llliiui Nieiws-
Alrattiiiï- LnümUil
NIEUWJAARSGROETEN
lp
UROL
50 cent
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Gemengd Nieuws.
DE RAADSELACHTIGE
MAN.
Vergiftige gassen in den oorlog.
Van glazenwasscher tot mfflionnair.
Donderdag 13 December 1928
SCHAGEB
71ste Jaargang No. 8374.
COURANT.
blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
iön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
l'rijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 eeiit. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsn^
inbegrepen). Grootero lettors worden rvaar plaatsruimte berekend
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting' van Dinsdag 11 December 1928.
Jltspraken:
W., postbode, Zuldscharwoude, verduistering, vrij-
tproken.
fcrinus H., Zwolle, rijwieldiefstal, gepleegd in 1918,
[zetting op 8 Januari.
Nieuw© Zaken.
!R EEN, DIB TOT DEUGD ZICH HAD VER-
DEN,
fOGEN EN TE LICHT BEVONDEN?
In reclassant, voorwaardelijk veroordeeld wegens
ertreding van artikel 453, dat op droge leverziekten
toepassing is, was heden voor het edelachtbaar
ge gedaagd, omdat hij reden had gegeven tot onte-
der.heid. De behandeling had plaats met gesloten
iren, want niemand behoeft voor een zelfde feit de
angenaamheid eener openbare terechtzitting te on-
gaan. Er is echter geen uitspraak gedaan, doch deze
bepaald op a.s. Dinsdag.
EPLEMPT MET ZAND, GEDRENKT MET BLOED.
)e medewerkers aan de Zuiderzeedemping te Kol-
n schijnen rumoerige heertjes te zijn en er komen
iveel klachten over hun ongemanierd optreden, dat
schillende rijksveldwachters daarheen zijn gedeta-
erd, teneinde dat regLment polder knapen in het oog
houden.
leden stonden een paar van die rumoerige gasten
acht, de gebroeders Uilke én Sijbele de J., voort-
iracht in de diepste binnenlanden van „us Heltelan",
op 14 September den onderbaas H. v. d. Berg te
var.en gegaan, hem hadden onthaald op 'n prima
rïtie stompen en klappen, met steenen bekogeld
em met een wilgen paaltje op zijn sardschen ta-
aakel hadden gebeukt
)e reden voor de ontstemdheid van die heeren moest
irden gezocht in het feit dat de onderbaas geweigerd
l, een door hen getoond briefje van een rijksveld-
chter uit Friesland, waarin om reisgeld voor de
>ertjes werd verzocht, voor echt te erkennen.
)e heeren zijn inmiddels weer naar hun Heimath
uggekeerd en geldgebrek belette hen, persoonlijk te
schijnen. Dit speet den Officier wel, daar de heeren
:hters nu de gelegenheid misten, met dit belang-
kkend broederpaar kennis te maken en te constatee-
wellte gezellige snuiters het waren. Zoo prettig in
conversatie, dat de rechter-commissaris het noodig
i geacht, gedurende het verhoor een rijksveldwachter
requireeren. Bovendien stonden de heeren de J. niet
or de eerste maal terecht en op grond van een en
ier vorderde het OM. tegen ieder 3 maanden gev.
Ir. Smal, verdediger van broer Sijbele stond, nu zijn
Inten niet waren verschenen, er bij voor spek en
men en kon zijn ongetwijfeld interessant pleidooi
portefeuille houden. Maar 't is misschien, mutatls mu
idls, weer goed voor een andere gelegenheid.
EEN AMOKMAKER TE KOLHORN.
Nog een tweede schokkende film werd heden op
programma gebracht. Het betrof natuurlijk alweer
Zuiderzee-dlchtkwakker, ditmaal een Groninger,
met name Jacob B., welk heerschap in den nacht van
19 op 20 Augustus was bezield met een ijselijken zucht
naar drank en bloed en in de herberg zijn mede-dem
per H. Koers, 'n jaap met een mes of ander daartoe
geschikt voorwerp in zijn bovenarm gaf van wel 5
centimeters diep, zoodat de plaatselijke geneesheer in
het nachtelijk rustuur nog 'n heel karweitje had met
hechten en krammen. Het zou misschien wel aanbe
veling verdienen, in Kolhorn een afdeeling te vestigen
van „Eigen Hulp" en naaigaren en hechtkrammen in
de herbergen voorradig te houden.
Ook deze bekkesnijder is niet aanwezig. Van hem
is bekend, dat hij een vonnis van 14 dagen heeft on
dergaan wegens wederspannlgheid, wat hij nu echter
gepresteerd heeft, loopt de spuigaten uit en de Offi
cier stelde dan ook voor, hem 'n drietal maanden „cel
solo" te laten spelen, welke muzikale oefening misschien
op hem een kalmeerenden indruk zal kunnen uitoefenen
EEN MENSCHENREDDER DIB HEEL WAT BE
LOOFT.
Een dwalende ziel van 18 jaar, Bemardus Johannes
H., geboren te Haarlem en gedomicileerd te Lelden,
wordt aangeduid als arbeider, ofschoon niemand, die
hem aanziet, zou willen aannemen, dat hij ooit 'n slag
werk heeft uitgevoerd. Hij ia thans tijdelijk en pension
in het huis van bewaring op grond van het zonderlinge
feit, dat hij te Enkhulzen, na eenige dagen de gast te
zijn geweest van de politie, aldaar Is aangehouden en
op transport gesteld ter zake landlooperij.
Deze rampzalige jongeling, 'n flinke stevige knul, is
in elk opzicht een mislukkeling. Thuis is hij onmogelijk
door zijn onverdragelijk gezelschap. Hij kan het ook
elders nergens uithouden en heeft zelfs in Duitschland
en België rondgezworven.
De vriendelijke en geduldige vragen van den prési
dent beantwoordt hij stuursch en onbeschoft Acht het
blijkbaar beneden zich met 2 woorden te spreken. Hij
lijkt een prachtexemplaar voor Sovjet-Rusland of 'n
reuze proefkonijn voor 'n anarchistische uien- en wor
telenclub. Meneer gewaardigt zich mee te deelen, dat
hij het op 't land bij een patroon niet uit kan houden.
Hij wenscht de zeeën te bevaren en vreemde landen
te zien. Op de vraag van den president,, wat er toch
met hem in Duitschland is gebeurd, wenscht mijnheer
niet te antwoorden. Dat moeten ze zelf maar uitzoeken
als ze' daar zoo nieuwsgierig naar zijn.
De Officier wilde aan de zucht van dat origineele
jonge mensch om vreemde landen te zien, in het rede
lijke wel toegeven en requireerde alzoo 3 dagen hech
tenis en 2 jaar opzending naar een rijkswerkinrichting,
alwaar hem de gelegenheid zal worden geboden, de
harden eens uit de mouwen te steken.
Misschien groeit uit deze nuttelooze cocon dan nog
eens een nuttig mensch. De wonderen zijn de wereld
nog niet uit!
MET VEEL ATTENTIE ONDER HET RIJDEN,
KUNT GE 'N STRAFVERVOLGING MIJDEN.
De 24-jarige vrachtrijder Jacob B. te Andijk had op
7 Aug. als bestuurder van een vrachtauto op den Wa-
lingdijk onder Avenhorn eenige achter-opkomende
auto's geen gelegenheid gegeven voorbij te kunnen
rijden en dus was de heer P. Pijper verplioht geweest
gedurende een afstand van 9 Kilometer achter het mon
ster van Jacob aan te moeten sukkelen. Daar Pijper
en ook een andere gedupeerde autobestuurder van
meening waren, dat het opzettelijke plagerij was, had
don zij aangifte gedaan en was hij door den Kanton
rechter te Hoorn gestraft met f 25 boete of 25 dagen
hechtenis. Dit smaakt Japie blijkbaar niet en gedach
tig aan het spreekwoord, dat men ook nog aan den
laatsten galg kan hangen, was hij van dit vonnis in hoo-
ger beroep gekomen.
Maar na veel bereddering en omhaal moest hij eindelijk
zelf toegeven dat hij onattent was geweest. Immers
was hij verplicht geweest, als hij de signalen niet had
gehoord, in zijn wegspiegel te kijken, wat hij zeil toe
gaf te hebben verzuimd.
Evenwel ontkende hij pertinent en de drogist Uitten-
dijk, die bij hem ln de cabine had gezeten, bevestigde
zulks plechtig, ooit de bedoeling te hebben gehad de
automobilisten opzettelijk te plagen, pesten zouden de
jongens zeggen. Maar hij beloofde plechtig beterschap,
zoodat de Officier met een gerust hart bevestiging van
het gewezen vonnis kon requireeren.
10 Minuten pauze tot doorlating van idé weerbericht
terij. Daarna sluiting.
Ruwe Huid
Scbt nat 1 e L'tcto&n
a.3fcfi0 ea 90 ct. Tnhr flQ ct 1
FEUILLETON
Naar het Engelsch van EDGAR WALLAGE.
Hinnen."
was zoo spoedig teruggekeerd, dat zij hem niet
ioord had.
Ik zou gaarne even uitgaan, Majoor Amery, een half
rtje."
Waarheen?" vroeg hij op den man af.
Iemand wil mij spreken... Mijnheer Tupperwill."
,0!"
„Hij had geloof ik liever niet dat u wist dat lk naar
im toeging: dat is vrij natuurlijk, niet waar? Het hin-
ft u Immers niet?"
schudde het hoofd: „Neen, het hindert mij vol-
«kt niet, doch ik ben blij dat u het mij zeidet Wan-
tr Tupperwill vraagt of ik het weet, zult u het hem
a zeggen?"
Wel, natuurlijk!" riep zij verbaasd.
Dat acht ik raadzaam
Hij was de zonderlingste man, bedacht zij, toen de
iïbus haar naar Old Broad Street bracht... de zon-
Ungste man van allen. Al die eigenaardige, onbe
kende kleinigheden wekten zijn belangstelling. De
^ote dingen, waarop het werkelijk aankwam, lieten
koud.
HOOFDSTUK XL.
DE NIEUWE CHAUFFEUR.
|^6t bankierskantoor van Mijnheer Tupperwill bevond
ch op een van die ontelbare pleintjes, die op Old Broad
!r*et uitkomen en omgeven door een doolhof van zij-
^otjes, waarvan niemand weet waarheen zij leiden,
bad één voet op de trede van de stoep geplaatst, die
het gebouw van de Bank voerde, toen Mijnheer
irwill verscheen. Hij moest naar haar op den uit
gestaan hebben, dacht zij, want hij liep haar
'üg tegemoet, en haar vaderlijk onder den arm ne-
|4e| bracht hij haar diepèr in de kronkelende steeg-
dle elkander ieder oogenblik kruisten.
In ons blad, dat MAANDAG 31 DECEMBER ver
schijnt, bestaat gelegenheid tot het plaatsen van
een NIEUWJAARSGROET aan Begunstigers,
- Familie, Vrienden enz. tegen CONTANTE -
- BETALING van
(mits niet grooter dan 3 regels)
Elke regel meer 15 cent
Opgaven s.v.pl. spoedig aan ons bnrean of aan
H.H. Kantoorhouders en Boekhandelaars.
De Ultg.
„Dit ia een veel korteren weg, die ons vlug in Loth-
bury zal brengen," zeide hij, zonder het meisje eenige
verklaring te geven, waarom hij haar zoo dringend ge
heel uit de City had. laten komen."
In Lothbury stond een auto te wachten. Zij ving een
glimp op van den gebaarden chauffeur, die achter het
stuurwiel zat.
„Ik heb niet veel tijd"... begon zij.
„Ik zal u geen oogenblik langer ophouden dan noo
dig is," zeide Mijnheer Tupperwill.
De chauffeur scheen zijn aanwijzingen reeds ontvan
gen te hebben, want weldra reden zij langs Moorgate
Street naar de City Road.
„De zaak waarover ik u spreken wilde is van zulk een
belang, van zulk een geweldig belang, voor mij ten
minste, dat ik u eenvoudig niet in de Bank durfde ont
vangen. Bij u op kantoor is geloof ik een jonge dame,
Juffrouw Dame genaamd?"
Zij knikte bevestigend.
„Ik heb haar ontmoet, eenmaal," hernam. Tupper
will, blijkbaar tegen een overweldigende aandoening
strijdende. „Zij werd aan de Bank aanbevolen —'geeft
u er om, wanneer ik die gordijntjes dichtschuif?"
Er bevonden zich gordijntjes aan de raampjes en zon
der haar verlof af te wachten, reikte de zwaarlijvige
man voor haar heen en schoof de gordijntjes dicht, zoo
dat de inzittenden onmogelijk van af de straat gezien
konden worden. Met de gordijntjes aan de andere zijde
handelde hij eveneens, en vervolgde:
„Om uwent- en mijnentwil, wensch ik niet met u in
gezelschap gezien te worden, Juffrouw Marlowe."
„Waarom in 's hemelsnaam niet?" vroeg zij.
.Daarvoor bestaat een reden, een dringende reden, die
u vroeger of later duidelijk zal worden. Kent u Juffrouw
Dame?"
„Ik ken haar zeer goed."
„Weet u soms ook" hij liet zijn stem dalen „dat
zij een dame is met een zeer aanzienlijk fortuin?"
„Dat is mij niet bekend," lachte Elsa. „Ik verbeeld
mij dat haar vader in goeden doen ls, doch dat zij niet
rijker is dan hij haar gelieft te maken."
„Denkt u dat?" Mijnheer Tupperwill beet zich op de
onderlip en bewaarde het stilzwijgen tot zij door een
morsige straat in Islington reden.
„Waar gaan wij heen, Mijnheer Tupperwill? Ik moet
ln een half uur op kantoor terug zijn."
Hij knikte. „Daarmede houd ik rekening. Geloof mij,
ik zal u geen oogenblik langer ophouden dan noodig is,
en de Majoor zal u nauwelijks missen, zelfs al is hij
teruggekeerd."
„Hij keerde juist terug toen lk uitging," zeide zij, „en
BEHANDELING ZN DEN DUITSCHEN wrargnAq-
^Arbeiders-moordenaar".
De Duitsche Rijksdag heeft Dinsdagmiddag Duitech-
lands toetreding tot hot protocol van Genève nopens
het verbod van vergiftigde gaasen voor oorloge ioel-
einden besproken.
De communist Stöcker noemde dit verdrag het
meest huichelachtige, dat tot nu toe te Genève uitge
broed was omdat -alle onderteekenaars wisten dat
zij zich in geval van oorlog, geen van allen aan de
bepalingen zouden houden.
In de geheele wereld wordt voor den gasoorlog be
wapend, ook in Duitschland. Dat is bewezen door
de ontdekking van groote gasvoorraden te Hamburg;
in de Schichaufabriek worden honderdduizenden ga®-
granaten vervaardigd.
•Bij deze woorden komen de communisten met een
groote granaat aandragen.
Afg. generaal Epp (nationaal-soc.) komt dan aan
het woord. Hij wordt door de communisten begroet
met de woorden: „arbeiders-moordenaar".
Van Epp meent, dat het protocol in de practijk tot
een beperking van den gasoorlog leiden zal.
De nationaal-socialisten zullen de ratificatie van
het protocol goedkeuren, maar daar naast moet toch
ook voor de veiligheid van de bevolking tegen gas
aanvallen geeorgd worden.
Zij stellen voor voor dit dool tien millioen mark
uit to trekken.
Nadat het wetsontwerp in eerste lezing was be
handeld, werd het met het nationaal-socialistischa
voorstel verwezen naar de commissie voor de bui-
tenlandsche politiek.
„VOOR IEMAND ALS U IS ER ALTIJD WERK".
natuurlijk vertelde ik hem dat lk naar u ging."
Zij meende dat hij dit niet verstaan had, want hij
antwoordde niets.
„Keerde hij terug, juist toen u uitging?" sprak hij ein
delijk. „En u heeft hem natuurlijk verteld dat u naar
mij ging? Dat zou lk ook van u verwacht hebben. Het
is een kleinigheid, en misschien niet Iedere kantoorbe
diende zou er aan hechten, doch ik ga van het stand
punt uit, dat het niet geoorloofd ls, een werkgever op
een enkel punt te misleiden."
Zij bevonden zich thans in een straat waarvan de
eene zijde belend werd door den muur van een fabriek,
en de andere door een rij verspreide armelijke huizen,
bohalve aan het verdere uiteinde, waar een binnenplein
of zoo iets scheen te zijn, omgeven door hooge muren
en waarvan de poort openstond.
De auto nam een zwaai, als moest die poort binnen
gereden worden, doch in dat oogenblik sprong Mijnheer
Tupperwill op, liet een portierraam rammelend zakken
en schreeuwde den chauffeur iets toe. Onmiddellijk gaf
de man een andere wending aan het stuurwiel, en de
poort werd langzaam voorbijgereden. Elsa zag een vier
hoekig plin waarop stroo verspreid lag, aan drie zij
den omringd door lage gebouwen, die het uiterlijk van
stallen hadden.
„Waarom wilde mijn chauffeur in 's hemelsnaam daar
binnen rijden?" vroeg Mijnheer Tupperwill naar het
scheen in de grootste verbazing. „Dat bevalt mij niet,
Juffrouw Marlowe. Dat bevalt mij volstrekt niet Ik heb
hem pas sedert de vorige week ln mijn dienst, en
foei!" Hij wischte zijn breed gelaat af. „Ik ben tegen
woordig zoo zenuwachtig, dat ik overal samenspannin
gen tegen mij meen te ontdekken. Ik heb een gevoel alsof
ik mij in een atmosfeer van gevaar en geheimzinnig
heid beweeg. Het ls Ijeusch waar, Juffrouw Marlowe, dat
ik sedert die aanranding, waarvan ik het slachtoffer
was, mijn zenuwen niet meer beheersch."
Zij hadden de morsige straten thans achter izch ge
laten en reden door do voornaamste winkelstraten van
Islington, en waren, zooals het meisje tot haar gerust
stelling bemerkte, op den terugweg naar de City.
„U wenschte mij te spreken over Juffrouw Dame,"
bracht zij hem in herinnering.
„Ja, ja, doch dat voorval deed het mij vergeten
Juffrouw Dame... o, Ja. Een eigenaardig meisje. En zij
dus niet zoo rijk?" vroeg hij gejaagd. „Zou zij mij heb
ben willen bedriegen, toen zij het liet voorkomen alsof
zij zqo rijk was, denkt u?"
„U bedriegen! Zij heeft toóh geen rekening bij Steb-
bing!"
De bescheiden Mijnheer Tupperwill scheen de vraag
In een der buitenlandsche bladen treffen wij weer
een van die ouderwetscbe verhaaltjes aan, waarvan
wij, hoewel de geloofwaardigheid moeilijk te contro-
leeren valt, toch steeds gaarne kennis nemen. On
der het opschrift: „Hoe een arme zoon rijk geworden
is" lezen wij: Omstreeks 25 jaar geleden vertrok een
Duitsch jongeling naar Amerika, om aldaar zijn ge
luk te gaan beproeven. In Chicago aangekomen, be
stond zijn gansche bezit, uit een aanbevelingsbrief,
welken hij van 'n kennis in Duitschland meegekregen
had. Al zoekend naar werk, blijft hij in een der Btra«
ten voor het kantoor van John Farwell staan. D®
moed' was hem reeds in de schoenen gezonken,
niet te hooren. Hij maakte zich oogenschijnlijk nog
steeds ongerust over die verdachte beweging
van den chauffeur, want eensklaps begon hij opnieuw
te jammeren: „Het bevalt mij niets, het bevalt vol
strekt niet! En toch die
getuigschriften."
Zij lachte. „Kom, kom, Mijnheer Tupperwill, u over
drijft wel een beetje, vind ik. Zoo"n voor
val!"
„Dat weet ik nog niet." Hij schudde het hoofd. „Hij
had mij op die binnenplaats kunnen rijden en men
had mij kunnen vermoorden! Lacht u er maa-r om,
jonge dame. Lachen is het voorrecht der jeugd, doch
vrees ls den ouderdom beschorenDat moet Oc
opschrijven, het klinkt bijna epigrammatisch."
In zijn zenuwachtigheid scheen hij Jessie Dame en
haar vergrijpen geheel te zijn vergeten, althans hij liet
Elsa op haar gemak naar de bedoelingen dl® hij met
zijn zinspelingen gehad kon hebben, raden.
In Wood Street steeg zij uit den auto, en zij keerde
naar kantoor terug, niet veel wijzer geworden, en trof
den raadselachtlgen man gezeten voor haar schrijf*
miachine, ijverig bezig, met één vinger te tikken»
„Waar is de „u"T" vroog hij aonder op te zien.
Zij wees hem de letter aan.
„Een aardig ritje gemaakt? Tupperwill behoorde zich
een nieuwon auto aan te schaffen."
„Hoo weet u dat ik in een auto gereden heb?"
„Feng Ho zag u," antwoordde hij. „Heeft n op den
nieuwen chauffeur van Tupperwill gelet?"
„Ik heb do achterzijde van zijn hoofd gezien."
Hij lachte zachtjes in xichzelven.
„U had eens goed naar zijn hals moeten «den."
„Waarom?"
Hij bevredigde haar nieuwsgierigheid niet, doch, met
een rilling gaf zij zich plotseling rekenschap dat achter
dat aangenamo lachje een grimmigs bedreiging gelegen
had.
.„Welk een afgrijselijk denkbeeld!" zeide zij, nog rillende
„Ja, dat ls het min of meer. Jammer. Én tooh heeft
de hals van een moordenaar altijd Iets belangwek
kends voor mij."
„Een moordenaar?" stamelde zij.
„Ja, dat is hij." Hij bleef aandachtig naar de let
ters van het alphabet zoeken. „Want die chauffeur ver
moorde Maurice Tarn."
1
Wordt vervolgd.
i, i