SchagerCourant
DWARS
DOOR
CANADA.
Tutti Frutti.
BENiTO MUSSOLINI.
Tweede Blad.
De bouwers van Heden.
BILLY BOO.
Maandag 24 December 1928
71ste Jaargang. No. 8380.
14.
TORONTO, 4 November 1928.
Wel iederen reiziger die door Canada komt, moet
getroffen zijn door de welvaart en de gelukkige om
standigheden waaronder nagenoeg een elk hier leeft.
Armoede is er een onbekend woord en zeker in het
lange zomerseizoen, wanneer er volop werk is voor
veel geld en gedurende het zeker moeilijkste winter
seizoen komt het mij voor, dat men voor kost en in
woning altijd nog wel terecht komt, al prefereeren de
meer ambitieuzen natuurlijk het harde werk in' de
steden of in de lumbercamps.
Doch wat de tourist nog sterker opvalt dan de
bloeiende gezondheid en de hooge levensstandaard
van de overgroote meerderheid der bevolking hier, is
de sterke ontwikkelde persoonlijkheid van den door
snee-Canadees.
Wat den doorsnee-Canadees ontegenzeggelijk nog
ontbreekt, is stijl en cultuur. Het is een curieus ge
zicht om in de vestibule van een paleiselijk hotel
chique en kostbaar gekleede heeren zich met den
hoed stijf op het hoofd aan de dames te zien voor
stellen.
Eigen cultuur staat ook nog in de kinderschoenen.
Architectuur beperkt zich nog tot een overdadige na-
aping van Grieksche ontwerpen, welke in het. drukke
zakencachet van een nieuwe Canadeesche stad soms
passen als de traditioneele tang op het niet minder
beruchte varken.
Doch in dit alles komt verbetering. Een eigen cul
tuur begint zich te ontwikkelen, nu de economische
ondergrond sterk genoeg is om ook de luxe van het
gemeenschaps-gebouw te dragen. De belangstelling
welke het verre Westen voor do muziek en zang van
's werelds grootmeesters en kunstenaressen aan den
dag legt en de offers, welke het zich daarvoor ge
troost, zijn weldadige aanwijzingen in die richting De
eigen kunst, wel'ke wel haar grootste inspiratie moet
vinden in de ongeëvenaarde variatie kostelijk natuur
schoon door heel het land, neemt verblijdend toe en
onder de breede schare Canadeesche scribenten begin
nen figuren naar voren te komen, een Stephen Lea-
cock, een Robert Stead en vooral Miss Hazo de 1a
Roche, die tot het bereiken van de hoogste sporten
in hun literaire kunst reeds een goed begin gemaakt
hebben.
Onder de parlementariërs en politici zijn krachten
aanwezig in welker handen het land zich met volko
men gerustheid kan toevertrouwen, zelfs telt men
hier en daar een staatsman van internationale betee-
kenis. -De grootste figuur in het politieke leven van
Canada en in dit leven nog steeds domineerend on
danks het feit, dat. hij zich reeds jaren uit de actieve
politiek teruggetrokken heeft, is Sir Robert Borden,
die als Minister-President van 19111920 Canada
door de moeilijkste periode harer geschiedenis voerde
en die uit den wereldoorlog, welke hij hier leidde,
met vaste hand en durvend energie, voor Canada het
grootste goed medebracht: de status van haar practi-
sche onafhankelijkheid. Persoonlijk bewaar ik de
diepe herinneringen aan het lange onderhoud, dat ik
met Sir Robert in zijn residentie had en waarbij hij
mij al de schatten toonde waarmede het dankbare
Brittanië den invloedrijken minister van den impe
rialen oorlogsraad en één der voornaamste leiders der
Britsche delegatie gedurende de Versailles vredes-con-
ferentie, vereerd heeft: de gouden kisten, waarin ste
den zooals Londen, Manchester, Glasgow, en vele
andere den grooten Canadees het eereburgerschap
aangeboden hebben.
0e tegenwoordige, liberale regeering liberaal
hier in beteekenis van democratisch tegenover de
conservatieve' oppositie-partij telt uiterst bekwame
leden, volkomen opgewassen tegen de groote zorgen
van den sterk groeienden Staat en met dien verren
regeerdersblik welke vooral in dit jonge land regee-
ren tot een kwestie van „vooruitzien" stempelt.
De gelukkige verstandhouding in dit land tusschen
de twee groote rassen en de twee groote godsdiensten
spreekt wel het sterkst uit de innige samenwerking
DE STAD DER BEETHOVENS. Onlangs gaf ln een
groote industrie-stad in Engeland naar het
heet, moet het Liverpool geweest zijn een Duit-,
sche kunstenaar een concert. Het was een Beet
hoven-avond, die, als altijd in dit „land zonder
muziek", de zaal tot aan den nok ,toe vulde en
enormen bijval verwierf. Eindelijk, nadat het
scherm talloos vele malen „gehaald" werd, vond
de gevierde kunstenaar den weg door de opdrin
gende, enthousiaste menigte vrijgelaten, waarna
hij spoedig door de directie van het concertge
bouw in ontvangst genomen en voor een diner
naar hotel X werd geleid. Tot dit diner waren
ook de kunstminnende notabelen van de stad uit-
genoodigd. De Duitsche musicus werd met zijn
behaald succes geluk gewenscht, geprezen en
bijna gesmeekt weer spoedig terug te keeren. En
dan opnieuw met muziek van Beethoven. „Want",
zoo voegde er een van de notabelen aan toe, „er
zijn geen tien mensehen in Liverpool, die een mu
ziekstuk kunnen schrijven als Mister Beetho
ven."
Nu is het mogelijk, dat deze Engelschman, on
danks het tegengestelde al meer dan eens bewe
zen is, toch nog een hoogen dunk van zijn land-,
genooten heeft op muzikaal gebied, doch ln dit
geval had hij toch wel gerust kunnen zeggen, dat
er niet één in Liverpool, ja zelfs in heel Enge
land was, die zulke muziek kon schrijven als
Mister Beethoven.
tumfcen tien FirrtCeiïtio'K^Dngelec'b'en Ktafirtwr Pre»
ident Mackenzie King en den Kathollek-Franechen
Vice-President v. d. Ministerraad Ernest Lapointe,
den federalen Minister van Justitie. In Quebec ben ik
getuige geweeet van de ontroerende ontvangst welke
Canada zijn Premier bereidde bij de terugkomst van
diens zoo succesvolle recente EUropeesche rois, waar
hij namens Canada het Kellog Pact in Parijs toeken-
do, daar do Canadeesche Legatie opende on zijn land
vertegenwoordigde op de volkenbondsvergadering
te Génève,
De drieduizend mijlen lange grens, geheel onbe
schermd, tusschen Canada en haar machtige buur
do Vereenigde Staten, vroeg ter oplossing der dage
lijks rijzende geschillen om bijzondere voorzienin
gen. Hoewel Canada een eigen gezant in Washing
ton hoeft, is een speciale „International Point Com-
mission" in het leven geroepen, bestaande uit drie
Canadoezen on drie Amerikanen, welke nu reeds
meer'dan vijftien jaren functioneert en alle geschil- j
len, waaronder de moeilijkste, in breeden zin voor
beide landen tot oplossing heeft weten te brengen en
toen ik den President der Canadeesche Delegatie
ontmoette, de imponeeronde figuur van Charles
Magrath, was ik uitermate verwonderd hier, in-
i plaats van een sl uwen. diplomaat, een groote zakon-
I figuur on self-made man to treffen, gevierd door de
universeel achting van twee continenten,
Zulke mannon kweekt Canada. Een ander voor-
I beeld daarvan ls Tom Moore. do President van bet
S Vakverbond en. niet alleen trof mij het groote respsot
waarop Ministers en zukenkoningen mij over dezen
gewezen timmerman spraken, doch vooral na mijn
persoonlijke ontmoeting hoe het ambt hier den j
man gestempeld en van den werkman, nu de leider
der Canadeesche werklieden, oen staatsman gemaakt
heeft van internationale visie.
Dit is de penetreerende fascinatie, hoe dit groote
land groote mannen kweekt. Ik zou door kunnen
gaan met voorbeelden uit alle rangen en standen,
doch ik zal mij beperken tot nog een heel merkwaar
dige figuur, den Directeur-Generaal van den Wheat
Pool (ae Graantrust). Deze pool is gesticht door de
boeren van het Westen, om door coöperatieverkoop
den graanprijs hoog te houden. De boeren, leden van
den pool verbinden zich telkens voor vijf jaren om
al hun graan slechts door middel Van den pool te
verkoopen. Zij brengen na het dor9chen hun oogst
naar de eigen silo's van hun Pool aan elk spoorweg
station. Bij een grooten oogst, zooals dit jaar, zou
«..e overvloed van aanbod onmiddellijk den prijs van
het product naar beneden brengen. De Wheat Pool
houdt bet graan daarom vast en verkoopt bij ge
deelten, telkens als de wereldmarkt het gunstigst is.
Zij; betaalt direct een Dollar per bushel na den oogït
en maakt dan in den loop van het volgend jaar nog
'drie extra uitkeeringen, de tweeue voor den zaaitijd,
de derde voor den oogsttijd en tenslotte de finale uit-
keering, want winst voor de trust als zoodanig
wordt niet gemaakt, al de winst wordt percentsge
wijze uitgekeerd aan de leden, die zoo in totaal dé
allerhoogste prijzen voor hun producten bekomen.
In het kantoor van den Directeur-Generaal, een
oud-boer, met eigen practische ondervinding, werd
op die wijze verleden jaar alleen een milliard dui
zend millioen gulden dus, van graan voor de aange
sloten leden der drie prairie-provincies verkocht en
heel déze organisatie berust in eigen handen.
Dat zijn de durvende ondernemingen van liet
groote land, dat zich nog van den grond af aan laat
opbouwen en aaneen organiseeren. Dat eigen volk,
de eigen klasse, het materiaal biedt voor de leidende
posten van zulk een geweldig wereldconcern, dat is
iets waarop de Canadees van den boerenstand terecht
trots mag zijn.
I Op den laatsten dag van mijn verblijf in Canada,,
heeft een der grootste financiers van dit rijke land,
Sir Jozeph. Flavelle, President van de Nationale
Trust-Company, voorzitter van den Raad van Dire>
teuren der Canadeesche Handelsbank en zelf vele
malen millionnair, mij nog wel willen ontvangen en
uit den schat van zijn eigen vijftigjarige kanbiers-
ervaring gesproken over de ontzaglijke vooruitgang j
van dit land en de ongelimiteerde mogelijkheden
voor de toekomst. Een staaltje van beiden:
In jSir Jozeph's jeugd werd al het land der drie
prairie-provincies door de Hudson Bay Company ver
kocht voor een, tpen zeer hoogen prijs, van 1 y2 mil
lioen dollar. Welnu, verleden jaar was alleen de eie
ren- en pluimvee-opbrengst in de kleinste der drie
provincies, meer dan twee millioen Dollar.
Uitvoerig ging de bankier in op de geweldige ont
wikkeling der waterkrachtbenutting, de witte steen
kool, de bloei van machtige industrieën in gebieden
welke vroeger onbewoonbaar gedacht werden, de 1
steeds nieuwe ontdekkingen van kostbare delfstoffen
in nagenoeg elk gebied des lands. I
Toronto, het industrieele centrum van Canada, met
zijn tallooze wolkenkrabbers en zakenpaleizen, heeft
alle recht het grootste vertrouwen te hebben in Ca- j
nada's schitterende toekomst en het nieuwe hotel, dat1
tegenover het magnifieke Union station, het grootste
hotel in heel hét Britsche Rijk zal worden, zou wel
een symbool kunnen zijn van wat Canada van de toe
komst verwacht
KEES VAN HOEK
De Witte Terreur had over de Roode Terreur geze
gevierd.
Die Socialisten die reeds bijna een staat in den staat
gevormd hadden, en met het proletariaat alle andere
nuancen van het volksbestaan terroriseerden, was ln
den greep van het Fascisme omgekomen. Alle burger
lijke partijen herademden en de mllltairsn, de indu-
strieelen, de boeren, de middenstand, de intellectueelen
en een gering deel der arbeiders verheerlijkten den
leider van het Fasoisme, die hun weer rust bezorgd
had en gelegenheid om hun arbeid te vervolgen.
Mussollni zag in. dat wilden inderdaad die lieden
hun arbeid rustig ln het belang der gemeenschap en
van Italië kunnen vervolgen, er ln den Staat zelf ook
waarborgen voor die rust moesten bestaan. Ziedaar dus
een verdere taak voor het Fasoisme, het zich meester
maken van het roer van hot schip van Staat, het ver
wezenlijken van oen rogeerlngsprogram, door aan het
hoofd dor regoorlng te komen.
Ofschoon Mussollni hot parlementarisme als een
zich zelf overloefd hebbend onding beschouwde, zag hij
wol ln, dat het praotisch zou wozon om dit onding voor
alsnog als een noodzakelijk kwaad te aanvaarden.
Maar dan moest hij ook trachten de meerderheid ln
het Parlement te bekomen.
Den 7en April 1921 werd de Kamer ontbonden en
werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Was ln het
najar 1919 de verkiezing van Mussollni een échec ge
weest, hij zou nu zorgen dat het anders werd. De So
cialisten waren doodsbenauwd, dat de Fasolsten aan
de stembussen de tegenstanders van het Fascisme
zouden afranselen, Mussollni beloofde echter, dat dit
niet zou geschieden en de verkiezing zonder eenigen
aandrang dan die welke geoorloofd was, zou plaats
hebben.
D'Annunzio was boos op de Fascisten, dien hij ver
weet, dat zij, toen hij zijn staatsgreep te Fiume uit
voerde, verzuimd hadden, hem door een revolutie thuis
te steunen.
Mussollni begaf zich naar Gardone en wist het met
d'Annunzlo eens te worden. Dat was de grondsteen voor
een sterke stembuscombinatie. Men maakte een coa
litie, waartoe ook de Giollttianen behoorden. Zoodoen
de zouden de Fascisten profiteeren van den steun van
de aan de regeering zijnde party.
Met groote behendigheid werd opgetreden by de
verdeeling der candidaten op de gezamtniyke ïysten
terwijl men zelfs de „Fasces", de pyienbundel, als ver-
kiezingsteeken voor de gemeenschappeiyke ïysten wist
te erlangen. Zoo stonden dus deze verkiezingen feite
lijk in het teeken van het Fascisme en slaagde als zoo
danig Mussollni, in twee plaatsen gekozen, deed met 35
Fascisten zijn intrede in de nieuwe kamer.
Mussollni bracht dadeiyk zyn coalitie-genoten tegen
zich in het harnas, omdat hij zyn revolutionnair kleed
vertoonde en verklaarde, dat de Fascisten de opening
van het Parlement door den koning niet zouden bywo-
nen. Hij had dat kleed, verweet men hem, niet ver
toond gedurende de verkiezingen. Mussollni antwoord
de, gy wist genoeg hoe ik my over deze aangelegenheid
steeds heb uitgelaten en dat was waar. Welk program
ma stond Mussollni nu eigeniyk voor? Men zou kunnen
zeggen een imperialistisch. Hy sprak dan ook van een
Imperialisme, niet militair en maritiem, zooals het
Pruische of Engelsche, maar een Italloansch Imperia
lisme, dus een hoogstand geesteiyk Imperialisme, zoo
als Vlrgilius, Dante en Mazzini dit hadden voorgestaan.
Rome was zijn ideaal en in zyn verkiezingsrede te
Bologna had hij ook voorgesteld om ieder jaar op den
21 April de stichting van Rome door Romulus te her
denken. Men moest Italië groot maken door eendrach
tig aamengaan en door arbeid. Men moest zich zoo voel
mogeiyk vrij trachten to maken van het knechtschap
der Westersche mogendheden, door het intensief cul-
tlveeren van den Itallaanschen bodem, hot benutten
der hulpbronnen en vooral door hot gebruik maken
van de „witte steenkool", het water tot opwekking van
electrlciteit. Hy verweet den Corsicanen, dat zy of
schoon Italianen van oorsprong niet Italiaansch voel
den, spotte anderzyds met de 180.000 Dultschers in Zuid-
Tirol, die zich verzetten tegen de iniyvlng by Italië, en
eischte van de Italianen in Dalmatië en elders, dat zy
zouden opstaan en zich by het roemryk Italië zouden
aansluiten.
Hy wees op de schoone overwinningen, die Italië eerst
in den oorlog en later ln den burgerkryg behaald had-
en wist op de vrbeldingskracht van de Italianen
te werken door te spreken over een Itallaanschen cul-
tureelen invloed rondom de Middellandsch© Zee, dus
sprak hy reeds van do Middellandache Zee, als „II
Mare Nostro". Wij zien, dat het. Fransche spreekwoord:
„1'appotlt vlent on mnngcant" door Mussollni in prnctyk
,-werd gebracht gedurendo zyn politieke carrière. Eerst
was nog maar (in-1916 en 1919), do Adriatiache Zee
„II Mare Nostro", maar nu was de honger voel groo-
ter geworden.
Intusschen vonden demeeste Italianen dat prachtig en
vooral zy, die met Mussollni als den redder van het
bolsjewisme dweepten, zagen aan den horizon niets
dan glorieryke dagen voor Italië verschijnen.
Ik kan onmogeiyk te veel van het geduld van de
lieve lezeressen en vriendeiyke lezers van de Schager
Courant vergen en wil my dus ten opzichte van de
parlementaire periode van Mussollni tot enkele feiten
beperken.
Het feit, dat Mussollni de Republikeinsche idéé niet
had laten varen, bracht hem reeds dadeiyk moeiiykhe-
den, want de Fascistische Kamerleden uit Piemont wa
ren zeer koningsgezind en wilden de zitting bijwonen.
De vijanden hoopten reeds op den „splijtzwam" ln de
Fascistische party, maar Mussolini wist zyn kamer
club, waarvan de leden overigens geheel eensgezind
waren, goed by elkaa rte houden, door een uitweg op de
moeilijkheid te vinden.
De Fascistische leden, die de opening wel zouden bij
wonen, deden dit op eigen gezag, zonder de partij
daarbij te vertegenwoordigen.
De Fascisten traden aanvankelijk wel eenigszins
eigenaardig In het Parlement op. Daar zy daden
wenschten te zien en al dat gescherm met woorden
uit den booze achtten, dreigden zy de Socialisten en
andere tegenstanders, dat zij de Fascisten uit de pro
vincie zouder. laten komen, om de heeren aan den ïyve
te doen voelen, hoe men over hun kletspraatjes, die
belangryke zaken slechts tegenhielden, dacht.
De communistische afgevaardigde Misiano, die inder
tijd gedeserteerd was, werd door zijn Fascistische col
lega's gegrepen en het gebouw uit gesmeten. Eerf Zuld-
Tiroler Baron Toggenburg, die vroeger Oostenryksch
Minister geweest was, werkte op de Fascisten als een
roode doek op een kudde stieren en zy probeerden
steeds hem onderste boven te loopen. Kwajongens-mar
nieren.
Later zou het nog erger worden. Wanneer men dan
laat had van een tegenstander en men vreesde zyn
woord ln het Parlement, dam werd de man op straat
door een stelletje Fascisten gegrepen, kroeg een flesch
wonderolie ln zyn keelgat leeggegoten, een scheutje
benzine na, opdat het bleef zitten en weg reden de
heeren in een gereedstaanden auto. De oppositie-afge
vaardigde had een paar dagen huls-arrest om van de
gevolgen van de wonderolie te bekomen en inmiddels
werd het voorstel der Fascisten doorgezet.
Mussolini zelf hield zich echter heel koest, had ech-
1
M U M HA R g j atten
VEROUDERDE WETTEN. Eenige tyd geleden
kwam in een der eerste restaurants in de Lon-
densche city een deftig heer van middelbaren
leeftyd, die een ongebraden, maar gepaneerde
coqelette meebracht. Hij ging naar de keuken,
vroeg den chef-kok om een pan en om een plaatsje
by het vuur. Vet voor het braden had hij zelf
meegebracht. In de keuken wist men niet hoe
men met dien zonderlingen mijnheer aan moest
en men haalde er dus den gerant by. Er volgden
lange toespraken, zonder dat men er echter ln
slaagde den vreemden gast aan het verstand te
brengen, dat hy of een gebraden cotelettte van
het restaurant moest bestellen, of zijn eigen cote-
lette thuis moest gaan braden. Met geweld zette
men den heer, die men voor niet recht snik ver
sleet, eerst buiten de keuken en vervolgens op
■straat. Een half uurtje later echter keerde de
mijnheer terug, vergezeld van twee politieagenten
en een advocaat, die den verbaasden gerant een
wetsartikel voorlas, volgens welk „elke Engelsche
burger het recht heeft de keuken van dit re»-, i
taurant om niet te gebruiken," mits hy zyn grond
stoffen zelf medebrengt. Deze wet, die nog altyd
van kracht is, al is zij ook sinds lang ln het ver
geetboek geraakt, dateert van 1473. De mynheer
met de cotelette wilde de regeering nog eens voor
oogen stellen, dat dergeiyke verouderde wetten
ten slotte toch eens uitdrukkeiyk dienen te wor
den ingetrokken. Of hy succes zal hebben? Het j
vraagstuk is niet zoo eenvoudig als de mynheer
zich schynt voor te stellen. Een wet, die eenmaal j
op 't Statutenboek is ingeschreven, kan alleen by I
een andere wet worden afgeschaft Men stelle i
zich eens voor, dat zoo'n afschaffingswet eens werd
verworpen en dat dientengevolge aan een In on
bruik geraakt en vergeten privilegie, geiyk dat
van het keukengebruik om niet nieuw leven werd I
„Wat is dat?" vroeg Billy angstig,
„Stil," zei Jerry, „ga niet voort,
Luister eerst" Billy vroeg verder:
,Heb je wellicht ook iets gehoord?"
Redneb begon te commandeeren:
„Stil gestaan en kopje dicht
Ik zal hier boven eens gaan kijken,
Want het bosch is veel te dicht"
Zoo hoog boven de boomen,
Keek Redneb spiedend rond,
En Jerry en Billy volgden hem
Al kruipend op den grond.
O, die Billyy was zoo angstig,
Jerry's hart stond byna stil,
Uit angst begonnen ze te beven,
Werden dan eens warm en dan weer kil.
Wat kan het geweest zyn? Misschien was het slechts
verbeelding en misschien ook niet
ingeblazen. Het zouden middeleeuwsche toestan
den worden. Laat dan maar liever eens in de
honderd jaar zoo'n zonderlinge mynheer met zyn
stokpaardjescotelette de een of andere vrye keu
ken binnenstappen. Dat kan minder kwaad.
HIELP ALLEMAAL NIETS. Om een politie-
ken zetel machtig te worden, zonder zich ln de
gunst der vrouweiyke kiezers te verheugen, is,
volgens Amerikaansche begrippen, gewaagd spel.
Theodore E. Burton uit Cleveland heeft niettemin
den moed gehad zich candidaat te laten stellen,
en een goed begin was in dit geval inderdaad het
halve werk. Mister Burton, die voorheen als af
gevaardigde van het Huis van Afgevaardigden
werkte, telt niet minder dan 76 lente's en Is nog
altijd ongetrouwd. In plaats van zich nu stilzwy-
gend in zyn jonggezellen-vrijheid te verheugen,
was de afgevaardigde Burton zoo onvoorzichtig
naar aanleiding van zyn 75sten geboortedag aan
een verslaggever van de courant te verklaren,
dat, wanneer hij nogmaals in het leven van vo
ren af aan moest beginnen, hy andermaal den
ongehuwden staat zou kiezen. „Nog nooit", zoo
zei hy, „had zich een man uit eigen vryen wil
een vrouw gekozen. Altijd weer waren het nood
lottige omstandigheden, die de huweiyksbanden
aarféén knoopten. Wanneer een man nagaat, wat
getrouwde mannen alzoo voor hun vrouwen moe
ten aanschaffen, dan wordt hy al heel spoedig
In zijn jeugdige huweiyksgeestdrift bekoeld. Als
vrijgezel kan zich een man veel meer aan de
een of andere zaak „geven", dan wanneer hij
getrouw is. En een eigen tehuis kan een man
zich tenslotte ook zonder een liefhebbende ega
wel verschaffen". Kort daarop stelde zioh mister
Burton candidaat voor de verkiezingen. Doch
nauwelijks was zijn naam in de couranten ver
schenen, of daar meldde zich mevrouw Almeda
Sharp uit Columbus en verkondigde, dat zy aan
alle getrouwde vrouwen in den staat unlo een
brief had geschreven, waarin zy dezen den raad
had gegeven, onder geen enkele omstandigheid
hun stem uit tebrengen op mister Burton, den
vrouwenhater. Men kan zich voorstellen, welke
harden strijd de onverbeterlijke vrygezcl nu uit
te vechten kreeg. Maar hy heeft het gehaald.
Trots den tegenstand der getrouwde vrouwen
is hy thans tot senator gekozen geworden.
EEN EIGENAARDIGE VERZEKERING. De ern
stig zieke koning George van Engeland ls op
het oogenblik een van de hoogst verzekerde per
sonen van de wereld. Het interessante van het
geval is, dat de Koning niet zelf of zijn familie
zyn leven verzekerd heeft, maar dat menschen
die tot hem in geen andere betrekking staan
dan die van onderdaan, een polis op hem gesloten
hebben. Het verzekerde bedrag loopt ln de mil-
lioenen ponden en zou, ln geval de Koning kwam
te overlijden, te beurt vallen aan allerlei men
schen die door een algemeenen rouw over den
Koning In hun inkomsten getroffen zouden wor
den. Meerendeels zyn het schouwburg- en cabaret
directies, eigenaars van dansgelegenheden en
dure restaurants, circus-eigenaars en fabrikanten
van kleedingstoffen, die bij een rouw de stoffen
in lichte tinten niet kwijt zouden raken.
Een aanzienlijk deel van de schade is verdiscon
teerd in de hooge premies die betaald moeten
worden en die steeds hoogcr worden, nu de patiënt
zoo lang er ernstig aan toe blijft