RADIO-RUBRIEK.
F
J
„ONTZATTEND!"
GRABBELTON.
iuis'den:Mi-
VOOR DEN TOESTELBOUWER,
Een transformator voor gloeidra ad voeding
uit het lichtnet.
L
De achter-overgrootmoeder van de
advertentie.
In de mode.
50 vierden we 't jaarlijksche feest naar den eisch,
't dient eerlijk gezegd, op al jaarlij ksche wijs,
waren weer keurig op temperatuur,
heldhaftig bereid in 't beslissende uur!'
hebben gezongen, verheugd en gezond,
luidspreker danste sportief in het rond,
odat in totaal, zij het ook naar den geest,
iekwart van ons volk aan den slag is geweest!!
hebben beweerd en voorspeld en gedacht,
leurd en gejengeld, gehoopt en gewacht,
fraagd en gemompeld, gestaard en geklapt,
vaarschuwd wanneer er te woest werd getrapt.
hebben gesoebat, gedanst en gedaasd,
ichreeuwd en gejubeld, gejoeld en geraasd,
loten, getrommeld, gesmeekt en gekreund,
ioond en geprezen, gejuicht en gesteund!
waren vóór alles spontaan nationaal,
ur vaak wat te druk en te licht abnormaal!
Hebben geroepen, geloeid en gebruld,
ruimte met dwaze geluiden gevuld,
vlaggen gezwaaid, bij een mistrap gerild,
ai spelers hun taak in de ooren gegild,
in keeper figuurlijk de handen gekust,
meening luidruchtig gezegd bij de rust!
t einde veiheid met een duiz'lig gevoel,
feer zweefde de bal voor het Hollandsche doelll
epen elkander, er bleef haast geen keus.
aar ga'an wel" Wat waren we wit om den neus!
n schop, nog 'n schop, toe dan scheidsrechter fluit,
stijd! Wat een ventl O, we houden 't niet uitü
grensrechter heeft toch al drie keer geseind,
ons zenuwsysteem is compleet aan z'n eindl
strijd is gestreden, het feest is gedaan,
pleit is beslecht en we kunnen weer gaan.
zien wat ontnuchterd, verbaasd om ons heen:
,t 't werk'lijk lawaaisaus? Of is het 11?I
(Nadruk verboden),
fovember 1928. KROES.
Een ontzettende vertelling door Sirolf.
(Nadruk verboden.)
Een drama in één bedrijf.
Ij: O, dag Hangri, wat ben ik ontzattend blij dat
kamt, ik vond het toch zoo enorm leuk, zag, dat
me die bloemen stuurde, ze waren, zoot kolossaal
utterendi, zag, ontzattend gewoon, zag!
L'ji: Wel, dat is prettig. Het was een gewoon bloo
tje, een aardigheidje maar. Ik had ze uit Driedorp
egenomen, je weet wel, waar ik met van Toeteren
(teren naar toe ben geweest op de fiets.
•ij: O, wat ontzaggelijk interessant, Hangri, nee
ar, gewoonweg ontzattend. Enorm van jullie, om
rtemaal naar Driedorp te gaan, om die bloemetjes
ir me te halen. O, maar Hangri, je moet me er
van vertellen, hoor, dadelijk, ik ga gewoonweg
Wvan verlangen, om er alles van te hooren, ik
MlMig er zóó ontzattend naarl
Nou, goed' dan. We gingen op de fiets naar
>rp, van Toeteren en ik, toen we in de bocht
van den weg, ter hoogte van het kerkhof, vlak bij,
^ij: O, Hangri, wat vriesseluk eng, zag, ontzattend!
Kj 'het kerkhof O, zag, weet je wie ook zoo gek
'treurwilgen, die malle Botermeije; zijn heele tuin
aat er gewoonweg stampvol mee, hij zegt, dat hij
woon niet zou kunnen leven zonder treurwilgen
j: Nou, van Toeteren en ik, we gingen dan op
fiets hè, naar Driedorp, topn we in de bocht van
weg, ter hoogte van het kerkhof, vlak bij den
iprong plotseling een oude man zagen met een
"te baard.
DBtxwsum i itirsK BADER
(Nebeüpatar, Zfirictu)
ou) je daar in zee?
bora^in ."Je «ez,'<?d. ''ai ik al+::d
öorax in mn bad. kon dorn.
xga moeaa nog lang werk hebben?
Zij: O, wat ontzattend interessant, Hangri, ver
schrikkelijk opwindend, ik ben dol op witte baarden.
Als ik een man was, zou ik beslist een witte baard
willen hebben, niet zoo'n korte, maar een heele lange.
Als kind al was ik altijd zoo ontzattend dol op paar
den met witte staarten.O, maar zag, Hangri, ver
tel dan toch! 11...
IHij: Kijk, we reden naar Driedorp, toen we bij den
bocht van den weg, ter hoogte van het kerkhof, plot
seling een oude man zagen, met een witte baard, die
eensklaps dwars overstak en als
Zij. Ontzattend, wat een tocht, zag, verschrikkelijk,
o, hoe hebben jelui gedurfd, zag... nee, maar zag,
heb je gehoord, dat die malle Bommelsdorf verloofd
is met die spin van een Miep van Zwiet? Dat spook
kijkt me altijd zoo venijnig aan, als ze me tegenkomt
en ik heb er gewoonweg niets gedaan!
Hij (zich het voorhoofd afwisschend)We kwa
men, van Toeteren en ik aan de bocht bij het kerk
hof, toen we op eens die oude man, met zijn witte
baard zagen, die dwars overstak en als van Toete
ren...,
Zij. zag Hangriï Wat ëen ontzattende geschiede
nis, ik kan er beslist vannacht geen oog van dicht
Üoen, ik sterf gewoonweg van nieuwsgierigheid.
Weet je, dat onze poes vier jonkies heeft gekregen?
Van die reuze-schatten, net muisjes, zoo klein, zag,
je snapt het gewoonweg niet, zag, Hangri. Ik zou
nooit geen muis willen zijn, hoor, o, wat vriesseluk
eng, zag, om altijd spek te moeten eten en in een
val te worden gevangen.4
Hij (zeer bleek, met het koude zweet óp het voois
hoofd)i
we reden op de treurwilgen met de fiets naar
het oude kerkhof, toen we plotseling een oude man,
met een witte baard zagen, die dwars den weg over
stak met dat spook van Bommelsdorf.
Zij: Ontzattend! Hangri, wat kun jij toch een ver
standige din'gen zeggen. Waar zei je ook weer, dat al
die enge dingen gebeurden?
Hij (vaal om den neus):
we reden op het kerkhof met de witte baard
van de muis, toen er plotseling een treurwilg met vier
jonkies den weg overstak als van Toeteren niet altijd
met spek.
Zij: O, ontzattend, hoe lust die van Toeteren spek,
ik vind het net zoo grillerigl Hou jij ook zoo van
spek? Dat zou ik vriesseluk vinden. Wat een engert,
die van Toeteren,
Hij (aschgrauw, stamelend, nauwelijks verstaan
baar, terwijl hij langzaam ineenzakt en heftig met de
oogen rolt).
we reden met de baard van 'het spook naar de
kat met de vier treurwilgjes met die Engert van een
Zwiep in de bocht van Bommelsdorf, toen er plotse
ling een muis met een dolle staart het spek over
stak, om als die malle van Toeteren niet plotseling
een jonkie gevangen had, was die, had die, zou
diehelp help (rochelend) de staart van
de treurwilg de baard van de reuze-witte-schat
kat van een dolle baard ontzattend ont
zattend
(Het gordijn zakt langzaam).
Einde.
Een stomme vraagl?
De meneer, die rijkelijk gedineerd had, reed in een
taxi naar huis, nadat hij den naam van de straat had
opgegeven, waar hij woonde. Toen ze in de straat
gekomen waren, vroeg de chauffeur: Wat is het num
mer van uw huis meneer?
„Vraag me toch nipt zoo van die stomme dingen,
man", was het antwoord, „het nummer staat aan de
deurl"
Onder vrouwen.
Li esje: Ik ga een boek koop en l
Mies: Een boek???!
Liesje: Ja, mijn man heeft gisteren toch zoo'n
snoezige leeslamp voor me meegebracht!
DC ROHÖ&ÖOSHEJD DER JEUQD.
(W. Z Arttstë Anmzai, Wellington),
Jonge, schei uit met dat hakken in dien boon.
Zoo dadelijk valt-ie nog op ons 0' 1.
Er wordt dikwijls weinig goeds gezegd van de „ont
vangst geheel op wisselstroom" meer last van sto
ringen dan bij acou-voeding is wel zoo ongeveer de
hoofdinhoud van de bezwaren. En als de meest hin
derlijke bron van storingen In de steden noemt men
dan de elctrische trams.
Daar dit vervoermiddel niet in iedere stad noodzake
lijk is gebleken, zoodat voor vele radio-amateurs deze
storingsbron een „onbekende gast" is, willen wij voor
die gelukkige menschen het aansluitingsschema geven
van den AV. R. O.-transformator voor gloeldraadvoe-
ding uit het lichtnet.
Deze transformator, met behulp waarvan ieder toe
stel in een wisselstroomontvanger omgebouwd kan
worden, is aan de eene zijde voorzien van twee aan-
sluitdraden (lossedraden) voor aansluiting op het licht
net en aan de andere zijde van een dubbel stel aan-
sluitdraden, waarbij het eene paar bij een spanning van
1.25 Volt 2 Ampère kan leveren en de andere bij een
spanning van 0.5 Volt een maximum stroomsterkte van
1.5 Amp. Men dient natuurlijk rekening te houden met
de netspanning en die dus opgeven bij bestelling.
Deze transformator is speciaal ontworpen voor le
vering van de benoodigde spanningen en gloelstroom
voor de Philips-wisselstroomjlampen C 142, F 215 en D 143
Voor de toevoerleidingen naar de gloeidraden en voor
de verbinding met de klemmen van den schakelaar
zoo een schakelaar gebruikt mocht worden moet men;
loodkabel gebruiken met een koperkern van VA g.mjn.
De mantel van den loodkabel èn ook de kern van den
transformator moeten geaard worden. Zooals het scha
kelschema dan ook aangeeft. Dit ter onderdrukking
van het hinderlijke „brommen", iets waarvan men bij
wisselstroomontvangst niet zelden hinder zal hebben.
LICHT NÊT
2ZO VOLT
2A.
1.5 A.
1.25 V 1.25 V.
0,3 v 0.5V
CUZ
r zij
6143
rrtn aarde
Het schema zal verder geen toelichting behoeven.
Opmerkelijk is alleen, dat de F 215 op een andere
spanning brandt dan de beide andere lampen; die ge
combineerd gevoed worden. Men mjoet hierop wel heel
goed letten, andersgesneuvelde lampen. En de
wisselstroomlamp is nog duur
Voor hetzelfde doel is eveneens de PLASTRO-trans-
formator in den handel gebracht. Principieel verschil
is er niet in de beide uitvoeringen. Men kan dus kie
zen. Men lette er evenwel op, dat deze transformatoren
ontworpen zijn voor de 8 genoemde Philipslan^pen.
Medelijdend.
- Arme, arme, man, sprak de boerin tot den land-
looper, dde zeer demonstratief bet gras van het perk
je voor het huis afknabbelde. Heb je zoo'n hon
ger, dat je gras eet?
De landlooper knikte bevestigend, terwijl hij een
hoopvollen blik op de vrouw vestigde, die voortging.
- Kom maar achter het huis, arme ziel, bij de
keukendeur daar staat het gras veel hooger.
Voorbeeld,
Meester: „Kan je mij een voorwerp noemen, dat
geen einde heeft?
Pietje. „Ja, meester 'n totale uitverkoop.
Dat kon hij welf
Een boer kwam bij een advocaat om een proces
aanhangig te maken. Hij droeg de zaak zoo voor, dat
de advocaat dadelijk zag, hoe de ander de feiten ver
draaide..
Hoor eens, goede vriend, vertel me de zaak nu
precies zooals ze is en lieg jij niet; laat dat maar
gerust aan mij over!
Uit het Jaar 1049.
De eerste advertentie van de wereld!Zij werd ge
publiceerd in de maand April van het jaar 1649. Op
den twaalfden April kwam een hooggeplaatst persoon
het bureau van de Impartial Intelliger binnenloopen bij
den drukker, eigenaar en redacteur, mr. Blackwhite. Hij
vertelde dat 's nachts twee zijner lievelingspaarden
gestolen waren; dat bericht mioet gij in uw krant plaat
sen ,sir. Een weigerend antwoord, waarna vijf shillings
op tafel gelegd werden. Mr. Blackwhite dacht er over
Da, nog eens en eindelijk zei hij: 't Komt in orde!
's Avonds prijkte de achter-grootmoeder der heden-
daagsche advertentie in het Londensche blad.
OF AMERIKANEN OP REIS.
Tolstoï nam altijd een heel sceptische houding aan
tegenover al den roem, die hem ten deel viel. In het
jaar 1901 moest hij voor herstel zijner gezendheid voor
een tijd naar de Krim. Al de oude herinneringen aan
Sebastopol, waar hij veertig jaar geleden de^ oorlog
had meegemaakt, kwamen weer bij hem op. Maar
ook hier werd hem de gelegenheid niet gegeven rustig
aan dezen vroegeren tijd te denken. Zeer opdringend
was bovenal een gezelschap Amerikanen, dat een
pleizierreis door de Krim maakte, en dat Tolstoï ineit
alle geweld wilde zien. De gravin weigerde eerst met
alle beslistheid de luidruchtige vreemdelingen bij den
herstellenden patiënt toe te laten, maar deze hielden
zoolang aan, dat zij ten slotte wel een compromis
moest sluiten, -Tolstoï zou dan namelijk op een fau
teuil op het terras blijven zitten en de gasten zouden,
enkel groetend, langsg hem trekken. De optocht be
gon. Alles liep prachtig van stapel, toen op het laat
ste oogenblik een dame de kluts kwijt raakte, zij
vloog op Tolstoï toe: Shake bands with me. De
grijsaard kon geen weerstand bieden aan deze vrien
delijke uitnoodiging en begon gemoedelijk met het
meisje te praten. Hij vroeg haar o.a. welke van zijn
boeken 'het meest in haar smaak viel. Dit bracht
haar totaal in verlegenheid, zij had niet gedacht, dat
er behalve de bezienswaardigheid „Tolstoï" ook nog
zoo iets als 'n schrijver „Tolstoï" bestond. Tolstoï wil
de haar op weg helpen en sprak:
Misschien „Kindsheid en jeugd"?
Waarop het meisje een verlegen. Natuurlijk, dat
boek, liet hooren.
Allemaal nonsens, sprak Tolstoï, toen het ge
zelschap vertrokken was, het kan ze niet schelen
wien ze verheerlijken, vandaag is het Tolstoï, morgen
ia het een beroemde generaal of een danseres, die in
de mode is.
RCT portret.
Qteggendorfer mtter, Münch&t)
Dat denkt u maar, dat uw portret niet IBkt
Niemand weet, hoe hij er werkelijk uit ziet
Dat begin ik nu te begrijpen.