IJzeren Grendelen.
Dinsdag 12 Fef&rtmrt 1929.
72ste Jaargang No. 8407.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen.
Eerste Blad.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
BESTEN
NIET DUUR
Spiraal
Plaatselijk Nieuws.
SCHA6ER
Alctlltl Nitns-
COURANT.
iteltmi!- Linitniillii
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinadag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 'amorgena 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eeratuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TEI.EF. No. 20.
Prijs per 3 maanden 11.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijano.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMtR BH8TAAT ÜJTT TWEE BLAfMB*.
Zitting van Vrijdag 8 Februari 1928.
EEN OPGEBLAZEN VERKEERSOVERTREDING.
Dc strenge koude schijnt voordeellg te werken op de
criminaliteit in dit kanton. Althans hadden we ook ditr
maal weer een bijzonder slap zittinkje.
Aangevangen werd met een aangehouden zaak contra
den heer J. M. v. G„ autobusondernemer dienst Alk
maarHaarlem aan wien ten laste was gelegd, dat hij
op 26 Nov. te Castricum bij het voorbijrijden met een
autobus van een vrachtauto, door te snel naar rechts
over te steken, gevaar voor een aanrijding had teweeg
gebracht Gehoord werd thans de bestuurder van de
vrachtauto Bakker, die echter zelf moest verklaren,
dat zijn motorrijtuig wel 26 meter achter waa toen de
bus naar rechts uitweek om een passagier op te nemen.
De verdachte schat dien afstand wel op 50 60 meter
en gevaar voor eenige aanrijding bestond absoluut niet
wat door een autobus-passagier, thans getuige a de-
'chargc volmondig wordt toegestemd.
Dc heer v. G. verklaart echter, kwestie gehad te
hebben mot Bakker over de betaling van reparatie
kosten en toen had een broer tan B. hem al voorspeld,
wij zullen je wel eens krijgen!
Het was hem du® zeer aangenaam, dat deze zaak
was aangebracht in de hoop dat hij in de toekomst
niet meei wordt gedupeerd, Indien hij eens een enkele
maal zelf de bus rijdt
De voortgezette behandeling mocht dan ook een suc
ces voor den verdachte worden genoemd, daar de amb-
i tenaar in zijn requisitoir het ergerlijk noemde, dat lm
een dergelijke futiliteit waarvoor niet het minste be
wijs was geleverd, de politie was gemengd. Spreker
requ Ir eerde dan ook vrijspraak, bij welke conclusie de
^Kantonrechter zich volkomen aansloot
I
T
in d
Jn d
Patra:
HET SLUITINGSUUR GENEGEERD.
De 20-jarige arbeider J. S. te Noordsehnrwoude had
In den avond van 6 Januari Driekoningenfeest gevierd
de Dijk-herberg van Leegwater, wat op zich zelf niet
fbaar was, doch hij waa ook nog na sluitingsuur
in dit lokaal aangetroffen en voor dit feit moet hij
zich heden verantwoorden. De verdachte was zoo be
leefd de overtreding te erkennen, zoodat verdere moei
te, do bewijslevering betreffende, kon worden bespaard.
Hij voerde echter tot verontschuldiging aan, dat hij
en zijn vrienden het café reeds hadden verlaten, doch
later weer waren teruggekomen, om een schipper, die
daar wachten moest, wat geselschap tehouden.
Ja, zeide de kantonrechter met een knipoogje, Wê
kermen dat, 'n gezellig praatje over de .politiek en zoo...
Enfin, hot gebeurde werd niet al te zwaar geteld en
da vriendelijke ©onverseur veroordeeld tot f 3 boete of
8 dagen.
VAN EEN KOUDE KERMIS THUISGEKOMEN.
Reeds meermalen werd de arbeider Jam O. te de Rijp
'n stevige baas, 's avonds lastig gevallem door opge
schoten lummels, die de armzalige aardigheid hadden,
den moegewerkten man ln zijn rust te storen door op
de ruiten te tikken en meer dergelijke flauwiteiten. Tot
het den geplaagden man tenslotte gruwelijk begon te'
j vervelen en hij een zjjnro kwelgeesten een stevig pak
slaag gaf.
De executie sorteerde echter nog niet volkomen het
beoogde effect en was hij nog telkens het slachtoffer
van dergelijke straatschenderijen.
Toen hij alamu bij den veldwachter zijn nood klaagde,
raadde deze hem af, eigen rechter te spelen, doch
liever te probeeren, de belhamels te betrappen en hen
dan aan de politie te geven.
De heer Obé was zoo verstandig dit advies te vol
gen en bleef in den avond van Zondag 6 Januari op
kousen de wacht houden. Toen dan ook herhaling van
de plagerij volgde, wist hij twee ruitentikkers bij den
knaag te grijpen. Hij drukte de overrompelde knapen
tegen den muur en deelde hem mede, dat «dj nu hun
dag maar moesten onthouden.
Die dag waa dan nu voor hen aangebroken, doch
de helden schitterden thans door afwezigheid.
De ambtenaar bracht hulde aan het optreden van
den getuige Obé en meende dat deze de zaak keurig
en in goeden vorm had opgeknapt. Er was in hem een
goeden rijksveldwachter verloren gegaan. De twee niet
versohenen baldadlgen werden ter zake overtreding
art. 422 W. v. S. ieder bij verstak veroordeeld tot f 7
boete of 7 dagen.
DE LIEFELIJKE JACHTWET, GELIEFD BIJ DEN
JAGER, GEHAAT DOOR DEN BOER
Op grond dat hij op het jachtveld, dus bulten open
bare wegen en paden was aangetroffen, op 5 Januari,
in het bezit van een wildstrik, stond heden terecht
de 25-jarige tuinder Barend L. te Castricum, ter zake
deze overtreding, die hij edelmoedig genoeg was, direct
toe te geven. De ambtenaar becrltlseerde scherp de
handeling van verdachte, die als 'n strooper wordt ge-
i signaleerd, vorderde niet minder dan 30 boote of 30
dagen, waarop de jachtwetovertreder repliceerde, dat
bij absoluut goen strooper is, die er 's nachts op uit
trekt om wild te bemachtigen en door de politie moet
I worden nagezet Hij doet niets anders, dan zijn bollen-
land te beveiligen, tegen de verwoestingen, die door
het sohadelijk gedierte worden teweeg gebracht
De kantonrechter zeide, dat hij volkomen op de
I hoogte was van die jachtwet-voorvallen en veroordeel-
I de verdachte bollenbouwer tot f 16 boets of 16 dagen,
terwijl de in beslag genomen wildstrik werd verbeurd
verklaard.
EEN MOTOR- EN RIJWIELWETSOVERTREDER,
DIE ZICH VERONGELIJKT ACHTTE.
De handelsreiziger J. R., vroeger te Zaandam, thans
te Arnhem woonachtig, waa door den kantonrechter
streng gestraft met f 60 boete en ontzegging rijbe
voegdheid voor den tijd van 1 jaar omdat hij te Be»
gen met een door hem bestuurd vierwielig motorrijtuig
bij het meme» vma den bocht bij de mg. Winderige hoek
door roekeloos em snel rijden de veiligheid vnm het ver
keer in gevaar had gebracht
Dese automobilist werd destUdh bok nog verdacht
van ernstige aanrijding van een motorrijder, die 's
nachts bewusteloos aan den weg werd gevonden, doch
de gehouden instructie kom voor deze tem laste legging
niet het noodige bewijs bijeenbnenden em «pwrd dus van
verdere vervolging afgezien.
HtJ waa thans van het bij verstek gewezen vonnis
in verzet gekomen en beweerde dat hij niet snel of
roekeloos gereden had. Drie opnieuw gehoorde getui
gen a decharge, die de manier van rijden door ver
dachte hadden waargenomen, verklaarden eenparig, dat
de snelheid zoo groot waa, dat de auto met 2 wielen
van den grond ging, toen verdachte de bocht nam. Het
was gelukkig dat zich daar toen niemand op den
weg bevond, want hij waa onherroepelijk verloren ge
weest.
De ambtenaar stelde opnieuw ln het licht het roeke
loos rijden van verdachte. Hij vroeg bekrachtiging van
het gewezen vonnis, doch zou gaarne de boete willen
gesteld zien op 100 gulden. Verdaohto la alreeds ver
oordeeld wegen® een te Helloo gepleegde overtreding
der motor- en rij wiel wet
De Kantonrechter noemde verdachte gevaarlijk en
zal blijven zorgen, dat hij zoolang mogelijk van den
weg blijft. Zeer onder den Indruk verzocht verdachte
om een voorw. straf. Hij heeft zijn betrekking reeds
verloren en als deze veroordeeling gehandhaafd blijft,
is zijn leven gebroken.
Is U gehuwd? vroeg de kantonrechter, waarop
verdachte antwoordde, dat hü met zijn vrouw een echt
scheidingsproces voert, waarin nog geen uitspraak ia
gedaan. Nadat de kantonrechter naam en adres van
den patroon van den verdachte, den heer Scholte, had
genoteerd, bepaalde hij de uitspraak op 22 Febr.
Finim
Prikkelbaarheid
Pest
komt vaak" voort utt
slechte spijsvertering.
Alle spijsverterings-
stoornissen moeten
spoedig zwichten voor
Foster's Maagpillen.
het laxeermiddel bij
uitnemendheid.
r««as«r-« Maagpillen
Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
Zm J®ng nog
ft* teek pijnigt Hem va*
tijd tot tijd reeds de
rheumatiek, omdat hij
■let lette op de eerste
stekende pijnen.
Daarom 1* hel 'I bette dadelijk
In Ie wrijven met
oplossing,
Bij spothaken «a drogitUn verkrijgbaar.
FEUILLETON
Nasr het Engelsch
van
ETHEL M. DELL.
2.
De slanke gestalte op (het pad maakte een gebaar
van verslagenheid. „Maar u moet doornat zijn. Dat
vergat ik heelemaal. Wilt u niet binnenkomen om u
wat -te drogen?"
Hij haalde welsprekend zijn schouders op. „Neen,
dank u. Het waS mijn eigen schuld, zooala u zoo goed
bent niet te zeggen. Ik moet terug naar de Abbey.
Mijn grootvader wacht op me. Hij maakt zich zenuw
achtig, a.ls ik laat ben."
Hij bracht zijn hand naar zijn pet en zou weggegaan
zijn, maar zij maakte een vlug gebaar van verbazing,
dat hem tegenhield. „O, u bent de jonge Mr. Evesham!
0 pardon u bent Mr. Evesham! Ik dacht wel, dat ik
U eerder gezien had."
Hij bleef lachend staan. „Ik word ln deze buurt ge
woonlijk „Jongeheer Piers" genoemd. Eigenlijk schan
delijk niet? Ik ben bijna vijf en twintig en de hoofd
opzichter heeft het in het geheim nog altijd over me
ais over „die dulvelsche jongen!"
Voor het eerst lachte zij. Mogelijk had hij „gevischt"
n,vfr 'ac^1, een schande!" stemde zij toe.
.Maar Sir Beverley is al vrij oud, niet? Het komt na
tuurlijk door de tegenstelling."
..Hij is niet oud," antwoordde Piers Evesham vlug.
is juist vier en zeventig. Dat is niet oud voor een
jyvesham. Hij haalt er n-og wel twintig bij. Er is «en
gezegde in onze familie dat, als we geen gewelddadl-
heh n00d sterven- heelemaal niet dood gaan. En mu
"eD Ik mijn naam en levensgeschiedenis verteld. Wilt
u mq de uwe vertellen?"
Zij aarzelde een oogenblik. Jk ben maar voor hulp
huishouden op de pastorie," zeide zij dan.
..Dy Jupiter! Ik .benijd u niet!" Toch keek hij haar
met openhartige belangstelling aan. „Dat doet u zeker
or uw broodje. Ik voor mij zou lieveT straatveger zijn
dezen babbelzieken dominee in hetzelfde huls
Stil!" zolde zij, en haar lippen glimlachten, ter
wijl zij het zeide. „Maar nu moet Ik naar binnen. Hier!*'
I Zij gaf hem zijn zweep terug. .Goeden avond! Rijd gauw
naar huls en trek andere kleeren aan!"
Hij keerde zich half onwillig om; bleef dan staan.
„In ieder geval zoudt u mij uw naam kunnen zeggen."
j Zij was reeds vlug als een vogeltje weggetrippold,
maar bleef nu ook staan.
I „Ik heet Denys."
Hij bracht zijn hand weer aan zijn pet. „Miss Denys?"
I „Neen. Mrs. Denys. Tot ziens!"
Zij was weg, hij hoorde haar vlug het natte kiezei-
steenpad oploopen en heit opengaan van een deur. Deze
ging onmiddellijk weer dicht en hij stond alleen in de
winterachtige schemering.
Caesar kroop naar hem toe en krabbelde bang in de
modder. De jonge man artond roerloos naar het pas
torie-hek te kijken; zijn voorhoofd rimpelde zich eenig-
zina Hij was niet groot, maar hij had de losse houding
van een athleet en het optreden van een prins.
I Plotseling keek hij naar zijn kruipenden vriend en
barstte in lachen uit. „Sta toch op, Caesar, dwaze hond!
i En wees blij, dat je nog een paar heele beenderen over
I hebt. Als ik mijn zin gehad had, was je nu tot moes go-
slagen!"
Hij bukte zich en streelde den „misdadiger", dan
j ging hij naar zijn paard.
„Arme oude Pompey! Schande jou zoo te laten staan.
Allemaal de schuld van den hond." Hij sprong ln den
zadel. „Maar zij durfde, waarachtig! Ik mag graag een
j vrouw die durft."
Hij gaf zijn paard de sporen en in een oogwenk ga
loppeerden zij door de toenemende duisternis. Pompey
verlangde er even hard naar thuis te komen als zijn
meester en had geen nieuwe „aansporing" noodig. Hij
wachtte nauwelijks om in het hek van het park te ko
men en vloog als de wind. De ruiter lag voorover In
den zadol en schreeuwde als een Indiaan. Caesar lieo
achter hen aln een haas.
Het dolle drietal ging als een bliksemflits langs den
ouden, Marshall, den hoofdopzichter, die met zijn; ge
weer aan zijn schouder bij het hek van zijn woning
stond en hem met een afkeurenden blik nakeek.
„Die drommelsche jongen! Waar dient dat harde rij
den voor?" bromde hij. „Hij zal zich dezer dagen nog
dood rijden. net als zijn vader."
Het was precies vijf en twintig jaar geleden, dat
Piers' vader dood in Marschall's woning gedragen was
en MawfoaJl de om.
HET N. O. 6.
Den 9den vergaderde de afd. Schagen van het N.O.G.
ln de Posthoorn alhier. Wegens het mooie ijs en het
heerlijke weer werd de vergadering slechts door een
zevental leden bezocht Toch waa ze.eene belangrijke,
want de hoer Bijlsma, directeur van de N.O.G.-spaar-
bank was overgekomen uit Amsterdam, om het nut
het doel en het voordeellg® van die «paarbank uiteen
te zetten. Dit deed hij in een aangename causerie,
waaruit we oa te weten kwam, dat er reeds bijna 8
mlllloen la Ingelegd, dat de rente de hoogste ls, die ooit
een spaarbank geeft, dat de soliditeit boven alles la
verzekerd en het beheer zoo goed als niets kost. Van
daar vooral de hooge rente, in 1928 4.61 De afd.
Schagen denkt er over hier een hulpbank te stlohtcn,
omdat er reeds Inleggers zijn en het vooruitzicht be
staat, dat er meer zullen komen.
De heer Bijlsma werd door den voorzlter, den heer
Van der Laan, hartelijk dank gezegd voor zijn interes
sante en duidelijke uiteenzettingen.
De rekening en verantwoording van den penning
meester, den heer K. Schoort, werd nagezien en ln
orde bevonden door moj. Harder en den heer Speets.
Ze gaf als eindcijfer een bedrag aan van meer dan
f 500. Daarna werd „de avond" weer verder besproken..
De dames Harder en Watertor en de heeren Van der
Laan en Brouwer werden verzocht de nadere regeling
het aan Slr Beverley mede te deeleau Piers was nu on
geveer «ven oud als de andere Plera geweest was en
Marshall had geen lust om weer een rol ln een derge
lijke tragedie te spelen.. Het was een zware taak ge
weest Sir Beverley te zeggen, dat zijn eenige zoon dood
was, maar hem hetzelfde te moeten mededeelen om
trent zijn kleinzoon zou nog veel zwaarder geweest zijn.
Want Sir Beverley had zijn zoon ln diens hard, onstui
mig leven nooit liefgehad; maaT zijn kleinzoon was
zijn oogappel, zooals iedereen wist ondanks zijn1 krach
tige pognlgen, om dat feit te verbloemen.
Neen, beslist, Marshall had er niiet de minste lust ln
den ouden man te moeten mededeelen, dat jongeheer
Piers iets overkomen was, en de rimpels op zijn voor
hoofd werden dieper, toen hij zijn tuintje op en neer
liep en de gillende stem en de galoppeerende hoeven in
de verte hoorde wegsterven. i
„De jongen Is nog doller, dan zijn vader," prevelde
hij. „Slecht ras! Slecht ras!"
Hij schudde zijn. hoofd en ging naar binnen. Hij waa
de eenige nog op het landgoed, die zioh de mooie Ita-
liaansche bruid herinneren kon, welke Sir Beverley
eens medegebracht had, om daar te regeeren. Het was
slechts een korte, korte regeering geweest en niemand
sprak er thans meer over het allerminst de oude, ge
bogen man, die als de feodale lord over Rodding Abbey
regeerde en voor wien zelfs de gevreesde Marshall ont
zag had.
Maar Marshall herinnerde zich haar heel goed en
juigt bij die herinneringen vertoefden zijn gedachten,
toen hij uiting gaf aan dat geheimzinnige verdriet.
Want was jongeheer Piers haar eveubeled niet? Had
hij niet dezelfde vorstelijke 'houding? Stroomde het
Evesham bloed niet dea te vuriger ln zijn aderen door
de vermenging met het hartstochtelijk zuidelijk bloed*'
Marshall vroeg zich soms af hoe Slr Beverfey met
zijn ruwe onverdraagzaamheid de sprekende gelijkenis
van den Jongen met de vrouw, in wier bittere nage
dachtenis hij alle vrouwen haatte, verdroeg. Het waa
niet aan te nemén, dat hij daar blind voor waa. Daar
voor sprong zij te veel ln het oog. „Een chronische oog
kwaal", noemde Marshall het voor zichzelf. Maar die
„hooge oomee" waren ook niet te begrijpen. Marshall
beweerde dan ook niet, dat 'hij ze begreep. Hij waa, op
zijn brommerige manier, aan zijn meester gehecht en
vermeette zich nooit zijn doen of laten te critiseeren.
Hij verwonderde er zich slechts over.
Wat jongeheer Piers betreft, hij persoonlijk had hera
niet kunnen uitstaan van aX bat ©ogenblik, dat dm
van den feestavond op zioh te nomen, wat do aanwe
zigen zeiden gaarne te willen doen.
Op voorstel van dom heer M. Visser werd mot op eon
na algemeens stemmen besloton als punt van behan
deling op den beschrijvingsbrief voor de algemeen©
vergadering het volgende voorstel te brengen: Aan het
hoofdbestuur van het N.O.G. wordt opgedragen te
onderzoeken of hot wenachelljk ls in elke onderwijs
inspectie vanwege de daarin gelegen af deelingen van
het N.O.G. gezamenlijk jaarlijks een vergadering uit
te schrijven voor alle daarvoor in aanmerking komende
onderwijskrachten.
WEDSTRIJDEN VAN DE SCHAGER IJSCLUB.
Zondagmiddag hield de Schagor IJsclub een wedstrijd
op de 500 Meter, met een regeling die iets anders te
zien gaf dan het tot nu gevolgde systeem. Jammer dat
er veel wind stond. Geen baan die zich kan verheugen
in zoo'a mooie oppervlakte, waarop ln een ovaal-vorm
de banen zijn aangelegd. Zooals gezegd, er reed een
schitterend stel jongens, die den strijd in tegen den
wind èn onderling aanbonden. De aangifte was ook
verheugend; 67 deelnemer* bekampten elkaar om de
60 „pietermannen".
De prijsuitreiking had plaats bij den heer J. Peet
oom door don voorzitter, dea heer Keesman, die de
bijeenkomst opende met eea woord van Van Riems
dijk: Wat la het koud op die baam, maar ondanks die
koude is onise wedstrijd geslaagd. Ingeslagen bij het
publiek en bestuur. Wat kan de man, die ons dit plan
voorstelde en nel „en zoo en zoo had ik mij gedacht" er
trotach op zijn, dat zijn gedachte zoo'a succesvolle ls
geweest. Ware*. In 't verleden de bestuurder©* wel eens
laksch, men kan nu zeggen, dat ze wel eens te voort
varend rijn. Dat we gelukkig rijn, kn* echter minder
worden beweerd, want als er geld moet rijn dan regent
en dooit het of het waait een zoodanige Zuid-ooster.
dat onze kwartjes bij de kachel Wijven, maar deson
danks de tegenspoeden, gaat het beataa* door „op
groot lef", want onze kas Ls leeg.
Spreker bad zich voorgesteld: tnod* banen, muziek
van Schsgon's Hhrmonlokapel, geheel vrijwillig aange
boden, mooi weer gelijk Zaterdag, wni KO kei een
prachtdag rijn.
Voorzitter brengt nogmaals dazdc aam Ce Harmonie
voor den betoonden moed, om toeb neg muziek te wfl-
had leeren loopen. Marshall had nooit iets ra.n hem wil
len weten en haatte Vlctor, den Franschen kamerdie
naar, die hem van zijn wieg af grootgebracht had. Toch
was er, ondanks dit alles, in rijn gemelijk oud hart een
zekere brommerige toegenegenheid voor hem. Die jon
gen had innemende manieren en zonder zijn haat voor
Victor, die iets vrouwelijk zachts over zich had, zou hij
graag medegeholpen hebben aan rijn opvoeding. Doch
zooals het nu was, kon hij slechts uit de verte toekij
ken en de kuren van „dien drommelscfren jongen" ver-
oordeelen; telkens als hij hom zag, voorspelde hij een
ongeluk en hoopte bij, dn. sir Beverley dat niet meer De
leven zou. Zeker leek het alsof Pier» «en betoeterd le
ven leidde, want evenals zijn vader riskeerde hij het
feitelijk dagelijks. Met prachtig zelfvertrouwen lacht*
hij om iedere waarschuwing.
Toen hij den donkeren Novemberavond het erf voor
den stal opgaloppeerde, gloeide zijn gezicht van opwin
ding alsof hij koppigen wijn gedronken bad. Zijn paard
was met schuim bedekt en danste een veerkTachtigen
dons op de steenen. Caesar volgde hem met rechtop-
staanden staart en een breeden glimlach van voldoe
ning op zijn gevlekten snuit, ondanks de bloedige streep
in z:jn nek.
„Bliksems, ik ben laat," zeide Piers, terwijl hij zijn
baen over den hals var. het paard «loeg. „Allemaal de
schuld van dien beroerden hond! Kijk hem eens grinni
ken. Een van jullie moet hem even wassohen. Zoo kan
hij nJet binnenkomen," Hij sprong op den grond en
stampte met zijn natte voeten. „Ik ben er zelf niet veel
beter aan toe. Wat een gemeen weer ook!"
„Ja, u bent nat slr," zeide de groom, die Pompey's
kop vasthield. „In het water gevallen, slr?''
„Neen, ik heb een kan water over me gehad lachte
Pier». „Caesar zal er Je alles van •vertellen. Hij heeft
den heolen weg naar hier loopen grinncken. Waarach-
I tig," zeide hjj tegen den hond. Jk zou niet zon kunnen
I giebelen als ik een pak slaag gehad had als jij. En ik
j zou ook de hand, die het gedaan heeft, niet kunnon
[kussen. Je bent een gentleman, Caesar, en lk maak ne
derig mijn excuus. Zorg 'JU voor hem, PhJpps! Hij heeft
een pak rammel gehad. Goeden avond! Wel te rusten.
Pompey.' Je hebt kranig geloopen." Hij streelde den
besohuimden nek van het paard en liep weg.
Terwijl hij het erf verliet, floot hij lustig; Phipps
knipoogde tegen een van zijn coldga'e.
„Ik zou wel eiiio wiiien weten wie met die kan water
bezig geweest ls!" zeide hij.
Wordt vervolgd.