üpager Courant Amerikaansche Impressies. BENJAMIN DISRAELI. De dolende Ridder. Tweede Blad. Holland's Cultuurhaard. Winterteenen Zaterdag 26 Januari 1929. 72ste Jaargang. No. 8398 in 9»l -7 New York, December 1928. LS de Broadway Expres aan de halte der 110de straat stilhoudt, staat ge midden In New York's beroemdste universiteit „Columbla Unlverslty". la «en ware unlversitiesstad, dit gedeelte van New Xork, met zijn iplelnen en boulevards, machtige gebou wen der wetenschap gewijd, Grlekscho standbeelden, iltzlende over tennlsoourta en autoparken. Ter rechterzijde van het palelslijke hoofdplein met z'n jachtig bibliotheekgebouw een stukje modernste Ne- jerlandsche historie, sinds verleden jaar Willem Men- nlberg daar zijn eere doctoraat verleend werd staat J'hilosophy Hall", de zetel der afdeeling voor Germaan- iche talen, en het is daar, dat de „Koningin Wilhelmina loogleeraar" Professor Dr. Adriaan Barnouw zijn werk- amer en het terrein zijner leerlingen heeft. De eerste schuchtere poging tot zulk een cultureel- jntrum werd gedaan door de oprichting In 1913 van ten Queen Wilhelmina-Lectoraat voor de studie van 'ederlandsche taal, letterkunde en geschiedenis. Dat locht dan ook wel! Want was het niet ergelijk voor volksgevoel, dat aan die groote universiteit in de loofdstad der Vereenlgde Staten de talen van bijna alle leschaafde volkeren onderwezen werden, maar juist let die van het volk, dat daar de oudste brieven heeft !en som van 35 mille werd door Invloedrijke Nederlan- ers tezamengebracht; het bestuur der Columbla Uni- ersiteit verdubbelde dit en zoo werd toen de eerste Bctor aangesteld'. Leonard Charles van Noppen, een merikaan van Hollandsche afkomst, die zijn reputa- e gevestigd had door een meesterlijke vertaling van fondei's „Lucifer" een Engelsche versie, dat Konink lijke stuk ten volle waardig. In vijf jaren tijd heeft van Noppen een prachtige pioniersarbeid verricht, och van den oorlog wenschte hij zich voor eigen werk erug te trekken en werd opgevolgd door Dr. Adriaan trnouw uit 'a Gravonhage. Inmiddels waa het ln ons herland duidelijk geworden, dat, mogen onze natlo- producten, van bloembollen tot geslepen diaman- al geen krans meor behoeven, zelfs niet eens onze stenschap en onze schilderkunst welke alle zich lve kransen dit daarom nog niet het geval ls met inze taal- en letterkunde, onze geschiedenis en onze be- chaving. Daar maakt onbekend onbemind. Overal had- lon wij consulenten voor de belangen van ons econo- nlsch leven ln den vreemde, doch consulaten voor ons eostelijk leven waren niet minder noodlg. En zoo werd laa ook in 1921 door „Columbla Universiteit" het Hol- indsche lectoraat vervangen door een volledig profes- jraat, met een eigen zetel ln de faculteit der' Fhllo- ■ophlo. Dat was mogelijk gemaakt door do consolidatie «or Hollandsche en Amerikaansche fondsen cn vooral oor de groote bolangstelling en sympathie welke Pre- dent Nicholas Murray Butler, een der grootste levende ierikanen, voor Nederland en de Nederlandsche be- tavlng koesterden. En zeker was de steun der Universitelts-autoriteiten rtreenkomstlg de Iraditi dezer gTOote hooge- chool. Bij de stichting van King'a College nam iet toenmaligo Hollandsche element ln New York een - Uunend aandeel. Als dank voor dien steun werd de %om door Cl» Xhagetecch* uitivwwltadt aast da Hollanders het recht verleend, een hoogleeraar in de Nederland sche Hervormde Godgeleerdheid te benoemen, doch daar er nooit een theologische faculteit aan „Columbla" ge weest is, heeft men zich met die erkenning op papier maar tevreden gesteld. En behalve die sentinentsrede- nen, waren er tal van opportunistische redenen voor het universiteitsbestuur het Nederlandsch als studie in hun curriculum op te nemen. De Hollandsche oorsprong en eerste geschiedenis van New York, de overheer- schlng, van het Hollandsch element voor langen tijd In de koloniale periode en dan nog in de afBtamming ha- rer voornaamste burgers, de maritieme en finantieele hulp welke Holland de jonge Amerikaansche Republiek gaf, dit alles maakte het duidelijk dat de student van Amerikaansche geschiedenis, zich niet de weelde kan veroorlooven de Nederlandsche beschaving, de klem draagster zijner eigen, te negeeren. De verheffing van het Nederlandsch tot een eigen faculteitszetel in Columbla Unlverslty is te waardevol ler door de geweldige omvang van deze beroemde Hoo- geschool. Het totale studentenaantal bereikt de 35.000, voor wier onderwijs een jaarlijksch budget noodig is even groot als dat van den geheelen Staat New Yersey! Het grootste contingent van prof. Barnouw's leerlin gen wordt gevormd door studenten der Germaansche afdeeling, v/in wie voor hun doctoralen graad een „rea- ding knowledge" verlangd wordt van een moderne Scandlnaafsche of van de Nederlandsche taal. Bijkans alle studenten kiezen dan het Nederlandsch. Dan ls er j een categorie geschiedenis-studenten, die voorlezingen volgen, teneinde de eerste Amerikaansche ontdekkin gen, geschiedenis, wetten en ordonantlën, alles in het I Nederlandsch gesteld, te kunnen lezen. En tenslotte telt men ieder jaar weer eenlge studenten ,dle uit een- timentale redenen, zuiver voor eigen voldoening, de taal willen leeren hunner ouders of voorvaderen. 1 Op het voetspoor van zijn voorganger heeft dr. Bar- nouw zich evenwel niet tot Columbla beperkt, al ligt daar natuurlijk het hoofdkwartier zijner activiteit. Dik wijls heeft hij reeds korte lezingreeksen aan de univer siteit van Michigan, een staat met een groot element Hollandsche bevolking, gegeven, en zoo ook, zij het minder geregeld aan vele andere universiteiten en aan tal van colleges, door heel het Amerikaansche conti nent. Meer nog dan van Noppen dit ooit in zijn grootste optimisme heeft kunnen droomen, is de leerstoel van Columbla door de veelzijdige activiteit van zijn hoog- .leeraar uitgegroeid tot een waren haard van Hollands geestelijk leven in Amerika. En dat niet over Holland alleen. De stijgende belangstelling ln Amerika voor on zen Oost deecj zulk een navraag naaf lezingen over Indische onderwerpen ontstaan, dat dr. Barnouw zich ter oriëntatie voor een half jaar naar Insullnde begaf, onder de auspiciën van niemand minder dan Jhr. de Graeff, den gouverneur generaal, die als oud-gezant te Washington de waarde van dr. Barnouw's Amerikaan sche werk wel van heel nabij heeft leeren waardeeren Dr. Barnouw's redevoeringen bij tal van officleele ge legenheden, samengeweven met New York's Hollandsch verleden: Pilgrim Fathers and Mayflower b.v., de schit terende herdenking dit Jaar ter gelegenheid van het derde eeuwfeest der Ned. Hervormde Kerk in Amerika, om maar eenigo onderworpen te noemen, hebben hom ln wijden kring een groote renommée bezorgd. En in ware opvatting is Dr. Barnouw ook in zooverro een vertegenwoordiger van heel onze NederlandBCbo be schaving, dat hij naast Protestantsche ook do Katho lieke collaboratie aan onze geschiedenis en onze cultuur alle recht doet wedervaren. Zelden ls een Inniger be grijpend boek over den katholiek Vondel verschenen f De gruwelijke jeuk ver- dwynt onmiddellijk met AKKER', KLOOSTERBALSEM, zuivert - verzacht geneest *7,0eert gond loo goed.** dan Engfloehe werk van deewn Fttrtest&ffiscben Hollander. Zijn groet-jverk „Holland under queen Wllhel mlna" ls een epos van modernste historie, met pijnlijke onpartijdigheid gecomponeerd. Momenteel heeft prof. Barnouw zich op de vertaling en de opvoering van Hollands tooneel geworpen: Heyerman's „Op hoop van zegen" als „The Good Hope" en Frabricius „Lasml" zijn er de geslaagde successen van. Heel het universiteitscomplex ligt op de hoogte Bloo- mingdale, tegenover de negerwijk Harlem. Want al was het nog zöd vreemd,, dat trouwe copie van het Holland sche voorbeeld; waar Immers tegenover Haarlem ook Bloemendaal ligt. Zoo Intens ls de oud-Hollandsche atmosfeer der his torie, welke hier nog hangt. Die waait uit het Oranje Blanje Bleu der stadsvlag aan den universiteltsmast. Die ln moderne tijden voortgezet is in den leerstoel met Ha- rer Majesteits naam. KEES VAN HOEK. Docter Cogan had, na de te voren bescheiden scene, Isaac Dlsraëll gevraagd om zijn zoon weer terug te nemen en zoo was Benjamin op zijn 15e jaar weer thuis. Ook daar was hij onwennig, maar hier vond hij in zijn iets oudere zuster Sarah een lieve vriendin, die hem bewonderde en vertroetelde en die nooit moe werd naar hem te luisteren, met hem te spreken. Zij verwon derde zich niet wanneer haar broer sprak over zijn toekomst en verklaarde, dat hij niet alleen wilde be- hooren tot de hoogsten in den lande, maar de aller hoogste sport op den ladder, het Eerste Ministerschap wilde bemachtigen. Voorloopig had het er nog niet veel van of hij dat ook maar bij benadering zou bereiken, maar hij voor zich zelf wist dat hij bezig was zich voor te bereiden door zich zoo veel mogelijk te ontwikkelen. De klassieken waren spoedig zijn beste vrienden, daarnaast namen ook de Jongeren en vooral Byron een zeer belangrijke plaats in. Zijn vader wenschte hem toch een meer practlsche zijde van het leven te doen kennen en zoo werd hij op een groot advocaten-kantoor werkzaam gesteld. Benjamin ging heel veel uit en was een zeer gezien gast op diners en bals. Hij had een bijzonder aangename conversatie, slechts was hij overdreven gekleed. Het scheen wel of hij wijlen Bean Brummell, de beroemde fat ten tijde van het regentschap wilde copieeren. Op kantoor maakte hij kennis met de speculatie in Zuid- Amerklaansche waarden, waarvoor vele klanten en vrienden van den advocaat zich interesseerden en het gevolg was, dat hij gedaan kreeg van den uitgever Murray en den financier Powles, dat zij zich voor. het uitgeven van een courant interesseerden. Zoo maakte hij kennis met Sir Walter Scott. De courant werd geen succes en Benjamin Disraëli verloor 7000 Pond Sterling bij deze zaak en stak meteen in de schulden. Voor Benjamin was dit échec van zulk een betoekerils, dat hij het aanvankelijk niet kon verkroppen. Maar na eenlgen tijd leefde hij op en begon een jroman te schrij ven. Hij zelf waa daarin feltolijk de hoofdpersoon, d.w.z. niet hij zelf, maar een persoon zooals hij zich dien voorstelde. Natuurlijk was eon do ridealon het Eerste-Ministerschap. In dien tijd had zeer veel Invloed op hem een buurdame, Mrs. Austen, die door haar eerlijke vriendschap met Benjamin een grooten in vloed op hem had. Het werk „Vivlan Grey" kwam uit als afkomstig van een onbekend auteur en had een succes. Opeens kwam uit wie de schrijver was en heel voel op den voorgrond staande personen, die ln do hoofdfiguren zich zelf had den moeton erkennen, waren woedend op den jongen man. Murray, die in een der hoofdpersonen zich zelf zag, brak met de gehcele familio Disraëli. Benjamin werd ongenadig A faire genomen in do pers en achtte zich zelf onsterflijk belachelijk geworden. Zijn toevlucht was een reis naar Italië met de Austens. Teruggokeerd maakte hij kennis met den auteuf Edward Lytton Bulwer en diens vrouw cn had gele genheid om te obaerveoren hoo gevaarlijk een huwelijk uit liefde voor de liefde kon zijn. Benjamin ging naar het landgoed van zijn vader en schreef con nieuw book „do Jongo Hertog", dat voor 500 Pond door den uitgever Colburn gekocht werd. Dat geld viel op oen gloeienden steen, want de schuld- elschers waren lastig. In dlo dagen bezocht hU dikwijls hot Parlement en kwam tot deze conclusie, dat men als politicus vooral ln het oog moest houden hoo verschillend de atmosfeer ls ln het. Hoogerhuis on Lagerhuis. HIJ voolde zich niet gelukkig, want hij voelde nog steeds hot. échec van courant en eorste book. Dus volgde hij hot voorbeeld van Byron én ging zwerven. De 25-Jarlge Jongeling bereisde de landen gelegen rondom de Oude Wereldzee -cn moakto een grondige studio van alles. Hij waa een zeer gezien gast en had de gewoonte, eerst te luisteren naar anderen, alvorens zich ln do conversatie te mengen, maar dat deed hi.1 dan ook meesterlijk en geheel ln den geest dlo er onder do aanwezigen Jieerschte. In Palestina genoot hij van do traditie on doorleefde a.ls het ware zelf de geschiedenis van het loven van Christus. Zijn aanstaande zwager Morcdlth, dien hij zou ontmoeten, stierf op reis aan de pokken «n hij vond op het landgoed Bradenham terug- FEUILLETON Een verhaal uit den tijd van den Bpaanschen Succissle-Oorlog. (Naar het Engelsch) van MORICE GERARD. HOOFDSTUK XIV. EEN BRIEF. avontuur had een eigenaardige uitwerking op Ofschoon Anna Geyer maar een eenvoudig meisje was en haar verloofde maar een gewoon t, wat Anthony zich tusschen die twee had zien len, de wedorzijdsche hartelijke liefde die hij in ioogen had zien schitteren, zelfs de aanraking van %'a hand op zijn arm, wekten gedachten en gevoe- ®Jbij hem op,'die hem vervulden... en verwarden, "ilk geheimzinnig verband bestond er .dacht hij, UJKhen Anna, de dochter van een houtskool-brander 8 hooggeboren jonkvrouw, de meesteres van het ^■iteel Hansau, dat deze laatste nu zoo volkomen zijn '«'en zijn zinnen beheerschte? Was het de zachte, toe fde vrouwelijkheid van beide? 'ots^iing werd de klep van zijn tent geopend en hij s was het een droom? het gezicht van Hans, ta getrouwen dienstknecht van Barones Auguste von Meen! Is er iets niet in orde op het kasteel? Is je mees- 2ppergeVaar? Vr°eg Marston haastiS a*11 den bood" i¥le?.is In de beste orde: de barones is veilig. Er is "««bijzonders meer gebeurd sedert Uw vertrek. Dus je bent niet de brenger van slechte tijding? e8 Anthony verlicht |LNeen Slr- geloof dat als er nieuws ls, dat het -n goed nieuws is. Maar dat zal wel allemaal In den «taan, dien ik U moest brengen. haalde uit zijn kleeren een klein document in P Perkamenten omslag te voorschijn. Er stond geen itov ,maar het 8tuk droeg een zegel, waarvan An- het wapen terstond herkende. Hij liep naar een plek ln de tent waar een lantaarn hing, opende het stuk en los. Hot was geen langen brief, maar de Inhoud was als godenspijs voor zijn zlol Aan Zijne Excellentie den Kolonel Anthony Mar ston, in het kamp yan Zijne Genade den Opperbe velhebber. Deze wordt U gezonden om U te groeten en U adieu te zeggen, daar ik gehoord heb dat het leger weggaat van de grens. Ik breng U mijn dankbare hulde voor alles was U voor mij deed en dat nog steeds levend ls in mijn hart. Mijn gebeden hebben U vergezeld en zullen dat blijven doen tot den dag dat Uw dienst geëindigd is, wanneer ik U hoop weer te zien. Met alle eerbied, dankbaarheid en hoogachting, ben ik BARONES AUGUSTE VON MARCKEN, Uw toegewijde dienares. De stem van Hans stoorde zijn gedachten. Mijn meesteres heeft U een en ander gezonden dat zij zelf gemaakt heeft; ik heb de mand bulten laten staan on der de hoede van Uw dienaar. Anthony gaf zich aan lieflijke gepeinzen over; hij'zag de heele expeditie naar Hausau weer voor zich en het beeld van het schoone meisje week niet uit zijn geest. Hij voelde zich vreemd, ongekend gelukkig. Eindelijk richtte hij zich tot Hans ,die geduldig had gewacht. Je blijft in het kamp; mijn dienaar zal je een avondboterham geven en zorgen dat Je een strooleger krijgt. —Mijn meesteres heeft gezegd dat ik morgen, bij het aanbreken van den dag, het kamp moet verlaten. Marston knikte. Als je weggaat zal ik je een brief voor je meesteres meegeven. De redding van de Barones uit de klauwen van haar oom scheen Marston een kleinigheid, vergeleken bij de taak die hij. thans op zich genomen had; om uit de chaos van zijn gevoelens en gedachten een brief aan Auguste von Marcken te moeten samenstellen! Bij het vage licht van een walmende lantaarn, slaag de hij er tenslotte, na veel wikken en wegen en over peinzen in, eenige regels op papier te brengen. Aan Hare Hoogwelgeborene, de edele Barones von Marcken. Uw nederige dienaar. Kolonel Anthony Marston, in het kamp van Zijne Genade den Her tog van Marlborough, haast zich om zijn groote dankbaarheid te uiten voor Uw vrlendolijken brief en de bewijzen van Uw genegenheid, die door Uw boodschappor in goeden staat zijn overgebracht. Kolonel Marston kan de uren niet vergeten waarin hij zooveel welgemeende hartelijkheid van U mocht ontvangen. U zult steeds de eerste plaats in zijn hart Innemen en wanneer hij naar de mate van zijn kracht ln staat zal zijn om het leger waarvan hij doel uitmaakt, van dienst te zijn, zullen zijn daden bezield worden door de herinnering aan het schoon gelaat, dat als een ster licht boven zijn horizon. Kolonel Marston kust de hand die de boodschap ge schreven heeft, die hij mocht ontvangen en verzoekt zijn dlepsten eerbied en toewijding te mogen uit spreken. Nadat hij den brief gedateerd had, vouwde Anthony hem dicht en zegelde hem met den zegelring dien hij i altijd droeg. j Daarna wierp hij zich op zijn veldbed en trachtte te slapen, maar het duurde een heele poos voor de slaap i zich over hem ontfermde. i En het was geen droomlooze slaap. In zijn droom zag Ihij zich knielen in de eetzaal van Hausau. Evenals dien avond, trad de Barones op hem toe, haar kroon op het hoofd. Wéér boog hij zich over haar hand en kuste die. Toen hij die hand losliet nam ze met beide handen de kleine kroon, bezet met flonke- I rende juweelen van haar hoofd en plaatste die op het I zijne. Het scheen dat er nog' meer gebeuren ging, toen l de droom plotseling wreed verstoord werd. Hans stond naast zijn bed. Het is dag .meneer ,zei hij. Ik kom den brief voor mijn meesteres halen. HOOFDSTUK XV. EEN DELICATE BOODSCHAP. Marlborough liep met groote stappen de kamer op en neer; zijn zwaard kletterde tegen zijn beenen; hij was in volle wapenrusting op zijn ijzeren handschoenen na, die hij op de zware eiken tafel in het midden van het vertrek had neergelegd. Dit vertrek was de raadzaal in het stadhuis van Donauworth. Dien dag had de groote veldheer zijn legermacht over de rivier geworpen en de grensstad ingenomen. Het Beiersche leger, was verslagen, maar niet vernietigd en had zich teruggetrokken voor den overmachtigen vij and. Marlborough had eigenlijk bijzonder in zijn schik moe ten wezen, maar toch getuigde zijn gefronst voorhoofd gekeerd een ontroostbare Sarah, die verklaarde nimmer te zullen trouwen, doch haar leven te willen wijden, aan haar broeder. Hij was het Inmiddels met zich zelf eens geworden, dat slechts het politieke leven hem bevrediging zou kunnen schenken en hij wachtte met ongeduld het tijd stip af, dat hij 30 Jaar, dus verkiesbaar zou zijn. Inmiddels bestudeerde hij de verkiezingsmogelijkhe den en wel het verschil der districten ln de graafschap pen en de burchten. In de graafschappen hadden alle eigenaren wier land meer dan 40 shilling pacht opbracht, recht op een stem in elk graafschap waar zij dit eigen dom bezaten. Men moest nu de stemmen der kleine eigenaren koopen en om een denkbeeld te geven, dat dit geen'grapje was, dlene dat de verkiezing voor de twee zetels van het graafschap York (Yorkshlre) meer dan 500.000 Pond Sterling (6 mlllioen gulden) gekost had. Daaraan kon een Disraëli, die meer schulden dan goederen bezat, niet denken. In de burchten ging het weer anders toe. Om te be ginnen hadden niet alle burchten het recht om ver tegenwoordigd te zijn in het parlement De Tudors gaven aan die burchten, welke zij trouw aan den Kroon achtten dit recht bet verdween echter onder de Stuarts en het gevolg was, dat heele kleine burchten een vertegenwoordiger hadden en een groote stad niet In die kleine en groote burchten stond het trouwens heel raar met het stemrecht, dat bijv. alleen aan eigenaars van bepaalde hulzen toekwam. Zoo kwam het dat ln een groote stad als Edlnburgh slechts 31 menschen kiesrecht hadden. De bekende Sheridan, can- dldaat voor do burcht Stafford, schreef in zijn aan- teekenboek: onder uitgaven 248 burgers 5.50 p. st. is 1.302 p. st. De ln Indië rijkgeworden nabob bestreed den zetel van den grooten grondeigenaar. Boe het dan toeging kan men zich denken en terecht zei Lord Lansdowne, dat men het den armen zandboer met een gezin van 8 kinderen niet kwalijk kon nemen, dat hij zijn stem aan den meestbiedende verkocht en den hemel dankte voor do verkiezingen, die zijn inkomen 500 pond ster ling (zesduizend guldon) vermeerderden. Dan waren or burchten, waar de zetel aan den am bachtsheer behoorde. Tenslotte had hot Ministerie ook eenlge zetels ter beschikking en kon verder door het geven en beloven van zetels aan steunpilaren van de regeering gerust zeggen, dat het zittende ministerie indien er geen won der gebeurde over 2/3 der zetels besliste. Het was dan ook niet te verwonderen, dat in het jaar 1831 toen de Jonge Disraëli het politieke hobbelpaard bestijgen wilde, do Tories reeds 40 jaar in het regee- rlngszadel zaten. Reeds sinds Jaren was men dan ook ontevreden en men sprak sedert 1815 over oen ander kiesstelsel. Men had daaromtrent do meest fantastische denkbeelden. Men vorwachtto er alles van, -zoodat bijv. de jonge meisjes ovortulgd waren, dat de verkiezingen volgens oen nieuw stelsel aan allo Jongelieden in don hinde zulke vette baantjes zouden bezorgen, dat or geen jonge meisjes als oude vrijsters zouden blijven zitten. Zoo was toenmaals de politieke atmosfeer ln Enge land, de oischen naar een ander stemrecht naderden revolutlonnalro aanvechtingen. Men beschuldigde de Torlos dat zij door hun slechte regeering de ellendige duurte veroorzaakten en hot ge peupel ging zoover, dat het paleis van hun hationalen held den hertog van Wellington, overwinnaar van War vereenlgingen werd geïnd. Daaruit zou immers do terloo, doch leider van de gehate Tory-partij het moest ontgelden en men er de ruiten ingooide. Natuurlijk profiteerde de tweede partij, die der Whlgs van de situatie on zagon met genoegen, hoo langza merhand hun kans kwam om de meerderheid bij de verkiezingen te behalen over d© Torles. Nu stond voor Disraëli de zaak aldus: hij wist dat bij zeker meer kan» als Whlg zou maken dan al» Tory, maar zijn familie was Tory. Daarbij kwam dat de nieuwe wet tegen over de oude kiezers, de con»crva.üevo plattelanders, nieuwe kiezers gecreëerd had uit handels- en Indu strieels kringen. HIJ hield r.u eenmaal niet van dat soort berekende 1 Joden en vocldo, dat hij zich daarbij nimmer zou thulsvodlen. De Londensch© JKiaK-.ri ultgangnperiode begon en Disraëli veroverde stormenderhand de uitgaand» kfin- el at er aan zijn goed humeur iets ontbrak. De Mark graaf van Baden had Juist de kamer verlaten; de En- gelschman was alleen, Ben ernstig probleem hield hem bezig ;het wus van het grootste belang om in verbin ding te komen mot Prins ISugenlu», om dezen van Óen stand van zaken op de hoogt© t» brengen en de plaat» aan te wijzen waar Marlborough wenschte dat de beide legers zich zouden vereenigen; van het Juist» overbren gen van zijn berichten hing het heele welslagen af van den „coup" die het leger der verbondenen zou uitvoe ren. Hochatadt of zooals de heele wereld bet later noemde Plenheim, was het punt waar hij Eugenius moest samentreffen met zijn Engelsche en Hollandsche bondgenooten. Hoe moest hij op de hoogte worden gebracht? En wie moest deze gewichtige boodschap overbrengen? Een schriftelijk bericht leverde te veel risico op. Ook voor de eigen onderbevelhebbers moest het vereeni- gingspunt voorloopig geheim blijven. Bovendien liep de weg naar het leger van Eugenius over terrein waar de verslagen Beieren zich bevonden, dus het gevaar was niet denkbeeldig dat een dergelijk document ln handen van den vijand kon vallen! De boodschapper moest een intelligent en dapper man zijn die de streek goed kende; hij moest absoluut betrouwbaar zijn en bereid zijn zijn leven op het spel te zetten op elk moment van zijn tocht dwars door vijandelijk gebied. Hij liet in gedachten al zijn hoofdofficieren de revue passeeren. Maar het was een klop op de deur die hem aan een beslissing hielp. Binnen, riep de veldheer ongeduldig. Kolonel Marston om Uwe Genade te spreken. Dat was de man dien hij hebben moest! Marston droeg zijn zaak voor; een kwestie van be voegdheid tusschen hem en een van de Hollandsche re gimentscommandanten. De Opperbevelhebber had zijn beslissing spoedig gegeven en daarop richtte hij zich tot zijn bezoeker met de plotselinge vraag: Kent U deze streek goed? Jawel, Uwe Genade. Ik heb hier het vorige jaar gejaagd als gast van den Prins van Hessen-Anhalt. Marlborough knikte. En daarop vertelde hij met ge dempte stem aan zijn bezoeker wat hij op het hart had. Marston's oogen schitterden van enthousiasme; het groote vertrouwen dat in hem werd gesteld, het werk dat hij te doen kreeg, de gevaren die hij trotseeren moest dat alles behaagde hem buitengewoon. U zet Uw leven op het spel, bent U daarvan door drongen, Kolonel?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5