'De dolende Ridder. Dinsdag 22 Januari 1929. 72s<te Jaargang No. 8395. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen. Eerste Blad. Het drama te Grootegast Schaatsenrijden te Davos. jjQ* Tegen BRONCHITIS AKKER'5 ABDIJSIROOP Voord» Borst SCHAGER Alicmcei Nieiws- COURANT. llraititii- Lnilimllil Dit bind verschijnt viermuul per week: Dinsdag, Woensdag, Dondur- jug en Zaterdag. Dij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- iciitiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.05. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel moor 20 cent (bowijsno. inbegrepen). Grootoro letters worden naar plaatsruimte berekend DIT NUMMJElt BESTAAT VIT TWKE BLADEN. HOE HET GEVAL ZICH HEEFT TOEGEDRAGEN. Omtrent het afschuwelijke drama te Grootegast in Groningen, waarbij vier veldwachters door een tiruut werden neergeschoten, werden nog de vol gende bijzonderheden gemeld: Toen de moordenaar Wijkstra van Opeinde (ge- j meente Grootegast) zijn misdrijven bedreven had, is «ij gevlucht; hij kwam met een zekeren Hut, die bij hem woonde, te Tolbert aan, waar hij zich door dr. Huininga wilde laten verbinden. De huishoud ster van genoemden geneesheer gaf te kennen, dat deze niet thuis was, en zij gaf W. den raad,, per auto naar het r.-k. ziekenhuis te Groningen te gaan. W'illems, autoverhuurder te Tolbert, niet wetende, welk vrachtje hij zou vervoeren, verklaarde op ver zoek van de huishoudster van dr. Huininga, zich bereid, den man, die voorgaf, een schot hagel in een been te hebben, met zijn metgezel te brengen naar het r.-k. ziekenhuis te Groningen. De wonden aan een hand en een been van W. wareni toegebracht door een revolverschot van den veldwachter Meyer, die was neergeschoten, maar zich toch nog verdedigen kon, voordat hem de hals werd afgesneden. Onderweg naar Groningen moet W. onder vertoo ning van een revolver aan den chauffeur Willems hebben gezegd, dat hij dien dag al vier personen had neergeschoten. Willems aarzelde even om verder te gaan, doch vatte moed en bracht den man naar het ziekenhuis. De marechaussee De Vries, van Marum, ontmoette den auto tusschen Tolbert en Oostwold en. hield hem staande, wetende, wat er ia Grootegast gebeurd was; hij liet hem doorgaan n waarsóhuwde de politie te Groningen. Willems was blij, toen hij W. aan het ziekenhuis ad afgezet. D« voorgeschiedenis. -3 Nader blijkt, dat vrouw Wobbes, geboren, Aaltje ':Tvan der Tuin, die hij den moordenaar was komen inwonen, zes kinderen van één tot veertien jaar heeft verlaten. Volgens haar wias de ondersteuning van het armbestuur onvoldoende. Bij haar komst In de woning van W. heeft deze zijn 71-jarige moe- i„ der het huis uitgezet. Het oude mensch heeft bij een anderen zoon onder Doezum weer een tehuis to gevonden. Een der gemeenteveldwachters van Grootegast re, had W. nog in het begin van deze week gewaar- 8chuwd, dat vrouw Wobbes weer naar haar kinde ren moest terugkeeren, daar de politie anders ge- noodzaakt zou zijn, haar terug te halen. Hierop beeft W. geantwoord, dat er dan dooden zouden vallen. Toen de officier van justitie te Groningen opdracht gaf, de vrouw voor hem te brengen, heb- et. ben de gemeenteveldwachters het verstandig ge oordeeld, de rijksveldwachters Werkman en Hoving ed mee te nemen. De officier van justitie te Groningen ried aan, ook den opperwachtmeester van de mare chaussee te Marum, Boelens, mee te nemen, Van der Molen, een man van 03 jaar, zeide echter: „Wij lijn nu al met zijn vieren, wat kan ons gebeuren". In een gesprek met den telegraafkantoorhouder had Mj zelfs gezegd, dat het misschien beter was, dat er hjtnaar één persoon naar W. ging. Maar het plan de ampagne was al opgemaakt. D« plaats, waar da misdaad badravan werd. Toen de politiemannen bij het huis kwamen, was de deur gegrendeld. Zij forceerden de deur, en door een kier, die hierdoor ontstond, keek Van der Mo len naar binnen. W. schoot hem toen met een brow ning een kogel door het hoofd. Toen de andere veldwachters zich met den ge troffene bezig hielden, ging W. door de achterdeur naar buiten en viel hen met schoten uit een Duitsch repeteergeweer in den rug aan. Hij legde alle drie neer en sneed hun de keel af. Vermoedelijk heeft een van hen, hoewel ernstig gewond, W. in het been getroffen. W. heeft daarop het huis in brand gestoken, dat spoedig in lichte laaie stonden. Tijdens den brand werd een hevig geknetter gehoord, zoodat vermoed wordt, dat hij een groote voorraad munitie in huis had. Groote verslagenheid onder de bewoners. Begrijpelijkerwijze heeft de verschrikkelijke mis daad onder de inwoners der gemeente groote ont steltenis gewekt. Er heerschte Vrijdag voor het gemeente huis van Grootegast, hoewel de wegen tengevolge van de gevallen sneeuw moeilijk begaanbaar en be rijdbaar war^n, een groote drukte. Een persauto is tengevolge van den slechten weg in een sloot ge raakt. Bij de bewoners van het dorp was W., die buiten het dorp woont, weinig bekend. Wel wist men alge meen, dat hij een verbazend knap schutter was. En kelen beweren eens gezien te hebben, dat hij iemand een lucifersdoosje van het hoofd schoot, en dat hij een opgeworpen aardappel in de lucht met een browning kon treffen. Bdj de politie stond hij be kend als een gevaarlijk persoon, die meestal een wa pen bij zich droeg of in huis had. Hoe de politie op het spoor kwam. Achteraf blijkt, dat de chauffeur Willems, nadat hij W. aan het katholiek ziekenhuis te Groningen had afgezet, naar een café aan den Heerenweg is gegaan en den caféhouder een verhaal heeft gedaan van wat hij beleefd had. Deze heeft toen de politie opgebeld, met het bekende resultaat. De politie had vooraf bij de houders van bodenkarren uit het Wes terkwartier het signalement van den moordenaar kunnen opnemen. Vrijdagavond heeft de dader een bekentenis afge legd, waarna hij naar bet buis van bewaring ia overgebracht. Een groote voorraad manilla. Tijden* den brand, werd een hevig geknetter ge hoord, zoodat men vermoedt dat hij een groote voorraad munitie thuis had. De slachtoffers waren allen zeer geziene politie- i mannen. De „Prov. Groninger Crt." meldt nog o.m.: Eiven kregen wij den dader te zien: Eén man van 1 middelmatige grootte, eerder groot dan klein, met onverschillige, domme oogon, uitstekende jukbeen deren, en donkerblond, reeds grijzend haar. In hemdsmouwen werd hij van de eene zaal van het politiebureau naar de andere overgebracht. Weerloos, met gebogen hoofd, eenigszins versuft( liep hij, terwijl een herculische Groningsche poli tieman hem bij zijn kraag vasthield. Hij had n<>£t een vuilen zakdoek met gestold Moed om K.tyn hand, zijn broek Was opgestroopt. Zoo juist üad 'ue politie zijn been onderzocht, waarin hem een kogel was geschoten. Een gevaarlijk mensch. fn een gesprek, dat een berichtgever van het Nieuwsblad v. h. Noorden met iemand gehad heeft, vertelt deze laatste het volgende: W. liep altijd gewapend rond en wist, wanneer hem een wapen door de politie was afgenomen, tel kens een nieuw te krijgen. Ook had hij heel veel munitie in voorraad. FEUILLETON Een verhaal uit den tijd van den Spaanschen Succlssie-Oorlog. (Naar het Engelseh) van MORICE GEKARD. d ril Ui i irn do do 0. eel Zoo gauw hij uit het gat was, daalde Fagan naar be- 10d 'eden. De treden liepen naar een gang, die vrbinding 7er ad met de rivier; hij kon duidelijk het ruischen van et water hooren. Nadat hij een dertig meter geloopen ad keerde hij terug om verslag uit te brengen. Kapi- !in Hellebrand zou In huis blijven .terwijl Marston en IJn knecht op verder onderzoek uitgingen. Voor ze 10» Ingen rende Fagan naar zijn kwartier om een lan- Q J iarn te halen. tt Toen hij terug was, gingen ze dadelijk op weg. Het heen een oude gang te zijn die al verscheidene jaren oor smokkeldoeleinden werd gebruikt. Na een tweehonderd meter verder splitste de gang fch, de linksche tak leidde naar de rivier; de Ingang W geheel bedekt met dicht struikgewas. Zij keerden >if I 'rug en liepen het andere gedeelte van de gang in; dit M tas langer. Zij kwamen aan een soort zomerhuis, dat net zoo verwaarloosd uitzag als het huis waar zij tadaan kwamen. Later ontdekten zij nog dat 't op Hond stond, die aan Herr Woessel toebehoorde. Dit zo- -i verhuis lag op eenigen afstand van de rivier en was 10 -oor boseh omgeven. De heele situatie was hun nu dui- gf De goederen werden aan den ingang bij de ri- •er afgeleverd, ln het verlaten huis gebracht en 's 0 ^chts, als de gelegenheid gunstig was door de gang naar het tuinhuis leidde verder het land in ge acht. Toen zij deze ontdekkingen gedaan hadden, jatten zij zich terug. Fagan bleef nu achter om Woes- ys e kwaken, terwijl Marston en Hellebrand hun man- ih is f!ngen kalen. Zoo stil mogelijk werden zij uit hun °P£eklopt. Bij de twee ingangen werden tff «Uawachten uitgezet, terwijl het meerendeel der sol daten zich onder het dichte struikgewas bij de rivier verborg. Nauwelijks waren deze maatregelen getroffen of de groote klok van de Kathedraal sloeg twaalf. Even daar na klonk een fluitje, zacht, maar doordringend. Marston had Iets dergelijks verwacht, daar hij wist dat Herr Woessel alleen 's nachts uit het kamp weg kon zijn en tegen den vroegen ochtend moest terugkeeren. Een boot, die met omwoelde roeiriemen voortbewo gen werd, kwam bij de landingsplaats. Het was een lange diepe, bark, bemand met een twaalftal koppen; ze hadden in het midden groote pakken liggen; blijk baar dienzelfden avond van een convooi gestolen. Zon der twijfel had de duif de boodschap overgebracht dat een convooi in de buurt was. De boot werd direct door een dozijn sterke mannen geenterd; de meeste mannen werden gevangen genomen, maar drie of vier sprongen aan de andere zijde overboord en verdwenen. Vroeg in den morgen kreeg de opperbevelhebber be richt dat Kolonel Marston hem wenschte te spreken. Marlbarough, die nog niet heelemaal gekleed was, wilde echter dat hij onmiddellijk binnengelaten werd. Die zaak met de convoolen had hem gevoelig getroffen; hij was ervan overtuigd, dat Marston niet teruggekeerd zou zijn, als hij niet een of andere belangrijke ontdek king gedaan had. Kolonel Marston salueerde. Wel, Kolonel? Ik heb den aanvoerder van het stel, Uwe Genade, en acht van zijn mannen en ik weet precies hoe alles in zijn werk gegaan is. Kan de man binnenkomen? Hij staat buiten, bij de wacht. De Hertog keek wel wat verbaasd ,daar Marston op een eigenaardige veelbeteekenenden toon sprak Zeker, antwoordde hij. Woessel werd binnengeleid, gebonden. Marlborough's heele houding verstrakte. Hij keek den Gedeputeerde aan met een blik, alsof hij hem vernietigen wilde. Dus U bent den schulidge, Herr Woessel? De lippen van den beschuldigde begonnen te trillen; hij deed een poging om wat te zeggen, maar geen ge luid kwam over zijn lippen. De Opperbevelhebber keerde zich naar Marston. Wees zoo goed mij te vertellen wat U ontdekt hebt In weinig woorden was het geheele verhaal gedaan, Woessel liet zijn hoofd staken. Door zijn gewetenlooe- Oogenschijnlijk was W. niet zoo gevaarlijk. Hij ie betrekkelijk klein (men noemde hem „Lutje IJje") en geeft niet den indruk van groote lichaamskracht, Hij was echter een geweldig scherpschutter. Steeds verkondigde W. communistische theorieën en hij stak zijn haat tegen een ieder, die politieman was, niet onder stoelen of banken. Zoo zei hij o. a. dat als hij eerst eens een stuk of wat van die ke rels (veldwachters) had neergeschoten, hij ook ge rust zou sterven. t Is een zonderlinge man, van wien je alles ver wachten kon, vertelde ons iemand. Zoo nu en dan kwam hij eens met mij praten. Ik zelf ben christe lijk en dan zette hij zijn theorieën uiteen. Hij kon uitstekend redeneeren en zijn verstand was goed, want hij wist je alles, wat hij las, precies weer te vertellen. Als hij zoo hij mij zat, kon hij plotseling zeggen: „Eigenlijk moest ik iemand met jouw be ginselen, zooals je daar achter de kachel zit, neer schieten. En ik zou er ook geen berouw van heb ben als ik het deed, maar 1t zou me plezier doen. Maar ik zal 't niet doen, omdat ik je te goed ken," Ook liet hij me zien, dat hij' in een geheim vestzakje een browning bij zich droeg, zoon klein dingetje. Ik heb dit aan de politie verteld en haar nog kort geleden voor den man gewaarschuwd. Doch ze lach ten er w'at om en zeiden: „Heb je ooit daden van Lutje IJje gezien?" Nu had hij eigenlijk ook nooit iets van ernstigen aard gedaan, doch iedereen was aang voor hem. Hij heeft mij voor een paar dagen ook gedreigd, omdat ik over hem gesproken had met de politie. Mijn vrouw Was er nog beangst over, toen ze het ons vertelden. Ook andere menschen heeft hij den laatsten tijd gedreigd. Nuar uit Groningen gemeld wordt, zal de begrafe nis der beide veldwachters Hoving en Worman he den (Dinsdagsmiddag om 12 uur te Groningen plaats hebben. Er zal een stoet worden geformeerd, waarbij zich de verschillende deputaties zullen aan sluiten. Zoo zal het Groninger Politiecorps zich doen vertegenwoordigen, terwijl bovendien het Amster- damsche politiecorps en de bond van hooger politie personeel in Nederland deputaties zullen zenden. Het Rotterdamsche politiecorps zal zijn muziekcorps ter sterkte van ongeveer 60 man zenden. Dit corps zal treurmuziek ten gehoore brengen. In Groningen zal het overnachten en zich den volgenden morgen bege ven naar Grootegast om de begrafenis bij te wonen van de beide gemeenteveldwachters Meyer, die te 12 uur in Opende zal worden begraven cn v. d. Mo len die te 3 uur te Grootegast zal worden ter aarde besteld. Vrouw Wobben is zooals men weet, op vrije voeten gesteld, daar zij niet medeplichtig is aan de misdaad. 'Men kon haar evenwel nergens onderdak brengen, weshalve (men haar, ook al omdat men vreesde, dat de bevolking zich op haar zou willen wreken, heeft overgebracht naar de marechausseekazerne te Ma rum. De dader, die een volledige bekentenis heeft afge legd en zich totaal onverschillig betoont, is in het Huis van Bewaring opgesloten. OM DE EUROPEESCHE KAMPIOENSCHAPPEN. De Hollanders houden zich goecL Lo« het ta de bronehes vastzittende slijm op, ver gemakkelijk het opgeven, verzacht de snijdende pijn i het veelvuldig hoesten en versterk Uw ademhalingsorganen met de snel en krachtig ingrijpende, oascbadclljkfi Zaterdagmorgen zijn te Dajvos de wedstrijden ln het hardrijden begonnen. De opening had plaats met het spelen van het Wilhelmus en het hijsehen van do Ne- derlandsche vlag. De uitslag 500 M. Is als volgt: 1. Thunberg (Finland), 42.8 sec.; 2. en 8. Ballangrud (Noorwegen) en Federson (Noorwegen), 43.8; 4. Laraen (Noorwegen), 44 sec.; 5. Van der Scheer (Nederland),. 45.4 sec.; 0. Hooftman (Nederland), 45.8 sec.; 7. Kauser (Hongarije), 45.9; 8. Riedl (Oostenrijk), 40.2; 0 Kos (Nederland), 46.3. Van der Scheer ls even voor de eindstreep gevallen, doch heeft een zeer goeden tijd gemaakt. Een nieuw wereldrecord van Thunberg. Met dezen tijd, 42.8 sec., heeft de Fin Thunberg, een nieuw wereldrecord op zijn naam gebracht Zooals men weet reed de Noor Oscar Mathlesen eenl- ge dagen geleden de 500 M. ln nieuwen wereldrecord tijd 43 sec. Verbetering Nederlandsche records. Een Hollander tweede in de 5000-meter-wedstrijd. De wedstrijd over 5000 M. begon met het rijden van de Hollanders. Helden en van der Scheer. Laatstge noemde maakt 8. min. 43.8 sec. en Heiden 8. min. 44.2 sec. Kos reed den afstand in 9 min. 23.2 sec. en Hooft man ln 9 min. 25 sec. ZU hebben allen in den aanvang zeer hard gereden, doch konden hun grootste snelheid niet over de twaalf ronden volhouden. In dezen wedstrijd zijn enkele Nederlandsche records verbeterd. De 5000 meter bijv. stond op naam van Bqpt, behaald te St Morltz in 1924 met 9 min. 29.5 sec., terwijl de beste tijd van een Nederlander in het buitenland geen officieel record ln 1928 werd behaald door Helden met 8 min. 56.8 sec. Van der Scheer heeft dit record thans verbeterd door de 5000 M. te rijden ln 8 min. 43.8 sec. Deze Nederlandsche rijder verbeterde Zaterdagmor gen ook het Nederlandsche record op 500 M., door de zen afstand te rijden ln 45.4 sec., ondanks het feit, dat hij even voor de eindstreep viel. (Zie hierboven) Dit record stond op naam van Blaiase ,die ln 1924 te Oslo 47.8 sec. maakte, terwijl de beste tijd van een Neder lander ln het buitenland stond op naam van Hooftman, die in 1927 te Davos 45.0 sec. maakte. De volgorde van de 6000 M. werd als volgt: 1. Ballangrud (Noorwegen) 8 min. 20.5 sec.; 2. Thun berg (Finland) 8 min. 40.8 sec.; 3. Van der Scheer, (Ne derland 8 min. 43.8 sec.; 4. Heiden (Nederland) 8. min, 44.2 sec.; 5. Polacsek (Oostenrijk) 8 min. 50.4 sec.; 0. Larsen (Noorwegen) 8 min. 56.1 seo.; 7. Riedl (Oosten rijk) 8 min. 57.5 sec.; 8. Eöfcvös (Hongarije) 9 min. 11.0 sec.; 9. Moser (Oostenrijk) 9 min. 15.4 sec.; 10 Peden- sen (Noorwegen) 9 min. 16.5 sec.; 1L Zlpperlen (Zwit serland) 9 min. 17 sec.; 12 Kos (Nederland) 9 min. 23.2 seo.; 13. Kauser, (Hongarije), 9 min, 84 Sas.; 14. Hooft man (Nederland) 9 min. 25 sec. Uit deze volgorde blijkt, dat de Nederlandsche rijders een zeer goed figuur geslagen hebben. Het Ija was goed en het geheel had, dank zij de goede organisatie, een vlot verloop met een enthousiast publiek - held had hij zich groote rijkdommen verworven en dit was het eind ongenade en ondergang. De Hertog wendde zich tot den gevangene: Ik zal mij niet verder met U onledig houden; U gaat terug naar Holland onder sterke gelelde; Uw meesters daar zullen hooren wat gij misdreven hebt, en over U rechten. Wat (het einde zal zijn, daarover ver- keeren noch U, noch ik in twijfel. Wat de rest van Uw mannen betreft, daar zal de provoost-geweldige wel voor zorgen. Woessel werd weggeleid; de Hertog wenschte dat Marston nog bleef. De eigendommen van Herr Woessel zullen gecon- fiskeerd worden en Ik zal er voor zorgen dat het huis en de landerijen in Uw bezit overgaan. Wij zijn voor goed verlost van een man, die ik altijd gewantrouwd heb, de ergste soort vijand, een verrader. Kapitein Hel lebrand zal ook zijn belooning ontvangen en de andere officieren en manschappen even-eens. Uw knecht, Mark Fagan, zal vijftig guinea's hebben. Toen Kolonel Marstoan dit aan de mannen, die met hem mee waren geweest, mededeelde, uitte iedereen zijn voldoening en toenFagan vernam welk aandeel hem toebedacht \yas, kwamen de rimpeltjes weer om zijn ooghoeken. Ik heb nog nooit zooveel guinea's bij elkaar ge had, sir, zei hij, maar toch zou ik er nog graag iets bij hebben. Wat ls dat Mark? De rimpeltjes werden dieper Die duiven, sir, We hebben veel aan hen te danken en ik zou ze graag goed verzorgd hebben. Marston glimlachte en knikte. Ze zijn voor jou, hoor, zei hij'. HOOFDSTUK XII. EEN BEROEP OP ANTHONY. Toen Anthony Marston zich van de smidse afwendde en op het punt stond Moonstone te bestijgen, voelde hij dat er opeens een hand op zijn arm werd gelegd; het paard schrok, rukte aan den teugel en zette zijn ooren overeind. Anthony greep stevig den teugel vast, bang dat het dier er zonder hem vandoor zou gaan en draalde zich snel om om te zien wat voor nieuwe verrassing hem te wachten stond. De laan die zich voor hem uitstrekte, leidde naar het kleine plaatsje Alstadt aan de oevers van de Donau ge legen ongeveer op de manier waarop Colm aan de zij rivier lag. Aan zijn rechterhand kon hij de vesting wallen onderscheiden .waarboven de vaan van den Keurvorst. Deze had weinig aanhangers in dit district, daar de bevolking Luthersch was en Innerlijk groote sympathie voelde voor het verzet van de Hollanders en hun bondgenooten tegen de arrogante aanspraken van den Franschen koning Marston, hoewel hij geen ander gezelschap bij zich had dan één dienaar, was niet bang dat hij aangevallen zou worden .daar hij de sympathieën van dezen streek kende. Niet dat een of ander avontuur hem onwelkom zou zijn geweest; integendeel hij was er juist ln een j stemming voor. Hij was op den terugweg van een zen- ding waarbij hij voor Marlborough's leger levensmid delen en voeder had ingekocht. De Hertog stond er op dat de bevolking van de streken waar zijn leger door- trok rechtvaardig behandeld werd en dat voor de voor- I raden die hij kocht, een behoorlijken prijs zou worden I betaald. Dat was een van de redenen waarom hij zoo veel meer bemind was dan andere legerbevelhebbers, j Marston had de mannen die hij bij zich had vooruit gezonden met wat zij ln een wijden omtrek machtig j hadden kunnen worden; een uur geleden waren zij met een veerboot de Donau overgestoken. Moonstone, An- thony's paard, had een hoefijzer verloren en daarbij den bal van zijn rechtervoorpoot een weinig bezeerd; Marston was naar de smidse gegaan, dien hij opge merkt had ,toen hij drie dagen geleden door Alstadt had gereden ,om daar zijn paard behoorlijk te laten verzor gen. De eigenaar van de smidse bleek de hoefsmidkunst gelukkig uitstekend te verstaan. Mark was naar de „Gouden Adelaar" gegaan om bed den te bespreken voor zijn meester en zichzelf, want Anthony was niet van plan voor den volgenden morgen vroeg de Donau o'ver te steken; ook al om zijn paard de rust te geven die het zoozeer noodlg had. Ofschoon de smid zooals gezegd zijn werk zeer naar behooren had verricht, was er in zijn houding iets geweest dat Marston bevreemd had. De man scheen norsch, prikkelbaar en afgetrokken, ln gespannen luis tering naar geluiden van buiten, eigenlijk maar half bij zijn werk. Maar Anthony was er niet in geslaagd om achter de reden van die vreemde houding te komen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1