DE VROUW SINTERKLAAS. l PLANTENZIEKTENLEER. VAN ROMMELKRUID. Straatverlichting in vroegere jaren. Mo Nuttige mieren. H. Gc Po ile dagsu door d« Ocwrt«nr{jk«rf gefusileerd tn wdert In Italië &ls nationale held vereerd. Daar B&ttfetl Ooeten- rljkeoh onderdaan was, kan men. het goede recht van de Oostenrijkers om hem als landverrader te beschou wen, niet goed betwisten, Bij Mussoliai waa het iets anders, die was Italiaan en kon dus ais zoodanig uiting geven, aan zijn patriotisch verlangen om aan Italië in het Noord-Oosten een belangrijke uitbreiding te geven door er landstreken aan toe te voegen, daar toch de meerderheid der bevolking van huis uit Italiaanaoh- waa en dan ook Italiaansch sprak. Aan den anderen kant is het licht te begrijpen, dat de Oostemijksche autoriteiten het vrijmoedige patriotisme van Mussolinl minder waardeerden en hem in 14)11 over do grens eetton. Zoo keerde Mussolinl naar de Romagna terug en be gon in Forli een courant „La Lotta di Classe". Dit blad deed zijn naam eer aan, want het verkondigde door dik en dun de noodzakelijkheid van den kiossestrijd. Daar naast propageerde hij de zuivering der Socialistische partij van minder voortvarende olmen ten, hij kende slechts een republikeinsch socialisme. Zijn vurig woord, Bijn vaardige pen, word spoodig over heel Italië bekend en toen in 1912 in Reggio den socioliatisch.cn partijdag vond, wist Mussolinl, als woordvoerder der radicale elementen, het van de gematigde partijgonooton te winnen. Het gevolg was, dat men inplaats van Treves hem tot hoofdredacteur van het in Milaan verschijnen de socialischo orgaan „Avantl" verkoos. Roods toen was Bijn Individualisme zoo bekend, dat er stemmen opgin gen of dit hem niet ongeschikt maakte om op den duur pleitbezorger te zijn van de socialistische Idealen ln den klassenstrijd. Later zouden zij, die dit opperden, gelijk krijgen, maar toen was de meerderheid zoo ge fascineerd door den strijdbaren Mussolinl en den gloed, waarmede die zijn gehoor toesprak, dat men hem het vertrouwen schonk. Hij beschaamde dit nl6t, want reeds twee jaar later waa de „Avantl" een frtsch, uitste kend partij-orgaan, dat aan de geheele Socialistische partij ia Italië nieuw leven en kracht wist in te blazen. Voor zijn medewerkers en het partijbestuur was hij echter een lastpost. Hij wilde steedB gelijk hebben en dreigde zoodra men hem zijn zin niet wilde geven, met ontslag. Dat zette natuurlijk kwaad bloed en toen dan ook in het voorjaar 1914 het door hem in do Ro- magna georganiseerde republikelnsche oproer mislukte, maakte het partijbestuur hem bittere verwijten. Zooals hot steeds gaat wanneer iemand tegenslag heeft, hadden ook velen van zijn vroegere volgelingen en. bewonde raars hun vertrouwen in hem verloren. Toen het or dan ook op aankwam, liet men hem in den steek en het Socialistische partijbestuur werd tn dit conflict ln het gelijk gesteld. Wel werden de pogingen om de ge schillen te doen vergeten met succes bekroond, maar men mag gerust aannemen, dat Mussolinl het nimmer aan de Socialisten vergeven heeft, dat hij zijn republi- keinsche taktiek niet wilden aanvaarden, i Men meent dan ook, dat deze wrok aanleiding is geweest van zijn in later jaron erg hardhandig optreden tegon de Socialisten. Hoo het ook zij, Mussolinl bleef hoofdredacteur van do Avantl, Zoo naderde de zomer van 1914 en brak do wereld oorlog uit. (Wordt vervolgd.) 8 IA Vragen, deze rubrlok betreffende, in te zendon aan den heer M. van Stijgeren te Heiloo, wat betreft het district Kennemorlandaan den heer A. van Herwijnen te Heiloo, wat aangaat den I/angendijk en omstreken en aan den heer K. van Keulen te Hoorn, wat betreft De Streek, de Bangert, en de Beemster. Als de inspecties zulks toelaten, heeft laatstgenoemde des Zaterdags weer zitting in hot Parkhotel te Hoorn. Door H. G. CANNEGIETER. (Nadruk verboden.) Het was in den tij i, waarin het zich op straat ver- toonen van meer dan één Sinterklaas tegelijk nog niet bij de politieverordening was verboden. En zoo dacht Melis zijn slag te kunnen slaan door zich voor een week aan bakker Boukoma to verhuren. Bakker Boukema was wol niet de voornaamste con fiseur, cuisinier, patissier van het stadje; zijn winkel stond in de achterstraat van het arbeiderskwartier on zijn kwaliteit werd op de winkeldeur eenvoudig weg aangekondigd, als: brood-, koek- en banketbak: kor. Maar voor Melis was hij een puike patroon, want het zou Melis om 't even wezen, als hij maar oen patroon had. Melis was heel den voorwinter werkloos geweest, en daar hij bij do autoriteiten om zijn vechtlustigheid on drankzucht niet al te goed aangeschreven stond, hield men hom kort. Van de toch roods krap toege meten ultkeering kwam al bittor weinig in de huis houding terecht, want do baas zelf ging voor en slechte wat er overschoot, Indien hij zijn eigen zin voor goneugten bevredigd had, was voor moeder de vrouw. Moedor do vrouw had oen harden dobber, om mot dit ovorschotjo haar vijftal kleuters te Voeden en in de kleeren te houden. Toch voerde zij dapper don strijd togen den ondorgang. Schoon mot mooito hield tij t gozln or bovenop. e t Het baantje als Sinterklaas was voor Melis een aar dige verstrooiing. Het was juist een kolfjo naar zijn hand: zoo als de mooie meneer uitgedost niets te doen dan in een afgedankte Victoria rond te rijden en reclame-biljetten te strooien onder de kinderen, die onderweg Sinterklaas aangaapten. Do bakker zorgde voor het costuum en den baard en Melis kon ziin da- gelijksche vergoeding netto opstrijken. Aan het eind van den dag was 't hem vergund, in den winkel audiëntie te houden voor de kinderen, die den Sin terklaastafel bezochten. Hij moest ze af en toe eens toespreken, over het hoofd aaion en informeeren, of ze heel het jaar zoet waren geweest. Hij kende zijn „-smoossie" van. buiten, maar zei het vrij katterig op. omdat hij zijn spraakwater ontberen moest. Want drank mocht hij niet gebruiken, zoolang hij in dienst was. Doch onmiddellijk nadat hij zijn centen had, ging hij zich schadeloos stellen in de eerste de beste kroeg om den hoek. En het duurde soms lang, eer hij goed en wel thuis kwam, waar zijn komst met angst en beving werd tegemoet gezien. Op den Zaterdag vóór Sinterklaas had de bakker een nieuwe opdracht voor hem. j£r was een jufrouw in den winkel geweest en die had een groote bestel ling gedaan. Maar zij zou 't aardig vinden, wanneer Sinterklaas persoonlijk do marsepeinlettors en het sui kergoed bij haar kinderen aan huis uit kwam dea len. Tegen een kleine vergoeding zou Melis hiertoe v«l bereid zijn? Allicht zou er aan. het huis, waar bij SLAKKEN. Naar aanleiding van eeu vraag van R. S. te Benning- broek. De grauwe akkerslak Is onder de slafckensoorten, die aan de cultuurgewassen schade toebrengen, wel de schadelijkste. De lengte van dit diertje bedraagt maar drie tot vijf c.M., de breedte een halve cM. De kleur is licht tot donkergrauw en, gewoonlijk zeer goed in overeenstemming met die van den grond, waarop de slakken leven, zoodat zij niet gemakkelijk in het oog vallen. Het achterlijf is sterk versmald; zij scheidon een kalkhoudend slijm af. Do slaken zijn tweeslachtig, d.1. alle individuen zijn in staat zich na paring met een gelijksoortig dier voort te planten. De akkerslakken vermenigvuldigen zich den geheelen zomer door. Zij leggen vierhonderd tot vijfhon derd eieren in hoopjes van twintig tot deftig stuks on der gras, mos, in boomspleten enz., maar steeds op vochtige verborgen plaatsen. Na ongeveer twee tot drio weken komen 'b zomers de jongen te voorschijn, die na zes weken ln staat zijn zich weer te vermenigvuldigen. De in den herfst gelegde eieren overwinteren: deze zijn. goed bestand tegen koude en droogte. Onder gunstige omstandigheden kan do akkerslak eenige jaren oud worden. Het mag haar dan echter niet ontbreken aan een voldoende hoeveelheid voedsel en het noodige vocht Van honger en droogte houden deze slakken niet, al kunnen ze heel wat verdragen. Zooveel mogelijk vermijden zij echter droge plaatsen en zoeken bij voorkeur de vochtiger gedeelten van den tuin, o.a. aloot en greppelkanten op. In 't algemeen zal men des to minder last van slakken hebben, naarmate de grond hooger gelegen en droger is. Tijdens den winter trekken de akkerslakken zich in den grond terug, en kruipen daarin des te dieper weg, naarmate het kouder wordt. Afwisselend winterweer is voor haar noodlottig. Stijgt de temperatuur dan komen zij uit haar schuilhoeken te voorschijn en worden dan door plotseling Invallende koude gedood. In haar Voedsel zijn de slakken niet erg kieskeurig. Zij geven echter steeds do voorkeur aan de zachtere bladeren or. atengeldeelan boven de hardere. De bladeren van verschillende kool en raapsoorten en sla, afgevallen fruit, aardbeien, augurken en komkommers worden gaarne gegeten. Vooral op z&aibedden kunnen zij veel schade aanrichten zij tasten zoowat alle klemplanten aan, zoodat er soms geen enkol plantje overblijft. In warenhuizen en stookkassen komen zij ook meermalen voor on laten dan maar weinig planten met rust. Zij beminnen de duisternis en eten dan ook bijna ultslui- téti<5 's avonds en 's nachts. Des daags versohuilen gf} zich onder steenen, bladeren, afval of in spleten van dén Grond. Alleen bij donderachtlg weer worden ze ook wel overdag aangetroffen. Het aantal natuurlijke vijanden der slakken is zeer groot; o.a. varkens, mollen, spitsmuizen, kraaien, roo- ken, eksters, eenden, kippen, padden en kikvorschen. De kweeker kan echter deze dieren niet alle in zijn 'strijd tegen de slakken gebruiken, omdat zij zelf te veel schade aan de gewassen zouden toebrengen. Van pad den en kikvorschen kan hij zeer veel nut hebben, vooral in warenhuizen, kassen en bakken en op aardbelvelden. Wordt vervolgd. HOORN. K. VAN KEULEN. EERST FAKKELS, TOEN KAARSEN EN PAS ÏN 1853 GAS. IN TWEEËN. CjPages Ooien, Yverdom) Zo« je met een geweer van hi«naar dfet Mrg kunnen schiete Ia, als je vlak daarop voor een bveeden keer schoot. Hoe dat zoo? Om den eersten kogel op te douwen. Wanneer wij tegenwoordig 's avonds door do groote steden Loopen, die zich op verschillende plaatsen in een zee van licht baden, dan kunnen we ons .nauwe lijks indenken, dat onze vaderen in den goeden ouden tijd de weelde van een dergelijke straatverlichting nooit gekend hebben, Ja er zelfs niet van gedroomd hebben, dat eens machtige lichtbronnen het daglicht bijna zouden vervangen. Toch deed zich de behoefte aan straatverlichting ook in die dagen gevoelen en het was Loulaa van Lorreinen, die het eerst op het denkbeeld van een straatverlichting kwam, toen zij beval, voor alle kruizen, heiligen- en Mariabeelden kaarsen te ontsteken, welk voorbeeld in de Neder landen spoedig gevolgd werd, zoodat men in de eer- i ste helft der 16de eeuw in de meeste steden de beol- den biji kerken en kapellen, op bruggen en aan de poorten en op de hoeken der straten door kaarsen on lantaarns verlicht zag. Het was er natuurlijk verre van, dat deze verlichting voldoende zou geweest zijn, om de straten en de wegen voldoende te verlichten. Toen, en. ook nog later, was het een groote eer, wanneer men iemand met fakkellicht naar huis be-1 geleidde. Die eer genoot b.v. Albrecht DÜrer, toen hij in 1520 de Nederlanden bezocht. Te Leiden bewe zen do studenten aan sommige professoren die eer, o.a. aan Bonaventura Vulcanius en aan Scaliger. Ver der meldt do geschiedenis, dat prins Willem I en Charlotte van Bourbon te Dordrecht met fakkellicht worden Ingehaald. In 't midden der 16do eeuw wnrd Amsterdam nog slechts door weinige lantaarns verlicht, die hier en daar in hot midden der voornaamste straten en bij- bruggen stondon. Zij gaven zoo weinig licht, dat in 1506 bevolen word, dat niemand na 't luiden der „boe- venkiok", dat te negen uur geschiedde, zich zonder lantaarn op straat mocht begeven. Ook do burger- en ratelwacht mocht niet zonder licht de ronde doen, wat tot in de 17de eeuw voort duurde. In 1579 werd bevolen de lantaarns, die op de bruggen stonden, terstond met den donker te ont steken en om de straten ook eenigszins te verlichten, werden alle herbergiers en tappers belast, tot tien uur 's avonds licht te laten branden in hun vo^ huizen. Daar deze keur niet opgevolgd werd, vt?, nieuwde het gerecht ze ln 1587 en beval, dat in 4, lantaarns, op de bruggen staande, alle avonden hot luiden van de boomklok, kaarsen zouden wordt ontstoken. Dat schijnt evenwol nog niet voldaan hebben, want in November 1505 beval een nieui keur, dat aan ieder twaalfde 'huis door den bewom bij avond en bij; nacht een lantaarn met brandei kuars zou gehangen worden. Daar ook deze door de burgera niet werd opgevolgd, stelde mej twee jaar later van stadswege lieden aan, om vooj het ontsteken dezer lantaarns zorg te dragen.: daai mede wu» de lantaarnopsteker geboren. De k03t«i werden gevonden in een belasting op de ingezetene! die door stadscollecteurs werd ingezameld. Op dien voet bleef het tot 1668, toen Jan van der 'Heijden, weinige jaren vóór hij de Blangbrandspuiton' uitvond, de stadsregeering van Amsterdam het voor.i stel deed, de stad door lantaarns, op kleine afstuu.] den van elkander aangebracht, te verlichten. Zijn voorstel werd aangenomen en vóór hot oinds van 1669 was Amsterdam reeds geheel voorzien v&a de door Van dor Heijden geconstrueerde hoornen lantaarns. In 1678 werd de Amsterdamsohe straatverlichting in Den Haag ingevoerd, een jaar later te Dordrecht, Bijna twee eeuwen laiter ((4 September 1853) werd te Dordrecht voor de eerste maal het gaslicht ont stoken. MSt. BU |1M pi al BESCHERM DE ROODE B08CKMIEREN. I ,nt lip d In het wetenschappelijke tijdschrift Forschung^i und Fortschritte beschrijft dr. H. Eidmann een onde| zoek dat hij in verschillende streken van Duitschl land naar het nut van mieren voor de boschcultuuf heeft ingesteld. Hij komt tot de slotsom, dat het nut» Jt 't welk de mieren stichtep, veel grooter is dan d»|jQvUi schade die sommige soorten aanrichten. Vooral dj roode boschmier (formica rufa) verdient de volli sympathie van elk, die op hot behoud van bosschen| gesteld is. Eidmann is daar achter gekomen door de mierenl op alle uren van den dag hun buit af te nemen eu deze dan nauwgezet te deterrnineeren. Toen bleek) dat deze buit in hoofdzaak bestond uit insecten 01 wel voor de helft uit zeer schadelijke on voor slechtl een zesde uit nuttige, welko laatste over het alge» meen sneller in hun bewegingen zijn en zich dus niet zoo gemakkelijk laten vangen. Een flinke mieren» kolonie vernietigt per 'jaar ongeveer 2 millioen scha* dolijko insecten on draagt er zoodoende sterk toe bij liét bosch gezond to houden. Zeer duidelijk is dit gebleken toon in 1024 in Noord* Duitschland de bosschen werden aangetast door mil* lioenen larven van nachtvlinders. 150.000 H A. bosch is toen vrijwel geheel vernield. In die woestenij waren, echter eenige oasen en dat juist in streken waar de roode boschmier veelvuldig voorkwam. Eidmann drukt daarom elkeen die zich met bosch- Ha! Ha; Ha! Ha! rJu :em lino mot mme Mteel BI flde) Bi fctdel n Kt hal n Kc MSl Ixoklf eefic! n Tii m Tl zijn boodschap moest doen, ook nog wel iets over schieten. En zoo trok Melis op Sinterklaasavond in zijn bisschopscostuum er op uit met aan den arm een groote kort bakkerswaren. Hij had het land, maar wat doe je al niet, als er iets valt te verdienen? Het gedrang van de straatjeugd, die hem begeleidde, hin derde hem nog niet liet ergste; hieraan was hij zoet- jes-aan wel gewend geraakt. Maar dat hij vanavond zoo long nuchter moest blijven, benauwde hem. Hij mocht niet eens pruimen, en had van den bakker de boodschap meegekregen, dat hij zich netjes moest houden, want het was een van de beste klanten, waar hij op bezoek zou guan. Zoo sjokte hij voort met zijn zwaren mand aan don arm. Zijn staf als wandelstok gebruikend, zette hij er den pas in, opgejaagd door het gevolg van de straatjongens, dat hein najoelde: „Heb je ook wat voor mij, Sinterklaas?!" Zijn haard was ietwat scheef gezakt; het elastiek knelde hem achter zijn dbr en toen hij zich met zijn mouw het zweet van 't gezicht wischte, schrok hij van de vlek, welke de aldus af gewreven schmink op zijn tabberd had achtergelaten. Je incest ook overal tegelijk aan denken! Hij was blij. dat hij er wa9 en toen de bel was overgegaan, zette hij met een zucht van verlichting den boodschapsmand op de stoep. Een dikke juffrouw kwam voor. Voorzichtig deed zo de dour op een kier en fluisterend waarschuwde ze. Sinterklaas, zich niet te verraden. Zo nam zijn mand over, keek er eens in, knikte bevredigend on nam don Heilige moe in een kamertje vlak bij den ingang, om hem instructies te geven. Ze had drie kinderen, twoo meisjes on een Jongen Hot oudste meisje was negen jaar en bootte Chrintlon.i het Jongste wa» zeven en heette Groet. Mot den jon- gen moest Sinterklaas wat voorzichtig zijn; 't was' nog maar oen ventje van vijf, haar wimpie, on hij zou bost kunnen gaan huilen, als hij van Sinterklaas schrok en dan was de avond bedorven, nietwaar? Melis doorzag hot geval on beloofde, zijn bost to zul len doen. Hij had zelf ook kindoron, zei hij, on hij wist, hoo Je niet dat kleine goed omgaan moest. Do Jufrouw lei hom uit, wat Christlen moest bob ben on wat voor Wimpio bestemd was on hoe hij Groet maar een beetje op 't gemood werken moest vanwege haar slordigheid. In het kamertje stond oen margarine-kist vol pakjes, groote en kleine. Op elk stond de naam en Sinterklaas kon dus gemakkelijk zijn taak vervullen. Als alles goed afliep, had do juf frouw ook nog een pakje voor hem. Janna, zoo heette de vrouw van Melis, zat intus- schen thuis bij haar kinderen. Zij had met uiterste zuinigheid nog een paar kwartjes overgespaard, om op den Sinterklaasavond voor haar kleuters een kleine verrassing te koopen. Maar het was met een zucht, dat ze de kleurige sui kerballen en het blikken stuk speelgoed uitstalde. Ze moest gauw wezen, want alles moest afgeloopen zijn, voordat vader thuiskwam. Anders zou die weer vloe ken over haar verkwistend gedrag en de kinderen zouden met een schop en een klap naar bed worden .Och", dacht ze bitter glimlachend, „dat heeft den tijd nogl" 't Zou wel heel laat worden vanavond, dat wist ze vooruit. Melis vertelde haar nooit, wat hij deed of waar hij zat- Hij had zich alleen laten ontvallen, dat hij deze week iets extra's verdiende. Maar waar mee, dat had hij niet verteld, 't Liet haar koud, want ze begreep, dat dit extra-verdienen" voor haar uit sluitend beteekende, dat haar man extra-dronken en extra-laat thuiskomen zou. Op den Sinterklaasavond zou hij 't er wel van n* men; dia hoefde ze op mn vroege thuiskomst heels- maal niet te rekenen. Eigenlijk was het maar ge lukkig, want hij zou den feestavond der kinderen, be derven. En, haar best doende vroolijk te kijken, zette ze met haar schrale stem „'t Heerlijk avondje" in, dat de oudsten al zoo'n beetje mee-neuriën konden! Toen begon de uitdeeling en de kinderen waren bui ten zichzelf van pleizier. Melis had allengs z'n landerigheid overwonnen en begon schik in zijn zending te krijgen. Het gebeurde hem eiken dag niet, dat hij als een heuschen hei lige werd behandeld en tegenover de eerbiedige blik ken der kinderen kwam hij gaandeweg onder den indruk van zijn eigen waardigheid. De juffrouw deed onderdanig tegen hem en toen' zij de kinderen aanmaande, om. Sinterklaas een handje to geven, speelde zij haar rol zoo goed, dat het was, of ze zelf ook van respect voor den hoogon bezoeker vervuld was. Toch stelde zij hem niet voor als de boeman; door' haar wijze van spreken en doen liet zij de kinderen begrijpen, dat zij. met een vriendelijken grijsaard te1 doen hadden. En onder de macht van haar voorbeeld yoelde Melis zich een vriendelijke grijsaard worden. Waarachtig, hij kreeg er den slag van met die kin deren te praten I Dit was heel wat anders dan de Sinterklaasspelerij bij den bakker, 't Was of die juf frouw de kunst verstond een echten tooneelspeier van hem te maken; zij haalde hem de woorden uit den mond on ontstak het licht in zijn üogen. Zóó was hij heusch Sinterklaas do goedheilige bisschop die van kindertjes houdt en arme menschen wei-doet. Hij werd welsprekend ofschoon hij nog geen drup spraakwater binnen had. Niets <fh.n een kop melk- chocola, maar dio smaakte perfect en verwarmde ei genlijk nog behaaglijker dan drank. En een fijne si gaar, dio de Juffrouw hem had gogovenl Wimpio mocht de lucifer aansteken nn toon hij hom uitgebla zen had mocht.hij paardjerijden op Sinterklaas' knie. „Ik heb heelemaal niot hang van Sinterklaas» Moes?!", juichte het ventje. Zo zongen liedjes voor Slnfcorklaa# en ze doden hot zoo mooi, dat Sinterklaas zijn oogon vochtig voelde worden. Hij merkte zolf niot eens, hoe kinderachtig hij was. En toen Chrlstien die prachtige pop kreeg mot do blauwe oogon en 't blauwe Jurkje, waarnaar zo zoo- verlangd had. klom zo op Sinterklaas' schoot en omholslo hem. Ze kuste hem driemaal op elke wang. ,„Moes?" fluisterde Greet, terwijl Sinterklaas zijn tweede kop chocola uitdronk, „zou Sinterklaas het nou niet vervelend vinden, dat hij op zijn eigen ver jaardag niet thuis kan zijn bij zijn vrouw?" „Och loop, malle meid", antwoordde haar moeder, Sinterklaas heeft immers geen vrouw!" „Heeft Sinterklaas geen vrouw?", viel Christien in. „En ook geen kindertjes? Hè dat is jammer. Wat zal dat ongezellig wezen voor Sinterklaas." „Ja. maar Sinterklaas is immers altijd op reis?", zei de moeder. „Het is maar goed, dat hij geen vrouw en kindertjes heeft, want die zouden altijd alleen zit ten. Dat zou akelig zijn." „Net als wij, Moes. Wij zijn ook altijd alleen!" ,*„Ta, maar dat is wat anders. Onze goeie Papa is dood. Anders zou hij natuurlijk ook van do partij zijn, I als Sinterklaas kwam." „Vind je 't naar. dat je geen vrouw en kindertjes hebt, Sinterklaas?", vroeg Wimpie, en met een wijs- geerig'gezichtje voegde hij'er aan toe: „Ik vind het ook naar. Ik wou. dat ik een kindje van Sinterklaas was. Want de kindertjes van Sinterklaas krijgen al tijd lekkers en speelgoed. f „En de vrouw van Sinterklaas drinkt altijd choco la", veronderstelde Christien. Het vos esn onderwerp dat niet spoedig vu uitgeput cultuur bezig houdt, op het hart de boschmier te onfc •zien en te beschermen. n B n M n Vi „En ze eten bij Sinterklaas altijd banketletter". in I „En Sinterklaas' jongetje mag altijd met den stafjin I spelen". „En Sinterklaas' meisjes mogen hem helpen om zijn mooie jas uit te trekken". „En Sinterklaas vrouw mag zijn mooie muts af zetten". Moes maakte er een eind aan. „Mjalle jongens, Sinterklaas heeft immers niet eens een vrouw en geen kindertjes", zei ze. Ze haalde uit de kast een. groot pak en gaf dit aan Sinterklaas. „Misschien wilt u dit wel meenemen op reis als een aandenken, aan dezen aardigen avond." ,Wat zit er in? Wat zit er in?l" vroegen de kin doren. „Lijnkoeken voor den schimmel!" zei Moes lachend, met oen knipoog naar den eerwaarden bezoeker. tosi IS rl it bi lerst sser rslaa ibek «nd •ril elen joTfl nis:' Toen Sinterklaas op den hoek van de eenzame de 1 straat het pakket losknoopte, zag hij, dat het een half mite dozijn stevige taaipoppen bevatte. „Gek, dat er juist zes zijni", mompelde hij. „Zoi ze 't geweten hebben?" Hij stak het touw van 't pakket in zijn zak vleide de taaipoppen in de nu ledige boodschapmand] Toen hij het touw in zijn zak stak, rammelde hi daar van de ^centen. Melis werd aan zijn rijkdo. herinnerd; 't'waa het weekloon, dat de bakker he voordat hij naar de juffrouw toeging, had uitbe* taald. Maar op het oogenblik was hij heelemaal ver geten, hoe hij op zijn heenreis gehunkerd had naar liet tijdstip, waarop hij met dit geld naar de kroeg kon gaan. Hij dacht om de heele kroeg niet. zoozeor werd hij door een ander plan in beslag genomen. „Die chocola was lekker", bepeinsde hij. En hij zocht, of hij op zijn weg ook eon winkel zou tegen komen waar men chocolade verkoopt. Er wa» nog eon winkel open, ergons op eon verla ten hoek. De winkeljuffrouw stikte van 't lachen, toen ze daar onvoorbereid Sintorklaas als klant in don winkel zag staan. Maar ze verkocht hem een bus cacao en een pond suiker en een pakje tabak. En ze gaf hem een handvol sausje» mee „voor de kin dertjes", zei xe, en vluchtte toen lachend naar binnen. Juist had Janna het restje van haar feeatdrank, nq" oen mengsel van afgeroomde melk, water en stroop, - uitgeschonken en de kinderen vermaand, na af loop van het feest zoet naar bed te gaan, of zij schrok van de deurklink. E enbittere trek gleed over haar bleek gelaat. Ook de kinderen begrepen. Ze werden doodstil op eens. En staarden elkaar met hun ouwelijke armoed-ge- zicht]es Wantrouwend aan. „Vaderl" Dat beteekende ruzie en slaag. Maar 'twas vader niet, 't was.Sinterklaas!! Met een vriendelijke toespraak deelde de eerwaar- - dige grijsaard zijn schatten uit: voor alle vijf kin- deren en moeder een taaipop; voor moeder een bus '"ae echte chocolade en een zak suiker en voor vader, waar wè.s vader?! een pakje tabak. En daar moesten zo nu morgen maar eens een prettigen avond van hebben. Janna, die eerst angstig gekeken had, stoardo nu één en al verhazinig naar den zonderlingen gaat: hij rook niet naar drank; het was niet uit dronken schap, dat hij een lolletje maakte. Wat hó.d hij?! „Hier Jacob! Sinterklaas' jongetje mag; met den staf spelen. En hier, Lena en Mietje! Sinterklaas meisjes mogen hem helpen om zijn mooie jas uit te trekken. En Sinterklaas' vrouw", en onthutst voplde zij een kus op wang „mag zijn mooie muts afzetten!" Ijn/j )Q Yens ïere VIM', H'irli 'ere ola) inde lag «kk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 14