SchagerCourant DWARS DOOR CANADA. Tutti Frutti. BENiTO MUSSOLINI. Tweede Blad. De bouwers van Heden. BILLY BOO. Maandag 24 December 1928 71ste Jaargang. No. 8380. 14. TORONTO, 4 November 1928. Wel iederen reiziger die door Canada komt, moet getroffen zijn door de welvaart en de gelukkige om standigheden waaronder nagenoeg een elk hier leeft. Armoede is er een onbekend woord en zeker in het lange zomerseizoen, wanneer er volop werk is voor veel geld en gedurende het zeker moeilijkste winter seizoen komt het mij voor, dat men voor kost en in woning altijd nog wel terecht komt, al prefereeren de meer ambitieuzen natuurlijk het harde werk in' de steden of in de lumbercamps. Doch wat de tourist nog sterker opvalt dan de bloeiende gezondheid en de hooge levensstandaard van de overgroote meerderheid der bevolking hier, is de sterke ontwikkelde persoonlijkheid van den door snee-Canadees. Wat den doorsnee-Canadees ontegenzeggelijk nog ontbreekt, is stijl en cultuur. Het is een curieus ge zicht om in de vestibule van een paleiselijk hotel chique en kostbaar gekleede heeren zich met den hoed stijf op het hoofd aan de dames te zien voor stellen. Eigen cultuur staat ook nog in de kinderschoenen. Architectuur beperkt zich nog tot een overdadige na- aping van Grieksche ontwerpen, welke in het. drukke zakencachet van een nieuwe Canadeesche stad soms passen als de traditioneele tang op het niet minder beruchte varken. Doch in dit alles komt verbetering. Een eigen cul tuur begint zich te ontwikkelen, nu de economische ondergrond sterk genoeg is om ook de luxe van het gemeenschaps-gebouw te dragen. De belangstelling welke het verre Westen voor do muziek en zang van 's werelds grootmeesters en kunstenaressen aan den dag legt en de offers, welke het zich daarvoor ge troost, zijn weldadige aanwijzingen in die richting De eigen kunst, wel'ke wel haar grootste inspiratie moet vinden in de ongeëvenaarde variatie kostelijk natuur schoon door heel het land, neemt verblijdend toe en onder de breede schare Canadeesche scribenten begin nen figuren naar voren te komen, een Stephen Lea- cock, een Robert Stead en vooral Miss Hazo de 1a Roche, die tot het bereiken van de hoogste sporten in hun literaire kunst reeds een goed begin gemaakt hebben. Onder de parlementariërs en politici zijn krachten aanwezig in welker handen het land zich met volko men gerustheid kan toevertrouwen, zelfs telt men hier en daar een staatsman van internationale betee- kenis. -De grootste figuur in het politieke leven van Canada en in dit leven nog steeds domineerend on danks het feit, dat. hij zich reeds jaren uit de actieve politiek teruggetrokken heeft, is Sir Robert Borden, die als Minister-President van 19111920 Canada door de moeilijkste periode harer geschiedenis voerde en die uit den wereldoorlog, welke hij hier leidde, met vaste hand en durvend energie, voor Canada het grootste goed medebracht: de status van haar practi- sche onafhankelijkheid. Persoonlijk bewaar ik de diepe herinneringen aan het lange onderhoud, dat ik met Sir Robert in zijn residentie had en waarbij hij mij al de schatten toonde waarmede het dankbare Brittanië den invloedrijken minister van den impe rialen oorlogsraad en één der voornaamste leiders der Britsche delegatie gedurende de Versailles vredes-con- ferentie, vereerd heeft: de gouden kisten, waarin ste den zooals Londen, Manchester, Glasgow, en vele andere den grooten Canadees het eereburgerschap aangeboden hebben. 0e tegenwoordige, liberale regeering liberaal hier in beteekenis van democratisch tegenover de conservatieve' oppositie-partij telt uiterst bekwame leden, volkomen opgewassen tegen de groote zorgen van den sterk groeienden Staat en met dien verren regeerdersblik welke vooral in dit jonge land regee- ren tot een kwestie van „vooruitzien" stempelt. De gelukkige verstandhouding in dit land tusschen de twee groote rassen en de twee groote godsdiensten spreekt wel het sterkst uit de innige samenwerking DE STAD DER BEETHOVENS. Onlangs gaf ln een groote industrie-stad in Engeland naar het heet, moet het Liverpool geweest zijn een Duit-, sche kunstenaar een concert. Het was een Beet hoven-avond, die, als altijd in dit „land zonder muziek", de zaal tot aan den nok ,toe vulde en enormen bijval verwierf. Eindelijk, nadat het scherm talloos vele malen „gehaald" werd, vond de gevierde kunstenaar den weg door de opdrin gende, enthousiaste menigte vrijgelaten, waarna hij spoedig door de directie van het concertge bouw in ontvangst genomen en voor een diner naar hotel X werd geleid. Tot dit diner waren ook de kunstminnende notabelen van de stad uit- genoodigd. De Duitsche musicus werd met zijn behaald succes geluk gewenscht, geprezen en bijna gesmeekt weer spoedig terug te keeren. En dan opnieuw met muziek van Beethoven. „Want", zoo voegde er een van de notabelen aan toe, „er zijn geen tien mensehen in Liverpool, die een mu ziekstuk kunnen schrijven als Mister Beetho ven." Nu is het mogelijk, dat deze Engelschman, on danks het tegengestelde al meer dan eens bewe zen is, toch nog een hoogen dunk van zijn land-, genooten heeft op muzikaal gebied, doch ln dit geval had hij toch wel gerust kunnen zeggen, dat er niet één in Liverpool, ja zelfs in heel Enge land was, die zulke muziek kon schrijven als Mister Beethoven. tumfcen tien FirrtCeiïtio'K^Dngelec'b'en Ktafirtwr Pre» ident Mackenzie King en den Kathollek-Franechen Vice-President v. d. Ministerraad Ernest Lapointe, den federalen Minister van Justitie. In Quebec ben ik getuige geweeet van de ontroerende ontvangst welke Canada zijn Premier bereidde bij de terugkomst van diens zoo succesvolle recente EUropeesche rois, waar hij namens Canada het Kellog Pact in Parijs toeken- do, daar do Canadeesche Legatie opende on zijn land vertegenwoordigde op de volkenbondsvergadering te Génève, De drieduizend mijlen lange grens, geheel onbe schermd, tusschen Canada en haar machtige buur do Vereenigde Staten, vroeg ter oplossing der dage lijks rijzende geschillen om bijzondere voorzienin gen. Hoewel Canada een eigen gezant in Washing ton hoeft, is een speciale „International Point Com- mission" in het leven geroepen, bestaande uit drie Canadoezen on drie Amerikanen, welke nu reeds meer'dan vijftien jaren functioneert en alle geschil- j len, waaronder de moeilijkste, in breeden zin voor beide landen tot oplossing heeft weten te brengen en toen ik den President der Canadeesche Delegatie ontmoette, de imponeeronde figuur van Charles Magrath, was ik uitermate verwonderd hier, in- i plaats van een sl uwen. diplomaat, een groote zakon- I figuur on self-made man to treffen, gevierd door de universeel achting van twee continenten, Zulke mannon kweekt Canada. Een ander voor- I beeld daarvan ls Tom Moore. do President van bet S Vakverbond en. niet alleen trof mij het groote respsot waarop Ministers en zukenkoningen mij over dezen gewezen timmerman spraken, doch vooral na mijn persoonlijke ontmoeting hoe het ambt hier den j man gestempeld en van den werkman, nu de leider der Canadeesche werklieden, oen staatsman gemaakt heeft van internationale visie. Dit is de penetreerende fascinatie, hoe dit groote land groote mannen kweekt. Ik zou door kunnen gaan met voorbeelden uit alle rangen en standen, doch ik zal mij beperken tot nog een heel merkwaar dige figuur, den Directeur-Generaal van den Wheat Pool (ae Graantrust). Deze pool is gesticht door de boeren van het Westen, om door coöperatieverkoop den graanprijs hoog te houden. De boeren, leden van den pool verbinden zich telkens voor vijf jaren om al hun graan slechts door middel Van den pool te verkoopen. Zij brengen na het dor9chen hun oogst naar de eigen silo's van hun Pool aan elk spoorweg station. Bij een grooten oogst, zooals dit jaar, zou «..e overvloed van aanbod onmiddellijk den prijs van het product naar beneden brengen. De Wheat Pool houdt bet graan daarom vast en verkoopt bij ge deelten, telkens als de wereldmarkt het gunstigst is. Zij; betaalt direct een Dollar per bushel na den oogït en maakt dan in den loop van het volgend jaar nog 'drie extra uitkeeringen, de tweeue voor den zaaitijd, de derde voor den oogsttijd en tenslotte de finale uit- keering, want winst voor de trust als zoodanig wordt niet gemaakt, al de winst wordt percentsge wijze uitgekeerd aan de leden, die zoo in totaal dé allerhoogste prijzen voor hun producten bekomen. In het kantoor van den Directeur-Generaal, een oud-boer, met eigen practische ondervinding, werd op die wijze verleden jaar alleen een milliard dui zend millioen gulden dus, van graan voor de aange sloten leden der drie prairie-provincies verkocht en heel déze organisatie berust in eigen handen. Dat zijn de durvende ondernemingen van liet groote land, dat zich nog van den grond af aan laat opbouwen en aaneen organiseeren. Dat eigen volk, de eigen klasse, het materiaal biedt voor de leidende posten van zulk een geweldig wereldconcern, dat is iets waarop de Canadees van den boerenstand terecht trots mag zijn. I Op den laatsten dag van mijn verblijf in Canada,, heeft een der grootste financiers van dit rijke land, Sir Jozeph. Flavelle, President van de Nationale Trust-Company, voorzitter van den Raad van Dire> teuren der Canadeesche Handelsbank en zelf vele malen millionnair, mij nog wel willen ontvangen en uit den schat van zijn eigen vijftigjarige kanbiers- ervaring gesproken over de ontzaglijke vooruitgang j van dit land en de ongelimiteerde mogelijkheden voor de toekomst. Een staaltje van beiden: In jSir Jozeph's jeugd werd al het land der drie prairie-provincies door de Hudson Bay Company ver kocht voor een, tpen zeer hoogen prijs, van 1 y2 mil lioen dollar. Welnu, verleden jaar was alleen de eie ren- en pluimvee-opbrengst in de kleinste der drie provincies, meer dan twee millioen Dollar. Uitvoerig ging de bankier in op de geweldige ont wikkeling der waterkrachtbenutting, de witte steen kool, de bloei van machtige industrieën in gebieden welke vroeger onbewoonbaar gedacht werden, de 1 steeds nieuwe ontdekkingen van kostbare delfstoffen in nagenoeg elk gebied des lands. I Toronto, het industrieele centrum van Canada, met zijn tallooze wolkenkrabbers en zakenpaleizen, heeft alle recht het grootste vertrouwen te hebben in Ca- j nada's schitterende toekomst en het nieuwe hotel, dat1 tegenover het magnifieke Union station, het grootste hotel in heel hét Britsche Rijk zal worden, zou wel een symbool kunnen zijn van wat Canada van de toe komst verwacht KEES VAN HOEK De Witte Terreur had over de Roode Terreur geze gevierd. Die Socialisten die reeds bijna een staat in den staat gevormd hadden, en met het proletariaat alle andere nuancen van het volksbestaan terroriseerden, was ln den greep van het Fascisme omgekomen. Alle burger lijke partijen herademden en de mllltairsn, de indu- strieelen, de boeren, de middenstand, de intellectueelen en een gering deel der arbeiders verheerlijkten den leider van het Fasoisme, die hun weer rust bezorgd had en gelegenheid om hun arbeid te vervolgen. Mussollni zag in. dat wilden inderdaad die lieden hun arbeid rustig ln het belang der gemeenschap en van Italië kunnen vervolgen, er ln den Staat zelf ook waarborgen voor die rust moesten bestaan. Ziedaar dus een verdere taak voor het Fasoisme, het zich meester maken van het roer van hot schip van Staat, het ver wezenlijken van oen rogeerlngsprogram, door aan het hoofd dor regoorlng te komen. Ofschoon Mussollni hot parlementarisme als een zich zelf overloefd hebbend onding beschouwde, zag hij wol ln, dat het praotisch zou wozon om dit onding voor alsnog als een noodzakelijk kwaad te aanvaarden. Maar dan moest hij ook trachten de meerderheid ln het Parlement te bekomen. Den 7en April 1921 werd de Kamer ontbonden en werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Was ln het najar 1919 de verkiezing van Mussollni een échec ge weest, hij zou nu zorgen dat het anders werd. De So cialisten waren doodsbenauwd, dat de Fasolsten aan de stembussen de tegenstanders van het Fascisme zouden afranselen, Mussollni beloofde echter, dat dit niet zou geschieden en de verkiezing zonder eenigen aandrang dan die welke geoorloofd was, zou plaats hebben. D'Annunzio was boos op de Fascisten, dien hij ver weet, dat zij, toen hij zijn staatsgreep te Fiume uit voerde, verzuimd hadden, hem door een revolutie thuis te steunen. Mussollni begaf zich naar Gardone en wist het met d'Annunzlo eens te worden. Dat was de grondsteen voor een sterke stembuscombinatie. Men maakte een coa litie, waartoe ook de Giollttianen behoorden. Zoodoen de zouden de Fascisten profiteeren van den steun van de aan de regeering zijnde party. Met groote behendigheid werd opgetreden by de verdeeling der candidaten op de gezamtniyke ïysten terwijl men zelfs de „Fasces", de pyienbundel, als ver- kiezingsteeken voor de gemeenschappeiyke ïysten wist te erlangen. Zoo stonden dus deze verkiezingen feite lijk in het teeken van het Fascisme en slaagde als zoo danig Mussollni, in twee plaatsen gekozen, deed met 35 Fascisten zijn intrede in de nieuwe kamer. Mussollni bracht dadeiyk zyn coalitie-genoten tegen zich in het harnas, omdat hij zyn revolutionnair kleed vertoonde en verklaarde, dat de Fascisten de opening van het Parlement door den koning niet zouden bywo- nen. Hij had dat kleed, verweet men hem, niet ver toond gedurende de verkiezingen. Mussollni antwoord de, gy wist genoeg hoe ik my over deze aangelegenheid steeds heb uitgelaten en dat was waar. Welk program ma stond Mussollni nu eigeniyk voor? Men zou kunnen zeggen een imperialistisch. Hy sprak dan ook van een Imperialisme, niet militair en maritiem, zooals het Pruische of Engelsche, maar een Italloansch Imperia lisme, dus een hoogstand geesteiyk Imperialisme, zoo als Vlrgilius, Dante en Mazzini dit hadden voorgestaan. Rome was zijn ideaal en in zyn verkiezingsrede te Bologna had hij ook voorgesteld om ieder jaar op den 21 April de stichting van Rome door Romulus te her denken. Men moest Italië groot maken door eendrach tig aamengaan en door arbeid. Men moest zich zoo voel mogeiyk vrij trachten to maken van het knechtschap der Westersche mogendheden, door het intensief cul- tlveeren van den Itallaanschen bodem, hot benutten der hulpbronnen en vooral door hot gebruik maken van de „witte steenkool", het water tot opwekking van electrlciteit. Hy verweet den Corsicanen, dat zy of schoon Italianen van oorsprong niet Italiaansch voel den, spotte anderzyds met de 180.000 Dultschers in Zuid- Tirol, die zich verzetten tegen de iniyvlng by Italië, en eischte van de Italianen in Dalmatië en elders, dat zy zouden opstaan en zich by het roemryk Italië zouden aansluiten. Hy wees op de schoone overwinningen, die Italië eerst in den oorlog en later ln den burgerkryg behaald had- en wist op de vrbeldingskracht van de Italianen te werken door te spreken over een Itallaanschen cul- tureelen invloed rondom de Middellandsch© Zee, dus sprak hy reeds van do Middellandache Zee, als „II Mare Nostro". Wij zien, dat het. Fransche spreekwoord: „1'appotlt vlent on mnngcant" door Mussollni in prnctyk ,-werd gebracht gedurendo zyn politieke carrière. Eerst was nog maar (in-1916 en 1919), do Adriatiache Zee „II Mare Nostro", maar nu was de honger voel groo- ter geworden. Intusschen vonden demeeste Italianen dat prachtig en vooral zy, die met Mussollni als den redder van het bolsjewisme dweepten, zagen aan den horizon niets dan glorieryke dagen voor Italië verschijnen. Ik kan onmogeiyk te veel van het geduld van de lieve lezeressen en vriendeiyke lezers van de Schager Courant vergen en wil my dus ten opzichte van de parlementaire periode van Mussollni tot enkele feiten beperken. Het feit, dat Mussollni de Republikeinsche idéé niet had laten varen, bracht hem reeds dadeiyk moeiiykhe- den, want de Fascistische Kamerleden uit Piemont wa ren zeer koningsgezind en wilden de zitting bijwonen. De vijanden hoopten reeds op den „splijtzwam" ln de Fascistische party, maar Mussolini wist zyn kamer club, waarvan de leden overigens geheel eensgezind waren, goed by elkaa rte houden, door een uitweg op de moeilijkheid te vinden. De Fascistische leden, die de opening wel zouden bij wonen, deden dit op eigen gezag, zonder de partij daarbij te vertegenwoordigen. De Fascisten traden aanvankelijk wel eenigszins eigenaardig In het Parlement op. Daar zy daden wenschten te zien en al dat gescherm met woorden uit den booze achtten, dreigden zy de Socialisten en andere tegenstanders, dat zij de Fascisten uit de pro vincie zouder. laten komen, om de heeren aan den ïyve te doen voelen, hoe men over hun kletspraatjes, die belangryke zaken slechts tegenhielden, dacht. De communistische afgevaardigde Misiano, die inder tijd gedeserteerd was, werd door zijn Fascistische col lega's gegrepen en het gebouw uit gesmeten. Eerf Zuld- Tiroler Baron Toggenburg, die vroeger Oostenryksch Minister geweest was, werkte op de Fascisten als een roode doek op een kudde stieren en zy probeerden steeds hem onderste boven te loopen. Kwajongens-mar nieren. Later zou het nog erger worden. Wanneer men dan laat had van een tegenstander en men vreesde zyn woord ln het Parlement, dam werd de man op straat door een stelletje Fascisten gegrepen, kroeg een flesch wonderolie ln zyn keelgat leeggegoten, een scheutje benzine na, opdat het bleef zitten en weg reden de heeren in een gereedstaanden auto. De oppositie-afge vaardigde had een paar dagen huls-arrest om van de gevolgen van de wonderolie te bekomen en inmiddels werd het voorstel der Fascisten doorgezet. Mussolini zelf hield zich echter heel koest, had ech- 1 M U M HA R g j atten VEROUDERDE WETTEN. Eenige tyd geleden kwam in een der eerste restaurants in de Lon- densche city een deftig heer van middelbaren leeftyd, die een ongebraden, maar gepaneerde coqelette meebracht. Hij ging naar de keuken, vroeg den chef-kok om een pan en om een plaatsje by het vuur. Vet voor het braden had hij zelf meegebracht. In de keuken wist men niet hoe men met dien zonderlingen mijnheer aan moest en men haalde er dus den gerant by. Er volgden lange toespraken, zonder dat men er echter ln slaagde den vreemden gast aan het verstand te brengen, dat hy of een gebraden cotelettte van het restaurant moest bestellen, of zijn eigen cote- lette thuis moest gaan braden. Met geweld zette men den heer, die men voor niet recht snik ver sleet, eerst buiten de keuken en vervolgens op ■straat. Een half uurtje later echter keerde de mijnheer terug, vergezeld van twee politieagenten en een advocaat, die den verbaasden gerant een wetsartikel voorlas, volgens welk „elke Engelsche burger het recht heeft de keuken van dit re»-, i taurant om niet te gebruiken," mits hy zyn grond stoffen zelf medebrengt. Deze wet, die nog altyd van kracht is, al is zij ook sinds lang ln het ver geetboek geraakt, dateert van 1473. De mynheer met de cotelette wilde de regeering nog eens voor oogen stellen, dat dergeiyke verouderde wetten ten slotte toch eens uitdrukkeiyk dienen te wor den ingetrokken. Of hy succes zal hebben? Het j vraagstuk is niet zoo eenvoudig als de mynheer zich schynt voor te stellen. Een wet, die eenmaal j op 't Statutenboek is ingeschreven, kan alleen by I een andere wet worden afgeschaft Men stelle i zich eens voor, dat zoo'n afschaffingswet eens werd verworpen en dat dientengevolge aan een In on bruik geraakt en vergeten privilegie, geiyk dat van het keukengebruik om niet nieuw leven werd I „Wat is dat?" vroeg Billy angstig, „Stil," zei Jerry, „ga niet voort, Luister eerst" Billy vroeg verder: ,Heb je wellicht ook iets gehoord?" Redneb begon te commandeeren: „Stil gestaan en kopje dicht Ik zal hier boven eens gaan kijken, Want het bosch is veel te dicht" Zoo hoog boven de boomen, Keek Redneb spiedend rond, En Jerry en Billy volgden hem Al kruipend op den grond. O, die Billyy was zoo angstig, Jerry's hart stond byna stil, Uit angst begonnen ze te beven, Werden dan eens warm en dan weer kil. Wat kan het geweest zyn? Misschien was het slechts verbeelding en misschien ook niet ingeblazen. Het zouden middeleeuwsche toestan den worden. Laat dan maar liever eens in de honderd jaar zoo'n zonderlinge mynheer met zyn stokpaardjescotelette de een of andere vrye keu ken binnenstappen. Dat kan minder kwaad. HIELP ALLEMAAL NIETS. Om een politie- ken zetel machtig te worden, zonder zich ln de gunst der vrouweiyke kiezers te verheugen, is, volgens Amerikaansche begrippen, gewaagd spel. Theodore E. Burton uit Cleveland heeft niettemin den moed gehad zich candidaat te laten stellen, en een goed begin was in dit geval inderdaad het halve werk. Mister Burton, die voorheen als af gevaardigde van het Huis van Afgevaardigden werkte, telt niet minder dan 76 lente's en Is nog altijd ongetrouwd. In plaats van zich nu stilzwy- gend in zyn jonggezellen-vrijheid te verheugen, was de afgevaardigde Burton zoo onvoorzichtig naar aanleiding van zyn 75sten geboortedag aan een verslaggever van de courant te verklaren, dat, wanneer hij nogmaals in het leven van vo ren af aan moest beginnen, hy andermaal den ongehuwden staat zou kiezen. „Nog nooit", zoo zei hy, „had zich een man uit eigen vryen wil een vrouw gekozen. Altijd weer waren het nood lottige omstandigheden, die de huweiyksbanden aarféén knoopten. Wanneer een man nagaat, wat getrouwde mannen alzoo voor hun vrouwen moe ten aanschaffen, dan wordt hy al heel spoedig In zijn jeugdige huweiyksgeestdrift bekoeld. Als vrijgezel kan zich een man veel meer aan de een of andere zaak „geven", dan wanneer hij getrouw is. En een eigen tehuis kan een man zich tenslotte ook zonder een liefhebbende ega wel verschaffen". Kort daarop stelde zioh mister Burton candidaat voor de verkiezingen. Doch nauwelijks was zijn naam in de couranten ver schenen, of daar meldde zich mevrouw Almeda Sharp uit Columbus en verkondigde, dat zy aan alle getrouwde vrouwen in den staat unlo een brief had geschreven, waarin zy dezen den raad had gegeven, onder geen enkele omstandigheid hun stem uit tebrengen op mister Burton, den vrouwenhater. Men kan zich voorstellen, welke harden strijd de onverbeterlijke vrygezcl nu uit te vechten kreeg. Maar hy heeft het gehaald. Trots den tegenstand der getrouwde vrouwen is hy thans tot senator gekozen geworden. EEN EIGENAARDIGE VERZEKERING. De ern stig zieke koning George van Engeland ls op het oogenblik een van de hoogst verzekerde per sonen van de wereld. Het interessante van het geval is, dat de Koning niet zelf of zijn familie zyn leven verzekerd heeft, maar dat menschen die tot hem in geen andere betrekking staan dan die van onderdaan, een polis op hem gesloten hebben. Het verzekerde bedrag loopt ln de mil- lioenen ponden en zou, ln geval de Koning kwam te overlijden, te beurt vallen aan allerlei men schen die door een algemeenen rouw over den Koning In hun inkomsten getroffen zouden wor den. Meerendeels zyn het schouwburg- en cabaret directies, eigenaars van dansgelegenheden en dure restaurants, circus-eigenaars en fabrikanten van kleedingstoffen, die bij een rouw de stoffen in lichte tinten niet kwijt zouden raken. Een aanzienlijk deel van de schade is verdiscon teerd in de hooge premies die betaald moeten worden en die steeds hoogcr worden, nu de patiënt zoo lang er ernstig aan toe blijft

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5