SohagerCourant
Verduisteringen aan het Gem. Electr.
Bedrijf te Heerhugowaard.
DE RAADSELACHTIGE
MAN.
Tweede Blad.
SZAMENUJK TEKORT VAN (5383.60.
De lijnwerker-administrateur thans
ERI
SH
Marktberichten.
Dinsdag 13 November 1928
71ste Jaargang. No. 8356.
STRAFRECHTERLIJKE VERVOLGING.
CONTROLE ACCOUNTANT J. SCHOORL Pz
SCHERP AFGEKEURD.
VAN ZIJN DIENSTEN ZAL GEEN LANGER
GEBRUIK GEMAAKT WORDEN.
Maandagmiddag heeft de Raad van Heerhugowaard,
onder voorzitterschap van 'Burgemeester Van Slooten
vergaderd en daar kwam onder meer aan de
orde de begrooting en eventueele vaststelling der
rekening 1927 van het gemeentelijk electrisch bedrijf.
«Door den Voorzitter wordt herinnerd aan het he-
sluit van den Raad' in de vorige vergadering, om de
rekening van dit bedrijf niet goed te keuren, maar
met de toelichting naar Haarlem te zenden.
Door spreker is deze zaak ter griffie in Haarlem
tjfproken, maar werd daar medegedeeld dat zij niet
iemand hadden om de rekening uit te pluizen, maar
moest dit maar door d'e gemeente geschieden. De
liftcommissie heeft- zich met behulp van den ge
meente-ontvanger bezig gehouden met het uitpluizen
m de rekening en spr. zou, tot bespreking van het
ingekomen rapport over willen gaan tot comitéverga-
"ering.
De heer Kostelijk vraagt of die comitévergadering
nu wel gewenscht is en of nu niet het volle licht over
deze zaak dient te schijnen. Spr. had' zich een geheel
'andere regeling van deze zaak voorgesteld, n.1. dat
na het plaats gehad hebbend onderzoek aan elk
raadslid' een rapport was toegezonden, aan de hand
van de controle', die heeft plaats gehad. Omtrent de
bevindingen van de opsporingscontrole is nu bij B.
en W. wel een rapport, maar B. en W. zijn in ge
breke gebleven om een afdruk aan de raadsleden te
zenden en om zich beter te oriëntee'ren, was dat ge
wenscht geweest. De raadsleden weten op 't oogen-
blik niets.
Anderzijds is deze zaak voor de burgerij van be-
tng en wordt zij door de menschen met b el angst el-
ng tegemoet gezien. Als het dus niet noodzakelijk
i. zou spr. de deur niet willen sluiten, zet de ramen
open.
De Voorzitter zegt dat er niets tegen openbare be
handeling is, maar spr. wil eerst iets mededeelen in
comitévergadering. Daarna is er voor .ieder gelegen
heid1 zooveel hij wil in do openbare vergadering te
zeggen.
De Raad gaat dus in comité.
Na heropening maakt de Voorzitter dus opnieuw
aanhangig de bespreking en eventueele vaststelling
rekening 1927 van het G.E.B.
De heer Kostelijk vraagt of hiermede tevens ver
band houdt het volgende punt, voorstel van B. en
W. ter zake C Bruin.
De Voorzitter antwoord bevestigend en zegt dat na
onderzoek door de commissie van bijstand met den
gemeenteopzichter gebleken is, dat na afloop van het
teveel en tekort geboekt, er een verschot overblijft
van f2603.60, wat door Bruin is verduisterd. Aan
Bruin is gelegenheid gegeven, naar de abuizen te zoe
ken, maar deze zijn niet gevonden en menschelijker
wijze was dat ook niet mogelijk, want de boekingen
izijn zoo serieus gedaan, als ooit gedaan zou kunnen
worden. We zitten dus met een rekening die vastge
steld moet worden, waarop voor licht f 026.40 meer
verantwoord 'dient te worden, terwijl aan vaste bijdra
gen is weggemoffeld f 1977.20, en wat dus verantwoord
moet worden. Met inbegrip van 'de kwestie met de
kermismrichtingen, betreft het een bedrag Tan
12683.60 en met dit bedrag vermeerderd, zou de winst
iover 1927 op f5425.29V2 gebracht worden.
Aan de andere.' zijde zou dan als afschrijving voor
jtoieuze vordering wegens verduistering door den
•a-
PBUILEETON
Naar heit Engelsch van EDGAR WALLACE.
(UB,
Juffrouw Dame keek haar met open mond aan, en
Het zich met een bons neervallen op een sofa, die zóó
sprekend op een „divan' geleek, als zij er ooit een ge-
Hen had.
..U bedoelt toch niet, dat de raadselachtige man de
in twist op touw gezet heeft om Mijnheer Tupperwill
In den val te lokken?"
Elaa schudde het hoofd.
nik weet niet wat ik denken moet," zeld'e zij.
Dm deze of gene reden gevoelde zij geen lust Amery
tegenover dit meisje in het geding te brengen, doch toen
M bedacht hoe ongevoelig en onverschillig Majoor
jtmery zich betoond had en hoe begeerlijk hij geweest
een onderteekende. verklaring te bezitten die hem
echoonwassohen zou, werden haar vermoedens ver-
tukt.
Waarom had hij de politie niet geroepen? Het was
f^enlcibaar, dat hij met Tupperwill een oude veete zou
«bben. Zij kon geen enkele aanleiding vinden, behalve
at bij een vriend was van Ralph. Doch indien dat het
jjaval was en Tupperwill beschouwd werd als iemand
6 veel praat", hoe gemakkelijk moest het dein niet
pweest zijn, dat voorval in Brook Street op touw te zetr
Hij moest iets van de gewoonten van Tupperwill
°*""1 hebben. Waarschijnlijk deed de zwaarlijvige man
iren avond op hetzelfde uur zijn avondwandelingetje
ledei
--- V..UUU UCMCI1UIO UUJ. &IJLL ö/VOUUHailUOUUgOlJC
Brook Street. Een man van de klok, de plannen
41e andere mannen in de hand werkende...
kg ril<ie. Zij moest zich niet verder het hoofd er over
Plaatst
zocht op het tafeltje, waarop de schrijfmachine ge
was, naar een vel papier, doch zij vond niets en
liever niet een van de laden opentrekken. Ver-
Ijgena vluchtig de kamer in het rond ziende, bleven
aar oogen rusten op een kastje van ongeschllderd den-
Juf" was waarschijnlijk een n ieuw meubelstuk,
wouw Dame had. (haar blik opgevangen.
administrateur moeten worden, (geboekt f 2683.60. Wel
zou ook op do rekening 1928 wat 'kunnen worden go-
boekt, maar spr. vindt hot boter het maar op do re
kening 1927 te boeken. Wat dan na Nieuwjaar 1928 is
gebourd, kan op de rekoiring 1928 worden gehoekt.
De hoer Kostelijk: Wo hebben dus een denkbeeldige
winst.
Do Voorzitter. Ja, van f5425.29V2-
De heer Kostelijk vraagt of het kastokort van f2700
dan ook in de rekening 1027 ls opgenomen.
De Voorzitter antwoordt ontkennend. Het tekort door j
valscho boekingen ad f 2083.60 wordt dan verantwoord
op de rekening 1927, het kastekort van i 2700 op de r«-1
kening 1928. j
Algemeen vindt de Raad goed het aldus geleden
verlies over 2 jaar te verdoelen.
De hoeken gansch vervaljicht
De Voorzitter deelt dan "vervolgens mede, dat bij
het onderzoek is gebleken dat de boeken gansch
vervalscht waren en dan ook. niet anders gedaan
kan worden dan Bruin naar den strafrechter te.
verwijzen, die moet dan maar weten welk straf hem I
moet worden toegemeten. Verbaal zal dus worden
opgemaakt en de bewijsstukken gaan mee.
Die heer Tromp wil, dat eerst aan de orde werd
gesteld C. Bruin als lijnwerker te ontslaan.
De Voorzitter zegt, dat zeker wel wordt goedgevon- j
den-Bruin niet langer als zoodanig te handhaven.
Met algemeene stemmen wordt besloten Bruin als
lijniwierker te ontslaan.
De Voorzitter vraagt, vervolgens of iedereen het
goed vindt de zaak ter kennis te brengen van den
strafrechter. j
De heer Kostelijk wil over dezo zaak nog wel iets 1
zeggen. Spr. wijst er op, dat er in deze zaak 2 rich
tingen zijn, nl. den goeden kant en 'die gelegenheid te I
geven dien kant uit te gaan en dan nog een andere i
kant. Spr. heeft reeds eerdei zijn meening ken-|
baar gemaakt en oordeelde toen de feiten geconsta- j
teerdi waren, dat Bruin in zijn ambt onmogelijk was J
te handhaven. De raad weet hoe spr.'s houding 4-5 j
maanden geleden, toen het kastekort van f 2700 bleek
was en nu nog een vervalsching van de boeken tot
f2603.60 is geconstateerd, nu is het feit nog erger.
Anderzijds echter werd door den raad besloten
hem te handhaven en werd hem de gelegenheid ge-
boden het kastekort aan te zuiveren. Als 'de stroo
ming in 'den raad zoo sterk is, moeten we dien kant
uit, maar spr. waarschuwde, dat daardoor het wet
telijk gezag niet- gehandhaafd wordt. Al is het dan
gelukkig niet in Heerhugowaard;, meermalen zijn
den laatsten tijd penible zaken aan den dag geko
men en als dan door overheidscollege's steeds cle
mentie wordt toegepast, komt het wettelijk gezag in
't gedrang. Een kastekort van f2700, daarbij f2683
uit 'de boeken, terwijl dan de f 2700 wel eenover
heveling geweest is en een gedeelte van dit jaar wel
bijgevoegd is, dat vormt tezamen een respectabel be
drag. Daarbij' is de wijze van fraude die in de boe
ken aan den dag is gelegd, verschrikkelijk. ITet is
een om den tuin leiden van begin tot eind en spr.
gaat er dan ook mee accoord Bruin strafrechtelijk te
doen vervolgen. Maar spr. herinnert aan da overeen
komst met zijn broer Jan Bruin om het kastekort
van f2700 aan te zuiveren, terwijl aanvankelijk C.
Bruin successievelijk zou aanzuiveren en Jan Bruin
dan borg zou blijven. Spr. zou nu Jan Bruin willen
ontheffen van die verplichting. Hij is iemand die te
goed er voor bekend staat en het gaat niet op, dat
iemand, die ook met zijn handen zijn brood moet
verdienen aansprakelijk te stellen voor de fraude
die zijn broer gepleegd heeft en dat ten voordeel© van
de gemeenschap.
De Voorzitter zegt, dat dius wordt voorgesteld Jn.
Bruin niet langer verantwoordelijk te stellen voor j
de betaling van de f2700, als zijn; broer strafrechte
lijk vervolgd wordt. Eerst wilde de raad clementie,
zijn gezin voor ondergang sparen en zat voor, het
bedrijf geen schade te berokkenen. Maar wat nader
hand ontdekt is, beeft de verontwaardiging opge
wekt, de accountant heeft het niet gezien, maar het
ia van dien aard, dat er niets overblijft, hem straf
rechtelijk te doen vervolgen. Spr. heeft het Bruin
zelf gezegd, dat 'het spoedig zal gebeuren. En nu is
het niet goed! dat Jn. Bruin er zijn geld aan span-
deerfc.
Harde woorden aan het adres van den
accountant.
Van. den accountant gesproken, tildus vervolgt do
Voorzitter, dezo begon oerst wel wat tegen te stribbelen
en zei dat hij te wittig gold voor hot onderzoek ontving.
Dat kan wezon, maar als hij het werk op zich neemt,
moot hij het goed doen en dan komen om geld.
De heer Kostelijk, tot onzen verslaggever: Dat ls de
wethouder van flnantlën van de gemeente Schagen.
De Voorzitter vervolgt: Het bedrijf breidde zich steeds
uit, er kwam dus steeds meer werk en dus zou het j
billijk zijn geweest ala de accountant meer gold had
verlangd. Maar hij moest toegeven, dat bat geen goede
houding was en bood aan, om .als hij een klein beetje
meer ontving, het onderzoek te blijven-doen en dan
in 't vervolg goed te doen, daar stond h0 voor ln. Spre
ker heeft daar maar geen antwoord op gegeven, want
dat liep de spuigaten uit. Als een beetje moer wordt
gegeven, is dus het werk goed. Spr. meent dat als Je
Iets op j© neemt, hot goed dient to gebeuren. Dat is goon
houding on dat heeft hij ook volmondig toegegeven.
De heer Quant merkt op, dat door den heer Kostelijk
do quaostle met don hoer J. Bruin tor sprake wordt
gobracht, maar dit komt niet uit don mond van den
hoer Kostelijk, maar ls bij do voorloopige bespreking
ter sprake gebracht en do gohoole raad was het er
mee eens.
Do heer Kostelijk zegt, dat dit Juist ls. maar als zoo-
Iets in oomlté wordt besproken, weet de gemeente dat
niet. Maar spr. wijst erop, dat bij tevoren geen inatauv
mlng bij don i-aad vond.
De Voorzitter: Neen, toon was hot d«n raad or om
t.0 doen, het geld binnen te krijgen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dus besloten, Jn. j
Bruin niet langer verantwoordelijk to stellen voor de
betaling van het kastekort ad. f 2700.
Bet ontslag van don accountant.
B. en W. stellen dan verder voor, om van. de dien
sten van den accountant J. Schoorl niet langer dan 1928
gebruik te maken.
De heer Wijnker ls daar sterk voor. Voorheen werd
de zaak nagekeken door de commissie van bijstand, al
tijd werd de zaak goed nagezien, avonden werden er
aan besteed, met opoffering van veel tijd. Later is de
'heer Schoorl aangesteld, hij genoot veel vertrouwen en
nu komt het zoo uit. Hij heeft er mede schuld aan.
De heer Tromp ls het met dit gesprokene volkomen
.eens. Spr. heeft ook de eer gehad, het genoegen zal
spr. maar niet zeggen, het stroomreglster te controlee- i
ren, maar het was een zeer slordige administratie. Er
was geen enkel blad waar niet een abuis ln voorkwam.
Spr. kan niet veronderstellen, dat de accountant daar
plets van. gezien heeft, hij zette er toch zijn naam
onder en dat terwijl geen enkel blad goed was. H3j mag
nu zeggen, dat het salaris te laag was, inaar hij be
steedde of 4 dagen per jaar aan, ontving f 100, dus dat
is f 25 per dag, toch een redelijke vergoeding. Als hij
bovendien den dag er voor genomen had, had hij de
abuizen moeten zien.
De heer Wijnker: Ik sta er borg voor, dat als Wo 'den
accountant, niet gehad hadden, het niet zoover geko
men was.
De heer Kostelijk gaat ook met het voorstel van B.
en W. accoord, om van de diensten van den gemeente
lijken accountant J. Schoorl, niet langer gebruik to
maken. Gok spr. vrwondert er zich over, dat deze niets
gemerkt heeft van de fouten ln het «troomreglater.
Maar dommer, neen stommer vindt spr. nog het ant
woord, dat hij er te kort aan verdiende. Iemand die
aan het hoofd van een finantieele zaak staat en voorts
nog in zijn kwaliteit van wethouder der gemeente Beha
gen, moet toch goed weten, hoe de administratie van
gemeentelijke bedrijven wordt gevoerd en dat die on
der behoorlijke controle dienen te staan. Hij vergeet
verder, dat zijn reputatie op 't spel staat. Spr. vindt
het onzettend stom en begrijpt niet dat iemand met
dusdanige capaciteiten en ondervinding zich zoo uit
laat. En om er dan overheen te zeggen, als ik even
meer krijg, ben ik genegen het onderzoek te blijven
waarnemen en dan is 't goed! Als hij onvoldoende be
taald wordt, had hij verhooging van salari3 moeten
vragen en anders de verantwoordelijkheid niet moeten
dragen. Het gaat bij iemand, dit aan 't hoofd van een
finantieele zaak staat, niet uitsluitend om die f 100. Spr,
gelooft wel, de gedachte van den raad uit te spreken,
als hij er zich rnede accoord verklaart, dat de heer
Schoorl met algemeene stemmen z'n congé krijgt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van. B. en W. besloten.
Do opvolger wordt reeds benoemd.
B. en W. stellen dan voor om met, het Verificatiebu
reau der Vereen, van Ned. gemeenten een overeenkomst
aan te gaan, voorloopig voor een jaar voor de controle
op de administratie van de gemeente, het G.E.B. in de
woningvereeniging. De kosten bedragen respectievelijk
190, f 130 en f 90, totaal dus f 410. Het zal zijn, een drie
maandelij ksohe controle van boeken en kas, en een jaar-
lijksche controle van de gemeenterekening.
Algemeen wordt dit goedgevonden.
Na toelichting wordt de begrooting voor 1928 gewij
zigd.
Cfeoa ÜJXL
Door de administrateur van het G.E.B,, J. Beera, was
ten behoeve van zijn kantoor kosteloos© elootrische
Btroom gevraagd.
De commissie van bijstand zoowel ala B. en W. vonden
dit, niet gewonsoht, maar oordeelden hot salaris van f 800
aan de hand van de werkzaaheden, 4 of 8^ dag per
week onvoldoende, on stelden voor 'het salaris met in
gang van 1 Januari 1929 met f 200 te vsrhoogen.
De heer Groenland la gebleken dat do administrateur
bijna dc geheele week voor het bedrijf werkzaam is en
vindt f 1000 salaris nog geen salaris.
De heer Kostelijk wil nu niet behandelen de'vraag of
het. salaris voldoende is, ook niet de capaciteiten van den
persoon ln kwestie, maar wijst er op dat z.i. de salaris
regeling niet deugt, er zit geen lijn in, want om nu na
3 -4 maanden een salaris van f 800 met f 200 te willen
verhoogen, gaat niet op. Er wordt teveel pletelt aan den
dag gelegd. Naar spr.'s oordeel behoort een salarisrege
ling te worden vastgesteld, met periodieke verhoog,tngon.
Op deze wijzo gunt ook het prestige van den raad ver
loren.
Bij verdere behandeling betuigt do Voorzitter zijn te
vredenheid over het feit dat meerdere raadsleden het
salttx'is to laag vinden.
Overigens wordt door den heer Tromp het bezwaar
van don (heer Kostelijk wel gevoeld, maar spr. wil nu
direct beslissen over deze f 200 salarisverhooglng, on dat
B. en W. dan onder de oogen zien of met een voorstel
omtrent periodieke verhoogingen ml worden gekomen.
Het resultaat van de besprekingen ls dat met 10 stem
men besloten wordt het salaris met f 200 te verhoogen,
De heer Kostelijk onthield zich van stemming.
Het voorstel van B. en W. om diverse gemeentegron
den voor 1929 weder onderhands te verhuren, wordt
goedgevonden, ook dat het vervolgonderwijs in de
school in het Noorden wordt gegeven ln pleats van in
de school alhier.
De Voorzitter doet reeds enkele mededeeïingen over
het onderzoek naar de kosten van een motorbrandspuit}
een fordmotorbrandspuit kost f 4000. Verdere informatiën
zullen worden ingewonnen.
De heer Kostelijk vroeg nog inlichtingen over de be
spreking met Harenkarspel en Oudkarspel over do
straatverlichting langs den Laanweg.
De korte zin van de lange rede van Voorzlter was dat
B. en W. oordeelen dat de 3 gemeenten gezamenlijk de
kosten van aanleg en exploitatie moeten betalen. Bur
gemeester Wijnveld meent van allen het aandeel ln de
exploitatiekosten, terwijl inmiddels de overleden heer
Burger mededeeling deed dat' 'ln Harenkarspel een bij
drage van f 5 per lantaarn werd verstrekt.
De heer Kostelijk en ook anderen meenen dat een re
geling was aan te gaan, waarbij Heerhugowaard de helft
„van Cttp kosten droeg en de beide andere gemeenten ge
zamenlijk de andere helft.
De Voorzitter zal, nu hij de gedachtengang van den
raad ken, de onderhandelingen weer eens openen.
Het begin van dit verslag krijgen onze lezers morgen.
„Ge zoekt papier, lieve?" vroeg zij, en ©tond half op.
Doch Elsa voorkwam haar.
„Hier zal wel wat liggen," zeide zij.
De deur van, de kast stond, op een kier. Zij trok haar
open, en vond, zooals zij verwachtte, een aantal planken,
met schrijfgereedschap gevuld. Zij vond bovendien nog
iets: een korten reep van een soort leder, dat zij als
rhinoceroshuid herkende, en dat door de Zuid-Afri.kaan-
ders „sjambok" genoemd wordt. Mijn heer Tarn had een
wandelstok van dezelfde soort huid bezeten. De lengte
bedroeg ongeveer twintig duim, en de dikte nagenoeg
die van haar pols. Zij zou het voorwerp niet opgemerkt
hebben, indien het niet gelegen had boven op een pak
schrijfpapier, waarop zich een donkere vlek vertoonde.
Zij opende de kastdeur iets verder. Die vlek was bloed,
en, het verlangen haar, vondst bekend te maken onder
drukkende, nam zij het voorwerp voorzichtig uit de
kast en hield het in het licht. Toen zag zij dat het eene
Uiteinde rood en nog nat was.
HOOFDSTUK XX3X
DE WAARHEID OMTRENT TARN.
Het geheim van het ongeval van Mijnheer Tupperwill
was niet langer een geheim. Dit was het wapen, dat
gebruikt was om hem te verwonden, en de hand die
hem tegen den grond geslagen had, was de hand ge
weest van Paul Amery. Deze moest regelrecht zijn stu
deerkamer binnengetreden zijn, het eerste vertrek, wan
neer men van uit de hal kwam; hij had den knuppel
in de kast geworpen en er later niet meer om gedacht,
en vervolgens was hij uitgegaan om den ongelukkigen
bankier de vermeende eerste hulp te bieden. Waar-
schijniijk had de aanwezigheid van dien toevalligen
voorbijganger Tupperwill het leven gered. Zij voelde
weder een rilling over haar rug, en, éen paar vellen
papier nemfende, keerde zij naar het tafeltje terug.
„Wel Juffrouw Marlowo, wat scheelt u opeens?"
Jessie sloeg met ongeveinsde verbazing de verande
ring van de kleur op de wangen van het meisje gade.
„Ik weet het niet. Ik heb mij misschien wat zenuw
achtig gemaakt," zeide Elsa met onvaste stem.
- Zij nam een vel papier op, stak het tusschen de ma
chine, en, zich op de lip bijtende, -dwong zij zich haar
gedachten tot het door 'haar opgesohrevene te bepalen.
Terwijl zij typte werd het afschuwelijke geval haar dui
delijker. Haar theorie had vasten vorm aangenomen.
Zij was juist gereed, toen Amery het vertrek binnen
kwam. Hij nam het papier van haar aan, verbeterde
twee tikfouten, en verwijderde zich weer.
„Kom een van tweeën hier," ik moet een getuige heb
ben."
Jessie Daim© volgde hem, vóór zij wist dat zij alleen
naar binnen ging. Een paar minuten later kwam zij gi-
chelend te voorschijn met de mededeeling dat zij ge
tuige geweest was" en dat Mijnheer Tupperwill nu
overeind zat en zijn verlangen te kennen gegeven had
naar huis terug te keeren.
„En ik ben zoo zeker al twee maal twee vier is," zeide
Juffrouw Dame op dramatischen toon, „dat uw uitleg
ging hoe de moord zich toegedragen heeft, de juiste is.
Wanneer ik zeg „moord", bedoel ik dat het moord had
kunnen zijn. Zij stonden dien lieven, armen man op to
wachten.
„Jessie Dame, vergeet alsjeblieft wat ik gezegd heb."
(Elsa stond zelve verbaasd waarom zij dien man steeds
zoo hardnekkig de hand boven het hoofd -hield.
„Het is veel waarschijnlijker'dat de theorie van Mijn
heer Tupperwill de ware is: dat het tweetal onbekenden
waren, dat zij een derden persoon aanvielen, en dat, ln
do meening dat hij tusscheribeide wild© treden, zij Mijn- j
heer Tupperwill neersloegen."
Zij hoorden door de geopende deur voetstappen nade-
ren, en zagen Mijnheer Tupperwill, bleek en wankelend,
binnenkomen.
„Een weinig cognao zou u, vermoed ik, veel goed
doen," merkte Amery op. Hij ontsloot een likeur-keldertje
en schonk uit een karaf iets geels in een glas.
„Cognao... ja, dank u zeer", mompelde de bankier. „Er i
is nog iets, dat ik gaarne in die verklaring zou neer- I
gelegd hebben. Ik had een beschrijving behooren te ge- I
ven van den man dien zij aanrandden, doch dat vergat
Ik." i
„Doch voor zoover ik begrepen helb, werd zijn gezicht
niet door u gezien?"
„Neen, zijn gezicht werd niet door mij gezien. Zoover
ik kon opmerken, dat hij een kort, ineengedrongen man,
was, gekleed in 'n soort van geelachtig costuum.Omtrent
de pantalon," zeide Mijnheer Tupperwil ernstig, „zou ik
er een eed op kunnen afleggen."
„Ik zal Mijnheer Tupperwill thuisbrengen." Amery had
zich tot het meisje gewend. „Ik geloof niet dat ik U
verder noodig heb. Dank u dat gij gekomen zijt."
Het lag Elsa op de punt va.n haar tong aan te mer
ken dat zü hoopte dat haar verknoeide avond haar al3
overwerk uitbetaald zou worden, doch er waren zooveel
andere dingen, die zich eveneens naar de punt van haar
tong drongen, zonder in het bijzijn van dezen onverbid-
de-lijken man verder te komen.
ALKMAAR, 10 November 1928.
Op de heden gehouden botermarkt werd betaald
voor: Fabrieksboter le soort f 1.051.15, fabrieksboter
2e soort f 0.901; Boerenboter le soort f 1.101.20,
boerenboter 2e soort f 0.951.05, eieren (groothandel)
f 11 12.60, eieren (kleinhandel) f 813.50, eendeieren
f 6.50.
ALKMAAR, 10 November 1928.
Op de heden gehouden ^reekmarkt waren aanvoer en
prijzen als volgt.: 13 paarden f 100210, 24 melkkoeien
f 200—370, 30 nucht kalv. (slacht) f 1423, 233 schapen
f 3842, overhouders f 2432, 10 schrammen f 26—30,
78 biggen (10 weken) f 1018, S bokken en geiten f 6—
f 12.
WARMENHUIZEN, 10 Nov.
Rood© kool le soort f 3.106.20, 2e soort f 4.50, kal©
f 2.104.70, gele kool le soort f 2.704.30, witte kool 1©
soort f 33.50, ld. per wagon f 330, Deensche witte f 3.40
4.40, uien drielingen f 8.60, uien f 8.50, grov» uien f 7.30,
bravo's f 3.10, per 100 Kg., bloemkool le soort f 11.70
18.10, 2e soort f 2.605.10, per 100 stuks.
Totaal aanvoer: 35800 Kg. roode kool, 3600 Kg. gele
kool, 52000 Kg. witte kool, 29000 Kg. Deensche witte kool,
1825 Kg. uien, 475 Kg. aardappelen, 2400 stuks bloemkool.
WARMENHUIZEN, 12 Nov.
Roede kool le soort f 5.10, kale f 2.103.70, Deenschö
witte f 3.80^—4.40, kale f 2.202.60, witte kool 1© soort
f 3.10—3.40, kale f 2.70, uien f 8.50 per 100 Kg.
Totaal aanvoer 7600 Kg. roode kool, 9000 Kg. Deen
sche witte kool, 9300 Kg. witte kool, 375 Kg .uien,
Zij ontsloeg zich zoo spoedig mogelijk van hot gezel
schap van Jessie Dame, en recht naar haar hotel gaan
de belde zij Ralph op en deelde hem het voorgevallen©
mede.
„Lig je nog niet te bed?" vroeg Ralph snel. „Ik bedoel
kun je me nog ontvangen indien ik bij je kom?"
„Och ja," gaf zij verrast ten antwoord, „maar ik zou
je evengoed morgenochtend kunnen spreken."
„Neen, ik spreek je liever vanavond nog. Ik kan het
je telefonisch niet zeggen. Wil je in de vestibule op mij
wachten?"
Zij wierp een blik op haar armband-horloge: het was
toen half twaalf.
„Goed, ik zal mijn goeden naam er aan wagen. Kom
maar," zeide zij.
Hij was binnen een merkwaardig korten tijd bij haar,
en vernam het relaas van de verontrustende ervaring
van Tupperwill tot in de kleinste bizonderheden. Elsa
had alle achterhoudendheid laten varen. Zij gevoelde dat,
in dit geval ten minste, zij niet mocht schromen de han
delingen van haar patroon in hun ware licht te stellen.
Toen zij geëindigd had, zag Ralph haar op vreemdsoor
tige wijze aan.
„Dat is het dus! Hij praat te veel! Die duivel moet
vernomen hebben wat Tupperwill mij vanmorgen ver
telde, hoewel ik er gewoon paf van ®ta, hoe men ons
gesprek heeft kunnen afluisteren. Eerst Tarn, toen het
geld, en nu Tupperwill. Soyoka deinst voor niets terug."
„Soyoka? Wel dat is die opium-smokkelaar, is het
niet? O, Ralph!"
In een oogwenk stond het geheim dat haar zoo Onop
losbaar toegeschenen had, haar helder voor den geest..
„Soyoka! Die smokkelaarsbenden! Er zijn er twee
één van Soyoka, de andere toch niet van Mijnheer1
Tarn!" bracht zij hijgend uit.
Hij knikte.
„Vroeger of later had je het moeten/ vernemen."
„En jij?" vroeg zij, met een stem, die zich nauwelijks
tot boven een gefluister verhief.
„En ik doe er ook aan mede," bekend© hij kalmweg.
„Er is volstrekt geen aanleiding om je verontwaardigd
te betoonen, Elsa. Het zijn niet anders dan zuivere han
delszaken. Je zoudt immers niet weigeren een likeur
stoker of een bierbrouwer te ontmoeten, alleen omdat
er menschen zijn die niet tegen den drank kunnen en
zich niet als een heer gedragen?"
„Soyoka!" herhaalde zij ten derden male. „Majoor
Amery?"
„Hij ie óf Soyoka, óf diens voornaamste handlanger."
Wordt vervolgd.