'De dolende Ridder.
Dinsdag 22 Januari 1929.
72s<te Jaargang No. 8395.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen.
Eerste Blad.
Het drama te Grootegast
Schaatsenrijden te Davos.
jjQ* Tegen
BRONCHITIS
AKKER'5
ABDIJSIROOP
Voord» Borst
SCHAGER
Alicmcei Nieiws-
COURANT.
llraititii- Lnilimllil
Dit bind verschijnt viermuul per week: Dinsdag, Woensdag, Dondur-
jug en Zaterdag. Dij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
iciitiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.05. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel moor 20 cent (bowijsno.
inbegrepen). Grootoro letters worden naar plaatsruimte berekend
DIT NUMMJElt BESTAAT VIT TWKE BLADEN.
HOE HET GEVAL ZICH HEEFT TOEGEDRAGEN.
Omtrent het afschuwelijke drama te Grootegast
in Groningen, waarbij vier veldwachters door een
tiruut werden neergeschoten, werden nog de vol
gende bijzonderheden gemeld:
Toen de moordenaar Wijkstra van Opeinde (ge- j
meente Grootegast) zijn misdrijven bedreven had, is
«ij gevlucht; hij kwam met een zekeren Hut, die
bij hem woonde, te Tolbert aan, waar hij zich door
dr. Huininga wilde laten verbinden. De huishoud
ster van genoemden geneesheer gaf te kennen, dat
deze niet thuis was, en zij gaf W. den raad,, per
auto naar het r.-k. ziekenhuis te Groningen te gaan.
W'illems, autoverhuurder te Tolbert, niet wetende,
welk vrachtje hij zou vervoeren, verklaarde op ver
zoek van de huishoudster van dr. Huininga, zich
bereid, den man, die voorgaf, een schot hagel in
een been te hebben, met zijn metgezel te brengen
naar het r.-k. ziekenhuis te Groningen.
De wonden aan een hand en een been van W.
wareni toegebracht door een revolverschot van den
veldwachter Meyer, die was neergeschoten, maar
zich toch nog verdedigen kon, voordat hem de hals
werd afgesneden.
Onderweg naar Groningen moet W. onder vertoo
ning van een revolver aan den chauffeur Willems
hebben gezegd, dat hij dien dag al vier personen
had neergeschoten. Willems aarzelde even om
verder te gaan, doch vatte moed en bracht den man
naar het ziekenhuis. De marechaussee De Vries,
van Marum, ontmoette den auto tusschen Tolbert
en Oostwold en. hield hem staande, wetende, wat er
ia Grootegast gebeurd was; hij liet hem doorgaan
n waarsóhuwde de politie te Groningen.
Willems was blij, toen hij W. aan het ziekenhuis
ad afgezet.
D« voorgeschiedenis.
-3 Nader blijkt, dat vrouw Wobbes, geboren, Aaltje
':Tvan der Tuin, die hij den moordenaar was komen
inwonen, zes kinderen van één tot veertien jaar
heeft verlaten. Volgens haar wias de ondersteuning
van het armbestuur onvoldoende. Bij haar komst
In de woning van W. heeft deze zijn 71-jarige moe-
i„ der het huis uitgezet. Het oude mensch heeft bij
een anderen zoon onder Doezum weer een tehuis
to gevonden.
Een der gemeenteveldwachters van Grootegast
re, had W. nog in het begin van deze week gewaar-
8chuwd, dat vrouw Wobbes weer naar haar kinde
ren moest terugkeeren, daar de politie anders ge-
noodzaakt zou zijn, haar terug te halen. Hierop
beeft W. geantwoord, dat er dan dooden zouden
vallen. Toen de officier van justitie te Groningen
opdracht gaf, de vrouw voor hem te brengen, heb-
et. ben de gemeenteveldwachters het verstandig ge
oordeeld, de rijksveldwachters Werkman en Hoving
ed mee te nemen. De officier van justitie te Groningen
ried aan, ook den opperwachtmeester van de mare
chaussee te Marum, Boelens, mee te nemen, Van
der Molen, een man van 03 jaar, zeide echter: „Wij
lijn nu al met zijn vieren, wat kan ons gebeuren".
In een gesprek met den telegraafkantoorhouder had
Mj zelfs gezegd, dat het misschien beter was, dat er
hjtnaar één persoon naar W. ging. Maar het plan de
ampagne was al opgemaakt.
D« plaats, waar da misdaad badravan
werd.
Toen de politiemannen bij het huis kwamen, was
de deur gegrendeld. Zij forceerden de deur, en door
een kier, die hierdoor ontstond, keek Van der Mo
len naar binnen. W. schoot hem toen met een brow
ning een kogel door het hoofd.
Toen de andere veldwachters zich met den ge
troffene bezig hielden, ging W. door de achterdeur
naar buiten en viel hen met schoten uit een Duitsch
repeteergeweer in den rug aan. Hij legde alle drie
neer en sneed hun de keel af. Vermoedelijk heeft
een van hen, hoewel ernstig gewond, W. in het been
getroffen.
W. heeft daarop het huis in brand gestoken, dat
spoedig in lichte laaie stonden. Tijdens den brand
werd een hevig geknetter gehoord, zoodat vermoed
wordt, dat hij een groote voorraad munitie in huis
had.
Groote verslagenheid onder de bewoners.
Begrijpelijkerwijze heeft de verschrikkelijke mis
daad onder de inwoners der gemeente groote ont
steltenis gewekt.
Er heerschte Vrijdag voor het gemeente
huis van Grootegast, hoewel de wegen tengevolge
van de gevallen sneeuw moeilijk begaanbaar en be
rijdbaar war^n, een groote drukte. Een persauto is
tengevolge van den slechten weg in een sloot ge
raakt.
Bij de bewoners van het dorp was W., die buiten
het dorp woont, weinig bekend. Wel wist men alge
meen, dat hij een verbazend knap schutter was. En
kelen beweren eens gezien te hebben, dat hij iemand
een lucifersdoosje van het hoofd schoot, en dat hij
een opgeworpen aardappel in de lucht met een
browning kon treffen. Bdj de politie stond hij be
kend als een gevaarlijk persoon, die meestal een wa
pen bij zich droeg of in huis had.
Hoe de politie op het spoor kwam.
Achteraf blijkt, dat de chauffeur Willems, nadat
hij W. aan het katholiek ziekenhuis te Groningen
had afgezet, naar een café aan den Heerenweg is
gegaan en den caféhouder een verhaal heeft gedaan
van wat hij beleefd had. Deze heeft toen de politie
opgebeld, met het bekende resultaat. De politie had
vooraf bij de houders van bodenkarren uit het Wes
terkwartier het signalement van den moordenaar
kunnen opnemen.
Vrijdagavond heeft de dader een bekentenis afge
legd, waarna hij naar bet buis van bewaring ia
overgebracht.
Een groote voorraad manilla.
Tijden* den brand, werd een hevig geknetter ge
hoord, zoodat men vermoedt dat hij een groote
voorraad munitie thuis had.
De slachtoffers waren allen zeer geziene politie-
i mannen.
De „Prov. Groninger Crt." meldt nog o.m.:
Eiven kregen wij den dader te zien: Eén man van
1 middelmatige grootte, eerder groot dan klein, met
onverschillige, domme oogon, uitstekende jukbeen
deren, en donkerblond, reeds grijzend haar. In
hemdsmouwen werd hij van de eene zaal van het
politiebureau naar de andere overgebracht.
Weerloos, met gebogen hoofd, eenigszins versuft(
liep hij, terwijl een herculische Groningsche poli
tieman hem bij zijn kraag vasthield. Hij had n<>£t
een vuilen zakdoek met gestold Moed om K.tyn
hand, zijn broek Was opgestroopt. Zoo juist üad 'ue
politie zijn been onderzocht, waarin hem een kogel
was geschoten.
Een gevaarlijk mensch.
fn een gesprek, dat een berichtgever van het
Nieuwsblad v. h. Noorden met iemand gehad heeft,
vertelt deze laatste het volgende:
W. liep altijd gewapend rond en wist, wanneer
hem een wapen door de politie was afgenomen, tel
kens een nieuw te krijgen. Ook had hij heel veel
munitie in voorraad.
FEUILLETON
Een verhaal uit den tijd van den
Spaanschen Succlssie-Oorlog.
(Naar het Engelseh)
van
MORICE GEKARD.
d
ril
Ui
i
irn
do
do 0.
eel Zoo gauw hij uit het gat was, daalde Fagan naar be-
10d 'eden. De treden liepen naar een gang, die vrbinding
7er ad met de rivier; hij kon duidelijk het ruischen van
et water hooren. Nadat hij een dertig meter geloopen
ad keerde hij terug om verslag uit te brengen. Kapi-
!in Hellebrand zou In huis blijven .terwijl Marston en
IJn knecht op verder onderzoek uitgingen. Voor ze
10» Ingen rende Fagan naar zijn kwartier om een lan-
Q J iarn te halen.
tt Toen hij terug was, gingen ze dadelijk op weg. Het
heen een oude gang te zijn die al verscheidene jaren
oor smokkeldoeleinden werd gebruikt.
Na een tweehonderd meter verder splitste de gang
fch, de linksche tak leidde naar de rivier; de Ingang
W geheel bedekt met dicht struikgewas. Zij keerden
>if I 'rug en liepen het andere gedeelte van de gang in; dit
M tas langer. Zij kwamen aan een soort zomerhuis, dat
net zoo verwaarloosd uitzag als het huis waar zij
tadaan kwamen. Later ontdekten zij nog dat 't op
Hond stond, die aan Herr Woessel toebehoorde. Dit zo-
-i verhuis lag op eenigen afstand van de rivier en was
10 -oor boseh omgeven. De heele situatie was hun nu dui-
gf De goederen werden aan den ingang bij de ri-
•er afgeleverd, ln het verlaten huis gebracht en 's
0 ^chts, als de gelegenheid gunstig was door de gang
naar het tuinhuis leidde verder het land in ge
acht. Toen zij deze ontdekkingen gedaan hadden,
jatten zij zich terug. Fagan bleef nu achter om Woes-
ys e kwaken, terwijl Marston en Hellebrand hun man-
ih is f!ngen kalen. Zoo stil mogelijk werden zij uit hun
°P£eklopt. Bij de twee ingangen werden
tff «Uawachten uitgezet, terwijl het meerendeel der sol
daten zich onder het dichte struikgewas bij de rivier
verborg.
Nauwelijks waren deze maatregelen getroffen of de
groote klok van de Kathedraal sloeg twaalf. Even daar
na klonk een fluitje, zacht, maar doordringend. Marston
had Iets dergelijks verwacht, daar hij wist dat Herr
Woessel alleen 's nachts uit het kamp weg kon zijn en
tegen den vroegen ochtend moest terugkeeren.
Een boot, die met omwoelde roeiriemen voortbewo
gen werd, kwam bij de landingsplaats. Het was een
lange diepe, bark, bemand met een twaalftal koppen;
ze hadden in het midden groote pakken liggen; blijk
baar dienzelfden avond van een convooi gestolen. Zon
der twijfel had de duif de boodschap overgebracht dat
een convooi in de buurt was. De boot werd direct door
een dozijn sterke mannen geenterd; de meeste mannen
werden gevangen genomen, maar drie of vier sprongen
aan de andere zijde overboord en verdwenen.
Vroeg in den morgen kreeg de opperbevelhebber be
richt dat Kolonel Marston hem wenschte te spreken.
Marlbarough, die nog niet heelemaal gekleed was, wilde
echter dat hij onmiddellijk binnengelaten werd. Die
zaak met de convoolen had hem gevoelig getroffen; hij
was ervan overtuigd, dat Marston niet teruggekeerd
zou zijn, als hij niet een of andere belangrijke ontdek
king gedaan had.
Kolonel Marston salueerde.
Wel, Kolonel?
Ik heb den aanvoerder van het stel, Uwe Genade,
en acht van zijn mannen en ik weet precies hoe alles
in zijn werk gegaan is. Kan de man binnenkomen? Hij
staat buiten, bij de wacht.
De Hertog keek wel wat verbaasd ,daar Marston op
een eigenaardige veelbeteekenenden toon sprak
Zeker, antwoordde hij.
Woessel werd binnengeleid, gebonden. Marlborough's
heele houding verstrakte. Hij keek den Gedeputeerde
aan met een blik, alsof hij hem vernietigen wilde.
Dus U bent den schulidge, Herr Woessel?
De lippen van den beschuldigde begonnen te trillen;
hij deed een poging om wat te zeggen, maar geen ge
luid kwam over zijn lippen.
De Opperbevelhebber keerde zich naar Marston.
Wees zoo goed mij te vertellen wat U ontdekt hebt
In weinig woorden was het geheele verhaal gedaan,
Woessel liet zijn hoofd staken. Door zijn gewetenlooe-
Oogenschijnlijk was W. niet zoo gevaarlijk. Hij ie
betrekkelijk klein (men noemde hem „Lutje IJje")
en geeft niet den indruk van groote lichaamskracht,
Hij was echter een geweldig scherpschutter.
Steeds verkondigde W. communistische theorieën
en hij stak zijn haat tegen een ieder, die politieman
was, niet onder stoelen of banken. Zoo zei hij o. a.
dat als hij eerst eens een stuk of wat van die ke
rels (veldwachters) had neergeschoten, hij ook ge
rust zou sterven.
t Is een zonderlinge man, van wien je alles ver
wachten kon, vertelde ons iemand. Zoo nu en dan
kwam hij eens met mij praten. Ik zelf ben christe
lijk en dan zette hij zijn theorieën uiteen. Hij kon
uitstekend redeneeren en zijn verstand was goed,
want hij wist je alles, wat hij las, precies weer te
vertellen. Als hij zoo hij mij zat, kon hij plotseling
zeggen: „Eigenlijk moest ik iemand met jouw be
ginselen, zooals je daar achter de kachel zit, neer
schieten. En ik zou er ook geen berouw van heb
ben als ik het deed, maar 1t zou me plezier doen.
Maar ik zal 't niet doen, omdat ik je te goed ken,"
Ook liet hij me zien, dat hij' in een geheim vestzakje
een browning bij zich droeg, zoon klein dingetje.
Ik heb dit aan de politie verteld en haar nog kort
geleden voor den man gewaarschuwd. Doch ze lach
ten er w'at om en zeiden: „Heb je ooit daden van
Lutje IJje gezien?" Nu had hij eigenlijk ook nooit
iets van ernstigen aard gedaan, doch iedereen was
aang voor hem. Hij heeft mij voor een paar dagen
ook gedreigd, omdat ik over hem gesproken had
met de politie. Mijn vrouw Was er nog beangst over,
toen ze het ons vertelden. Ook andere menschen
heeft hij den laatsten tijd gedreigd.
Nuar uit Groningen gemeld wordt, zal de begrafe
nis der beide veldwachters Hoving en Worman he
den (Dinsdagsmiddag om 12 uur te Groningen
plaats hebben. Er zal een stoet worden geformeerd,
waarbij zich de verschillende deputaties zullen aan
sluiten. Zoo zal het Groninger Politiecorps zich doen
vertegenwoordigen, terwijl bovendien het Amster-
damsche politiecorps en de bond van hooger politie
personeel in Nederland deputaties zullen zenden. Het
Rotterdamsche politiecorps zal zijn muziekcorps ter
sterkte van ongeveer 60 man zenden. Dit corps zal
treurmuziek ten gehoore brengen. In Groningen zal
het overnachten en zich den volgenden morgen bege
ven naar Grootegast om de begrafenis bij te wonen
van de beide gemeenteveldwachters Meyer, die te
12 uur in Opende zal worden begraven cn v. d. Mo
len die te 3 uur te Grootegast zal worden ter aarde
besteld.
Vrouw Wobben is zooals men weet, op vrije voeten
gesteld, daar zij niet medeplichtig is aan de misdaad.
'Men kon haar evenwel nergens onderdak brengen,
weshalve (men haar, ook al omdat men vreesde, dat
de bevolking zich op haar zou willen wreken, heeft
overgebracht naar de marechausseekazerne te Ma
rum.
De dader, die een volledige bekentenis heeft afge
legd en zich totaal onverschillig betoont, is in het
Huis van Bewaring opgesloten.
OM DE EUROPEESCHE KAMPIOENSCHAPPEN.
De Hollanders houden zich goecL
Lo« het ta de bronehes
vastzittende slijm op, ver
gemakkelijk het opgeven,
verzacht de snijdende pijn
i het veelvuldig hoesten en versterk
Uw ademhalingsorganen met de snel en
krachtig ingrijpende, oascbadclljkfi
Zaterdagmorgen zijn te Dajvos de wedstrijden ln het
hardrijden begonnen. De opening had plaats met het
spelen van het Wilhelmus en het hijsehen van do Ne-
derlandsche vlag. De uitslag 500 M. Is als volgt:
1. Thunberg (Finland), 42.8 sec.; 2. en 8. Ballangrud
(Noorwegen) en Federson (Noorwegen), 43.8; 4. Laraen
(Noorwegen), 44 sec.; 5. Van der Scheer (Nederland),.
45.4 sec.; 0. Hooftman (Nederland), 45.8 sec.; 7. Kauser
(Hongarije), 45.9; 8. Riedl (Oostenrijk), 40.2; 0 Kos
(Nederland), 46.3.
Van der Scheer ls even voor de eindstreep gevallen,
doch heeft een zeer goeden tijd gemaakt.
Een nieuw wereldrecord van Thunberg.
Met dezen tijd, 42.8 sec., heeft de Fin Thunberg, een
nieuw wereldrecord op zijn naam gebracht
Zooals men weet reed de Noor Oscar Mathlesen eenl-
ge dagen geleden de 500 M. ln nieuwen wereldrecord
tijd 43 sec.
Verbetering Nederlandsche records. Een
Hollander tweede in de 5000-meter-wedstrijd.
De wedstrijd over 5000 M. begon met het rijden van
de Hollanders. Helden en van der Scheer. Laatstge
noemde maakt 8. min. 43.8 sec. en Heiden 8. min. 44.2
sec. Kos reed den afstand in 9 min. 23.2 sec. en Hooft
man ln 9 min. 25 sec. ZU hebben allen in den aanvang
zeer hard gereden, doch konden hun grootste snelheid
niet over de twaalf ronden volhouden.
In dezen wedstrijd zijn enkele Nederlandsche records
verbeterd.
De 5000 meter bijv. stond op naam van Bqpt, behaald
te St Morltz in 1924 met 9 min. 29.5 sec., terwijl de
beste tijd van een Nederlander in het buitenland
geen officieel record ln 1928 werd behaald door
Helden met 8 min. 56.8 sec. Van der Scheer heeft dit
record thans verbeterd door de 5000 M. te rijden ln
8 min. 43.8 sec.
Deze Nederlandsche rijder verbeterde Zaterdagmor
gen ook het Nederlandsche record op 500 M., door de
zen afstand te rijden ln 45.4 sec., ondanks het feit, dat
hij even voor de eindstreep viel. (Zie hierboven) Dit
record stond op naam van Blaiase ,die ln 1924 te Oslo
47.8 sec. maakte, terwijl de beste tijd van een Neder
lander ln het buitenland stond op naam van Hooftman,
die in 1927 te Davos 45.0 sec. maakte.
De volgorde van de 6000 M. werd als volgt:
1. Ballangrud (Noorwegen) 8 min. 20.5 sec.; 2. Thun
berg (Finland) 8 min. 40.8 sec.; 3. Van der Scheer, (Ne
derland 8 min. 43.8 sec.; 4. Heiden (Nederland) 8. min,
44.2 sec.; 5. Polacsek (Oostenrijk) 8 min. 50.4 sec.; 0.
Larsen (Noorwegen) 8 min. 56.1 seo.; 7. Riedl (Oosten
rijk) 8 min. 57.5 sec.; 8. Eöfcvös (Hongarije) 9 min. 11.0
sec.; 9. Moser (Oostenrijk) 9 min. 15.4 sec.; 10 Peden-
sen (Noorwegen) 9 min. 16.5 sec.; 1L Zlpperlen (Zwit
serland) 9 min. 17 sec.; 12 Kos (Nederland) 9 min. 23.2
seo.; 13. Kauser, (Hongarije), 9 min, 84 Sas.; 14. Hooft
man (Nederland) 9 min. 25 sec.
Uit deze volgorde blijkt, dat de Nederlandsche rijders
een zeer goed figuur geslagen hebben. Het Ija was goed
en het geheel had, dank zij de goede organisatie, een
vlot verloop met een enthousiast publiek -
held had hij zich groote rijkdommen verworven en
dit was het eind ongenade en ondergang.
De Hertog wendde zich tot den gevangene:
Ik zal mij niet verder met U onledig houden; U
gaat terug naar Holland onder sterke gelelde; Uw
meesters daar zullen hooren wat gij misdreven hebt,
en over U rechten. Wat (het einde zal zijn, daarover ver-
keeren noch U, noch ik in twijfel. Wat de rest van Uw
mannen betreft, daar zal de provoost-geweldige wel
voor zorgen.
Woessel werd weggeleid; de Hertog wenschte dat
Marston nog bleef.
De eigendommen van Herr Woessel zullen gecon-
fiskeerd worden en Ik zal er voor zorgen dat het huis
en de landerijen in Uw bezit overgaan. Wij zijn voor
goed verlost van een man, die ik altijd gewantrouwd
heb, de ergste soort vijand, een verrader. Kapitein Hel
lebrand zal ook zijn belooning ontvangen en de andere
officieren en manschappen even-eens. Uw knecht, Mark
Fagan, zal vijftig guinea's hebben.
Toen Kolonel Marstoan dit aan de mannen, die met
hem mee waren geweest, mededeelde, uitte iedereen zijn
voldoening en toenFagan vernam welk aandeel hem
toebedacht \yas, kwamen de rimpeltjes weer om zijn
ooghoeken.
Ik heb nog nooit zooveel guinea's bij elkaar ge
had, sir, zei hij, maar toch zou ik er nog graag iets
bij hebben.
Wat ls dat Mark?
De rimpeltjes werden dieper Die duiven, sir, We
hebben veel aan hen te danken en ik zou ze graag
goed verzorgd hebben.
Marston glimlachte en knikte.
Ze zijn voor jou, hoor, zei hij'.
HOOFDSTUK XII.
EEN BEROEP OP ANTHONY.
Toen Anthony Marston zich van de smidse afwendde
en op het punt stond Moonstone te bestijgen, voelde hij
dat er opeens een hand op zijn arm werd gelegd; het
paard schrok, rukte aan den teugel en zette zijn ooren
overeind. Anthony greep stevig den teugel vast, bang
dat het dier er zonder hem vandoor zou gaan en draalde
zich snel om om te zien wat voor nieuwe verrassing
hem te wachten stond.
De laan die zich voor hem uitstrekte, leidde naar het
kleine plaatsje Alstadt aan de oevers van de Donau ge
legen ongeveer op de manier waarop Colm aan de zij
rivier lag. Aan zijn rechterhand kon hij de vesting
wallen onderscheiden .waarboven de vaan van den
Keurvorst. Deze had weinig aanhangers in dit district,
daar de bevolking Luthersch was en Innerlijk groote
sympathie voelde voor het verzet van de Hollanders
en hun bondgenooten tegen de arrogante aanspraken
van den Franschen koning
Marston, hoewel hij geen ander gezelschap bij zich
had dan één dienaar, was niet bang dat hij aangevallen
zou worden .daar hij de sympathieën van dezen streek
kende. Niet dat een of ander avontuur hem onwelkom
zou zijn geweest; integendeel hij was er juist ln een
j stemming voor. Hij was op den terugweg van een zen-
ding waarbij hij voor Marlborough's leger levensmid
delen en voeder had ingekocht. De Hertog stond er op
dat de bevolking van de streken waar zijn leger door-
trok rechtvaardig behandeld werd en dat voor de voor-
I raden die hij kocht, een behoorlijken prijs zou worden
I betaald. Dat was een van de redenen waarom hij zoo
veel meer bemind was dan andere legerbevelhebbers,
j Marston had de mannen die hij bij zich had vooruit
gezonden met wat zij ln een wijden omtrek machtig
j hadden kunnen worden; een uur geleden waren zij met
een veerboot de Donau overgestoken. Moonstone, An-
thony's paard, had een hoefijzer verloren en daarbij den
bal van zijn rechtervoorpoot een weinig bezeerd;
Marston was naar de smidse gegaan, dien hij opge
merkt had ,toen hij drie dagen geleden door Alstadt had
gereden ,om daar zijn paard behoorlijk te laten verzor
gen. De eigenaar van de smidse bleek de hoefsmidkunst
gelukkig uitstekend te verstaan.
Mark was naar de „Gouden Adelaar" gegaan om bed
den te bespreken voor zijn meester en zichzelf, want
Anthony was niet van plan voor den volgenden morgen
vroeg de Donau o'ver te steken; ook al om zijn paard
de rust te geven die het zoozeer noodlg had.
Ofschoon de smid zooals gezegd zijn werk zeer
naar behooren had verricht, was er in zijn houding iets
geweest dat Marston bevreemd had. De man scheen
norsch, prikkelbaar en afgetrokken, ln gespannen luis
tering naar geluiden van buiten, eigenlijk maar half bij
zijn werk. Maar Anthony was er niet in geslaagd om
achter de reden van die vreemde houding te komen.
Wordt vervolgd.