PUROL
|e dolende Ridder.
C8 13119 13323 13354 13364 13396 13410 13455
2 13738 13808 13841 13869 13903 13919 13955
>255 14375 14654 14739 14785 14815 14816 15077
BOERDERIJ en VEEHOUDERIJ
Tweede Blad.
Staatsloterij.
Pijnlijke
Kloven
Ml
Zaterdag 2 Februari 1929
72ste Jaargang. No. 8402.
Trekking van Woensdag 80 Jan.
5e klasse 11e lijst.
13332 f 5000.
i 3224 8285 15466 16432 f 1000.
U261 13297 15181 16165 en 17984 f 400.
4236 8295 13544 16686 17668 19191 en 19885 f 200.
j" 304 2209 3142 3566 5954 7945 9197 9273 10472 15868
f en 20222 f 100.
Prijzen van f 70.
2 43 97 153 399 421 440 813
823 873 1002 1120 1157 1161 1273 1418
1491 1508 1534 1535 1576 1673 1712 1762
1868 1908 1941 1944 2082 2108 2477 2862
2760 2882 2917 3000 3009 3088 ,3110 3128
3323 3422 3563 3928 4127 4387 4479 4527
4735 4823 4964 4996 6027 5073 5168 5401
5500 5619 5639 5690 5867 5910 5999 6075
«289 6318 6367 6479 6612 7016 7056 7095
W 7149 7169 7178 7306 7477 7490 7492
ïw* 7G2S 7715 7850 8077 8090 8151 8192
8261 8302 8512 8599 8710 8818 9294 9325
0570 9622 9662 9765 9989 10107 10136 10199
J0387 10418 10471 10583 10625 10692 10702 10894
11005 11045 11108 11127 11149 11197 11244 11258
1299 11304 11378 11406 11466 11475 11610 11670
11697 11795 11872 12240 12268 12299 12411 12426
12553 12608 12609 12634 12707 12758 12822
15177 15184 15216 15284 15320 15333 15425 15452
5617 15781 15984 16120 16159 16258 16339 16365
5454 16584 16591 16608 18651 16656 16673 16808
6953 16986 17011 17063 17317 17466 17482 17680
1711 17830 17847 18044 18105 18353 18428 18469
8493 18519 18531 18571 18733 18802 18867 18957
0186 19198 19209 19233 19359 19447 19572 19575
n.9586 19587 19646 19660 19747 19797 20044 20083
m 20324 20411 20459 20541 20554 20568 20658 20745
10962 20981
Trekking van Donderdag 31 Jan.
5e klasse 12e lijst.
20090 f 100.000.
20293 f 25.000.
.9241 f 10.000.
i 20755 f 2000.
s. 7341 9043 en 11774 Ieder f 1000.
i. 1818 en 6551 ieder f 400.
4758 7739 10390 en 12982 ieder f 200.
is. 2096 4877 5199 11911 16494 18119 18561 en 19001
f 100.
Prijzen van f 70
17 30 53 152 282 325 359 389
496 508 533 573 784 836 987 1090
1218 1354 1437 1585 1691 2429 2744 2798,
2897 2905 2968 3313 3376 3379 3455 3510
3589 3604 Sj23 4106 415S 4363 4389 4556
4701 4829 4974 5049 5069 5242 5437 5440
5549 5550 5553 5566 5646 5712 5730 5747
5759 5858 6070 6233 6307 6397 6482 6489
6521 6664 6665 6785 6901 7006 7008 7067
7098 7120 7221 7268 7358 7488 7491 7559
7698 8126 8179 8253 8335 8587 9051 9186
9251 9275 9575 9618 9658 9810 9865 10022
VLASTEELT. len één dag uit. Is eenmaal rollen niet voldoende,
dan twee of driemalen herhalen, Er hangt van het
(Vervolg.) welslagen der cultuur veel van deze werkzaamhe
den af. Bij het inwerken wordt vaak 100 K.G. chili-
salpeter of een andere salpetermeststof gegeven, om
den eersten groei te bevorderen.
Na het ontkiemen, dat gewoonlijk spoedig verloopt,
volgt het wieden, dat met de hand moet geschieden
en wel gewoonlijk twee, somtijds zelfs drie malen.
Dit is een dure geschiedenis, maar door het na te
laten of half werk te doen, brengt men den oogst in
gevaar. Natuurlijk moet het geschieden als het ge
was nog klein is, omdat bij het later wieden het vlas
te veel lijdt. Vooral het wieden van het vlas is een
nachtmerrie. Men moet dan over genoeg goede ar
beidskrachten beschikken. Gewoonlijk wiedt men
bet vlas als de planten 14 dagen oud zijn en 2 3
weken later voor den tweeden keer. Doet men het
voor den derden keer, dan is het vlas alreeds 'n
paar decimeter hoog en moeten wieders dit doen met
ongeschoeide voeten om beschadiging te voorkomen.
ÏN mijn vorig artikeltje is een kleine fout geslo
pen. toen ik het had over blauwvloei en witbloei
vla8. Daarvan schreef ik: het laatste, dit is dus het
witbloeivlas, stelt geringere eischen aan den bodem
en geeft het meeste zaad, terwijl het witbloeivlas het
meeste en beste lint geeft. De welwillende lezer zal
hieruit de goede bedoeling wel hebben begrepen, nl.
deze dat het blauwbloeivlas het meeste en beste lint
geeft.
Na dit even te hebben gerectificeerd, vervolgen
we ons artikel met de bespreking der grondbewer-
king.
Grondbewerking.
Op de zwaardere gronden moet de bewerking van
het voor vlascultuur bestemde land in den herfst
plaat9 hebben. Bij het ploegen zorge men er voor,
dat de akkers niet te rond komen te liggen; rondlig-
gende akkers geven een ongelijk gewas, dat vooral
voor vlas uit den booze is. Bij de grondbewerking
denkt men onwillekeurig aan de bemesting.
05.
OS.
0113
10116
10117
10263
10343
10404
10482
10508
0591
10599
10652
10758
10782
10794
10906
11093
1131
11353
11434
11527
11534
11664
11890
11930
2007
12337
12393
12492
12495
12562
12617
12694
2725
12741
12892
13005
13042
13056
13189
13245
3279
13400
13420
13620
13728
13750
13817
13875
3918
13997
14013
14146
14152
14185
14204
14291
4442
14497
14527
14632
14714
14761
14798
14945
5016
15118
15147
15190
15220
15303
15312
15354
5453
15508
15610
16352
16404
16419
16443
16586
6606
16723
16728
16804
16852
16856
16922
16945
7073
17232
17273
17305
17335
17487
17502
17528
7556
17657
17967
18265
18420
18441
18476
18538
8654.
18728
38764
18934
18964
18980
19182
19265
8303
19311
19316
19387
19428
19450
19501
19686
8695
19702
19802
19939
20008
20063
20172
20240
1441
20479
20774
Bemesting.
Men begrijpt dat een versche stalbemesting niet
gewenscht is, omdat deze niet, zooals onze hulp
meststoffen gelijkelijk genoeg over het land verdeeld
kunnen worden. Het gevolg daarvan is, dat men in
het gewas geile plekken krijgt, hetgeen, vooral bij
vlas zooveel mogelijk vermeden moet worden. Daar
om teelt men vlas liefst op grond met ouden voedsel
voorraad. Over het algemeen worden voor bemesting
hulpmeststoffen gebruikt, 'n Gemiddelde bemesting
van klei- en zavelgrond is 400 a 600 Kg. super en 175 Kg
ammoniak per H.A. Op klei en zavel, waarop gere
geld veel aardappels en wortelgewassen zonder kali
bemesting geteeld zijn, kan men nog bemesten met
500 K.G. chloorhoudende kalimeststoffen per H.A.
Chloor schijnt een gunstigen invloed op de kwaliteit
van het vlas uit te oefenen, vandaar het succes van
een bemesting met ruwe kalizouten. In Friesland is
ammoniak-super een veelgebruikte meststof voor
het vlas.
Voor)aarsbewerklng.
Vóór het zaaien moet de grond zoo fijn mogelijk
gemaakt worden. Cultivator, egge en rol moeten
hierbij hun diensten bewijzen. Eerst het land eggen
met 2 paarden, dan nog eens eggen met een lichte
eg voor 1 paard, dan sleepen om het land gelijk te
krijgen is een veel gebruikelijke manier van doen.
Zaaien.
Het uit te strooien vlaszaad moet theoretisch al
thans even diep komen te liggen om een regelma
tig gewas te verkrijgen. Men zaait 2 2,M Hi.L. per
H.A. Van tonzaad heeft men meer noodig dan van
enter of revelaar en hoe later men in den tijd zaait,
des te meer zaad moet men binnen bepaalde gren
zen gebruiken. Een groote cultuurfout is nat land te
bezaaien. Men kan zaaien van begin Maart tot eind
April. In groote bedrijven geschiedt dit met een
zaaimachine, waarin een aparte zaai-as wórdt ge
bracht. Rijenafstand 8 c.M. In kleine bedrijven wordt
de zaaiviool gebruikt en dus breedwerpig gezaaid.
Op lichte gronden in N.-H. gebruikt men gemiddeld
2,6 H.L., op de zwaardere 2,25 H.L. per H.A. aan zaai-
zaaid. Als het zaad aan den grond is toevertrouwd,
moet het ondergebracht worden, doch zoo ondiep
mogelijk. Dit is zeker geen gemakkelijk werk. Voor
een gelijke opkomst is het zeer gewenscht hét zaad
goed vast te leggSn. Gewoonlijk gaat men als volgt
te werk. Na het zaaien wordt meestal overlangs en
daarna overhoeks geëgd met een zeer lichte egge. Is
de grond droog, dan wordt onmiddellijk hierna ge
rold; is zulks niet het geval, dan stelle men het rol-
Oogsten.
De tijd van trekken is ongeveer half Juli. Dit ge
schiedt ook weer in koppelarbeid. Bij het verkoopen
van het vlas te velde wordt vaak bedongen dat werk
lui van den vlaskooper dit werk zullen komen ver
richten. Vlas trekken is een secuur werkje dat met
de noodige attentie moet worden verricht. Terwijl
men n.1. het vlas trekt wordt het ook gesorteerd. Een
goed vlasplukker scheidt het lange vlas van de om
ringende planten, terwijl men de korte, waardelooze
stengels op het land laat staan. Het getrokken vlas
blijft een dag of drie op het land liggen en wordt
daarna opgebonden tot schranken van 1 K.G., welke
tot hokken van 8 10 stuks worden samengezet om
te drogen, om daarna tot groote schelven in schuren
te worden opgeborgen tot den verkoop. Afgeloopen
zomer beproefde men in de Haarlemmermeer een
machine die het vlas plukte, hetgeen behoorlijk
goed ging; alleen sorteerde de machine niet zoo se
cuur als zulks mt goede arbeidskrachten is te ver
krijgen.
Een vlasoogst bedraagt gemiddeld 4000 K.G. vlas,
10 H.L. zaad, 500 K.G, bolkaf (zaaddooswanden) en 150
K.G. vlasafval.
Over de meest voorkomende ziekten en beschadi
gingen van het vlas zal ik het ditmaal niet uitvoerig
hebben. Ik wtil ze alleen vermelden. Men kent vlas-
brand, vlasroet, doode korrel of het versterf Botrytis
en de kwade of zwarte koppen. Welke van deze de
meeste schade veroorzaakt zou ik niet kunnen zeg
gen. Enkele hiervan zetelen in den grond, andere
gaan met het zaad over, o.a. botrytis, die we zouden
kunnen vergelijken met de ontwikkeling van bieten-
brand. Toen we alleen over natte chemische ont
smettingsmiddelen beschikten, konden we deze bij
het vlaszaad niet gebruiken, omdat door het weken
ven het zaad de onderhuid ging verslijmen, hetgeen
de kiemkracht benadeelde. In de droogontsmetters
Uspulun en Tutan heeft men evenwel krachtdadige
bestrijders gevonden van de botrytis-ziekte, die het
op jonge vlasplantjes, heeft gemunt. Per K.G. zaad
gebruikt met 3 gram droogontsmettingsstof, die goed
met het zaad worden vermengd. Het liefst doet men
dit door zaad en ontsmettingsstof in een afgesloten
ruimte goed te mengen, zoodat geen verstuiven van
het ontsmettingsmiddel valt te vreezen, aangezien
dit schadelijk is voor de gezondheid van den mensch.
Doch genoeg hierover. Ik heb misschien al te veel
moeilijkheden der vlascultuur opgenoemd. Als ik nu
ook nog over de ziekten ging uitwijden, zou zeker
niemand gevolg geven aan mijn vooropgezette be
doeling om eens te denken of het geen overweging
verdient om aan de vlascultuur, ook in de land
bouwbedrijven, in onze omgeving eenige uitbreiding
te geven,
Ten slotte nog dit. Vlas noteerde in het begin van
dit jaar 20 cent per K.G. Lijnzaad (blauwbloem) no
teerde 19 gld. Bij een middelmatigen oogst kunnen
de ontvangsten dus getaxeerd worden per H.A. op
4000 X 20 cent 800 K.G. 10 X 19 gld. f990.
Hierbij komt dan nog de 500 K.G. bolkaf, dat een be
hoorlijke voedingswaarde heeft en de 150 K.G. vlas
afval. In totaal dus ruim 1000 gld. per H.A. Nog zoo
kwaad niet, zou ik denken, al moeten wij niet ver
geten, dat het brandschoon houden van vlas een
slordige duit kost.
S. V.
GEEN MOND- EN KLAUWZEERINSTI-
TUUT?? EEN BEDENKELIJK ADVIES.
I
verzacht en geneest
men met
FEUILLETON
Een verhaal uit den tijd van den
Spaanschen Succissie-Oorlog.
(Naar het Engelsch)
van
MOR.ICE GERARD.
>n had zijn taak volbracht De Danciers de
ede waren de brug gepasseerd; de artillerie
jaan de overzijde van de rivier in stelling en
de infanterie vuurde zonder ophouden en dreef
lerhand een wig in de gelederen van het vij-
leger, dat aangetast op een punt waar geen
'erwacht was begon te wijken.
•ny hield zijn oogen strak gevestigd op eei\
!o vaandel, dat dichtbij boven een afdeeling voet-'
ruiterij wapperde.
11 opdracht was uitgevoerd volgens de letter; hij
ju vrij om op eigen gelegenheid te handelen. Hij
oonstone de sporen; hij vuurde het dier aan met
en zijn hand; hij zwaaide zijn zwaard en reed
e verwarde gelederen van de Fransche cavelerie
»cüter hem reed Mark Fagan, vastbesloten zijn
r te volgen waar hij ook zou gaan, te volgen tot
dood.
baanden zich een weg. Marston's zwaard scheen
rataanbaar, hij weerde alle aanvallen af. De ko-
lJwfn 0m ooren; ktf scheen onkwetsbaar!
8e in op een afdeeling voetvolk die hem den
wind6 Vers^errer^' kij verstrooide ze als kaf voor
Panache standaard was nu vlak boven zijn hoofd;
ir er 6en gordijn van bloed voor zijn oogen; het
'4 WpVan s'a£ve*d verdoofde zijn ooren: het
Pd kin0 Van musketvuur, het dof gedreun van
rt atret°n' woes^e hinniken der paarden, de ster-
WonT* det zwaar"8"ewonden. Het flitste door zijn
en hersens, dat thans zijn oogenblik gekomen
groote kans van zijn avontuurlijk leven. De
1 was bevestigd aan een stok; Anthony boog
ta" greeP hem met zijn linkerhand en met een
tsrlfcht i brak bij het hout doormidden. Snel als
iffccrerJ1 keerde hij zijn paard en rende terug naar
W*8 Van Generaal Churchill, dat zich achter
eer mn fn nu actief deelnam aan den strijd,
banen esdf n en hi-i zich met bet zwaard een
De Fransche gelederen hadden zich gesle
ten om den dapperen maradeur den terugtocht af te
snijden. Het leek haast niet mogelijk om levend uit deze
hel van schietende en houwende mannen terug te kee-
ren, maar Generaal Churchill's scherp oog had de dap
pere poging en haar succes gezien en ook het gevaar
waarin de stoutmoedige generaal zich bevond. Hij diri
geerde een eskadron lanclers naar het bedreigde punt
j en deze dreef de Franschen uiteen, die Marston den
pas wilden afsnijden.
Hij was gered. Hij zwaaide den veroverden standaard,
maar viel toen opeens voorover in het zadel Vele han-
den werden uitgestoken om hem te ondersteunen; hij
jwerd van zijn paard getild: zijn gezicht was doodsbleek.
Generaal Churchill reed naar hem toe en steeg van
zijn paard; onmiddellijk achter hem kwam een dokter,
die zich over Marston heenboog om de oorzaak van het
plotseling ineenzinken vast te stellen. Hij zag onmiddel
lijk wat er gebeurd was een musketkogel had den
generaal in den schouder getroffen op het moment dat
hij in veiligheid scheen te zijn.
HOOFDSTUK XXI.
SIK ANTHONY MARSTON.
De stralen van een late namiddagzon vielen door de
kleine vensters van de kamer, waar Anthony Marston
lag toen hij bij bewustzijn kwam. Hij lag op een rust
bank. Hij probeerde zich op te richten, uitte toen een
kreet half van pijn, half van verbazing over zijn zwakte
Onmiddellijk was Fagan aan de zijde van zijn meester,
i hield zijn arm onder zijn schouders en liet hem van het
j ijskoude bronwater drinken. Anthony dronk met lange
teugen; hij was dorstig, en liet zich toen weer neerval-
I len op de zachte kussens.
Op dat oogenblik drong het tot hem door dat hij ge
wond was; het laatste bedrijf van den strijd kwam hem
weer levendig voor den geest; de steigerende paarden,
die de kanonnen over de brug trokken; de aanval op
Marsin's troepen; zijn eigen wilde jacht naar de stan
daard en hoe hij teruggekomen was met de begeerde
trophee in zijn hand. Zijn blik werd getrokken naar
een hoek van de kamer, waar de vlag, waarvoor hij zoo
veel had gewaagd, was neergezet.
Fagan volgde zijn blik en beantwoordde de gedachte,
die hij in de oogen van zijn meester las.
Ja, sir, daar staat hij: de Hertog zelf heeft bevel
gegeven dat U naar de molen gebracht moest worden
U en de standaard van den Maarschalk.
Een bios, deels van zwakte, deels van genoegen kleur
de het gelaat van den gewonde.
Vertel - mij wat er gebeurde, fluisterde hij
Mark bijna onhoorbaar toe, maar Mark's ooren waren
scherp.
Het was een schitterende overwinning, antwoordde
deze, de grootste in de wereldgeschiedenis.. De Fran
sche Maarschalk, Generaal Tallard, is ln de koets van
den Hertog teruggebracht; er wordt gezegd dat zij der
tig duizend man hebben verloren; wij hadden ook vele
dooden; hun standaardvlaggen zijn buitgemaakt en de
hoofdofficieren zijn gevangen.
Marston vroeg: Ben ik zwaar gewond?
Neen, sir; zij hebben den kogel eruit gehaald en
de dokter zegt dat er geen gevaar is; maar u hebt veel
bloed verloren en zult lang zwak zijn. Toen voegde hij
er aan toe: Zijne Genade is hier. Hij heeft mij bevo
len dat ik hem moest berichten wanneer U bij kennis
kwam. Ik zal dadelijk naar hem toegaan.
Vijf minuten later ging de deur open en Mark kon
digde aan: Zijne Genade, de Opperbevelhebber.
Marlborough trad binnen, gevolgd door Prins Eugeni-
us en Generaal Churchill. Anthony had op dit oogenblik
nooit geweten hoe innemend en vriendelijk het knappe
gezicht van den Hertog kon zijn; hij kwam naderbij en
nam Marston's hand in de zijne.
Ik ben zeer verheugd te zien dat het U beter gaat;
het zou werkelijk een droeve dag zijn geweest waarop
wij, bij de verliezen die wij geleden hebben, U ook nog
hadden moeten missen. Ik dank U; het heele leger dankt
U; Hare Majesteit de Koningin zal U ook danken voor
Uw deel in deze groote overwinning.
Marston's oogen vulden zich met tranen. Met moeite
veegde hij ze weg met zijn linkerhand; zijn rechter was
vastgebonden om zijn schouder niet te doen bewegen.
Toen hij weer opkeek had Zijne Genade het zwaard
getrokken: een vreemde verwondering maakte zich van
Marston meester; hij kon niet helder denken. Wat ging
Zijne Genade doen?
Toen voelde hij een lichte aanraking op zijn schou
der.
Sir Anthony Marston, ik sla u tot ridder tot de
dag kómt dat Hare Majesteit de eer te beurt valt dit
persoonlijk te mogen doen; nooit is deze onderschei
ding meer verdiend geweest; nooit zal zij, dat weet ik
zeker, met meer eer gedragen worden....
Bijna voor hij het wist, was Marston weer alleen met
fijn knecht; zijn geest en zijn hart waren vervuld met
gelukkige en grootsche gedachten
HOOFDSTUK XXH.
ZWAKTE.
De dagen van zwakte, die volgden, waren de vreese-
lijkste, die Marston zich later kon herinneren. Nadat de
kogel uit de wond verwijderd was, bestond er vrees
voor bloedvergiftiging; zoodat hij doodstil moest blij
ven liggen en als een klein kind gevoed en verzorgd
IEDER veehouder en veehandelaar kent van nabij
de enorme schade welke wordt aangericht onder
den veestapel als een mond- en klauwzeer-epidemie
binnen onze landsgrenzen optreedt. De schade mag nu
eens wat minder groot zijn dan een andermaal, ten
gevolge van de mindere of meerdere heftigheid, waar
onder de ziekte zich openbaart, de finantiëele ver
liezen, die jaarlijks door het optreden van deze ziekte
alleen in ons land, worden geleden zijn niet in ton
nen gouds te taxeeren. Geen wonder dat belangheb-
ben aandrang op den Minister van Landbouw uitoefe
nen om het opsporen van deze ziekte en hare bestrij
dingswijze op te dragen aan een afzonderlijk Insti
tuut, opdat menschen van wetenschap en kennis zich
rustig en onverdroten aan dezen grootschen, doch
moeilijken arbeid kunnen wijden, en wanneer het de
mannen der wetenschap mocht gelukken om na kor
ter of langer tijd een afdoend bestrijdingsmiddel te
gen deze ziekte te vinden, dan zou er zeker met ach
ting en eerbied over dergelijke wetenschap worden
gesproken.
j De Minister van Landbouw, die op zijn vele reizen
zijn oor zeker goed te luisteren legt, is van goeden
wille en heeft op de begrooting van 1S29 eeri bedrag
geplaatst om de eerste stichtingskosten te financieren,
doch alvorens definitief tot de opriching te besluiten,
meende hij ook een advies daarover te moeten vragen
aan het Hoofdbestuur der Maatschappij van Dierge
neeskunde. Men zou zoo oppervlakkig zeggen: welnu,
dat advies zal wel gunstig luiden, doch neen geachte
lezer, het Hoofdbestuur der Maatij. van Diergenees
kunde, d.i. dus het Hoofdbestuur van de Vereeniging
van Veeartsen, heeft geadviseerd niet over te gaan
tot de stichting van een mond- en klauwzeerinstituut,
maar af te wachten totdat op advies van de dierenge-
neeskundige commissie uit den Volkenbond een inter
nationaal instituut tot stand zal komen, dat is dus
met andere woorden gezegd: de oprichting uitstellen
tot St. Juttemis. Ik hoop, dat ik 'hierin ongelijk heb,
doch ik zie het zoo en niet anders, want het gevaar
lijke van dit advies is dat de noodzakelijke oprich
ting van een dergelijk Instituut kans heeft op de
lange baan te worden geschoven om voor jaren, mis
schien wel voor altijd te worden uitgesteld. Dit toch
zou zeer te betreuren zijn en ik maak mij sterk, dat,
als het advies, vóór dat het door het Hoofdbestuur
werd uitgebracht, onderworpen was geweest aan het
oordeel der leden, dus van H.H. veeartsen, het advies
geheel anders zou hebben geluid, want dit zijn toch de
menschen die dagelijks de groote nadeelen, veroor
zaakt door deze ziekte, kunnen constateeren.
En wat een indruk zal dit advies maken op het
buitenland! Denemarken, Engeland, Duitschland, om
niet te spreken van Amerika, hebben alreeds een der
gelijk Instituut, waarin ijverig gewerkt wordt, om zoo
mogelijk het vraagstuk op te lossen.
Op de laatste Algemeene Vergadering der Holl. Mij.
van Landbouw te Medemblik, hoorden we met ge
noegen van den voorzitter Dr. H. Lovink, de mooie en
moest worden.
j Mark Fagan was een onovertrefbare ziekenverple
ger; met eindelooze zorg paste hij zijn meester op, ver
droeg al zijn buien en verstond de kunst hem spoedig
te kalmeeren. Tweemaal had Marston in een aanval
[van koorts zijn taaien, kleinen bediende door d§ kamer
gesmeten. Mark beschouwde het eenvoudig als èen deel
[van zijn taak! Zijn humeur bleef gelijk, de zorgzaam
heid voor zijn meester verminderde niet.
I Het leger was vertrokken; de Hertog had een bood
schap gezonden ten afscheid; maar Marston was te
j zwak geweest om er aandacht aan te schenken.
Eindelijk was hij zoover dat hij, geleund op Fagan s
arm door de kamer kon loopen en toen duurde het niet
I lang meer of hij rnocht weer buiten een luchtje schep-
pen.
1 Wat heerlijk is het hier! riep hij uit. Goddank,
I dat ik weer die heerlijke lucht inademen kan!
Mark Fagan had een zwaren eiken stoel naar den in
gang gebracht en Marston ging met et-n zucht van
i verlichting zitten. Hij lachte weemoedig om zijn eigen
zwakte: Ik zou nu niet graag een vijand ontmoeten,
Mark, ik zou er niet goed afkomen!
lederen dag wandelden ze een eindje verder en lang-
zamerhand kwamen Anthony's krachten terug. Fagan
had het niet verstandig gevonden om aan zijn meester
te vertellen wat voor belooning Marlborough had toe
gekend aan de mannen, die zooveel hadden bijgedragen
tot de overwinning. Terwijl nu hij zijn meeseer gade
sloeg, vond hij dat de tijd gekomen was, dat sir An
thony goed in zich opnemen kon wat hij hem te ver
tellen had en geen nadeelige gevolgen meer zou onder
vinden van de opwinding.
Ik muet u nog iets vertollen, sir; U en ik zijn niet
langer arm meer.
Niemand is arm, die nog lekkere forellen eten kan
en zulke soep kan drinken, als jij ze voor mij klaar
maakte. trouwe kerel, die je bent!
Dat kan niemand beter weten dan ik. sir; maar
een paar klinkende guineas in je zak en een cheque op
een goudsmid, wiens reputatie boven alie lof verheven
is, dat is toch ook niet te versmaden; dat is Mark Fa
gan nog nooit gebeurd, en zelfs de groote Sir Ar.thony
Marston wist, voor hij Sir Anthony werd, wat hot bo-
teekent om je laatste guinea in je zak te hebben zon
der te weten waar dieiis evenbeeld te vinden is!
Jij denkt natuurlijk aan „Meester Spin", Mark!
Maar ik heb ze weer teruggekregen!
Ja sir. dat is zoo; maar bij andere gelegenheden
zijn zij niet teruggekomen.
Maai je Lpi^ekt in raadselen.
Ik kan ze col; wc.1 cpio3&en. Fagan ging naar huïS
en kwam terug met een perkament dat hi; Marston
overhandigde. Met een veeren pen waren er ia kric'je-#