HOE CAESAR EEN GOD
WERD.
GRABBELTON.
WARE WOORDEN.
WETENSWAARDIGHEDEN.
De laarzen van Napoleon III bij Sedan.
Achter menigen mensch komt men hier om niet,
omdat men v ets achter hem zoekt.
o
Wie de deugd verloren heeft en haar gemis voelt,
tracht niet zelden de ondeugd te verheffen tot den
rang van deugd.
o
Er bestaan meeningen, die geen tegenspraak
waard zijn.
o
Al het goede dat niet met zedelijke bedoeling ge
daan wordt, is niets dan schijn.
o
Teere banden houden vaak, waar ijzeren ketenen
breken.
Spreken zonder denken is schieten zonder mik
ken.
o
Men moet door verdriet gelouterd worden en de ziel
erlangt geen diepte, zonder dat er in gewoeld en
gegraven wordt.
Vannacht kon ik maar niet slapeiL omdat l
voortdurend aan jou moest denken.
Jij, schat
Ja, d'r was een zaagmolen in de buurt en dl
deed me zoo aan jouw snorken denken.
(Der Brummer, Berlijn),
ZIJN VERHOUDING MET CLEOPATRA.
Een geïmporteerd idéé uit Egypte.
Arthur Weigall schrijft in „The Gtraphic":
Het is niet algemeen bekend, dat de groote Julius
Caesar reeds voor zijn dood door de Romeinen als
een god was vereerd. Wel weet iedereen, dat Au
gustus, zijn opvolger, die eerste keizer was, en alle
keizers na hem totdat zij christenen werden, uit
kracht van hun ambt als goden werden beschouwd.
Gewoonlijk wordt aangenomen, dat deze vergodde
lijking van het hoofd van den staat zijn oorsprong
eenvoudig vond in de gevoelens van ontzag, die het
volk koesterde voor de autocratische macht en de
verblindende verhevenheid van den héerscher op
den troon van zoo machtig een rijk. Een man wiens
woord wet was in bijna de geheele bekende wereld,
zoo dacht men, moest toch eigenlijk in die dagen
wel als een soort godheid beschouwd worden. Dat
was de eenvoudige, algemeen gangbare opvatting en
daardoor heeft men naar den oorsprong van het idee
weinig onderzoek gedaan.
Maar inderdaad was de oorsprong niet zoo een
voudig. Het idee is uit Egypte geïmporteerd, waar de
koningen en de koninginnen werden beschouwd als
geïncarneerde goden en godinnen, die werden on
dersteld afstammelingen te zijn van Ra, den zonne
god. Julius Caesar kwam in aanraking met dit ge
loot ten tijde van zijn intieme vriendschap met Cleo-
patra. Het schijnt, dat Cleopatra hem van haar eigen
goddelijkheid ten volle overtuigd heeft en dat hij
gedurende al den tijd, dat hij met haar tezamen
leefde, van den herfst van 40 v. C., toen hij haar in
Egypte ontmoette, tot zijn dood in het voorjaar van
44 v. C. toe, nooit heeft mogen vergeten, dat zij een
godin was, oen incarnatie van Isis-Venus en de
dochter van de zon. Zij was het ook, die maakte, dat
Caesar's vrienden en hij zelf eveneens, gingen geloo-
ven, dat hij oen god was. Zoodat, toen Augustus den
keizerlijken troon bostegen had dien Caesar, ware hij
in leven gebleven, stellig met Cleopatra bestegen zou
hebben, de Egyptische gedachte van de goddelijkheid
der heerschers, in aller geesten reeds wortel had go-
schoten.
Cleopatra werd Caesar's minnares reeds zeer spoe
dig na diens aankomst in Egypte in het jaar 48 v.
C. Zij was toen ongeveer 21 jaar en hij 54. Men kan
zich ongeveer de soort conversatie voorstellen, die
tusschen hen beiden plaats vond in die dagen, toen
de mooie jonge koningin, die Caesar wou maken tot
haar wettigen echtgenoot in Egyptische oogen, hem
eerst zijn goddelijkheid trachtte te doen gelooven, zoo
dat (haar hof in hem een geïncarneerden god zou
kunnen zien, die aan haar, geïncarneerde godin „eben-
btlrtig" was,
„Caesar, je bent goddelijk", zal ze wel zachtkens
gemurmeld hebben, hem verrukt aanstarend in het
licht van de ondergaande zon, dat door de vensters
van haar kamer in het Lochiaspaleis drong.
„Ben ik?" vroeg hij glimlachend, zeer gevleid.
„Ik voel dat het waar is", vertelde ze.
Hij keek haar stom verbaasd aan.
„I» het niet zoo?" vroeg zij.
,^Nu, dat kan ik zoo maar niet beweren", antwoord
de hij bescheidenlek. ,»Maar ik vind het aardig, dat
je het mij vertelt."
„Neen, in ernst, ben je goddelijk?"
^Hoe bedoel je?"
„Ben je een god?"
Caesar glimlachte: weer; (hij was erg ij del en de
gedacht was heelemaal nieuw voor hem.
„O, ik zou niet zoover willen gaan", zei hij, maar het
is wel waar, dat ik goddelijk bloed in m'n aderen heb".
,d>at wist ik wel", -riep Cleopatra uit. „Wat voor
een god was je vader?"
„O, dat is al een heele poos geleden", vertelde hij
haar, „mijn familie leidt haar afkomst af van Aeneas,
die, zooals je ongetwijfeld zult weten, de zoon was
uit de natuurlijke verbintenis tusschen den zeldzaam
knappen jongen Anchises en Venus. Venus, dat weet
je, trachtte er nog bijtijds af te komen, maar Anchises
verraadde het geheim. Mijn volk is op deze afkomst
van mij altijd erg trotsch geweest
„Wat interessant", verklaarde zij, „Dan maakt mijn
eigen goddelijkheid jou goddelijk. Ik ben de voor
moeder",
„Wat is dat nou?" vroeg Caesar, die zidh afvroeg
of Cleopatra wel heelemaal goed wijs waa
„Wel, ik ben Venus", glimlachte ze.
,JHèl"
„Natuurlijkl Wist Je dat niet? Ik ben een incarna
tie van Iais en Isis is Venus".
„Dan is het geen wonder dat lk je liefheb", aei
Caesar, meer galant dan logisch.
Cleopatra kwam een beetje dichter bij hem zit
ten. „Hoor eens, ik moet je eens wat vertellen. Van
tijd tot tijd is het in de Egyptische geschiedenis voor
gekomen, dat de god Jupiter Ammon de gedaante
van een man heeft aangenomen en bij de regeerende
koningen eenigen tijd heeft doorgebracht. Verschei
dene van onze koningen hebben hun geboorte te dan
ken gehad aan aangename ongelukjes van dezen
aard. Hoewel de laatste keer dat zooiets voorgeko
men is reeds vele honderden jaren geleden is, kan
•het todh best zijn, dat jij Jupiter Ammon bent. In
dat geval zal ieder het goed vinden als we trou
wen.
„Trouwen?" zei Caesar onrustig, „maar ik heb je
toch wel verteld, dat ik een vrouw in Rome heb?"
Wat zou dat nu?" lachte ze. „Goden en godinnen
doen wat ze willen. Ik heb je alleen maar te vertel
len, dat ik je tot mijn echtgenoot heb verkoren en je
zult mijn wettige echtgenoot zijn, in elk geval hier
in Egypte. Het zal een huwelijk van Venus en Ju
piter worden en iedereen zal er verrukt over zijn."
De lezer zal misschien glimlachen om de absurdi
teit van zulk een gesprek. Maar het geeft den geest
van dien tijd weer. Binnen een maand of wat had
Cleopatra den priesters bevolen de komst van God
Ammon in den vorm van Caesar, tot haar in de mu
ren der tempels te boetseeren. Sommige van die voor
stellingen bestaan nog heden te dage. En er bestaan
ook inscripties, waarop staat: In het zooveelste jaar
der vereeniging van Cleopatra en Ammon.
In het jaar 46 v. C. kwam Cleopatra naar Rome,
met haar jongetje Caesareon, Caesar's zoon, en nam
haar intrek in een paleis, dat Caesar voor haar liet
inrichten aan de andere zijde van den Tiber. Weldra
liep het gerucht, dat Caesar plan had van zijn vrouw
te scheiden en naar de Romeinsche wet met Cleopatra
te huwen; dat dan het plan was een monarchie te
stichten en dat Caesar en Cleopatra dan zouden wor
den gekroond tot koning en koningin van de wereld.
Dat was inderdaad waar en Caesar ging, onder de
betoovering dezer hooge inspiraties, ernstig aandacht
te schenken aan de quaestio van zijn en Cleopatra's
goddelijkheid.
Eens op een dag kwam hij bij haar, zeer opgewon
den over een nieuw idéé, dat later bekend geworden
is en waarover Cicero zoo verbolgen was.
„Zou je misschien een paar keer willen poseeren
voor den beeldhouwer Archesilaus?" vroeg Caesar
haar. „Ik wil door hem een beeld van je laten ma
ken, dat in den tempel van Venus geplaatst moet wor
den, die ik nlangs heb laten bouwen. Het zal een
goed middel zijn om de menschen te laten zien, dat
ik Je erken als identiek te zijn met mijn goddelijke
voor-moeder".
„Ik zou niet we-ten waarom niet", antwoordde ze.
„Ik heb in Egypte standbeelden van je laten maken
UEFDESEXTASE.
porfbarburBarlijnJ
Ik zal dit fijne worstje naar mijn Gustafti sto
ren en hem vertellen, dat hij er maar net zoo bU(
mee moet zijn, als ware het een stuk van mijzelf.
en se in de belangrijkste tempels geplaatst «n voor
dat ik wegging heb ik bevolen, dat er lederen dag
een gans voor Je moet worden geofferd en Zondags
een gazel, 't Is dus niet meer dan billijk, dat jij voor
mij te Rome hetzelfde doel A propos, wat vinden de
Romeinen van het denkbeeld, dat je een god bent?"
„Het is met nogal gemengde gevoelens opgeno
men", erkende hij, „maar over het algemeen geloof
ik, is de opinie, dat ik de traditie van Alexander den
Grooten volg die ook, zooals je zult weten, zichzelf als
een incarnatie van JupiterAmmon beschouwde.
Maar Cicero is er zeer tegen".
«Cicero", stoof ze op, „die man begrijpt er niets
van. Hij is een vuige materialist. Als hij verder kon
zien, dan zijn neus lang is zou hij begrijpen, dat, als
jij en ik getrouwd zullen zijn als koning en koningin,
dat het dan van (het grootste belang is dat men onze
goddelijkheid erkent. Bovendien de troon die jij je
voorstelt te stichten, is in werkelijkheid de troon van
de geheele wereld; en het spreekt toch vanzelf, dat
geen gewone sterveling de heele wereld kan regee-
ren".
„Zeer juist", mompelde Caesar en streek door zijn
al dun wordend haar.
Tegen het jaar 45 v. C. was Caesar's goddelijkheid
alom bekend in Rome Er werd ook een tempel voor
hem gebouwd, onder den naam Jupiter Julius en in
verscheidene anderè tempels werd aan hem een al
taar gewijd. In den tempel van Quirinus werd zijn
standbeeld geplaatst met als opschrift: „Voor den
onaterfelijken god". Ook werd op Egyptische manier
een beeld van hem meegedragen in den optocht van
de „Pompa Circensis", temidden van die van andere
goden.
Na den moord op Caesar wa9 Cleopatra gedwongen
uit Rome te vluchten en naar Egypte terug te kee-
ren. Maar toen, eenige jaren later Marcus Antonius
haar te Tarsüs opzocht, verscheen ze voor hem, ge
kleed als Venus en vertelde hem al gauw, zooals zij
eens Caesar gedaan had, dat hij goddelijk was. Voor
de verandering was hij nu eens Dyonisas. Toen zij
naderhand zichzelf doodde in den tempel van Venus
te Alexandrië, vond haar tegenstander Octavianus,
die later keizer werd onder dan naam van Augustus,
het noodig zich in Egypte als god te doen erkennen,
als opvolger van Cleopatra in haar goddelijke rech
ten. En tenslotte erkende ook Rome deze goddelijk
heid.
In de dagen van den eersten groei van de Chris
tenheid werden meer dan een martelaar om bals ge
bracht, omdat hij weigerde te offeren aan het stand
beeld van den keizer een weigering, die verkeerde
lijk werd beschouwd als rebellie tegen het gezag. Maar
zelden is men op de gedachte gekomen, dat, zoo
Caesar niet onder den invloed van Cleopatra was geko
men, het vraagstuk van de loyaliteit der eerste Chris
tenen tegenover den keizer niet zou zijn gerezen.
- uchter zingen, mevrouwLichterU moet
den tekst goed begrijpen. U bent „het vogeltje op
den tak"
(Passing Show, Londen)
Slecht voorbeeld.
Jantje heeft een vrij sterk krachtwoord gebruikt.
„Maar Jantje", zegt moeder bestraffend, „wat moet
ik nu van je hooren, van wie heb je dat geleerd?"
„Van Sinterklaas, moeder", antwoordt Jantje, „toen
hij gisteravond in 't donker tegen mijn bed stootte".
Kladstfoglce.
„Kindje", zot de postbeambte hoffelijk, „deze brief
is te zwaar, daar moet nog oen postzegel op".
„Maar mijnheer", zei het kindje, dan wordt del brief
nog zwaarder."
Da «dloim.Ilna,
„Meesier, kan iemand gestraft worden voor het
geen hij niet gedaan heeft".
„Neen, dat mag natuurlijk niet".
.„Nou, meeetor, ik heb mijn huiewerk niet gedaan".
Duidelijk
Vader, wat eten de visschen toch?
Wat ze in1 het water kunnen vinden.
En als zo nu niote kunnen vinden?
Dan eten ze wat anders.
Moeilijk probleem.
„Hoe beviel je die eoep van gisteren, mannie?"
„Lieve, ik heb den heelen dag loopen prakkiseeren,
wat je er behalve water nog meer in gedaan hebt".
Het lang verwachte ooganblik.
In een dorpsherberg bij Frelsing In Beieren zaten
onlangs enkele boeren met don burgemeester genoo-
gelijk bij den haard. Alleen boer Entmoser deed niet
mee aan 't gesprek, daar hij verdiept waa in 't be-
studeeren der trekklngelijst van de loterij. Opeens
staat hl) op en geeft den burgemeester een klap in
't gezicht.
.Ziezoo daar heb Je eindelijk je verdiende watjekou.
Tot nog toe waren zo me te duur komen te staan,
maar nou kan 't lijden: 'k heb 1.000 Mark gewonnen".
Zulke awendaloejet?
Meneer Flee van Trekkum: Heb Je ooit zoo iete ge
hoord? Woensdag verzeker lk mijn huie. Zondag
eteek lk het in brand. En nu lk Maandag daarop ntar
de assurantie-maatschappij ga om de verzekeringscen
ten te halen, hoor ik, dat ze intusschen failliet zijn
gegaan, de zwendelaarsl
Is het U bekend:
d a t de totale oplaag der ochtendbladen in de Ver-
eenigde Staten bedraagt 14.145.834 exemplaren?/
dat de oplaag der avondbladen in Amerika gemid
deld 23.820.933 bedraagt?
dat die der Zondagsbladen 25.469.037 beloopt?
dat men gemiddeld uit 1000 KG. ruwe steenkool
maakt 100 L. ruwe olie, 10 liter benzine, 25 L. Diesel
olie^ 12 liter smeer-olie, 25 liter teerproducten, Vfe
pond kaareen, en 350 pond gruis?
dat de Chineesche taal 40.000 letterteekens rijk is?
dat men nu een systeem heeft gemaakt, dat het
mogelijk maakt, Chineesch te lezen, wanneer men
zich de beteekenis van 1000 letterteekens heeft eigen
gemaakt?
dat de oudste stad van Canada Anna polis, in 1604
gesticht werd door Samuel dei Champlain, een
Franschman, die de nederzetting eem noemde Port
Royal?
dat men in Siberië, wanneer soms de beeren een
dorp willen binnendringen, al de bewoners een helsch
spektakel laat maken door op blikken bussen en ke
tels te slaan?
d a t de beeren daarvoor altijd op de vlucht gaan?
dat men onlangs In Labrador een nieuwe waterval
ontdekte, twee keer zoo hoog als de1 Niagara?
dat door deze waterval een energie van 40.000.000
paardekrachten geleverd kan worden?
dat men in Palestina drie Kerstmisdatums kent?
dat 25 Decenjiber door Katholieken en Protestan
ten wordt gevierd, 6 Januari (Epiphany, of oud-Kerst
mis) door de Grieksche kerk en 18 Januari door de
Armeensche?
dat Kersfcboomen voor het eerst in het Jaar 1605 in
Straasburg gebruikt werden?
dat ze in Engeland pas in 1840 in zwang kwa
men?
Van de laarzen, die Napoleon de derde in den slag
bij Sedan droeg, zijn twee dingen te vertellen, ten
eerste: dat ze door 'n Duitschen schoenmaker vervaar
digd waren en ten tweede dat zij niet betaald wa
ren. Hierover gaat de volgende aardige geschiedenis.
In de zestiger jaren van de vorige eeuw dreef een
zekere Wilhelm Mogk, een Duitscher, een schoen-
handel en schoenmakerij in Parijs. Onder zijn klanten
waren vele leden van Europeesche hoven. Toen nu
de dertig-jarige oorlog uitbrak, werd deze Duitsche
schoenleverancier. Niettegenstaande zijn predicaa/
van hofleverancier uit Parijs uitgewezen, zonder da?.
Napoleon de derde, de laatste schoenen die Mogk voc."
hem gemaakt had, betaald had. Hij droeg deze laa.
zen in den slag bij Sedan. Men kan zich zeker wel
voorstellen dat Napoleon op zijn veldtocht niet bege
leid werd door de zegewenschen van zijn gedupeerden
schoenmaker, die intusschen weer in zijn geboorte
stad Wildungen teruggekeerd was. Toen nu Napoleon
na den slag van Sedan naar het niet ver van Wil
dungen gelegen slot Wilhelmshöhe gebracht werd, liet
de schoenmaker dan ook deze gelegenheid niet on
gebruikt en maakte den koning een visite, waarbij
hij hem de onbetaalde rekening van meer dan hon
derd thaler voorlegde. De rekening werd onmiddel
lijk betaald. Toen Mogk nu terzelfder tijd ook de op
dracht kreeg om de trouwschoenen te maken van den
vorst van Waldeck, kreeg hij zooveel geld, dat hij ge
noeg had om naar Amerika over te steken. Men hoor
de nooit meer iets van hem en zoo we'et men niet
of het loon voor do schoenen van Napoleon hem go-
luk heoft gebracht, of dat hij in het land over don
•oceaan meer last had van onwillige betalers.
DE HARMONIE DER LIEFDE.
(Simpllcissimua, Münchcn).
Ze snurken zoo precies gelijk, dat lk begin te
ge'noven, dat er toch iets tusschen die twee moet
zijn.