheime boekhouding.
6. Strafbaarheid van dubbele rekeningen, waarvan
de hoogste aan den lastgever getoond wordt, dcch do
laagste geldt
7. Gevallen, waarbij het over steekpenningen gaat,
behooren niet berecht te worden door gemeenteraden
en scheidsgerechten, maar alleen door de officleele
rechterlijke colleges. Maatregelen behooren genomen
te worden ter verkrijging van gelijkmatigheid bij de
berechting. Overwogen kan worden alle steekpenning
zaken door één bepaald rechterlijk college te laten
berechten.
8. Verplichte publicatie van de vonnissen met ver
melding van schuldige, functie, schuld en straf, zoowel
van hen, die steekpenningen geven als van hen, die ze
aannemen.
9. Het verleenen van rechtspositie aan vereonigln-
gen, welke zich de bestrijding van de corruptie ten dool
stellen. In Engeland heeft de Bribery Prevention Loar
gue zelfs het recht te vervolgen. Waarschijnlijk zou dit
niet in overeenstemming zijn met onze Nederlandscho
rechtslnstelingen. De Engelscho League klaagt, dat irij'
menigmaal niet de noodige medewerking van. de rech
ters ondervindt; ik vertrouw, dat deze medewerking
bij onze rechterlijke macht niet zou ontbreken.
10. Het instellen van een centraal lichaam (de Re
kenkamer?), aan hetwelk een half jaar na dato door
overheidsbedrijven de facturen worden ingezonden en
ook door particuliere ondernemingen, die dat wen-
schen. Een tijdsverloop van een half jaar is voldoende
om vrije concurrentie te laten, terwijl het bestaan van
zulk een centraal lichaam, dat de rekeningen kan ver
gelijken, preventief zou werken Dit lichaam zou niima
bevoegdheden moeten hebben betreffende het verlan
gen van inlichtingen, inzage van boeken, enz.
ÏL De Gemeentewet zou zoodanig moeten gewij
zigd worden, dat behalve de salarissen van burgemees
ters, gemeente-secretarissen, gemeente-ontvangers en
gemeente-veldwachters, Gedeputeerde Staten alle an
dere salarissen van aangestelden in gemeentedienst
kunnen vaststellen, van welke zij dat noodlg achten.
12. Verbetering van de rechtspositie, zoodat gemeen
te-ambtenaren geen oogendienaars van raadsleden of
ingezetenen behoeven te zijn.
18. Tegenover deze versterking van positie behoort
te staan niet-benoembaarheid in overheidsdienst voor
wie wegens corruptieve handelingen den overheidsdienst
moest verlaten. Wie neiging gevoelt zich schuldig te
maken aan corruptieve handelingen behoort te weten,
dat hij, als hij ontdekt wordt, zichzelf definitief de das
heeft omgedaan.
14. In verband met IS behoort belet, te worden, dat
van het Pensioenfonds een kapstok wordt gemaakt,
waaraan allerlei ongerechtigheden opgehangen worden.
Do fout ligt daarbij in de omstandigheid, dat do ge
neesheer© a, welke met do keuring belast worden, op
grond van hun medisch geheim zich beperken tot een
verklaring van geschiktheid of ongeschiktheid. Even
wel kan een patiënt zijn geneesheer van geheimhoud
ding ontheffen. In de Pensioenwet behoort to staan,
dat wie keuring aanvraagt, tevens de keurende ge
neesheer©» van geheimhouding ontheft tegenover den
hem herkend. Tk zag hem even duidelijk als ik u
thans zie. Doch dat zeide ik niet tegen de politie
„Waarom niet?" Zijn wenkbrauwen gingen omhoog,
zijn stem had volmaakt onverschillig geklonken. „Het
is uw plicht aan de politie alle inlichtingen te ver
schaffen, waartoe u bij machte zijt", liet hij volgen.
„lik deed het niet omdat omdat ik een dwazin
ben, veronderstel ik", zeide zij vergramd.
Snel de oogen opslaande» zag hij haar ongewoon
glinsterende oogen en haar verhitte wangen.
„Wie was het?"
„Feng Ho", flapte zij er uit. »,U wist dat het Feng
Ho was. U wist het, u wist het!"
Hij sloeg zijn oogen neer naar zijn vloeimap, en
antwoordde eerst niet. Zij zag de witte tanden zich
in de onderlip begraven, en ging voort met spreken.
ijlk wilde niet dat u of vrienden van u in
het geval gewikkeld werden. 'Het is een. soort van
misplaatste loyaliteit jegens Amerv. Doch ik moest
het u vertellen,"
Hij sloeg de oogen weer op.
„Een prijzenswaardig besluit", zeide hij. „Doch ik
geloof dat gij u vergist. Feng Ho
„Was zeker bij u!" Zij deed een heldhaftige poging
om sarcastisch te zijn, doch deze mislukte jammer
lijk.
„Al was 5.iij bij mij geweest", merkte hij bedaard
op, „zou dat voor uw veronderstelling pleiten, om
dat ik in de buurt was, toen de gebeurtenis plaats
gre'ep. Neen, Feng Ho was vele, vele mijlen van Lon
den verwijderd. Geloof imij, hij bezit een onwederleg-
baar alibi."
„Misschien heeft zijn hoed er ook een", zeide zij uit
dagend.
In minder dan geen tijd was 'hij opgesprongen.
„Zijn hoed?"
„Ik geloof 'dat ik het u eigenlijk niet had mogen
vertellen", hernam hij spijtig, „doch de politie vond
een hoed. En inen heeft een .Chinees blootshoofds het
huis zien verlaten".
Eén oogenblik scheen er een licht te flikkeren in
de uitdrukkinglGoze oogen die de hare zochten, doch
om terstond weer te verdwijnen.
„Is dat waar?" sprak hij langzaam. „Welnu, in dat
geval zal Feng Ho een dubbel alibi noodig hebben.
Gaat u thans aan uw werk".
Weinige 'minuten 'later stiet, zij in haar aanteeke-
ningen op een woord dat zij niet ontcijferen kon, en
was uit nood gedwongen hem eenige opheldering te
gaan vragen. Zijn kamer was ledig. Majoor Amery
was uitgegaan, en kwam het eerste uur niet terug;
het grootste gedeelte van dezen tijd bracht hij door
Daf ben IK gelukkig niet
Wan) 'h pruim ulisluiteod de
sappige en malsche
Pensioenraad ©n door dien raad a&a te wijzen genees
kundigen. Of men kan van allo ln het pensioenfonds
opgenomen ambtenaren ©en zoodanige verklaring ver
langen. De Pensioenraad kan dan ©en vertrouwd ge
neeskundige aanwijzen, tegenover wien de keurende
geneesheeren niet kunnen volstaan met de bloote ver
klaring van ongeschiktheid maar dia ongeschiktheid me
disch moeten waar maken. De schuldige ambtenaar be
hoort te weten, dat de uitweg oa&® het pensioen hem
afgesneden is,
Ulvenhout, 28 Oot, 1928»
Henier,
met ln het kantoor van een dienstverrichting te wach
ten op een dienstman, dien hij uitgezonden had om in
een bepaalden winkel een slappen vilten hoed, maat
6y2 te koopen, met den uitdrukkelijken last dat de
hoed grijs moest zijn en voorzien van een breed,
zwart lint.
HOOFDSTUK XVIII.
Dq Staitfoxdi Corporation,
Dr. Ralph Hallam bracht in zijn huis in Half Moon
Street een buitengewoon drukken dag door. Van af
het oogenblik van den dood van zijn compagnon, had
hij ïtj toenemende mate de onafzienbare bron van ver
wikkelingen, om niet te zeggen gevaren, ingezien, die
van den dood. van. iMaurice Tam het gevolg konden
zijn. Indien hij slechts een oogenblik de gelegenheid
had gehad om onomwonden met den vermoorden man
te spreken, vóór de moordenaar dezen het mes in het
hart gestooton had, zou hij zich met stelligheid heb
ben kunnen vergewissen omtrent vele dingen, die
hij nu slechts veronderstellingsgewijze raocht aanne
men.
Hij wachtte met ongeduld tot de dag verloopen en
de duisternis aangebroken zou zijn; en hoewel zijn
wachten onderbroken werd door drie bezoeken van
Bickerson en een telefonischen oproep door zijn
vrouw, scheen de tijd te kruipen.
Hoe wankelend zijn" positie was, werd Ralph Hal
lam dien morgen bewezen door een brief, afkomstig
van zijn bankier, waarin hem er op werd gewezen, dat
het hem toegestane crediet belangrijk door 'hem over
schreden was- In gewone omstandigheden zou hij zich
daarvan niets aangetrokken hebben, want hij had een
aanzienlijk bedrag te goed, voortvloeiende uit zijn
aandeel in de winst uit den bij de wet verboden han
del, dien hij gezamenlijk met Tam gedreven 'had.
Geen van beiden had veel met Banken op; het geld
was omgewisseld in klinkende dollars. De som be
droeg ongeveer 200.000, waarvan de helft aan den
vermoorden Tam en zijn erfgenamen toebehoorde.
Zijn gedachten dwaalden terstond naar Elsa Mar-
lowe. Tenzij Tarn zijn geld aan iemand anders ver
maakt had, was zij een even rijk meisje als hij een
rijk man wanneer hij eerlijk met haar deelde. Er
bestond evenwel cen voorbehoud, want hij koesterde
niet het minste voornemen met haar te deelen, en
de gedachte aan deze mogelijkheid zette hij zich even
spoedig uit het hoofd, als zij daarin was opgekomen.
Al het geld, dat in de groote groene safe van de
Stanford Corporation geborgen was, lag daar voor
Na al do ïout die öae !n
d'a lesten tijd g*ad emmen,
Is er weer 'nen tijd van
ernst, Is 't er 'nen seerjeu-
zen tijd aangebroken, amice.
De natuur geef 't treur-
beeld.
De donkera dagen» han
gen as triestige sluiers over
ons durpke. De lage wolken
haken d'r eigen vast aan 't
krüske op d'n toren en van
de takskes van de boomen,
druppelen allemaal traan
tjes die ge hard hoort tik
ken teugen de dorre blaalkea
op d'n grond.
De musch-kes zitten „dik" to kijken mee groote, ver
wonderde ogskes, op 't gele en bruine blaarendek, waai!
ze niks op kunnen vinden.
En 's aves, as ik naast m'n Trui op bed leg, dan giert
de wind deur de kalige boomen, da ge'r haast aie van
slapen kunt. Dan slieren de hard-dooia blaalkea van de
boomen en over den grond en zoo nouw en dan
teugen de ruiten.
Neeë, 't is triestig.
De natuur staat er bij as pa ouwe juffer die d'r twalet
afdoet om te gaan slapen. Ze legt d'r tandjes uit d'ren
mond, da zijn die blaalkea, - en 'n bietje kwijl lopt
langs d'r kin, da's de regen, D'r haren hangen in
stijve plnnjokes terneer, da zijn de kale takskes en d'ren
asem piept, da's de wind die over m'n dnk ©pokti
D'r schoon gruune kleed, geborduurd mee blommekea
la zoo goed as versleten en zooiank 't nuuwe in d'n
maak is, ga ze slapen, toen ze da-d uitgeschoten had
en ln d'ren. brulngouwen onderjurk stond, toen gong et
nog genog mee d'r, maar nouw ge de knokken begin
te zien, - allee amico, nouw staat oi' rofivrouw natuur
maar triestig in d'r
En wü?
Ok wij houwen ons eigen koesttnru Da oenten die zijn
op en de pret die is gedaan, zegt t liedje en zoo is 't!
Mo rooken stillekes 'n goeiékoor popke tabak in *n
hoekske bij 't vuur en me ïezea ons kroontje of me bet
ten 'n atukske radejoow op.
En zoo blijven me, in ons etü verlaten Hurpke, da
nouw deur glnnen eenen stadschen wpy bek©»
hem voor het grijpen. Geen erfgenaam van Maurice
Tarn kon daarop rechtmatige aanspraken laten gel
den. Ingeval van de een of andere noodzakelijkheid,
zou hij haar een paar duizend pond 'kunnen geven;
doch hij dacht er niet aan dit geld zonder eigenaar
met iemand te deelen..
En toch veronderstel eens dat 'de oude man bi-
zonderheden omtrent deze onrechtmatig verkregen
sommen had nagelaten, en er werd een gerechtelijke
cisch ingesteld? Ralph Hallam had zijn leven lang
terdege opgepast zijn vingers nooit te branden, en bet
verstandigste wat hij doen kon zou zijn, het meisje
tot zijn argelooze helpster te maken, wanneer zij haar
beschikkingen omtrent de eigendommen van Mau-
rice Tarn nam.
Elsa was juist van kantoor thuisgekomen, toen zij
door Ralph werd opgebeld.
„Kom. vanmiddag bij mij het middagmaal gebrui
ken, Elsa. Ik moet je omtrent Tarn een paar dingen
mededeelen, die je behoort te weten."
Deze afleiding was haar zeer welkom, want de dag
had haar op een zware proef gesteld, en haar pa
troon had haar zoodanig bejegend dat zij behoefte
gevoelde aan eenige empathie.
u,Dan kom ik straks recht van hier bij je.*
„Heb je Bickerson ook gesproken?" vroeg zij half
schertsende.
„Of ik hem gesproken heb! Hij heeft het kantoor
plat geloopen. En» o, Ralph, ik hen zoo ziek yan dat
alles;, en ilk moet de lijkschouwing bijwonen ge
tuigen, en allo nare dingen die hij tegen mij gezegd
heeft 'herhalen! En heb je de avondbladen reeds ge
lezen Ralph, men heeft mij gekiekt, in het oogen
blik waarop ik het kantoor verliet om te gaan lun
chen!"
Hij liet een ingehouden lachje (hooren.
„Ik heb den geheel en dag verslaggevers over den
vloer gehad", zeide hij. „Kom gauw hier, dan kunnen
wij hen samen zitten uitvloeken!"
Met een peinzonden trek op zijn gelaat hing hij 'den
hoorn op. Dat was een goede zet van hem geweest
Er zou thans geen sprake meer van kunnen zijn dat
hij het eigendom van Maurice Tam gestolen zou
hebben. Zij zouden samengaan en hij zou zich
meester maken van het. fortuin, dat zijn slimheid
hem in den schoot had geworpen.
Hij verheugde zich dat Tarn dood was tot zekere
hoogte.^ 's Mans zenuwen waren hem do baas gewor
den; hij had zich verraden aan Amery. Ralph lachte
in zichzelven. Soyoka! Tam had een toestand van
zenuwachtigheid bereikt» waarin hij Soyoka op den
hoek van iedere straat voor zich zag, en ieder on-