ichager Courant i ilz mg. 'etten bij Zijpe. HEERENBMI L Tweede Blad. /i°/J 'A n9 Brabantsche brieven. I ts van sringei e war t>E RAADSELACHTIGE MAN. rheumatiel Binnenlandsch Nieuws. St Nicolaas heeft pech. 900.-1 Zaterdag 8 December 1928. 71ste Jaargang. No. 8371. pngl üosiii Ml 3.90 7.90 9.75 0.50 I zijn: [en schrijft ons: [et is nog maar kort geleden dat ons in extenso wetsontwerp is medegedeeld, waarin de regee- haar voorstellen had vastgelegd voor de samen- [ing van Petten en Zijpe. Als dit wetsontwerp it aangenomen door Tweede en Eerste Kamer, •aan men niet behoeft te twijfelen, zullen deze gemeenten één vormen. een van de dingen, die dan staan tc gebeuren, een nieuwe Raad van vroede vaderen kie- voor deze nieuwe en vergroote gemeente Zijpe. ff de samenvoeging zooais het wetsontwerp aangaf, j met 1 Januari een feit zal zijn, geloof ik en zal 1 Mei wel de datum zijn, die dichter bij samenvoeging zal liggen, te veel formaliteiten er nu nog moeten gebeuren en 1 Januari staat istonds reeds voor de deur. !en nieuwe Raad van elf leden. Men zal begrijpen ft hoeveel belangstelling dit in Zijpe en ook in haar jeving wordt tegemoet gezien en besproken, fooral is dat het geval, omdat algemeen wordt aan- imen dat de kans groot is, dat de samenstelling ihet Raadscollege in de Zijpe dan anders zal wor- als nu het geval is. raar wij thans door het samengaan van katholie- en Vrijheidsbond, die ieder drie raadsleden heb- een meerderheid van 6 hebben zien geboren wor- waartegen de 5 samengaande 4 Vrijz.-demo- aten en 1 Sociaaldemocraat, bestaat de mogelijkheid, it deze verhouding in zooverre gewijzigd kan wor- aldus wordt geredeneerd, dat de verhouding ist andersom wordt en de minderheid hier tot een eerderheid zou worden omgevormd. Bestaan er voor een dergelijke opvatting motieven? weet het niet, kan het niet zeggen, omdat ke verkiezing een verrassing is, die zich van te vo- n moeilijk laat raden of vaststellen. Toch is het wel eens-intéressant nu die nieuwe ver- ezing niet meer zoo ver afligt, om aan de hand van verkiezingscijfers van 1927, het pen en ander na te an. Jen ziet dan, dat in 1927 bij de Gemeenteraadsver- jting voor Zijpe bij een aantal kiezers van 2451 er 10 geldige stemmen zijn uitgebracht Daarvan ver legen de SDAP. 300 stemmen, R.K. 557, Vrijheids- >nd 010 en Vrijz.-Democraten 733 stemmen. Hoe was nu de verkiezingsuitslag in Petten voor n gemeenteraad? Deze geeft geen cijfers, om- it de Raad bij enkoio candidaatstelling was geko- WE TH zijn v iber Wel hebben wij in datzelfde jaar 1927 een verkie- ig gehad voor de Provinciale Staten on zien wij t do Soc.-Dem. verkregen 122 stemmen, de Roomsch- ith. 3, Vrijheidshond 8 en Vrijz.-Dem. 26 stemmen, enkele verspreido stemmen verwaarloozon wij, lt men nu die beide verkregen resultaton samen, 1 brengt dat voor Petten en Zijpe samen voor SOAP. 422 stemmen, Vrijheidsbond 013 stemmen, ten riKuth. 560 stemmen on Vrijz.-Dem. 759 stemmen let gezamenlijk aantal geldige stemmen wordt 2354, 2.it voor kiesdeeler brengt hot 11de deel (het aantal nt| blijft 11) van 2354 is 214. [Wat ziet men nu verder? SDAP. heeft 422 stemmen, dat ls 1 maal de kies- d**l«r, dl» 1 mML BMt mu nat v*a 9M. Da Trljhatd»- bond l maal da kiaadeeler mat aan reat van 185. De Roomsch-Kath. 2 maal de kiesdeeler met een rest van 132. De Vrijz.-Dm. 3 maal de kiesdeeler met een rest van 117. Als nu de restzetels verdeeld moeten worden, vallen deze aan de grootste resten toe en zien wij dat de Soc.- Dem. met 208, Vrijheidsbond met 185 en R.-Kath. met 132, de grootste resten hebben en deze partijen dus •ieder nog een zetel krijgen toegewezen, met de Vrijz.- Dem. als de kleinste rest afvallend. Het eindresultaat zou dus zijn: 2 zetels SDAP., 3 zetels Vrijheidsbond, j 3 zetels Katholieken en 3 zetels Vrijz.-Dem. Een ver- j schuiving dus van een Vrijz.-Dem. zetel naar de 1 Soc.-Dem. partij en een samenvoeging van de twee deelen van den Raad van Zijpe in dezelfde verhou ding van 6 tegen 5, als nu reeds bestaat; -met den Vrij heidsbond en de Katholieken in de meerderheid. Er moet- echter met nadruk op worden gewezen, dat de basis waarop deze redeneering is gebouwd, niet zuiver is. Men vergete niet, dat een Statenverkiezing een i heel andere is dan een gemeenteraadsverkiezing. Stemt men bij een Staten- en Kamerverkiezing prin cipieel, met andere woorden: precies de politieke partij, die men aanhangt, bij een gemeenteraadsver kiezing wordt dat anders. Daar is de persoon van den candidaat van grooten invloed, beheerscht het stemmonaantal zeer veel. En vooral zal bij deze ge-1 meenteraadsverkiezing in de Zijpe veel invloed uitoe- I fenen wie de candidaat of candidaten van Petten zullen worden. De Pettemers alleen zullen geen in- j vloed kunnen uitoefenen, te klein als hun kiezersaan- tal is, niet eens de lijst-kiesdeeler. Maar als hulptroe pen voor de eene of andere partij zijn zij van groote beteekenis en zullen er dus ook van 'den kant van Petten eischen gesteld worden. Stemt heel Petten rood, dan is de verkiezing van een j tweede SDAP-er zeker, maar daar kan wel eens aan vastzitten het vermoorden van den vierden Vrijz.-Dem. Dat leert ons de becijfering hier boven. Immers, de Katholiek en de Vrijz.-Dem. schelen maar in hun i resten 132117 stemmen is 15 stemmen. Aangenomen mag worden, dat de katholieken hun uiterste cijfer hebben gebracht en moet, wil de 4e Vrijz.-Dem. in den Raad komen, de rest van 117 op- gevoerd worden tot boven de 132. En als wij zien, dat er nog een 230 thuisblijvers waren, is dat een perspec tief dat een mogelijkheid tot slagen opent. Of Soc.- Dem. en Vrijz.-Dem. moeten, als zij een overheerschen- iden katholieken invloed in 't bestur hunner gemeen te willen weren, de handen ineen slaan en moet een klein deel der Soc.-Dem. op de Vrijz.-Dem. stemmen, Het aantal Soc.-Dem. stemmen kan dat gemakkelijk missen, een heel groote rest als hen ten dienste staat voor een tweeden zetel en de verkiezing van den vierden Vrijz.-Dem. wordt daardoor eveneens zeker der. Ook de positie van den Vrijheidsbond lijkt, als hij de kiezersgunst heeft weten te behouden vrij sta biel. Zoo ziet men uit het naar voren brengen van al .deze mogelijkheden dat wat eerst is gezegd: dat elke verkiezing een verrassing kan brengen, volko men juist is. De indeeling van den nieuwen Raad van Zijpe hangt dus nog geheel in de lucht. Elke uitslag is nog mogelijk en daarom is het noodig dat van allo zijden en vroogtijdig 'do propaganda zoo Intensief mogelijk wordt gevoerd, om de resultaton te bereiken die men wenscht en in het belang van de gemeente acht. Ulvenhout, 13 Nov. 1923. Menier, De alom. gewilde pyplabaJo Jn verk arie stel; liedt t« FEUILLETON verstl Neen, wm hr>t ook niet, Romantlioh nlz «ij straat, r 192a Naar het EngsUch van EDOAR WALLAGE. wm deze uitmuntend ln staat op zlohzelvo te pnn- i. hoewel Elsa op hetaslfde oogenbllk bezloot dat het t| uitgestelde bezoek aan het ouderlijk huis van Me dienselfden dag gebracht zou wordon, want xij nieuwsgierig te zien in welke soort van omgeving thouderi, mviaje leefd^ neen, het was volstrekt niet Jessle. En Ralph even- n. Wat was het dan, dat haar zoo terneer drukte? ©enigszins vage wijze voelde zij dat het Amery was, 1 elgenaardighoid, zijn eenzaamheid, en de gehelm- inlge schaduw, die haar vermoedens over hem ge- rpen hadden. HU had de hand, naar zU wist. In een t ik. dlo zoowel gevaarlUk als ongeoorloofd was. Het la ,n<ï ontwUfolbaar vast, dat hU oen onschadelljken ikler van middelbaren leeftUd halfdood geslagen had, jeven fr S°on ander misdrijf dan dat deze laatste zUn mond Kunstffl gepraat had. In koelen bloede, cynisch, moedoo- nlooa, zonder aanzien des persoon»... en «eer aohter- ks. Jlt afgrijzen voor zlchzelve hield zU den adem !n. ZU i een man eens hooren zeggen, dat hU de liefde van ïuwon dwong door „hondsch te behandelen en ze on- r den duim te houden!" Werd zljzelve aan deze bewer- jj? onderworpen en was dit het gevolg?" Thans was zU klaar wakker. Haar gevoel van ramp- vendig» "Sheld was geheel verdrongen door het ontzettende |i deze ontdekking. Op de pendule ziende, zag zU dat T C A !\l j0r uur wns' En ter3t°nd daarna vielen haar oogen 1 llnli den veel gebruikten koffer, die het voorworp van de SCHAG ""Welling van Rnlp en den raadselachtigen man *eost was. ZU lichtte het deksel op, nam de drio bo kste bakken er utt, on trachtte opnieuw den vier- h «it te lichten, doch dezo was vastgeschroefd, zij het 1,1 ook niet bizonder stevig, en tartte haar pogingen. koffer bU één hengsel van don grond lichtende, OOld olde zij hoe zwaar hU was. Er lag iets ln dien vast- smodll 'hoefden bak wat? «ot was vijf uur toen zU weer naar bed ging, doch om te slapen. ZU was gekleed en bad ontbeten, nog ^jiïwsïng? f bede middel te dringt In do spieren en verdrijft dj de pl)n na enkele Inwrijvingen. \J filj apolbvlun «a (lrogliUu vtrk/i]gb<u Mee, dat 'k op m'nen scheurkelènder keek, veur lk d'n datum lerboven schreef, versohoot lk er 'n bietje van zoo dicht as me- n-alweer op d'n Sunderklaas zitten. Want da's waar, aml- co, lk kan nooit op d'n'alle- menak kUken, of ik ben al weer ouwer as lk wiest. Wa vliegen de dagen, veré.1 nou w ze zoo kort zUn en wa worren me gaauw oud. Nouw motte me goed ver staan ,as lk zeg: oud. Dan wil da zeggen, dat d'n af stand tusschen mijn geboortebriefke en Ikke, hoe langer hoe grooter wordt, want, onder ons gezeet en gezwe gen, voelen doei ik m'n eigen gin horke minder as op m'n dartlgste. En tooh zijn d'r al heel wa haren minder... Kad vruuger 'nen kop mee haar as'nen stal bezem en nouw och laat ik er maar niks anders van zeggen, as da'k zooveul meugelljk m'n pet ophouw... Maar ollee, laat ik nouw maar van m'n twalèt af stappen en teruggaan naar m'n begin, naar Sundere- I klaas. Ik docht dan as dat-ie nog 'n paar dagen verders af was en daarom mot ik kolossaal opschieten mee dit briefke, want 'k mot zien as da 'k 'm vandaag nog te spreken krijg! 't Kost altU wel veul geld om bij dleën biskop op oudejènsie te gaan, maar daar kund' a}tij 1 niet naar kijken. Want ik weet veruit da ze d'r eigen allemaal weer uitsloven en dan wil ik niet gère achter blijven. Van Trui krijg ik netuurlijk weer 'nen dikken das, wa tusschen hokskes d'n eersten nle is... Dré, d'n verver uit Amsterdam, zal weer wel 'n schil derij sturen, eigen fabrikaat, „handwerk" en as 't er nouw maar gin is zooas vleeden Jaar, toen docht lk dat le z'n palet ln 'n lUstje had laten zetten. HU 1» van de medèrne richting zooas ge wit en aan die richting kan ik maar gin richting vinden hoe 't op moet hangen. Ge kunt die dingen op alle manleren ophangen zonder da ge ziet wa-d-et ls en da's 't moellüke van die kunstl Tenminste veur mUn, want lk zit mee de stukken. Toen le vorig Jaar mee de kerssemus hier kwam en z'n Sun- dereklaaskedoo zag hangen, netje» ln de pronkkamer, toen wier le zoo kwaad as 'n spin. „Maar zlede nou nle as da-d-et glad verkoerd hangt," zee-t-le. Ge snapt: lk schrok me-n-elgen 'rien aap. „Tuurlijk hang-ot ver keerd, Dré," zee lk maar, „moeder ee-g-et zekers afge stoft en go wit hoe de vrouwen zUn, jongen: nonsje- laant." Meteen draal ik het ding om on toen, toen staal er niks op. Toen keokto teugen d'n achoonen kaant van 't linnen aan en da was ok z'n bedooling nle. ,,'t Hangt onderstenboven, viel lo toen uit: „Ge mot op oew handen gaan staan om 't te kunnen zien, zooas gullie da schilderstuk op het gehangen. Zlede dan nle wa-d-et veurstelt? 't Is et gebed van 'n ouwe vrouw!" Nouw, amlco, eerlük, keb nog nooit z'n vrlmdaoortlg gebed gezien en m'nen kop eraf os er zelfs onzonlleven- eer wa van begreep! „Ho 'k diorèk gezeet, Dré", zee lk, „vraag 't maar aan moeder. Ik heb dlerèk gezeet, tosa me-n-et uit haddon gepakt: da'a 'n gebed, da's 'n Ivve- geello!" Nouw, toen wa» er weer vrede. Dré heo-g-et toen «el- lovera rechtgehangen, want lk waagde m'n eigen nle d'n tweedon keer turn «'non kerkbook. Volgen» Dré-ko, m'n klelnseuntje, 1» 't „Onweer" on eerlijk geseed, aml co, zóó erg I» 't well Maar zoo kundo mee dia inedftrne kunst oew eigen som» lillek In oow vlngere snljen. Keb er nouw 'n krüsko op geteekend, (da's meteen ln d'n »tUl dan) om, te weten wa van-bovon en van-onderen 1», om nlemoer d'nselfden flater te maken. Oe «tnat er wa moo uit, ae oew jong aan medèrne kunat doen. Trui za'k 'n flot» kedoo govon, dan kan «e In 't ver volg naar do mart rUon. Ze „rij" tooh »oo gèrol Den kleinen Dré z'nen naam ln Bjekl&deletteri en 'n «ohool- tuoh en d'n grooten Dré let» ln do kunst of zoo, ,mnnr da's 'n moeilijke kwepsle. Wa «oude denken van 'nen grooten zwarten artle»tonhoed amloo, dan heet ia gin pèrepluu nwer noodig ok, ee! Maar afijn, 'k zal strak wel gaan kijken ln de stad. De eetelazle'e «Un nouw zoo eohoon, dat de centen uit oowen *ak vliegen. Ge kund andera mee so'nen Buntereklaasaved wa beleven, amlco, Keb uwe Trui veur Sundereklaa» motto «peulen bU goeie kennissen, ('k wil gin namen noemen). Trui wa» Aasiepan on Ik d'n heiligen Bint. Keb nog nooit zo'nen „govulden" naslopen gezien. ïk had Trui seliever» gegrlemoord, mee 'n hannd vol roet, Keb nog nooit ECHTE FRIESCHE fh, ffttlanfy van rijpt tabakken) Reeds vartaf SOd.periA pond 20d. per ons - lOct per'A ons N.V.DOUWE EGBERJ3 TABAKSFABRIEKEN JOURE-UTRECHT-AMSTERDAM-DEN HAAG OPGERICHT 1T55 vóór het dienstmeisje van mevrouw Hallam te voor- sohUn gekomen was. Zelfs nu voeldo «IJ zich niet in het minst slaperig. Kon naoht van regen en storm was door oon helderen lentemorgen gevolgd, en dezo vervulde haar hart met Iets dat geluk zeer nabU kwam. „U ls vroeg, Juffrouw," zolde hot dienstmeisje met dien lichten klonk van misnoegen ln haar stom, dien dienstboden jogon's den vroegen opstaander onverander lijk aan don dag leggon. „Ik moot vroegtijdig op kantoor zijn", antwoordde Klsft. voelende dat zU do oen of nndoro uttvluoht moest verzinnen, on niet wensohende dat het verhanl vun heer «lapeloozheld aan Mevrouw Hallam zou overgebracht worden. Het was toekenend van Elsa. dat zU, aan oen Inge ving van het oogenbllk, gehoorzaamde, dit voornemen van vroegtijdig naar kantoor te gaan geuit had, en zU zich. lota na achten, ook werkelUk naar Wood Street begaf, zich onderweg afvragende, of zU het kantoor reeds geopend zou vinden. Het was niot alleen geopend, doch er schenen nog meer menschen vroeg gekomen te zUn, evenals zU- ZU zag ln de deuropening twee mannen met elkander staan praten, en een van dezen herkende zij als Blokerson. ZU kon zich in diens welgevormd postuur niet vergissen. ZUn hoofd was afgewend toen zij in het gezicht kwam, en hU liep met langzame tred de straat op, In ernstig gesprek met zUn metgezel. Voordat hU omgekeerd wa», was xU de gang binnengetreden en naar boven gegaan. De schoonmaaksters waren reeds vertrokken, en blUk- baar was zU de een!ge aanwezige hier. Gelukkig had zU overvloed van werk en zU ging naar het koude kantoor, Van Amery, ten einde een adressen kaart-systeem te halen, dat zij zich voorgenomen had weer alphabetlsch te rangschikken. Het kistje met adreskaarten op zUn schrijftafel plaat sende, liet zy haar vingers vlug over de randen glUden, stak hier en daar een kaart anders in, want, al was hU ln andere opzichten zeer ordelievend, op dit punt was Amery zeer slordig, en meermalen was het noodig op den grond te zoeken naar adressen, die hU van hun plaats genomen en niet weer opgeborgen had. De deur stond op een kier: zij kon duidelyk het ge luid van voetstappen op de trap vernemen, en was nieuwsgierig te weten, wie van het personeel nog meer zoo vroeg bU de hand zou zijn. Toen vernam zU de stem van Blckerson, en twee mannen traden haar eigen kan toortje binnen. Zij hief het hoofd op en luisterde. „HU zal te negen uur hier komen, het was mij aange namer indien de huiszoeking ln zUn tegenwoordigheid plaats had," zelde een onbekende stem, en uit den eer biedigen toon waarop Blcker»on antwoordde, leidde niemand zóó „zwart" gemokt, amjco! En zU moes veux! aasiepan speulen, omda ze dan niks hoefde te zeggen, want 'nen Sundereklaas me 'nen langen grijzen baard en 'n vrouwenstem, da kom nie bU miekaren. Da zwart maken gong nog, maar d'r was gin een broek die d'r paste. Allemaal te naauw in den band. Toen emmen ze mee touwkes dlchtgeregen. Affijn, 't spul was veur mekaren en wij mee de sjees er op uit En toen ik m'nen spiets had afgestoken en de kein- derkes diep onder den Indruk waren, toen scheurde-n-er iets mee zo'n gekraak, da ze allemaal naar 't plefond keken. En da was maar goed ok! Asaiepan had toen net eventjes de kans om z'n broek op te houwen, want anders, amlco, anders... hoe za 'k da nouw uitleggen maar dan hadden ze vast gezien, dat Asslepan alleen maar 'n zwart gezicht had! Nouw snapte me wel. Maar mee Sundereklaas was 't gedaan. Ik kón nie meer. Ik docht da'k er wa van kreeg, En da gezicht van Trui! 't Roet wier d'r bleok van. 'k Mokte-n-er maar gaauw 'a end aan. „Mensohon", zee 'k, „we motten venaved nog op zooveul plaatsen zijn, heol Ulvenhout zit op on» te wachten, dus veul plezier en tot 'n aander jaar." „Maar motte nie wa gebruiken, Sundereklaas," vroeg m'nen vriend, „'n katske of 'n ander borreltje?" Maar Trui trok aan m'nen tabberd, da'k de deur uit wa», veur lk 't besefte. „Da's één» en nooit meer", zee Assle pan, toen me weer ln de sjees zatten, „en hoe krUg lk nouw da roet van m'n bakkes?" „Da slet wel," stelde- n-ik 'r gerust, maar, omilco, 't is 'n kerwei gowlest om Trui weor te veursohUn te halen van achter da zwartsel uit. 'n Pond gruune zeep gong eraan en eindelijk toen blonk ze as 'n spiegeltje. Amlco, lk mot 'r nouw wezenlijk af gaan scholen, 'k Mot op m'nen koop en da'a veur 'nen man *n heel ingewikkeld werk. Ik neem de karbies mjaar mee, daar kan veul ln en die hang lk dan vasaved aan Trui d'r nuuwe fiets, die ik gaal koopen. Dus, amlco, tot de volgende week. Ut wensch oew 'nen goelen Sundereklaas en ontvang veul groeten van d'n Asslepan en, as altlj, gin horke minder van oowen toet h vod DRA MET DEN CHAUFFEUR ONDER DEN AUTO. Historisch blUspeL Elsa af, dat ds man, dis ««sproken had, do moordsrt ln rang van don dotootlvo moost «Un, „Zoonla u vorkloot, mijnheer, Ik hob het bevel daartoe niet eerder ten uitvoer gelogd, dooh do berichten die mij hedonmorgen bereikten, laten geen twijfel over, of wij motton dat goedje hier op het kontoor aantreffen. Terzijde van don haard staat een kast, die mij den l en tuten k«»or toen lk hier wee, terstond In het nog viel". Mot lnjr«houdon edem, had Elea de woordon opge vangen. In het rond «lende, «ag «IJ de hoogo, smnlle keet. en herinnerde zich dat aU deze door den Majoor hnd zien gebruiken. Wat bedoelde men met de „goedje"? Zou «IJ uitgaan, hem tegemoetloopen en hem wnar- BOhuwen? Dat zou dienstig kunnen zijn, dooh het zou niet voorkomen dat het in ongelegenheid brengende „goedje", wat het ook zijn mocht, dat achter die smalle deur lag, ontdekt zou worden. Iemand deed een schrede ln de richting van de kamer van den Majoor. „Ik zal u eens wijzen waar zij staat," zelde Blckerson. Zij zag om zich heen, en ln een seconde was zij ge vlucht naar het kleine, op een bergruimte gelijkend ver trekje, dat Amery tot waschgelegenheld en garderobe diende. Zij was Juist op het nippertje. „Daar staat zij," hoorde zij Blckerson zeggen, „recht» van den haard. De meeste van die ouderwetsche kanto ren hebben een kast op die plek. Ik zie niet In, waarom wij thans niet eens een kijkje van binnen zouden nemen mijnheer?" „Wacht tot hij hier ls," zelde de ander barsch, en toen stierf het geluld van hun stemmen weer weg. Zij keerde in do kamer van Amery terug. Toen zij deze verlaten hadden, hadden de mannen de deur ach ter zich gesloten: de sleutel stak in het slot, en, zonder de gevolgen te berekenen, draalde Elsa hem om, en vloog naar de kast naast den haard. Deze was .op slot, en zij kon haar onmogelijk open krijgen. In haar wan hoop greep zij den pook van het haardstel en beukte, met een kracht waarover zijzelve verbaasd stond, het paneel in. Het geluid moest de ooren van de mannen buiten de kamer bereikt hebben, want zij kwamen na derbij en een van hen trachtte de deur te openen. „WÏe is daar?" werd door hem geroepen. Zij deed alsof zij het niet hoorde. Weder kwam de pook met geweld op het hout terecht en ditmaal werd het gat groot genoeg om haar blik naar binnen te kun nen laten werpen. Op een plank lagen vier pakjes, leder van ongeveer drie duim ln het vierkant, en leder gewikkeld ln bruin papier en omwonden met een verzegeld touw. Zij stak haar bevende hand door do opening en nam het eerste pakje er uit. Het etiket droeg een gedeeltelijk Dultsch Dramatisch personae: Sint Nicolaas ln vol ornaat, rij dend ln een auto; Zwarte Plot; de chauffeur. Plaats van handeling: Botterdam^ Tijd: 4 December 1928. Figuranten, talrijko Jeugd. Terwijl de Heilige Nlo- lao» minzaam buigt en wuift met de h&nd, staat eens klaps de auto stil. De chauffeur doet vergcefsche pogin gen, er weer gang in te krijgen, en besluit met een in dexe heilige omgeving detonoerenden vloek, die wil zeggen: do motor vertikt het! 3t„ NJcolne» blijkt modern-technisch aengelegd. Hij stapt uit, zet den mijter af, deponeert zijn blsechopemen- tól op d« straat,, zoo maar op tan hoopje, en... ligt nonlge oogonbllkken later ondor den wegen De gednahtenwlssellng tusschen Heilige en ehauffen* gelohiedde niet in het Spaaonch. en een gedeeltelijk Engelech opschrift, doch srij had geen kennis van het Dultsch noodig om va»t te stellen dat het pakje cocaïne bevatte. Wat moeet zij doen? De vuurhaard wee ledig. Toe» schoot haar het waschfonteintje te binnen. Iemand stond tegen de deur te h&rrveren, „Wie Is daar binnen?" Met opeengeklemde tanden, wa» «1j doof voor alle» behalve voor het dringende gevaar dat Amery dreigde. Het papier van het pakje scheurende, Jlet ztj een hoopje glinsterend wit poeder ln het wazebfonteiatje vaam. De belde kranen open draaiende, ledigde ztj ook bet tweede en de belde andere pakje», en, zonder t# wanten tot het doodelijk vergif weggevloeid wat, keerde zfj terug naar de kamer van den Majoor, streek lucifer* aan en verbrandde de bruine omslagen, tot deze tot zwart* asch waren verteerd. Nu liep zjj weer naar bet fon- t telntje, keek of alle sporen van de cocaïne verdwenen waren, en toen eerst, niet eerder, liep zij fcaim naar de deur, draaide den sleutel om, en opende haar. Zij stond van aangezicht tot aangezicht tegenover een woedenden, vuurroden Bickerson. en achter hem zag zij een oudo ren, langeren en grijsharigen man. „Wat heeft u gedaan?" vroeg Bickerson op onbO- schoften toon. „Waarom werd de deur niet door u ge opend, toen lk zulks gelastte?" Het eerste wat hij gedaan had, was oen blik op d* verbrijzelde kastdeur werpende. „Omdat Ik u het recht ontzeg, mij bevelen te geven," gaf zij ten antwoord. „Ik heb het reeds gezien! U werkt met Amery ln één richting, niet waar, jonge dame? Het is goed om dat te onthouden. Ik vermoed dat gij weet dat gij u hebt schuldig gemaakt aan een misdrijf dat zwaar gestraft wordt?" „Aan welk misdrijf dan?" vroeg zij met een bedaard heid ,die haar volstrekt niet bezielde. „Dat ik de be langen van mijn werkgever beschermd heb?" „Wat heeft u in die kast gevonden?" „Niets." Hij zag het verkoolde papier ln den haard liggen. „Zoo! Niets?" mompelde hij tusschen de tanden. Hij vernam het geluid van stroomend water, keek binnen in het kleedkamertje en begreep alles. „Wat heeft u gevonden?" vroeg hij opnieuw, „Komaan, Juffrouw Marlowe, lk weet zeker, dat gij een overtre ding van de wet niet zult willen vergoelijken. Wat lag er in die kast?" „Niets," hield Elsa halatarrlg vol. Zij was zoor bleek; haar knieën knikten, doch zij stond fier tegenover den polltiebeambtBf uitdaging in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5