SchagerCourant BRIEVEN OVER ENGELAND. DE BR0EKER VEILING. Ouden van da£en RAAD VAN DEN HELDER. DE RAADSELACHTIGE MAN. Tweede Blad. PEPERMUNT f Woensdag 21 November 1928. 71ste Jaargang. No. 8361 17 November 1928. Hot la thana juist honderd jaar geledon, dat ln En- "and alhans, do eerste aanplakbiljetten voor roelamo- joolelndon verschenen. Vermoedelijk zullen do oorsto "ellandscho ook wol van ongeveer denzolfdon datum lïjn. Toch was hot ldóo al hooi wat ouder. Het oudo Grie kenland, en het oude Egypte kenden beide de aanplak biljetten, maar gewoonlijk dienden ze om de gevangen neming to verzoeken van een dief of weggeloopen slaaf. Soms ook echter boden ze het een of ander te koop aan. of deelden mee, dat dit of dat voorwerp v&n waar de was verloren of gevonden. Een Egyptisch aanplak biljet, dateerend van twee of driehonderd jaar voor Christus en de bekwaamheden van een waarzegger vermeldend, ls tot den huldigen dag bewaard gebleven. Toch kon in die dagen do Industrie, of hoe wij het willen noemen, geen groote vlucht nemen. Immers, elk biljet moest goteeker.d, geschilderd of geschreven wor den. De boekdrukkunst moest worden afgewacht, voor de aanplakbiljetten een kans hadden om werkelijk op gang te maken. En ln de eerste eeuwen na de uitvinding van deze kunst werd zij voor reclame op muren en schuttingen weinig of niet gebruikt. Alleen, de schouw-*! burgen kondigden de verschijning van een. nieuw stuk wel eens met aanplakbiljetten aan. Maar tot de vorige eeuw bleef het bestaan van de groote reclamebiljetten kwijnend, of erger dan dat. Tot bet plotseling, honderd jaar geleden, b6gon op te leven, en met een verrassende snelheid groeide en steeds meer groeide, om eindelijk den omvang aan te nemen, dien let thans heeft. Tot ergernis van velen! In 1828 begon die vlucht; en weinige jaren verliepen, of er waren aanplakbiljetten noodlg, om aanplakbiljet ten te verbieden. „Verboden aan te plakken" kwam eenzaam ergens midden op een muur te staan, en de cacaosoorten, tandpasta's en radioheerlijkheden lieten verder de muurvlakte met vrede. Dat gaf in het begin wel eenigen strijd. Vreemd als het ons mag toeschijnen, vond men vroeger, dat nie mand je kon verbieden, om een muur of schutting te behangen met de een of andere papiersoort. Maar om streeks 1860 wa9 dit alles geëindigd en was ieder er van overtuigd, dat de stijfselpot alleen maar op be paalde plaatsen voor den dag gehaald mocht worden. Meer dan dat, dat je voor eiken vlerkanten meter, dien je vol wou plakken, moest betalen. Er werd een ver- eenlging van aanplakkers opgericht, die het de wilde aanplakkers, de niet aangeslotenen, eoo noodlg duchtig lastig maakte. Dit wat de plaats van aaplakking betreft, Maar ook in het aangeplakte zelf kwam spoedig een groote ver andering. Do kunstenaar begon zijn gaven tor beschik king van den fabrikant te stellen. Een van de allereersten op dit gebied was de Fransch- man Lalance, die In 1836 reeds met een biljet ter ver krijging van een nieuw boek voor den dag kwam. Het •waren ook zijn landgenooten, die hem in deze richting het eerst volgden. De grootste van deze eerste Fran- sche aanplakbiljet-kunstenaars was Jules Cheret, dio, l na werkzaam geweest te zijn in een lithografische in- richting ln Engeland, naar zijn geboorteplaats terug keerde, en daar spoedig een grooten naam verwierf. Hij was de eerste, die drie kleuren voor zijn biljetten gebruikte. Voor Cheret begon, waren alleen maar zwarte en roode houtsneden in gebruik geweest. Engeland volgde, maar op eerbiedigen afstand. Vóór 1871 werden, wel pogingen gedaan, om artistiek te doen, maar Tollens' woorden: Men rekene den uitslag niet, maar tel het doel alleen, waren er wel heel erg op van j toepassing. j In 1871 evenwel kwam ook dn Engeland; een verande- j ring ten goede, toen Fred Walker te voorschijn kwam j met zijn nu beroemde plaat (te zien in de Tate Gal- lery te Londen) om Wllkle Collia/ The Woman in 1 White -te adverteeren. „De Vrouw in het Wit" was oorspronkelijk een roman, maar toen, evenals nu, wer- I den opgang makende romans omgewerkt voor het too- nèel, en zoo werd ook The Woman in White in 1871 opgevoerd la het Olympisch Thee.tr». Men ziet cp Walker'» plaat de vrouw, gehuld in een sjaal, haar vinger» op de lippen ,een pik en pikzwarten, nacht In wandelen. De plaat eloeg ln en plotwllng bleek Engeland moor kunstenaar» te hebben, die zich voor het reolameblljet beschikbaar stelden. Ik zal niet to voel namen noemen, omdat zo ons tooh weinig zeggen. Walter Crane, Aubr&y Benrdsloy, Professor Herkomor bohooron tot do meeat belcondo onder hen, zooals ln Frankrijk Stoinlen en Lautrco. Toen kwam hot opzienbarende jaar 1883* opzien-i barend op het gebied van het reclamebiljet. De groote Engelscho schilder Slr John Everett Mlllals, de vriend van Rossettl, wiens vrouw hem diende als mcdel voor Ophella, schilderde „Bubbles", Kent u Mlllals* „Zeep bellen"? Een afdruk er van hangt in. duizenden hui zon, o.a. ln hot mijne. Een jongetje zit op den grond zoopbellon to' blazen.Een moolo bol gaat Jul»t om hoog, en het ventje kijkt haar na, 't Is lang geen mo derne sohilderij. Onze smaak ls anders dan ln 1888, maar hot was toen in elk geval een schilderstuk, dat algemeen werd bewonderd. Welnu, hot werd gekocht door de fabrikanton van Pears' Soap, die er vijf cn twintig duizend guldon voor betaalden, on de schilderij in honderdduizenden oxom- plaron lieten vermonigvuldlgon mot oon onderschrift, dat op do verdiensten wees van Pears' Soap. De 25.000 guldon waron goed bestoed, beter dan de fabrikanten, goede handelslui als vso toch waren, had den kunnen vermoeden. Zij hadden gehoopt koopors to trekken door de schoonheid van hun reclameplaat, dio ze in zeer groot formaat voor 80 cent ln moolen kleu rendruk verkochten. Weggaven, kunnen we haast zeg gen. Ik heb mijn exemplaar ook aan het kantoor van Pears' in Oxford Stroet gehaald, er drie dubbeltjes voor neergelegd enjmeteen de echte schilderij bewonderd. Maar wat de Pears' menschen niet hadden vermoed, en niet hadden durven hopen, was dat over deze euvel daad" een geweldig lawaai In de kranten zou ontstaan. Weken achtereen maakte Pears* kosteloos een reus achtige reclame. Toen bloedde het heele geval dood, cn, zooals begrijpelijk is, de koopera van Bubbles' behielde'n hun eerlijk betaalde eigendom, Een jaar later deden ze een tweeden fortuinlijken aankoop met „He Won't Be Happy Tlll He Gets Tt"; Hij ia niet gelukkig voor hij 't heeft, waarin de een 't s tule je Peara' zeep is. En wie kent niet de twee leeuwen van Pears, of het meisje met de poesjes in haar bed? En nog zooveel meer platen, die de zeepfabrikanten aan ieder, die er om komt, voor dertig centen afstaan, terwijl de oorspronkelijke schilderstukken, met duizen den bij duizenden ponden betaald, de wanden van de kantoorzalen versieren ,en ieder, die het wenscht, ver toond worden. Na 1888 was het pleit beslecht. De groote Mlllais had het voorbeeld gegeven, en geen kunstenaar voelde zich te hoog om de reclame te dienen. De prachtige biljetten die de Engelsche spoorwegmaatschappijen thans aan plakken, om de menschen tot reizen op te wekken naax* de streken, op de biljetten afgebeeld, zijn er het bewijs vatt. Blappo tijd nog drukte voor de tuinders. Ongunstig weer voor de win terkool hoop op vorst. Aanvoer van goede kwaliteit kool noodzakelijk. Bloemkool weinig verschil met vorige week; roode kool lager, evenals gele kool. Weinig aanvoer witte kool. Deen» sohe witte ©enigszins achteruitloop©nd, Uien beste prijzen. Aan de veiling is nu de slappe tijd aangebroken, of schoon er toch nog eiken dag vrij groote hoeveelheden van de verschilende koolsoorten worden aangevoerd; Die slappe tijd beteekent intuschen niet, dat de bou wers weinig te doen zouden hebben. Zij hebben nog han denvol werk. De meeste kool, in de polders en „buiten om' geteeld is nu wel binnen, doch ln het Ambacht zien we nog ongesneden akkers. Als men zelfs op Zondag nog druk aan het werk is, dan moet daaruit wel.vol gen, dat de tuinbouwers nog heel wat hebben te doen. De laatste 2 weken was het zeer ongunstig weer voor de in de boeten opgestapelde kool. Er komt bij deze weersgesteldheid spoedig heel wat werk aan de wlnter- kool en wile dan nog een deel moet binnenhalen of nog aan 't bloemkool snijden is, heeft zijn handen nog vol werk. Waar men aan Langendijk op 't oogenblik op hoopt, is een flink wintertje, koud vriezend weer, dat weinig werk beteekent aan de in de boeten opgestapelde bewaarkool en. doorgaans (do ervaring leert het) hoo* gere prijzen. Voor wat de winterkool betreft, was er eenige slapte, Ietwat achteruitgang in de prijzen, zoo dat het zeer begrijpelijk ls, dat men naar invloeden ver langt, die daarop gunstig werken. Te meer is dit ver langen gerechtvaardigd, als men weet, dat de voor raden winterkool weer zeer groot eQ&l De hxventorlwtla waarvan op 15 December de cijfers bekend zullen wor den, zal dit ongetwijfeld duidelijk uitwijzen. Nu do huidige prijzen van dien aard zijn, dat do moeste bouwers ongotwljfeld een tijdje de kat uit den boom zullen kijken, oor zij tot aanvoer van goede, au» purlouro kwaliteit, winterkool zullen overgaan, treodt weer oon questlon brülante, een brandendo kwestie op don voorgrond, n.1. do meermolen geulto en mot bowij- zen gestaafde noodzakelijkheid, om ook ln do maand Decembor, wanneor doorgaans do koolprijzon nog niet zoo hoog zijn als na Nieuwjaar, reeds goede kool aan te voeren. Het lijkt ons ln het welbegrepen eigenbelang der Langondijker tuinbouwers te zijn, als met dien telken Jaren geulten wensch der Veillngsbesturen re kening te houden, omdat zoodoende de goede naam der winterkool op de blnnon- en vooral de bultenlandscho markten bewaard blijft. Do flnancleelo uitkomsten van dit jaar zijn tot nu too niet slooht gowoost (weldra zal do'omz«t van 4 miljoen aan do veiling der Langon- dijke Groenten-Centrale zijn bereikt, onder welk cijfer men In 1927 over 't geheele Jaar gerekend, een heel eind bleef) zoodat or allo aanleiding toe is, met den wensch rekening to houden: niet alleen kalo en tweede soort worde aangevoerd, doch ook eerste kwaliteit! Van aardappels worden slechts Eigenheimers aange voerd, dio f 8.60 opbrengen. Met don handel ln dit artikel ia het zoo goed als gedaan. De prijzen der bloomkool Hopen weinig ultoon met dio der voiigo woken. De prljzon op do verschillende dagen varieerden vrij sterk. Zoo werd Maandag voor Leoerf f 6.80f 17.80 betaald, Dinsdag slechts f 4.50 f 12.90. Voor reuzen word over 't algemeen heel wat hooger prijs besteed, vooral ln verband met de kleinere exemplaren onder de Lecerf. Vrijdag werd voor Lecerf f 7.90—f 17.50 betaald on voor reuzen f 13.00f 17.90. Do laagste prljzon llepon dus nog al wat uiteen. De tuin bouwers zijn Intusschen goed tevreden over de op brengst. We vernemen, dat er ernstrlge pogingen ln het werk worden gesteld om oen andere sorteering van dit product te krijgen, n.1. ln 3 soorten, zooals dit ln De Streek plaats vindt. Verwacht wordt, dat dit het financieels eindresultaat der bloemkoolopbrengat ten goede zal komen. Voor tweede soort werd deze week van f 1.30f 7.20 besteed, deze laatste prijs bij groote uitzondering. De aanvoer beliep ruim 100.000 stuks. In het begin der week heersohte er een williger «tem ming voor roode kool dan later. Zoo bestoedde men aanvankelijk voor eerste soort f 8.80—f 0.50, een bevre digende prijs voor dezen tijd, doch Zaterdag liep deze I terug tot f 2.70—f 5.70. De laatste 4 dagon dor week was do groote roodo kool f 0.80f i, goodkoopor dan ln het begin, de kleinere f 0.50—0.70. Voor kale (twee de Boort) werd van f 1.10—3.60 bosteed, al naar gelang van kwaliteit on grootte. Do aanvoer boliop ruim. 18 spoorwagens. Ook do golo kool llop eenlgszins ln prijs achteruit De groote, die aanvankelijk nog f 1.80 per 100 K.O. op brachten, konden later niet meer dan f 1.80 bedingen. Dit ls een zuinig prijsje. Voor hot mooie kleingoed w^rd van f 33.80 besteed, zoodat over de resultaten van i deze koolsoort niet ls te roemen. De aanvoer beliep on- j geveer 15 spoorwagens. Do aanvoer van gewone witte kool wordt al minder, I Op somlge dagon ontbrak dio zelf» gohool, Do prljo ln geslonken tot op do holft van wat hij 1» gowoest. Mon j besteedde n.1. van f 1.10—3.20. Van Deonscho witte was I aanvoer vrij belangrijk n.1. ruim 20 spoorwagens. De j prijzen weken weinig af van die der vorige week: voor het mooie kleingoed word van f 3130 betaald, voor de grootste soort van f 1.10f 2. I De ulenmarkt was weer zeer willig bij goede aan- I voeren. M enbesteede n.1. van f 8.209.50, voor grovo uien van f 7.209.10, drielingen brachten f .50—f 9 op, terwijl voor nop f 12.50 werd betaald. In totaal werden i 9 spoorwagens geveild. Bleten golden ln totaal van f 2,10 tot f 3.40. Peen werden verkocht voor gemiddeld f 4.30, een mooie prijs; voor kleine werd f 1.50—8.20 betaald. Ouden van dagen nemen gaarne van die kleine ge- woonten aan, waarvoor jongeren geen tijd of aan dacht hebben. Onmiskenbaar ta daarbij ook de gewoonte steeds mede te dragen. Het dage- lijksch gebruik van deze origineele pepermunt be teekent steeds opnieuw een ganot en aangename tijdpasseering. Engros b(j J. F. V. LIESHOUT ca G. KUYFER, Alkmaar. t Vergadering van 20 November 1928. Burgemeester Driessen opende de vergadering en 1 zeide, alvorens met de behandelinig der agenda aan to vangen, een droeve plicht te moeten vervullen. Geen onzer, aldus de Burgemeester, (de aanwezigen hadden zich inmiddels van hun zetels verheven) heeft gedacht, dat ons thans reeds de droeve tijding van het ©verlijden van den 'heer v. d. Veer zou be reiken. Al 'heeft spr. den overledene niet persoonlijk geltend, toch heeft hij van anderen vernomen, dat de heer v. d. Veer als raadslid en als mensch zeer gezien Was, en het was voor spr.. een droeve plicht t'hans woorden van weemoedige gedachtenis te moe ien spreken. Spr. doelde mede, dat hot College van B. en W. zijn deelneming bij de begrafenis zou be tuigen. De heer De Zwart vroeg daarop hot woord en ver klaarde namens de groote meerderheid van den Raad te spreken. Spr. verzocht den Voorzitter, on der deze bizondere omstandigheden, waar de raads zitting juist valt op den dag dat wij van het over lijden van ons oudste lid kennis kregen, de Raads- ziiiing tc schorsen en de werkzaamheden te hervat ten, nadat het stoffelijk overschot van onzen over leden college zal zijn ter aarde besteld. De Burgemeester gaf te kennen, dat hij de sympa thieke woorden van den heer De Zwart volkomen onderschreef cn sloot daarop uit piëteit tegenover den heer v. d. Veer de vergadering. Do Raad der gemeente Den Helder heeft in den heer Jacoh van der Veer zijn oudste lid verloren, en daarmee heeft onze vroedschap een zwaar verlies I geleden. Immers was de heer v d Veer n. i- een goed I raadslid; over zaken, waarvan hij geen verstand I had sprak hij niet, dat liet hij aan anderen over; I gold het echter iets waarover hij kon meepraten, dan deed hij dit op zijn kalme, sobere manier, zon der veel omhaal van woorden. De heer v. d- Veer was geen veel-prater, maar als hij iets zei, dan zei hij iets goeds. Zelf noemde hij zich altijd de verte- 1 genwoordiger van Koegras, en ook de bewoners van het landelijk deel der gemeente Den Helder zagen in den overledene hun afgevaardigde. Koegrassei'3 van allerlei politieke richting brachten steeds hun stem uit op den heer- van der Veer. die zooals men weet tot. de A.R.-partlj behoorde, hetgeen als bewijs kan gelden hoe zelfs zijn politieke tegenstanders hem in don Raad wilden zien. Twaalf jaren lang heeft de heer v. d. Veer de belangen der gemeente j Den Helder, en in het bijzonder die van Julianadorp on Koegpas, zoowel in als bulten de raadszaal, be- [hartigd en zijn plaats van vertegenwoordiger van Koegras zal moeilijk door een ander vervuld kim- non worden. Met groote waardeering gedenken wij {verschillende dingen, die door toedoen van den heer van der Veer zijn tot siand gekomen en het is mei- weemoed dat wij hier een eerbiedig woord van hulde wijden aan zijne nagedachtenis. FEUILLETON Naar het Engalsch van ED&AR WALLAGE. 27. „Wat moet u dat zeggen?" vroeg Amery. „Gij waart ter plaatse toen de moord bedreven werd. Indien Ik Feng Ho ln de kamer zag, moet hij regelrecht naar u gegaan zijn. Natuurlijk hebt gij hem gezien!" „Natuurlijk zag ik hem." Zijn stem klonk bijna spot tend. „En toch, eigenaardig genoeg, heeft geen enkele politiebeambte mijn bezoek in verband gebracht met Feng Ho. Het is Jammer dat u niet tot Scotland Yard behoort. Doch wat ik zeggen wilde," vroeg hij eensklaps, „heeft u ooit last van kiespijn?" Daar begreep Elsa niets van. „Kiespijn, Majoor Amery? Hoe komt u daarbij! Neen; waarom?" „Dat weet ik zoo niet. Ik bedacht, dat u misschien last daarvan kon hebben; dat is bij de meeste jonge men schen het geval. Mocht u eraan lijden, dan weet ik een veel bete» middel daartegen dan laudanum, wat boven dien gevaarlijk goedje is om mede om te gaan.' Hij zag haar de wenkbrauwen in verbazing fronsen. „Ik weet niet waarover u het heeft," zeide zij. „Ik weet niets van laudanum, ik heb het nooit gezien. Wat :bedoelt u eigenlijk?" J Voor de tweede maal zag zij hem de tanden ln een Vluchtlgen glimlach ontblooten. „Wat zijt gij oen wantrouwend persoontje, Juffrouw Marlowe! Ik ben bijna blij dat u weggaat!" was alle ver klaring waartoe hij zich verwaardigde. HOOFDSTUK XXVIL ELSA PAKT HAAK KOFFER, Des Zaterdagmorgens, toen zij de enveloppe met haar salaris ontving, werd deze door Elsa met gemengde ge voelens van verlichting en spijt geopend. Hoewel de raadselachtige man tot zijn gewone eenzelvigheid inge keerd was, was hij den laatsten tijd verdraaglijker ge weest, en lederen dag had zij een nieuwen karaktertrek hem meenen te ontdekken; Iets, dat, zoo het geen bewondering afdwong, althans zoover van het gewone afweek, dat het belangwekkend mocht heeten. Zonder het bedrag na te tellen, keek Elsa op de bij- Bevoegde specificatie en kwam zij tot ds ontdekking dat „overwerk" haar uitbetaald was, Zeer wispelturig wenschte zij thans dit surplus niet ontvangen te hebben; zij zou het prettiger gevonden hebben indien zij dien kleinen dienst zonder belooning had mogen bewijzen, hoewel zij niet wist waarom. Te één uur, het uur waarop zij voor goed vertrekken zou, ruimde zij haar tafel op, nam haar persoonlijke be zittingen uit de laden, en met een eigenaardig gevoel van spijt, hetgeen niets te maken had met het feit dat zij thans buiten betrekking was, want de notaris van Tarn had haar laten weten dat de overledene haar een behoorlijke som gelds had nagelaten, en dat zij op hem kon trekken, klopte zij eindelijk aan de deur van de kamer van Amery en trad binnen. Hij liep langzaam in het vertrek op en neer; bleef staan en keerde zich bij haar binnentreden om, waarna hij zijn wenkbrauwen vragend omhoog trok. „Jawel?" „Ik vertrek," zeide zij. „Ja, dat is waar ook. Het is Zaterdag. Ik danlc u, Juffrouw Marlowe. Ik zal Maandagmorgen voortgaan met de correspondentie voor Nangpoo. Wilt u mij, wan neer de Chineesche Mail aankomt, helpen herinneren..." Elsa glimlachte flauwtjes. „Be zal hier niet meer zijn om U iets te helpen her inneren, Majoor Amery," zeide zij. Hij zag haar aan alsof hij haar niet begreep. „En waarom zult gij niet meer hier zijn?" „Omdat nu, ik ga vandaag immers voorgoed weg. Dat wist u." „Ach ja, dat is waar ook!" Het was hem door het hoofd gegaan! En toen „Wan neer wordt dat geschorste onderzoek voortgezet?" „Maandag." Hij beet zich op de lip, en zij vroeg zich af wat dat even optrokken van de wenkbrauwen te maken had met haar, of met de ongelegenheid, door den plotsolingen dood van Maurlce Tarn veroorzaakt, „Hot was beter wanneer gij uw vertrek tot den vol genden Zaterdag zoudt willen uitstellen," zeide hij, en om de èen of andere onnaspeurlijke reden was zij bijna op zijn verzoek ingegaan. Haar zelfachting evenwel, verbood haar dit. „Ik heb alles cr op ingericht, dat lk vandaag zou ver- trekken," zeide zij, doodsbenauwd dat hij zonder meer daarin zou berusten „En ik heb er alles op ingericht, dat u den volgenden Zaterdag vertrekken zult. Ik kan mij onmogelijk laten overleveren aan de genade van een vrouw, die „Indije" spelt inplaats van Indië. Dank u." Met een hoffelijker hoofdknikje dan gewoonlijk, liet hij haar, aan gemengde gevoelens ten prooi, naar haar eigen kamertje terugkeeren. Terwijl zij haar bezittingen weer op hun oude plaats legde, trachtte zij zich diets te maken dat een week meer of minder er niet op aan kwam, dat het, over het geheel genomen, verkieselijker was bij Amery te Blijven tot het geheele onderzoek af geloopen zou zijn. Ofschoon zij niet als getuige opgeroepen was, vreesde zij de heropening van de instructie, doch het uitgestelde onderzoek duurde slechts twee uren, aan het einde waar van een zich doodelijk verveeld hebbende jury als haar oordeel uitsprak „Moord door een onbekend persoon, of onbekende personen bedrqyen." Zij had Ralph niet in de gerechtszaal gezien, hoewel hij daar een half uur vertoefd had, geheel achterin de publieke tribune staande; en zij was tijdig op kantoor terug om Majoor Amery diens thee te kunnen brengen. Oogenschljnlijk Het hij toe, dat zij de kleine bewerking met de reepjes papier in de thee en de melk, verzuimde. „Wat hadden zij vandaag bij het onderzoek te vertel len?" vroeg hij, toen zij zich wilde verwijderen „De jury heeft haar vonnis gewezen," antwoordde s^j. j Hij knikte met het hoofd. „Majoor Amery," zeide zij, „denkt u dat men den 1 moordenaar zal kunnen opsporen?" Hij sloeg zijn oogen langzaam op. „Te Londen worden jaarlijks gemiddeld zes en vijftig moorden bedreven. Acht en twintig van die moordenaars worden gegrepen en veroordeeld; zeven en. twintig kom ma zooveel sterven door eigen hand, en de andere kom ma zooveel ontkomen aan den greep der wet. De kansen zijn zes en vijftig, vermenigvuldigd met drie honderd ongeveer, dat de moordenaar opgespoord Eal WowSesfa Tusschen twee haakjes* heeft U vriend STfliiOïrt zien?" „Neen, ik zag hem niet" Zeide Elsa, vóór het vrijpos tige van de vraag tot haar doorgedrongen was. Hij te lefoneerde mij gisteren om mij iets te vragen." Hij knikte weer. „U heeft bijgeval geen woordje omtrent die scherts van mij over die kiespijn laten vallen?" „Kiespijn? O, dat laudanum, bedoelt u? Weineen, na- tuurlijk nlot. Waarom zou ik?" 1 Hij beschouwde zijn thee en hield da oogen. neerge slagen. „Ik zou het ook niet doen, indien ik u was. Blijft u nog steeds in dat hotel?" Zij schudde het hoofd. „Neen, het wordt mü te duur. Ik ga voor een week naar een een vriendin, en dan zal ik een kleine flat zien te huren. Do politie heeft de woning van Mijnheer Tarn voor mij opengesteld en vandaag laat ik hetgeen mij toebehoort, daaruit vervoeren. Vervolgens zal de no taris den inboedel publiek laten verkoopen. Ik zou van middag gaarne wat vroeger weggaan, indien u het goedvindt?" „Stellig, gij moogt terstond gaan. Is het aan Hallam bekend, dat ge uw afscheidsbezoek aan El-gin Crescent gaat brengen?" Zij keek hem eenlgszins boos aan. Deze man dééd de meest ongepaste vragen. „Waarom zou hij daar ook lcomen? Hij ls stellig een goed vriend van ons, doch Dr. Hallam ls mij nlot zoo onontbeer'.ijk dat ik het niet zonder hein doen kan. Waarom brengt u hom zoo hardnekkig telkens in het i gesprek, Majoor Amery?" „Hij vermaakt mij," zei de ander. Eén ding was zeker zij had Ralp nooit bizonder ver makelijk gevonden. Een klerk van den notaris wachtte haar bij haar komst in Elgln Crescent op, en het was haar welkom, ln dat sterfhuis iemand bij zich te hebben. Het zag er vuil en droevig uit, en het bij elkander zoeken van haar bezittingen bleek een ware beproeving. Het zoeken naar een boek dat zij niet vinden kon, braoht haar in de eigen kamer van Tarn. Deze kamer verried duidelijk de sporen van zeer nauwgezet doorzocht te zijn, want de boeken waren van de planken genomen, tafels en stoe len tegen de muren geplaatst en het vloerkleed was op gerold. Daarom was zij blij. In haar tegenwoordigen toe stand van wanorde herinnerde de kamer haar zeer wei nig aan het tehuis, dat zij zoovele jaren het hare had. mogen noemen. Zij pakte één koffer in en begaf zich naar het rom- melkamertje om te zoeken naar een grooten houten koffer, die haar toebehoorde, en waarvan zij zich, als meisje, tijdens haar vacantlereisjes steeds bediend had; Feitelijk was deze niets anders dan een reeks bergplaat sen binnen ln één koffer, want het binnenste bestond uit vijf houten bakken, dio boven op elkander pasten. Met behulp van de werkvrouw, die haar was komen 'helnen, sloeg zij den koffer open en nam da drie bavsz&fta fcfeSS* ken er uit. De vierde evenwel, wilde zich niet laten ver wijderen. „Doe geen verdere moeite, Emllle", zeide Elsa. ,Jn de bovendste drie is ruimte genoeg voor hetgeen ik nog moet inpakken." Zij maakte vlug met inpakken voort, want het begon reeds donker te worden, en zij gevoelde geen lust, na het vallen van de duisternis in het huis te blijven. Toen zij gereed was, liet zij haar blikken ln het rond gaan, en, met een gevoel van dankbaarheid dat zij zooveel liefderijks en leelijks en over het geheel ongelukkigs vaarwel kon zeggen, begaf zij zich naar beneden, over handigde den sleutel aan den notariskelrk, en verdroeg do roerende afseheidstranen van de werkvrouw, die uit hoofde van de vermaardheid die zij verworven had, zich als een oud familiestuk was gaan beschouwen. Elsa was zeer verheugd toen haar taxi Colville Gardens omsloeg, on de sombere straat, naar zij vurig hoopte, voor goed uit haar leven verdween. Den grootsten en minst noodlgen van haar koffers in de hotel-garderobe achterlatende, betaalde Elsa haar rekening, cn Het zich met het overige gedeelte van haar bagage naar Herbert Mansions brengen. Haar beloofd oezoek aan Mevrouw Trene Hallam kon niet langer uit gesteld worden, doch zij ging daarheen in de stemming van Iemand, die een onaangename"zoowel als onvermij delijke ervaring -te wachten heeft. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5