SchagerCourant
BRIEVEN OVER ENGELAND.
DE BR0EKER VEILING.
Ouden van da£en
RAAD VAN DEN HELDER.
DE RAADSELACHTIGE
MAN.
Tweede Blad.
PEPERMUNT
f
Woensdag 21 November 1928.
71ste Jaargang. No. 8361
17 November 1928.
Hot la thana juist honderd jaar geledon, dat ln En-
"and alhans, do eerste aanplakbiljetten voor roelamo-
joolelndon verschenen. Vermoedelijk zullen do oorsto
"ellandscho ook wol van ongeveer denzolfdon datum
lïjn.
Toch was hot ldóo al hooi wat ouder. Het oudo Grie
kenland, en het oude Egypte kenden beide de aanplak
biljetten, maar gewoonlijk dienden ze om de gevangen
neming to verzoeken van een dief of weggeloopen slaaf.
Soms ook echter boden ze het een of ander te koop
aan. of deelden mee, dat dit of dat voorwerp v&n waar
de was verloren of gevonden. Een Egyptisch aanplak
biljet, dateerend van twee of driehonderd jaar voor
Christus en de bekwaamheden van een waarzegger
vermeldend, ls tot den huldigen dag bewaard gebleven.
Toch kon in die dagen do Industrie, of hoe wij het
willen noemen, geen groote vlucht nemen. Immers, elk
biljet moest goteeker.d, geschilderd of geschreven wor
den. De boekdrukkunst moest worden afgewacht, voor
de aanplakbiljetten een kans hadden om werkelijk op
gang te maken. En ln de eerste eeuwen na de uitvinding
van deze kunst werd zij voor reclame op muren en
schuttingen weinig of niet gebruikt. Alleen, de schouw-*!
burgen kondigden de verschijning van een. nieuw stuk
wel eens met aanplakbiljetten aan.
Maar tot de vorige eeuw bleef het bestaan van de
groote reclamebiljetten kwijnend, of erger dan dat. Tot
bet plotseling, honderd jaar geleden, b6gon op te leven,
en met een verrassende snelheid groeide en steeds meer
groeide, om eindelijk den omvang aan te nemen, dien
let thans heeft. Tot ergernis van velen!
In 1828 begon die vlucht; en weinige jaren verliepen,
of er waren aanplakbiljetten noodlg, om aanplakbiljet
ten te verbieden. „Verboden aan te plakken" kwam
eenzaam ergens midden op een muur te staan, en de
cacaosoorten, tandpasta's en radioheerlijkheden lieten
verder de muurvlakte met vrede.
Dat gaf in het begin wel eenigen strijd. Vreemd als
het ons mag toeschijnen, vond men vroeger, dat nie
mand je kon verbieden, om een muur of schutting te
behangen met de een of andere papiersoort. Maar om
streeks 1860 wa9 dit alles geëindigd en was ieder er
van overtuigd, dat de stijfselpot alleen maar op be
paalde plaatsen voor den dag gehaald mocht worden.
Meer dan dat, dat je voor eiken vlerkanten meter, dien
je vol wou plakken, moest betalen. Er werd een ver-
eenlging van aanplakkers opgericht, die het de wilde
aanplakkers, de niet aangeslotenen, eoo noodlg duchtig
lastig maakte.
Dit wat de plaats van aaplakking betreft, Maar ook
in het aangeplakte zelf kwam spoedig een groote ver
andering. Do kunstenaar begon zijn gaven tor beschik
king van den fabrikant te stellen.
Een van de allereersten op dit gebied was de Fransch-
man Lalance, die In 1836 reeds met een biljet ter ver
krijging van een nieuw boek voor den dag kwam. Het
•waren ook zijn landgenooten, die hem in deze richting
het eerst volgden. De grootste van deze eerste Fran-
sche aanplakbiljet-kunstenaars was Jules Cheret, dio, l
na werkzaam geweest te zijn in een lithografische in-
richting ln Engeland, naar zijn geboorteplaats terug
keerde, en daar spoedig een grooten naam verwierf.
Hij was de eerste, die drie kleuren voor zijn biljetten
gebruikte. Voor Cheret begon, waren alleen maar
zwarte en roode houtsneden in gebruik geweest.
Engeland volgde, maar op eerbiedigen afstand. Vóór
1871 werden, wel pogingen gedaan, om artistiek te doen,
maar Tollens' woorden: Men rekene den uitslag niet,
maar tel het doel alleen, waren er wel heel erg op van j
toepassing. j
In 1871 evenwel kwam ook dn Engeland; een verande- j
ring ten goede, toen Fred Walker te voorschijn kwam j
met zijn nu beroemde plaat (te zien in de Tate Gal-
lery te Londen) om Wllkle Collia/ The Woman in 1
White -te adverteeren. „De Vrouw in het Wit" was
oorspronkelijk een roman, maar toen, evenals nu, wer- I
den opgang makende romans omgewerkt voor het too-
nèel, en zoo werd ook The Woman in White in 1871
opgevoerd la het Olympisch Thee.tr». Men ziet cp
Walker'» plaat de vrouw, gehuld in een sjaal, haar
vinger» op de lippen ,een pik en pikzwarten, nacht In
wandelen.
De plaat eloeg ln en plotwllng bleek Engeland moor
kunstenaar» te hebben, die zich voor het reolameblljet
beschikbaar stelden. Ik zal niet to voel namen noemen,
omdat zo ons tooh weinig zeggen. Walter Crane, Aubr&y
Benrdsloy, Professor Herkomor bohooron tot do meeat
belcondo onder hen, zooals ln Frankrijk Stoinlen en
Lautrco.
Toen kwam hot opzienbarende jaar 1883* opzien-i
barend op het gebied van het reclamebiljet. De groote
Engelscho schilder Slr John Everett Mlllals, de vriend
van Rossettl, wiens vrouw hem diende als mcdel voor
Ophella, schilderde „Bubbles", Kent u Mlllals* „Zeep
bellen"? Een afdruk er van hangt in. duizenden hui
zon, o.a. ln hot mijne. Een jongetje zit op den grond
zoopbellon to' blazen.Een moolo bol gaat Jul»t om
hoog, en het ventje kijkt haar na, 't Is lang geen mo
derne sohilderij. Onze smaak ls anders dan ln 1888,
maar hot was toen in elk geval een schilderstuk, dat
algemeen werd bewonderd.
Welnu, hot werd gekocht door de fabrikanton van
Pears' Soap, die er vijf cn twintig duizend guldon voor
betaalden, on de schilderij in honderdduizenden oxom-
plaron lieten vermonigvuldlgon mot oon onderschrift,
dat op do verdiensten wees van Pears' Soap.
De 25.000 guldon waron goed bestoed, beter dan de
fabrikanten, goede handelslui als vso toch waren, had
den kunnen vermoeden. Zij hadden gehoopt koopors to
trekken door de schoonheid van hun reclameplaat, dio
ze in zeer groot formaat voor 80 cent ln moolen kleu
rendruk verkochten. Weggaven, kunnen we haast zeg
gen. Ik heb mijn exemplaar ook aan het kantoor van
Pears' in Oxford Stroet gehaald, er drie dubbeltjes voor
neergelegd enjmeteen de echte schilderij bewonderd.
Maar wat de Pears' menschen niet hadden vermoed,
en niet hadden durven hopen, was dat over deze euvel
daad" een geweldig lawaai In de kranten zou ontstaan.
Weken achtereen maakte Pears* kosteloos een reus
achtige reclame. Toen bloedde het heele geval dood, cn,
zooals begrijpelijk is, de koopera van Bubbles' behielde'n
hun eerlijk betaalde eigendom,
Een jaar later deden ze een tweeden fortuinlijken
aankoop met „He Won't Be Happy Tlll He Gets Tt";
Hij ia niet gelukkig voor hij 't heeft, waarin de een 't
s tule je Peara' zeep is. En wie kent niet de twee leeuwen
van Pears, of het meisje met de poesjes in haar bed?
En nog zooveel meer platen, die de zeepfabrikanten
aan ieder, die er om komt, voor dertig centen afstaan,
terwijl de oorspronkelijke schilderstukken, met duizen
den bij duizenden ponden betaald, de wanden van de
kantoorzalen versieren ,en ieder, die het wenscht, ver
toond worden.
Na 1888 was het pleit beslecht. De groote Mlllais had
het voorbeeld gegeven, en geen kunstenaar voelde zich
te hoog om de reclame te dienen. De prachtige biljetten
die de Engelsche spoorwegmaatschappijen thans aan
plakken, om de menschen tot reizen op te wekken naax*
de streken, op de biljetten afgebeeld, zijn er het bewijs
vatt.
Blappo tijd nog drukte voor de tuinders.
Ongunstig weer voor de win terkool hoop
op vorst. Aanvoer van goede kwaliteit kool
noodzakelijk. Bloemkool weinig verschil
met vorige week; roode kool lager, evenals
gele kool. Weinig aanvoer witte kool. Deen»
sohe witte ©enigszins achteruitloop©nd, Uien
beste prijzen.
Aan de veiling is nu de slappe tijd aangebroken, of
schoon er toch nog eiken dag vrij groote hoeveelheden
van de verschilende koolsoorten worden aangevoerd;
Die slappe tijd beteekent intuschen niet, dat de bou
wers weinig te doen zouden hebben. Zij hebben nog han
denvol werk. De meeste kool, in de polders en „buiten
om' geteeld is nu wel binnen, doch ln het Ambacht zien
we nog ongesneden akkers. Als men zelfs op Zondag
nog druk aan het werk is, dan moet daaruit wel.vol
gen, dat de tuinbouwers nog heel wat hebben te doen.
De laatste 2 weken was het zeer ongunstig weer voor
de in de boeten opgestapelde kool. Er komt bij deze
weersgesteldheid spoedig heel wat werk aan de wlnter-
kool en wile dan nog een deel moet binnenhalen of nog
aan 't bloemkool snijden is, heeft zijn handen nog vol
werk. Waar men aan Langendijk op 't oogenblik op
hoopt, is een flink wintertje, koud vriezend weer, dat
weinig werk beteekent aan de in de boeten opgestapelde
bewaarkool en. doorgaans (do ervaring leert het) hoo*
gere prijzen. Voor wat de winterkool betreft, was er
eenige slapte, Ietwat achteruitgang in de prijzen, zoo
dat het zeer begrijpelijk ls, dat men naar invloeden ver
langt, die daarop gunstig werken. Te meer is dit ver
langen gerechtvaardigd, als men weet, dat de voor
raden winterkool weer zeer groot eQ&l De hxventorlwtla
waarvan op 15 December de cijfers bekend zullen wor
den, zal dit ongetwijfeld duidelijk uitwijzen.
Nu do huidige prijzen van dien aard zijn, dat do
moeste bouwers ongotwljfeld een tijdje de kat uit den
boom zullen kijken, oor zij tot aanvoer van goede, au»
purlouro kwaliteit, winterkool zullen overgaan, treodt
weer oon questlon brülante, een brandendo kwestie op
don voorgrond, n.1. do meermolen geulto en mot bowij-
zen gestaafde noodzakelijkheid, om ook ln do maand
Decembor, wanneor doorgaans do koolprijzon nog niet
zoo hoog zijn als na Nieuwjaar, reeds goede kool aan
te voeren. Het lijkt ons ln het welbegrepen eigenbelang
der Langondijker tuinbouwers te zijn, als met dien
telken Jaren geulten wensch der Veillngsbesturen re
kening te houden, omdat zoodoende de goede naam der
winterkool op de blnnon- en vooral de bultenlandscho
markten bewaard blijft. Do flnancleelo uitkomsten van
dit jaar zijn tot nu too niet slooht gowoost (weldra
zal do'omz«t van 4 miljoen aan do veiling der Langon-
dijke Groenten-Centrale zijn bereikt, onder welk cijfer
men In 1927 over 't geheele Jaar gerekend, een heel
eind bleef) zoodat or allo aanleiding toe is, met den
wensch rekening to houden: niet alleen kalo en tweede
soort worde aangevoerd, doch ook eerste kwaliteit!
Van aardappels worden slechts Eigenheimers aange
voerd, dio f 8.60 opbrengen. Met don handel ln dit
artikel ia het zoo goed als gedaan.
De prijzen der bloomkool Hopen weinig ultoon met
dio der voiigo woken. De prljzon op do verschillende
dagen varieerden vrij sterk. Zoo werd Maandag voor
Leoerf f 6.80f 17.80 betaald, Dinsdag slechts f 4.50
f 12.90. Voor reuzen word over 't algemeen heel wat
hooger prijs besteed, vooral ln verband met de kleinere
exemplaren onder de Lecerf. Vrijdag werd voor Lecerf
f 7.90—f 17.50 betaald on voor reuzen f 13.00f 17.90. Do
laagste prljzon llepon dus nog al wat uiteen. De tuin
bouwers zijn Intusschen goed tevreden over de op
brengst. We vernemen, dat er ernstrlge pogingen ln
het werk worden gesteld om oen andere sorteering
van dit product te krijgen, n.1. ln 3 soorten, zooals dit
ln De Streek plaats vindt. Verwacht wordt, dat dit het
financieels eindresultaat der bloemkoolopbrengat ten
goede zal komen. Voor tweede soort werd deze week
van f 1.30f 7.20 besteed, deze laatste prijs bij groote
uitzondering. De aanvoer beliep ruim 100.000 stuks.
In het begin der week heersohte er een williger «tem
ming voor roode kool dan later. Zoo bestoedde men
aanvankelijk voor eerste soort f 8.80—f 0.50, een bevre
digende prijs voor dezen tijd, doch Zaterdag liep deze
I terug tot f 2.70—f 5.70. De laatste 4 dagon dor week
was do groote roodo kool f 0.80f i, goodkoopor dan
ln het begin, de kleinere f 0.50—0.70. Voor kale (twee
de Boort) werd van f 1.10—3.60 bosteed, al naar gelang
van kwaliteit on grootte. Do aanvoer boliop ruim. 18
spoorwagens.
Ook do golo kool llop eenlgszins ln prijs achteruit
De groote, die aanvankelijk nog f 1.80 per 100 K.O. op
brachten, konden later niet meer dan f 1.80 bedingen.
Dit ls een zuinig prijsje. Voor hot mooie kleingoed w^rd
van f 33.80 besteed, zoodat over de resultaten van
i deze koolsoort niet ls te roemen. De aanvoer beliep on-
j geveer 15 spoorwagens.
Do aanvoer van gewone witte kool wordt al minder,
I Op somlge dagon ontbrak dio zelf» gohool, Do prljo
ln geslonken tot op do holft van wat hij 1» gowoest. Mon
j besteedde n.1. van f 1.10—3.20. Van Deonscho witte was
I aanvoer vrij belangrijk n.1. ruim 20 spoorwagens. De
j prijzen weken weinig af van die der vorige week: voor
het mooie kleingoed word van f 3130 betaald, voor
de grootste soort van f 1.10f 2.
I De ulenmarkt was weer zeer willig bij goede aan-
I voeren. M enbesteede n.1. van f 8.209.50, voor grovo
uien van f 7.209.10, drielingen brachten f .50—f 9 op,
terwijl voor nop f 12.50 werd betaald. In totaal werden
i 9 spoorwagens geveild.
Bleten golden ln totaal van f 2,10 tot f 3.40. Peen
werden verkocht voor gemiddeld f 4.30, een mooie prijs;
voor kleine werd f 1.50—8.20 betaald.
Ouden van dagen nemen
gaarne van die kleine ge-
woonten aan, waarvoor
jongeren geen tijd of aan
dacht hebben.
Onmiskenbaar ta daarbij
ook de gewoonte steeds
mede te dragen. Het dage-
lijksch gebruik van deze
origineele pepermunt be
teekent steeds opnieuw
een ganot en aangename
tijdpasseering.
Engros b(j J. F. V. LIESHOUT ca G. KUYFER,
Alkmaar.
t
Vergadering van 20 November 1928.
Burgemeester Driessen opende de vergadering en
1 zeide, alvorens met de behandelinig der agenda aan
to vangen, een droeve plicht te moeten vervullen.
Geen onzer, aldus de Burgemeester, (de aanwezigen
hadden zich inmiddels van hun zetels verheven)
heeft gedacht, dat ons thans reeds de droeve tijding
van het ©verlijden van den 'heer v. d. Veer zou be
reiken. Al 'heeft spr. den overledene niet persoonlijk
geltend, toch heeft hij van anderen vernomen, dat
de heer v. d. Veer als raadslid en als mensch zeer
gezien Was, en het was voor spr.. een droeve plicht
t'hans woorden van weemoedige gedachtenis te moe
ien spreken. Spr. doelde mede, dat hot College van
B. en W. zijn deelneming bij de begrafenis zou be
tuigen.
De heer De Zwart vroeg daarop hot woord en ver
klaarde namens de groote meerderheid van den
Raad te spreken. Spr. verzocht den Voorzitter, on
der deze bizondere omstandigheden, waar de raads
zitting juist valt op den dag dat wij van het over
lijden van ons oudste lid kennis kregen, de Raads-
ziiiing tc schorsen en de werkzaamheden te hervat
ten, nadat het stoffelijk overschot van onzen over
leden college zal zijn ter aarde besteld.
De Burgemeester gaf te kennen, dat hij de sympa
thieke woorden van den heer De Zwart volkomen
onderschreef cn sloot daarop uit piëteit tegenover
den heer v. d. Veer de vergadering.
Do Raad der gemeente Den Helder heeft in den
heer Jacoh van der Veer zijn oudste lid verloren,
en daarmee heeft onze vroedschap een zwaar verlies
I geleden. Immers was de heer v d Veer n. i- een goed
I raadslid; over zaken, waarvan hij geen verstand
I had sprak hij niet, dat liet hij aan anderen over;
I gold het echter iets waarover hij kon meepraten,
dan deed hij dit op zijn kalme, sobere manier, zon
der veel omhaal van woorden. De heer v. d- Veer
was geen veel-prater, maar als hij iets zei, dan zei
hij iets goeds. Zelf noemde hij zich altijd de verte-
1 genwoordiger van Koegras, en ook de bewoners van
het landelijk deel der gemeente Den Helder zagen
in den overledene hun afgevaardigde. Koegrassei'3
van allerlei politieke richting brachten steeds hun
stem uit op den heer- van der Veer. die zooals men
weet tot. de A.R.-partlj behoorde, hetgeen als bewijs
kan gelden hoe zelfs zijn politieke tegenstanders
hem in don Raad wilden zien. Twaalf jaren lang
heeft de heer v. d. Veer de belangen der gemeente
j Den Helder, en in het bijzonder die van Julianadorp
on Koegpas, zoowel in als bulten de raadszaal, be-
[hartigd en zijn plaats van vertegenwoordiger van
Koegras zal moeilijk door een ander vervuld kim-
non worden. Met groote waardeering gedenken wij
{verschillende dingen, die door toedoen van den heer
van der Veer zijn tot siand gekomen en het is mei-
weemoed dat wij hier een eerbiedig woord van
hulde wijden aan zijne nagedachtenis.
FEUILLETON
Naar het Engalsch van ED&AR WALLAGE.
27.
„Wat moet u dat zeggen?" vroeg Amery.
„Gij waart ter plaatse toen de moord bedreven werd.
Indien Ik Feng Ho ln de kamer zag, moet hij regelrecht
naar u gegaan zijn. Natuurlijk hebt gij hem gezien!"
„Natuurlijk zag ik hem." Zijn stem klonk bijna spot
tend. „En toch, eigenaardig genoeg, heeft geen enkele
politiebeambte mijn bezoek in verband gebracht met
Feng Ho. Het is Jammer dat u niet tot Scotland Yard
behoort. Doch wat ik zeggen wilde," vroeg hij eensklaps,
„heeft u ooit last van kiespijn?"
Daar begreep Elsa niets van.
„Kiespijn, Majoor Amery? Hoe komt u daarbij! Neen;
waarom?"
„Dat weet ik zoo niet. Ik bedacht, dat u misschien last
daarvan kon hebben; dat is bij de meeste jonge men
schen het geval. Mocht u eraan lijden, dan weet ik een
veel bete» middel daartegen dan laudanum, wat boven
dien gevaarlijk goedje is om mede om te gaan.'
Hij zag haar de wenkbrauwen in verbazing fronsen.
„Ik weet niet waarover u het heeft," zeide zij. „Ik
weet niets van laudanum, ik heb het nooit gezien. Wat
:bedoelt u eigenlijk?"
J Voor de tweede maal zag zij hem de tanden ln een
Vluchtlgen glimlach ontblooten.
„Wat zijt gij oen wantrouwend persoontje, Juffrouw
Marlowe! Ik ben bijna blij dat u weggaat!" was alle ver
klaring waartoe hij zich verwaardigde.
HOOFDSTUK XXVIL
ELSA PAKT HAAK KOFFER,
Des Zaterdagmorgens, toen zij de enveloppe met haar
salaris ontving, werd deze door Elsa met gemengde ge
voelens van verlichting en spijt geopend. Hoewel de
raadselachtige man tot zijn gewone eenzelvigheid inge
keerd was, was hij den laatsten tijd verdraaglijker ge
weest, en lederen dag had zij een nieuwen karaktertrek
hem meenen te ontdekken; Iets, dat, zoo het geen
bewondering afdwong, althans zoover van het gewone
afweek, dat het belangwekkend mocht heeten.
Zonder het bedrag na te tellen, keek Elsa op de bij-
Bevoegde specificatie en kwam zij tot ds ontdekking dat
„overwerk" haar uitbetaald was, Zeer wispelturig
wenschte zij thans dit surplus niet ontvangen te hebben;
zij zou het prettiger gevonden hebben indien zij dien
kleinen dienst zonder belooning had mogen bewijzen,
hoewel zij niet wist waarom.
Te één uur, het uur waarop zij voor goed vertrekken
zou, ruimde zij haar tafel op, nam haar persoonlijke be
zittingen uit de laden, en met een eigenaardig gevoel
van spijt, hetgeen niets te maken had met het feit dat
zij thans buiten betrekking was, want de notaris van
Tarn had haar laten weten dat de overledene haar een
behoorlijke som gelds had nagelaten, en dat zij op hem
kon trekken, klopte zij eindelijk aan de deur van de
kamer van Amery en trad binnen.
Hij liep langzaam in het vertrek op en neer; bleef
staan en keerde zich bij haar binnentreden om, waarna
hij zijn wenkbrauwen vragend omhoog trok.
„Jawel?"
„Ik vertrek," zeide zij.
„Ja, dat is waar ook. Het is Zaterdag. Ik danlc u,
Juffrouw Marlowe. Ik zal Maandagmorgen voortgaan
met de correspondentie voor Nangpoo. Wilt u mij, wan
neer de Chineesche Mail aankomt, helpen herinneren..."
Elsa glimlachte flauwtjes.
„Be zal hier niet meer zijn om U iets te helpen her
inneren, Majoor Amery," zeide zij.
Hij zag haar aan alsof hij haar niet begreep.
„En waarom zult gij niet meer hier zijn?"
„Omdat nu, ik ga vandaag immers voorgoed weg.
Dat wist u."
„Ach ja, dat is waar ook!"
Het was hem door het hoofd gegaan! En toen „Wan
neer wordt dat geschorste onderzoek voortgezet?"
„Maandag."
Hij beet zich op de lip, en zij vroeg zich af wat dat
even optrokken van de wenkbrauwen te maken had met
haar, of met de ongelegenheid, door den plotsolingen
dood van Maurlce Tarn veroorzaakt,
„Hot was beter wanneer gij uw vertrek tot den vol
genden Zaterdag zoudt willen uitstellen," zeide hij, en
om de èen of andere onnaspeurlijke reden was zij bijna
op zijn verzoek ingegaan.
Haar zelfachting evenwel, verbood haar dit.
„Ik heb alles cr op ingericht, dat lk vandaag zou ver-
trekken," zeide zij, doodsbenauwd dat hij zonder meer
daarin zou berusten
„En ik heb er alles op ingericht, dat u den volgenden
Zaterdag vertrekken zult. Ik kan mij onmogelijk laten
overleveren aan de genade van een vrouw, die „Indije"
spelt inplaats van Indië. Dank u."
Met een hoffelijker hoofdknikje dan gewoonlijk, liet
hij haar, aan gemengde gevoelens ten prooi, naar haar
eigen kamertje terugkeeren. Terwijl zij haar bezittingen
weer op hun oude plaats legde, trachtte zij zich diets te
maken dat een week meer of minder er niet op aan
kwam, dat het, over het geheel genomen, verkieselijker
was bij Amery te Blijven tot het geheele onderzoek af
geloopen zou zijn.
Ofschoon zij niet als getuige opgeroepen was, vreesde
zij de heropening van de instructie, doch het uitgestelde
onderzoek duurde slechts twee uren, aan het einde waar
van een zich doodelijk verveeld hebbende jury als haar
oordeel uitsprak „Moord door een onbekend persoon, of
onbekende personen bedrqyen."
Zij had Ralph niet in de gerechtszaal gezien, hoewel
hij daar een half uur vertoefd had, geheel achterin de
publieke tribune staande; en zij was tijdig op kantoor
terug om Majoor Amery diens thee te kunnen brengen.
Oogenschljnlijk Het hij toe, dat zij de kleine bewerking
met de reepjes papier in de thee en de melk, verzuimde.
„Wat hadden zij vandaag bij het onderzoek te vertel
len?" vroeg hij, toen zij zich wilde verwijderen
„De jury heeft haar vonnis gewezen," antwoordde s^j.
j Hij knikte met het hoofd.
„Majoor Amery," zeide zij, „denkt u dat men den
1 moordenaar zal kunnen opsporen?"
Hij sloeg zijn oogen langzaam op.
„Te Londen worden jaarlijks gemiddeld zes en vijftig
moorden bedreven. Acht en twintig van die moordenaars
worden gegrepen en veroordeeld; zeven en. twintig kom
ma zooveel sterven door eigen hand, en de andere kom
ma zooveel ontkomen aan den greep der wet. De kansen
zijn zes en vijftig, vermenigvuldigd met drie honderd
ongeveer, dat de moordenaar opgespoord Eal WowSesfa
Tusschen twee haakjes* heeft U vriend STfliiOïrt
zien?"
„Neen, ik zag hem niet" Zeide Elsa, vóór het vrijpos
tige van de vraag tot haar doorgedrongen was. Hij te
lefoneerde mij gisteren om mij iets te vragen."
Hij knikte weer.
„U heeft bijgeval geen woordje omtrent die scherts
van mij over die kiespijn laten vallen?"
„Kiespijn? O, dat laudanum, bedoelt u? Weineen, na-
tuurlijk nlot. Waarom zou ik?"
1 Hij beschouwde zijn thee en hield da oogen. neerge
slagen.
„Ik zou het ook niet doen, indien ik u was. Blijft u
nog steeds in dat hotel?"
Zij schudde het hoofd.
„Neen, het wordt mü te duur. Ik ga voor een week
naar een een vriendin, en dan zal ik een kleine flat
zien te huren. Do politie heeft de woning van Mijnheer
Tarn voor mij opengesteld en vandaag laat ik hetgeen
mij toebehoort, daaruit vervoeren. Vervolgens zal de no
taris den inboedel publiek laten verkoopen. Ik zou van
middag gaarne wat vroeger weggaan, indien u het
goedvindt?"
„Stellig, gij moogt terstond gaan. Is het aan Hallam
bekend, dat ge uw afscheidsbezoek aan El-gin Crescent
gaat brengen?"
Zij keek hem eenlgszins boos aan. Deze man dééd de
meest ongepaste vragen.
„Waarom zou hij daar ook lcomen? Hij ls stellig een
goed vriend van ons, doch Dr. Hallam ls mij nlot zoo
onontbeer'.ijk dat ik het niet zonder hein doen kan.
Waarom brengt u hom zoo hardnekkig telkens in het
i gesprek, Majoor Amery?"
„Hij vermaakt mij," zei de ander.
Eén ding was zeker zij had Ralp nooit bizonder ver
makelijk gevonden.
Een klerk van den notaris wachtte haar bij haar
komst in Elgln Crescent op, en het was haar welkom,
ln dat sterfhuis iemand bij zich te hebben. Het zag er
vuil en droevig uit, en het bij elkander zoeken van haar
bezittingen bleek een ware beproeving. Het zoeken naar
een boek dat zij niet vinden kon, braoht haar in de
eigen kamer van Tarn. Deze kamer verried duidelijk de
sporen van zeer nauwgezet doorzocht te zijn, want de
boeken waren van de planken genomen, tafels en stoe
len tegen de muren geplaatst en het vloerkleed was op
gerold. Daarom was zij blij. In haar tegenwoordigen toe
stand van wanorde herinnerde de kamer haar zeer wei
nig aan het tehuis, dat zij zoovele jaren het hare had.
mogen noemen.
Zij pakte één koffer in en begaf zich naar het rom-
melkamertje om te zoeken naar een grooten houten
koffer, die haar toebehoorde, en waarvan zij zich, als
meisje, tijdens haar vacantlereisjes steeds bediend had;
Feitelijk was deze niets anders dan een reeks bergplaat
sen binnen ln één koffer, want het binnenste bestond uit
vijf houten bakken, dio boven op elkander pasten. Met
behulp van de werkvrouw, die haar was komen 'helnen,
sloeg zij den koffer open en nam da drie bavsz&fta fcfeSS*
ken er uit. De vierde evenwel, wilde zich niet laten ver
wijderen.
„Doe geen verdere moeite, Emllle", zeide Elsa. ,Jn
de bovendste drie is ruimte genoeg voor hetgeen ik nog
moet inpakken."
Zij maakte vlug met inpakken voort, want het begon
reeds donker te worden, en zij gevoelde geen lust, na
het vallen van de duisternis in het huis te blijven. Toen
zij gereed was, liet zij haar blikken ln het rond gaan,
en, met een gevoel van dankbaarheid dat zij zooveel
liefderijks en leelijks en over het geheel ongelukkigs
vaarwel kon zeggen, begaf zij zich naar beneden, over
handigde den sleutel aan den notariskelrk, en verdroeg
do roerende afseheidstranen van de werkvrouw, die uit
hoofde van de vermaardheid die zij verworven had, zich
als een oud familiestuk was gaan beschouwen. Elsa was
zeer verheugd toen haar taxi Colville Gardens omsloeg,
on de sombere straat, naar zij vurig hoopte, voor goed
uit haar leven verdween.
Den grootsten en minst noodlgen van haar koffers
in de hotel-garderobe achterlatende, betaalde Elsa haar
rekening, cn Het zich met het overige gedeelte van haar
bagage naar Herbert Mansions brengen. Haar beloofd
oezoek aan Mevrouw Trene Hallam kon niet langer uit
gesteld worden, doch zij ging daarheen in de stemming
van Iemand, die een onaangename"zoowel als onvermij
delijke ervaring -te wachten heeft.
Wordt vervolgd.