Waer wert oprechter trou Sneeuwballen. Servische Kerstmisgebruiken. Engelsche Kerstgebruiken. Volksgezegden. Een Kerstvertelling door L DENAND2B, Dit ia het krachtigste cement, Dat harten bint, als muuren breecken Tot puin in 't endt, VONDEL. Hét was stampvol in het Warenhuis. Maud Wayland liep in de speelgoedaideeling en keek rond.» Al de winkeljuffrouwen waren door klan ten, die hun Kerstinkoopen kwamen doen, in beslag genomen en 'n vriendelijke afdeelingschef bracht Maud een stoel. Met een gevoel van behaaglijkheid na een vermoeienden ochtend van winkelen zet te ze zich neer en zij verbaasde zich over het geduld waarmee de bedienende meisjes de veeleischende klan ten hielpen. Haar aandacht werd getrokken door het meisje aande dichtstbijzijnde toonbank, dat juist met zooveel lieve tact bezig was aan een oud gebogen, boeren- vrouwtje een goedkoop© tol te verkoopen voor baar kleinkind zeker. De winkeljuffrouw, waarnaar Maud Wayland met aooveel belangstelling keek, was een van de interes santste meisjes, die zij ooit had gezien. Het was 'n slanke, donkere verschijning, het meisje, wat bleek en met fijne wenkbrauwen, die de opvallende blauw heid der oogen scheen te accentueeren; haar mond was zoo fijn gevormd als die van Maud zelf. Maar op haar gezicht was een uitdrukking van verzet en ontevredenheid, in haar fijne, nerveuze trekken, in den trotschen opslag van haar oogen IHet boerenvrouwtje was klaar en Maud was aan de beurt. Nadat ze verschillende kleins cadeaux had uit gezocht, poogde ze een gesprek aan te 'knoopen met het meisje dat haar zoo interesseerde: ,*Kerstmis is een vermoeiende tijd voor U, niet waar?" „Ja, nogal", klonk het eenigszins onverschillige ant woord. De stem was klankvol en aangenaam, maar klonk heel koel. Maar Maud gaf het niet op: ,,U zult wel érg naar Kerstmis verlangen?" „Ja, antwoordde het meisje gemelijk; „het zal niet onplezierig zijn de rust!" Met bitteren blik keek ze naar Maud en ze ver volgde: „Wilt u werkelijk wéten hoe ik de Kerstda gen zal doorbrengen of is het u, net als de andere klanten er maar om te doen om 'n praatje te maken?" [Maud was stom-verbaasd, maar ze antwoordde naar waarheid: „ik wil hét werkelijk wéten". En toen kwam, kalm en nadrukkelijk de explicatie en toch, met zooveel bitterheid en verontwaardiging! uitgesproken, dat het een diepen indruk bij Maud achterliet. „Om te beginnen", zei het meisje, ,zal ik niet naar de kerk gaan, niet omdat ik onverschillig ben, maar omdat ik niet op tijd wakker zal worden. Na zoowat tien dagen, hier van 's morgens negen tot 's avonds tien uur gestaan te hebben is het eenige waartoe je op die vrije dagen in staat bent te rüsten. Ik zal slapen als een marmot tot over elven en dan zal ik tegen één uur eindelijk den moed hebben om op te staan. Dan zal ik op mijn kamer m'n eenvou dig middageten 'krijgen en een eindje gaan wande len. Dan kom ik weer thuis om thee te drinken en ik zal probeeren wat te lezen als ik een geschikt boek kan vinden en anders maar vroeg naar bed en vergeten dat andere menschen Kerstmis vieren. Nu moet u niet denken dat alle r&eisjes bier zoo'n heerlijk programma voor hun Kerstdagen hebben als je familie of goede kennissen hier in de stad hebt is het nog wel uit te houden, al heb je niet veel geld maar voor mij ia het nu eenmaal niet an ders". Er waren andere klanten bij de toonbank gekomen en de verkoopster wendde zich tot 'hen. Werktuigelijk nam Maud haar pakjes bij elkaar over haar opgewekte, feestelijke Kerststemming was een schaduw gevallen. Toen ze bij haar broer en haar oom gezellig aan de theetafel zat en de rosse gloed uit de haard op haar gezicht viel, zei haar oom: „Je ziet er uit, kind, of je het winkelen niet bepaald amusant gevonden hebt". „Ja, oompje, ik heb 'n avontuur gehad, dat me *n beetje uit m'n géwone doen heeft gebracht", zei Maud en ze vertelde wat haar wedervaren was. „Wel, wel", zei haar broer, toen ze klaar was, „dat schepseltje zal haar temperament ook moeten leeren in bedwang te 'houden als ze haar baantje op den duur wil uithouden". „Ik geloof', zei Maud nadenkend, „dat ze alles be ter zou verdragen, als iemand eens wat zon in haar leven bracht." Toen Betty Burgoye den eersten Kerstmorgen om tien minuten over elven uit een looden slaap ont waakte, keek ze lusteloos de armoedige kamer rond en zag de beide feestdagen als een grauwen muur Voor zich. Met 'n harden tik op de deur trad de slordige pen- sion^dienstJbode binnen en vertelde dat er een dame was om Betty te spreken. Ze bracht een kaartje mee, dat Betty aandachtig bekeek: „MISS MAUD WAYLAND". Betty gaf order om de dame in de zitkamer te la ten wachten, was in 'n wip het bed uit en maakte met een voor 'n vrijen dag ongewone snelheid, toi let. Toen ze de zitkamer binnenkwam, bleek haar voor- gevoel haar niet bedrogen te hebben: het waa de be- langstellende dame uit het warenhuis. Maud kwam als 'n goede fee haar vragen om de Kerstdagen In haar huis door te brengen met haar broer en haar pas uit Indië teruggekeerden oom Mr. Macleod. Ze wilde niet dat Betty's Kerstdagen zoo donker en eenzaam zouden zijn als het meisje zich in haar bitterheid had voorgesteld. Tegen zooveel vriendelijkheid was Betty niet be stand en aarzelend gaf ze toe. En het was de zonnigste en gelukkigste eerste Kerstdag, die Betty sedert haar kinderjaren had doorgebracht, deze dag in het comfortabele huis van Maud's broer, met den vroolijken, jongen gastheer en de aardige gastvrouw en hun vriendelijken, aristo- cratischen oom 's Avonds laat zaten de beide meisjes op Maud's slaapkamer nog na te praten. Betty had het zich ge makkelijk gemaakt; haar zwarte haarpracht hing los om haar hoofd. „Je hebt hier gauw veroveringen gemaakt", zei Maud lachend, „m'n broer Jack liep je als 'n hondje achterna, mn eigen jongen die goeie Tom was vol attenties voor je en oom Mac kon geen oog van je afhouden". „Ja, ze waren alle drie erg aardig maar oom 'Mac vind ik gewoon een schat." „Ja, dat is hij", antwoordde Maud enthousiast, „hij is pas 'n jaar bij ons twintig jaar is hij in Indië geweest". „Wat jammer," meende Betty, „dat zoo'n lieve man nooit getrouwd is." Maud lachte: „Ik geloof dat hij een romantische ge schiedenis heeft gehad. Jaren geleden had hij een meisje gehad, maar dat is hij cup een of andere ma nier kwijt geraakt. En hij heeft me eens gezegd, dat als hij haar terug zou vindon en ze was nog vrij, hij direct met haar trouwen zou. Ik geloof 'heusch, dat hij nog altijd naar haar uitkijkt. Maar in elk ge val jij hebt zijn hart gestolen vandaag, Betty, dat weet ik heel zeker". „Och", zei het meisje, „daar zal ik me maar niet in verdiepenAlles wat ik in de wereld heb is een afgewerkt moedertje, die ik 'n onnoozele veer tien. dagen in bet jaar zien mag.,' Plotseling hield ze op en sprong overeind. „Wat 'n harteloos, zelfzuch tig schepsel ben ik toch. Nou heb ik Moeders Kerst brief nog in mijn tasch en ik heb hem niet eens gels- zen „Doe 'het dan nu", raadde Maud. Betty deed het en 'n paar nfinuten was het stil in de kamer. Toen keek ze plotseling op, met 'd ge zicht zoo bleek als een doek. „Maud", hijgde ze. „Wat is er, kind? Is je moeder niet goed?" „Neen maar ik denk dat ze gek geworden is, of ik ben het Zeg Maud, je oom heet toch Andrew van z'n voornaam, niet?" „Ja". „Lees dan in godsnaam dezen brief en vertel me of m'n oogen me soms bedriegen. Zóó iets heb ik nog nooit gehoord!" Maud nam den brief en las. Het begin was 'n ge wone Kerstwensch van een liefhebbende moeder aan haar dochter, die van huis was. Maar dan kwam het buitengewone: Mrs. Burgoyne vertelde niet meer of niet minder dat ze een paar dagen geleden een huwelijksaanzoek had gehad van iemand die in haar jeugd een heel intieme vriend van haar was geweest en over wien ze nooit met haar dochter gesproken had Mr. Andrew Macleod, met wien ze getrouwd zou zijn als de onnaspeurlijke hand van het noodlot het niet had verhinderd' Een jaar geleden was Andrew uit Indië, waar hij twintig jaar geweest was, teruggekomen en had di rect pogingen gedaan om haar terug te vinden, waarin hij nu eindelijk geslaagd scheen. Hij, had haar geschreven onder haar meisjesnaam wist niet eens dat ze getrouwd was. Mrs. Burgoyne was wel geneigd het aanzoek aan te nemen, want hoewel ze ook van Betty's vader had gehouden, ze was een eenzame vrouw geworden en in haar hart leefde nog altijd diepe genegenheid voor den vriend harer jeugd. Maar ze wilde nog niets beslissen voor ze het oordeel van haar dochter wist en voor ze Mr. Macleod gezien en gesproken had „Iets wat U aangaat, oom Mac", riep Maud. „Iets wonderbaarlijks. Vertel het hem gauw, Betty". „Ik heb een brief van mijn moeder", stamelde Betty, „en bet is over U. Zeze is weduwe en voor ze trouwde heette ze Elizabeth Wentwortb. Be grijpt U bet nul" Hij staarde haar aan, sprakeloos; uit zijn zonge bruind gezicht verdween alle kleur. „Is het mogelijk? Is bet werkelijk waar; ben jij de dochter van Eliza beth?" 'Betty gaf hem den brief met trillende vingers. „Leest U zelf maar". Maud gaf haar broer een wenk en ze gingen met z'n tweeën de kamer uit. OBetty keek, terwijl hij las, met kloppend hart naar z'n gezicht, dat de grootste aandoening verried. Hij legde den brief weg en nam haar beide handen in de zijne en zei met trillende stem en vochtige oogen: „Wel, Betty-lief, dit onverwachte is het heerlijkste dat Kerstmis ons kon brengen. Vertel me alles van je moeder". Ze antwoordde op al z'n vragen met een gebroken stem, vertelde van haar vaders dood, vijftien jaar geleden, en vertelde van de lange jaren van eenzaam heid en armoede, dat het prachtige haar van haar moeder grijs gemaakt had. „U zult haar wel ouder geworden vinden, maar haar hart is jong gebleven ze kan nog lachen als 'n jong meisje." „Er zullen geen zorgen meer zijn, noch voor haar, noch voor jou m'n hart en m'n huis zijn voor jul lie groot genoeg envoegde hij er glimlachend aan toe: „Je zult nooit «peer bang 'hoeven te zijn voor een eenzame en vervelende Kerstmis. En nu, Betty wil je morgen met me meegaan naar Newcastle, om mij bij Elizabeth te brengen?" „O ja, ja", ze lachte hem dankbaar toedoor een nevel van tranen. 250 gr. tarwebloem, 100 gr. boter, 100 gr. rozijnen, 4 dL. water, 8 eieren, zout. Kook water, boter en zout; strooi er roerends het meel bij, en blijf steeds flink' roeren tot het deeg, als een klomp van den kamt van de pan loslaat. Doe er de even in iets warm water opgewelde rozijnen bij en roer er vervolgens van bet vuur één voor één, de heele, ongeklopte eieren door. Maak futuurvet ('bij! voorkeur prima sla-olie) flink heet. Vorm van bet 'beslag met twee lepels kleine balletjes en laat deze in het heete frituurvet licht bruin en gaar bakken. De sneeuwballen moeten onder het bakken minstens tot driemaal bun oor spronkelijke grootte uitzetten; dit duurt .pl.m. 10 mi nuten. Wanneer ze zonder veel uit te zetten gauw bruin wlorden is bet vet te heet. Wanneer de sneeuw ballen gebakken zijn, laat men ze op een stuk poreus papier (op een vergiet gelegd) even uitdruipen, sta pelt ze op en bestrooit ze, wanneer ze eenigszins afgekoeld zijn met poedersuiker. Buiten in de hall zat Jack Mayland met een slape- rigen fox-terrier aan zijn voeten. Door een kier van de deur kon hij het lieflijk tooneeltje zien, dat zich in de rookkamer afspeelde. „Fox, ouë jongen," zei hij tegen den hond; „som mige menschen schijnen alle geluk te krijgen. Bin nen is er een oude heer die goede-nacht wenscht aan het liefste meisje van de wereld, en bij alle goden, haar een kus geeft, 't Komt niet te pas, maar die toe stand kan niet blijven voortduren. Ik geef je m'n woord, Fox, dat als over zes maanden Maud getrouwd en de deur uit is, dit lieve kind voorgoed hier in mijn huis komt, om voor jou en mij te zorgen Fox zei geen woord, maar ging snuffelend in de richting van de keuken, als snoof hij al de streelen- de geuren van de drie bruilofts-maaltijden, waarvoor hij de beentjes zou af te kluiven krijgen. Kerstnacht. .Maud vouwde den brief dicht en bleef onbewege lijk staan, met trillende lippen en vochtige oogen. „Er is geen twijfel aan", zei ze eindelijk, „het is oom Mac. Ik heb nog nooit zoo iets romantisch gehoord en tegelijk zoo iets leuks. Dat is het weik van do Voorzienigheid geweest, dat ik dien dag in het Warenhuis $Maud", viel Betty haar in de rede, wanhopig, „wat moet ik in Godsnaam doen,?" „Doen?" echode Maud. Ze vloog naar de kleeren- kast, hing de stom-verbaasde 'Betty een prachtige zij den kinomo om en begon haar loshangende haren in tweeën te vlechten. „Doen?" herhaalde ze, „je kimt maar één verstan dig ding doen op het oogenfelik. Je gaat rechtstreeks naar beneden naar oom Mac en laat hem den brief lezen. Ja, het is over twaalven, maar dat geeft niets Vooruit maar!" „Ik kan zóó toch niet naar beneden gaan, Maud". „Je kunt en je wilt. Weet je wel, dat je er zóó onbeschrijflijk leuk uitziet? Ik ben 'n boon als oom Mac z'n aanstaande stiefdochter niet direct aan het hart drukt. Dus, kom maar mee". De twee heeren, die in hun avond-toilet nog in de gezellige rookkamer bij gouaen kaarslicht voor het knappend haardvuur zaten te praten, waren niet weinig verbaasd toen' de deur openging en achter de rijzige gestalte van Maud het slanke figuurtje van Betty in haar roze zijden kinomo, het haar in tweo lange vlechten en de blauwe oogen stralend, zicht baar werd. „Alle Goden van Griekenland, wat is er aan de hand?" Sinds oude tijden zijn er altijd over den Kerst nacht bijzondere dingen verteld. Zoo doet hot verhaal de ronde, dat dan als de klok 12 slaat, al het bron- en rivierwater in wij'n veran dert, doch niemand mag ervan proeven. Ook zouden in dien nacht alle bloemen haar kelk oponen, de appelboomen zouden -bloeien, terwijl de top, zelfs onder een dikke sneeuwlaag, wel de lengte van een vinger naar boven zou schieten. Wie in Kerstnacht een twijgje van den kerseboorn of Mei-doorn of appelboom afsnijdt en dit in het wa ter zet, zal het op Vr. Lichtmis zien bloeien. De bijen zingen in hun korven, terwijl tusschen 11 en 12 uur de staldieren met elkaar spreken en de toekomst voorspellen, doch wie er naar luistert, moet dit met den dood bekoopen. Bovendien ligt het vee op het geboorte-uur ge knield, terwijl de os, de nakomeling van den os in den stal van Betihlehem, dan precies weet te zeg gen wat de evangelisten vergeten hebben op te schrijven. De herderkona waakten bij nacht in de wei, hun schapekens sluimerden rustig - een doedelde, een ander die speel-de schalmei, de sterrekens luisterden lustig. Plots riep er een engel met gouden stem: Sta! herderkens,. rap op de been, uw Gto-d is geboren te Bethlebem. Gloria, spoedig er heen! Kerstfeest is voor de Serviërs, naast Slawa, het grootste feest des jaars. Slawa fa het leest van den familieheilige, een herinnering aan den overgang tot het christendom, Kerstmis daarentegen is een feest van eigen bodem. De elders gebruikelijke kerst boom is vervangen door een groot houtblok, „bad njak" geheeten, dat den, avond, voor Kerstmis door de mannelijke familieleden met groote plechtigheid in het bosch gekapt wordt en naar buis gesleept. Daar wordt het met wijn begoten en bestrooid met graankorrels, een ritueel, dat de vruchtbaarheid moet 'bevorderen. Dan legt het hoofd van het gezin het blok op de stookplaats en steekt het aan. De badnjak is het kenmerk van het Kerstfeest en ook de Kerstavond wordt badnjak genoemd. Met Kerst mis slaapt men niet in bed, doch onder de eettafel op het kerststroo. Dit stroo heeft tooverlcracht. Hat geeft gezondheid en beschut voor gevaren. Kerststroo mag men niet verbranden, dan verdort het veldge was. Een van de mooiste overleveringen betreft den „Po- lasjenik", dengeen, die op eersten Kerstdag het eerst het huis binnentreedt. Is dat een knaap of een flinke jonge man dan zal het volgend jaar vruchtbaar, vreedzaam en gelukkig zijn. Is bet een oud man, dan zijn de vooruitzichten ongunstiger, maar wee, zoo het een vrouw en vooral een oude vrouw ware. Dan deed men beter, maar ineens buis en hof te verlam ten. Ook de geestelijke geldt als po-lasjenik voor een ongeluksbode. Daarom gaat hij op eersten Kerstdag pas' na den middag uit, dan hebben de meeste gezin nen hun polasjenik reeds ontvangen. Deze treedt met den rechtervoet het 'huis binnen en strooit bij den ingang een handvol graankorrels uit. De huis vrouw komt hem tegemoet en strooit ook graankor rels over hem uit. Daarop pookt 'hij den badnjak op, begiet dien opnieuw met wijn en spreekt er zijn ze gen over uit. Vervolgens kust hij alle bewoners van het huis onder den heilwensch: „Hristos je rodi" (Christus is geboren). De polasjenik blijft den heelen dag tegast en wordt rijkelijk van eten en drinken voorzien. Als bij een beetje beschonken wordt, is het een bijzonder goed teeken, want dan zal het jaar vol vroolijkhei-d en blijdschap worden. V Groene Kerstmis, witte Paschen. Een lichte Kerstmis geeft lichte schuren. Groene Kerstmis geeft goeden oogst voor het kerk hof. Is Kerstmis nat, dan blijven korenschuur en wijn vat leeg. Met Kerstmis -storm en sneeuw maakt de velden vruchtbaar. Uit het ineel van anderen is het gemakkelijk Kerstbrood te bakken. Als de merel zingt vóór Kerstmis, zal ze krijiten op Mlaria Lichtmis. Wie met Kerstmis Meibloemen zoekt, kan lang wachten voor zij bloeien. Als met Kerstmis ijs aan den wilg hangt, kan de fclaver vóór Paschen worden gesneden- Dé twaalf dagen tusschen 2ö December en 5 Ja nuari zijn de sleutels van het weecr voor het gan- sche jaar. Schijnt de zon met Kerstmis als in zomersche dagen, Dan sneeuwt het ln Mei op de hoornen en hagen. DE „WATTS". 'De Britten zijn geen volk van zangers en musici. Maar ^stembanden spannen zich tot. zang, on oud koper krijgt klank, wanneer Kerstmis op komst is. De „Waits" (wachters) beginnén hun avondtochten door do stille, mistige straten der stad, langs de triestige wegen der dorpen. De „Waits" zijn velerlei: zij zingen of spelen Kerst liederen te eigen bate of voor een liefdadig doel, of eenvoudig om het oud gebruik te volgen. In de buitenwijken van Londen bestaan de „waits" veelal uit twee, drie havelooze kinderen, die even klaaglijk als valsch door de spleet van de brievenhus hun „Glory to the new born Kling" het huis inzingen. Do kinderen wachten (vandaar waarschijnlijk de naam „waits") op 't opengaan van de deuren en ver wachten een penny. Zij nemen min of meer do hou ding aan, dat de penny hun niet kan worden gewei gerd, en wanneer het wachten wat lang duurt, han- teeren zij met kracht den klopper, dien elke Engelsche huisdeur bezit. 'Die kinderen vormen de nederigste leden van het gilde der „waits". De hoogste plaats op dat gebied wordt ingenomen door de zangers van het koor van Lloyds, die op de late middagen tegen Kerstmis in hun kantoorgebouw, de Koninklijke Beurs en do City, de nijvere schare van klerken, boekhouders en typis ten, die willen komen luisteren, vergasten op heer lijken Kerstzang. Zangvereenigingen maken tegen Kerstmis ook „waits"-tochten door de districten van haar domicilie. Het is de eenige tijd van het jaar, dat het bestaan van Engelsche zangvereenigingen zich wijd waar neembaar openbaart. Toch zijn in het algemeen de „waits" niet populair. De bedoeling van de vocale en instrumentale presta- ties is gewoonlijk, het publiek gaven in geld afhan dig te maken. En hoewel de weldadigheidszin in deze I dagen werkelijk zeer ruim is, kan men moeilijk nar gaan, oi alle giften aan de „waits" wel goed besteed zijn. Indien men de spotplaten mag gelooven, heb ban de „waits" het vaak hard te verduren en is hun ontvangst aan de huizen niet altijd vriendschappelijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 10