Alltieti Billis- Jzeren Grendelen. Donderdag 14 Pébraarf BI29. Tüïste Jaargang No. 8409. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen. Eerste Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Wi nterhanden Wi ntervoeten Schrale Lippen Ruwe Huid SCHAGER COMA Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT VIT TYVEE BLADEN. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 12 Februari 1929. Nieuw» BRANDSTICHTING EN AFDREIGING. Heden werd voortgezet de bekende zaak tegen den W-Jarigen Leonardus K. te Alkmaar. Omtrent hem Is een reclasseeringsrapport uitgebracht, dat den Offi cier niet veel nieuws brengt en Z.Ed. geen aanleiding geeft tot wijziging van zijn requisitoir: 2 jaar gevange- nlestraf. Verdediger mr. Wynne geeft nog een kort pleidooi ten behoeve van zijn cliënt «n persisteert bij iljn conclusie: een voorw. straf. Uitspraak week. DIEFSTAL VAN EEN KONIJN. Ook de zaak tegen Hendr. A. O., een arbeider uit Noordsoharwoude, wordt heden verder behandeld. Als expert op het gebied van tamme konijnenteelt wordt gehoord de heer Boom, die reeds 26 Jaar lang konijnen lokt en dus geheel op de hoogte geacht kan worden. Een konijn kent zijn eigen hok, verklaart de heer Boom uit eigen ervaring. Voorts beweert de deskundige pertinent zijn eigen konijnen te kunnen herkennen. Er Is niet één konijn, dat precies gelijk is met een ander. Voorts worden nog gehoord 2 getuigen op verzoek ran verdachte. Deze hebben op 30 Nov. In het schuur tje van Mannes O. een hok met meerdere konijnen gezien. 1 December is het konijn, bij Groenland vermist. De Officier blijft na eenige motiveering persisteeren bij zijn requisitoir strekkende tot veroordeeling van jverdachte tot 3 maanden gevangenisstraf. OPLICHTING TE DEN HELDER. De heer F. Ch. J. C. is niet verschenen. Hem is bfl x' dagvaarding ten laste gelegd, dat hij te Den Helder T i Febuari 1928 den landbouwer D. de Jong «n diens chtgenoote listiglijk en bedriegelijk heeft afhandig '"'Éncnaakt een bedrag van dertig gulden. 2 Gedurende een gesprek over een erfenis, heeft ver dichte aangeboden voor De Jong te willen opponeeren ils zaakwaarnemer. Voorts Vertelde De Jong, dat hij In moeilijkheden was met de boerenleenbank, die f 800 ran hem te vorderen had. Verdachte heeft toen gega randeerd de boerenleenbank tevreden te zullen stellen, mits de Jong hem f 30 ter hand stelde, ten einde deze te storten als bankgarantie. De Jong heeft verdachte daarop f 30 gegeven, doch het bleek later dat S. geen rtorting heeft gedaan op de bank, alhoewel hij de Jong bad verzekerd dat de zaak in orde was. Verdachte heeft in de instructie beweerd, dat deze iertlg gulden bedoeld waren als honorarium, welke be kering wordt tegengesproken. Bij de besprekingen tus- icheii de Jong en verdachte waa"de echtgenoote van De Jong tegenwoordig. Verdachte heeft ook nog een briefkaart gezonden, waarin hij mededeelde, dat de Joerenleenbank genoegen nam met een uitstel. De hoofdonderwijzer Jb. de Vries, kassier en secreta- Is Boerenleenbank, kent verdachte niet en heeft nim- ler van dezen op welke wijze dan ook, een verzoek tot uitstel van betaling namens De Jong ontvangen, fan eenige correspondentie omtrent deze zaak ls ge tuige niets bekend. Wel ls aan De Jong uitstel ver leend tot 80 Maart. Het geld la thans voldaan door De Jongs borg. De heer Offioler acht de oplichting primair ten laste gelegd, volkomen bewezen, Dit sluwe type heeft handig gebruik gemaakt van de moeilijkheden van den getuige. Eisch tegen verdachte, die niet onverdeeld gunstig bekend staat, 8 maanden gevangenisstraf. BLOEDIGE MISHANDELING. De niet verschenen verdachte Machiel P., grondwer ker, heeft op 24 Nov. de aandacht van de Justitie op zich gevestigd door zijn collega Jan de G., die zich evenals hij in het café van Kuiper bevond, met een scherp mes in den arm te steken. Eenige aanleiding voor deze vriendelijkheid bestond er volgens den mishandelde niet. Wel was het rumoe rig in het café, zooals hij thans, als getuige gehoord, mede verklaart. Getuige is door den plaatselijken ge neesheer behandeld. Eenige andere Zuiderzeewerkers hebben de mishandeling waargenomen. Verdachte heeft direct na het plegen van het feit aan den rijksveldwachter Tilstra, die hij ontmoette, den weg gevraagd naar de zg. Ark. Eisch 2 maanden gev. Verdachte staat niet ongunstig bekend, MISHANDELING DOOR EEN JACHTOPZIENER T De 44-jarige jachtopziener en onbez. Rijksveldwach ter Joh. D. te Egmond-Binnen, staat terecht als ver dacht in den nacht van 22 op 23 Nov. den 19-jarigen vischer Aldert Smit van Elgmond aan Zee, die zloh onledig hield met stroopen in 't duin, met gebruikma king van een lantaarn, op het achterhoofd en in het gelaat te hebben geslagen, waardoor hij bloedend werd verwond. Verdachte D. wordt door mr. Van Löben Seis, advo caat te Haarlem, bijgestaan als raadsman en verdediger. Verdachte ontkent geslagen te hebben. Smit en zijn vriend Visser iwaren bezig met stroopen met behulp van een lichtbak. Zij hebben het licht gedoofd en zijn op de vlucht geslagen. Verdachte, die in het bezit was van een zaklantaarn, heeft Smit nagezet, terwijl zijn collega v. d. Berg zich met den mede-strooper Visser bemoeide. De jachtopziener zegt Smit gepakt te heb ben maar ontkent absoluut geslagen! te hebben. Smit was niet gewond, toen verdachte met hem sprak. De tweede strooper, Visser, ia door jachtopziener v. d. Berg gegrepen. Hij heeft gezien dat verdachift zijn kameraad heeft geslagen, tweemaal met een lan taarn, onder het uitstooten van eenige vloeken. Verdachte blijft ontkennen. Het ia een complot om hem er In te krijgen. Verdachte bezigt geen vloeken Getuige Visser protesteert daartegen Hij heeft juist kwestie met Smit ea absoluut geen reden om dezen voor te spreken Dokter Schipper, arts te Egmond aan Zee, geeft deskundig verslag oratrsnt den aard der verwondin gen Smit was patiënt van den getuige-deskundige. De wonden kunnen niet toegebracht zijn met een zak lantaarntje. Het waren geen treffers, maar meer schuurslagen Behandeld heeft getuige de wondjes niet. Daar was geen aanleiding voor. Jachtopziener v. d. Berg, gehoord als getuige a de charge, verklaart dat verdachte niet heeft geslagen Hij stond gewoon met Smit te praten Wat voor dien tijd is gebeurd, kan hij niet zeggen Get Visser blijft echter bij zijn verklaring volhar den V. d. Berg beeft de jas van Visser gescheurd, omdat hij de gestroopte konijnen wou afnemen De Officier wijst op het tegenstrijdige in de getuigen verklaringen en achte het overtuigend bewijs niet ge leverd, reden waarom spreker vrijspraak requlreert Verdediger schept grootelijka behagen in het requisi toir en dringt eveneens aan op vrijspraak, in een zeer uitvoerig pleldooL AMBTSBELEMMERING EN WJEDERSPANNIG- HEID. De heer Genard Kw, 24 jaar, en werkman te Den Helder, heeft zich volgens dagvaarding ln den nacht van 14 op 15 October schuldig gemaakt aan een sterke oppositie tegen de agenten de Haan en de Glopper, die het noodig hadden geoordeeld zijn broeder ter zake verschillende buitensporigheden aan te houden en naar het politiebureau over te brengen. Naar het proces-verbaal luidt, zou gezegde heer Kw. hebben getracht zijn broeder Johannes op handtastelij ke wijze uit de maoht der politie te verlossen. Nog meerdere gedroegen zich opstandig en recalcitrant, zoo dat het een; heel nachtrelletje werd en de twee agen ten heel wat te doen'hadden, eer de orde was hersteld. Het was zelfs noodig van een revolverschot gebruik te maken om er den schrik ln te brengen. Wat nu Gerard Kw., thans terechtstaande, aanbe langt, deze scheen het niet eens te zijn met de ziens wijze der politie en; had niet alleen eenige getuige decharge, doch ook een alleszins respectabel verdedi ger, in casu mr. Zeegers, gemobiliseerd. De agent de Haan komt eenlgermate op zijn verbaal terug en reotlflceert, dat verdachte hem niet heeft I vastgegrepen, wel heeft deze heer aan zijn broeder Johannes getrokken. Maar overigens qualiflceert de Haan verdachte als de geheele oorzaak van het verzet tegen de politie. Hij heeft o.m. ook de Bruin, anders een lobbes van een vent, opgezweept, zich ia de arres tatie te mengen, i De agent is blijkbaar niet bijster goed te spreken over verdachte en vraagt den president of hij ver plicht is de vragen van dezen mijnheer te beantwoorden, aangezien verdediger hem verdacht heeft trachten te maken. I Vervolgens worden nog 4 getuigen gehoord op ver zoek van de verdediging, die blijkbaar van de actie des heeren Gerard Kw. niet veel gemerkt hebben. Van overwegende beteekenis voor den verdachte zijn deze getuigen nu bepaald niet. De Officier laat eenige bezwarende punten in de dag- j vaarding schieten en legt nu alleen belemmering van agent de Haan ten laste. Ter zake dit feit vordert het O. ML 3 weken gev. Mr. Zeegers heeft niet den indruk, dat de politie tactisch is opgetreden en meer hebben geleverd een persiflage van het gezag. Pleiter oefent voorts critiek op het proces-verbaal en het gebeurde daarop nog eens besprekende, komt verdediger tot de conclusie, dat twijfel bestaat omtrent het bewijs en' verzoekt hij per saldo dat zijn cliënt zal worden vrijgesproken. In elk geval, dat hem geen gevangenisstraf zal worden op- j gelegd. Voorts overlegt pleiter eenige loffelijke getuig- j schriften omtrent verdachte. i In zijn repliek protesteert de Officier tegen de critiek door den verdediger uitgeoefend op het beleid der po- litie en meent dat vooral iemand als verdediger, die 's Konings rok draagt (verdediger is n,J. ook officier in actieven dienst) het gezag moet hooghouden. Voorts beantwoordt de Officier verdediger op ven- schillende punten in z0n verdediging. Mr. Zeegers is volkomen bereid, wat hij heeft ge zegd omtrent het ophouden van het gezag door de politie, in te trekken. Overigens handhaaft hij hetgeen door hem ln eerste instantie is opgemerkt en persisteert hij bij zijn clausullën. FEUILLETON Naar het Engelsoh ETHEL M. DELL. Piers raapte de courant op en vouwde die glad. Hij !ng erin zitten lezen en Sir Beverley zat naar hem te dJken met dat in zijn steengrijze oogen, wat niemand rooit in mocht zien. „Eet je cakes op, jongen!" zeide hij eindelijk. ,Wat?" Piers keek even op. „O, ja, dadelijk, sir! Dat een interessant proces, wat? Adderley was een vriend n me, ziet u." .Wanneer heb je hem leeren kennen?' ilk heb hem in mijn schooltijd gekend. Hij heeft a heele vacantie hier ln de buurt gelogeerd. Het was list or ik dat jaar op reis geweest toen. Ik heb hem vrij goed leeren kennen. Hij heeft me toen ver foeiden© goede wenken voor worstelen gegeven." „Heeft hij je geleerd \hoe je den nek van je tegen- inder moet breken" vroeg Sir Beverley droogjes. Piers maakte ©en nauwelijks merkbare beweging met la ééne hand, die zich klemde om de courant, die hij kthield. „Het as de moeite waard ze te weten," sei- hij met zijn oogen op de courant gericht. „Maar ik gedacht, dat hij een te oude rot was om zich in RtoÜijkheden te brengen." Sir Beverley bromde. Piers las verder. Eindelijk ïeg- L,^ de courarLt neer- ..Ik ben beestachtig onbeleefd," 1 We hij. „Een cake?" f .Eet ze zelf!" zeide Sir Beverley. „Ik vind ze ver- JMkkelijk." Piers nam het schaaltje op en begon te eten. Hij "~ie, terwijl hij dat deed, blijkbaar dn gepeins, vecr- n .naar het vuur. «Zit niet zoo te droomen," zeide Sir Beverley scherp. keek zijn grootvader aan met zijn zachte, Itali- ^>che oogen, waarin een verborgen vuur gloeide. „Ik uiot,"' zeide hij .„Ik vraag me af waarom u dat' Adderley opgehangen moet worden." ■.Omdat hij een moordenaar ds" hitste Sir Beverley. maar zeide Piers en zwoeg dam. »V«rder joBigen! Maak je zin af!" beval Sir Beven- ..De heb het land aan die halve „Ik dacht alleen, dat ophangen het zachtste vonnis van de twee is. Als Ik Adderley was, zou ik vragen, opgehangen te worden." „Je weet niet waarover je spreekt." „Het is goed; laten we orv.er iets anders praten. Cae sar heeft vanmiddag prachtig gevochten met dien Ier- schen terrler van de pastorie. Ik 'kom ze niet van el kaar krijgen, daarom ben ik mee gaan doen. En we zouden nu nog bezig zijn, als we aam ons lot overgela ten waren." Plotseling begon hij jongensachtig te lachen. „Maar een vriendelijke dame kwam uit den tuin en stortte den inhoud van een lampetkan over ons drieën uit. Dapper van haar niet? Ik ben bang, dat ik op dat oogenblik niet al te complimenteus was, maar d'aarma heb ik gefleerd haar takt en haar tegenwoordig heid van geest op prijs te stellen. Ik zal haar morgen gaan bedanken. „Wie was het?" ibromd'a Sir Beverley achterdochtig. „Toch niet die kleine witte uil, Mrs. Lorimer?" „Mirts. Lorimer! Lieve hemel! Zij zou gegald hebben en naar den Eerwaarden Etephen om hulp gevlogen zijn. Neen dit was een vrouw, geen uil! Z ij heet Mrs, Denys Mrs, zooals z e uitdrukkelijk zei. Ze hebben in de pastorie een huishoudster genomen. Nieit te gauw, zou dik zeggen. Wie zou in dat huishouden niet kunnen hielpen.?" Sir Beverley lachte even. „Misschien weet zij voor zichzelf te zorgen. Dat kunnen de meesten." „Zij weet in ieder gevail in een moeilijk geval haar hoofd bij elkaar te houden." „Dierlijk instinct," hoonde Sir Beverley. „En dierlijke moed," hield Piers lachend vol. „Scheid toch uLt, Piers! Je praat als een dwaas!" Piers wijdde nu zijn aandacht aan het verorberen der cakes en er volgde een lange stilte. Dan stond hij ap, om het ledige schaaltje neer t)e zetten en nog een kop thee in te schenken. „Die thee is zeer vergiftig," zeide Sir Beverley. „Ik zal er niet door vergiftigd worden," zeide Piers. Hij dronk het kopje leeg en ging naar het haard kleedje/terug. „Ik mag zeker wel roöken?" vroeg hij eenigiszfns gedwongen. Sir Beverley lag achterover in zijn stoel naar hem te kijken. Plotseling stak hij een bevende hand uit. „Je bent een goede jongen Piers," zeide hij. „Je mag alles doen wat 'je wilt" Fiers' oogen begonnen te fonkelen. Hij greep de uit gestoken hand. „U .bent de bovenste beste! Ga mee naar de biljartkamer en laten we een honderd' caromboles spellen. Dat mal u wat trek voor het diner geven". Hij heesdh den euden man, vóór hij zich kon vernet ten, uit zijn stoel. Z0 stonden samen voor het groote vuur en Sir Beverley reikte zijn stijve ledematen udt I Hij was een half hoofd igrooter dan zijn kleinzoon. I „Wat een woelwater toen je toch!" zeide hij half lachend. „Kun je dan geen minuut stil zitten? Wil ja de courant niet lezen? Be ben ermee .klaar." „Ik ook," antwoordde Piers, terwijl hij het blad in den haard wierp, „Ga mee, sir. We hebben niet veel tijd." „Waar heb je dat voor gedaan?" vi-oeg Sir Beverley sfcaanblijvend. „Wil je het huis ih brand steken?" Waar heb je dat voor gedaan?" „Omdat ik een dwaas was," zeide Piers met een plot selinge, vreemde heftigheid. „Een vervloekte dwaas als u het weten wilt Maar nu is het voorbij. Laat maar branden!" I De courant laaide op en schrompelde ineen tot asch. Sir Beverley liet zich medenemm. „Je bent een vreemde jongen. Maar alles bij elkaar genomen, zou ik zeggen, dat er nog heel wat grootere gekken in de wereld zijn dan jij." „Dank u, sir," zeide Fiers. HOOFDSTUK HL DISPLINE. I „Mrs. Denys, mag ik binnenkommen?" Jeaöie Lori- mer's klein, wit gezichtje keek om de deur. „Ik heb .mijn Fransche thema meegebracht" zeide zij half ver- j cntschuldlgend. „Ik dacht, dat u het wel goed zoudt j vinden. I „Natuurlijk, kom maar binnen, beste kind. Ik heb je graag bij me." De huishoudster hield met haar vlug naaien op%n keek glimlachend naar het knappe, bruin harige kind. „Kom maar dicht b(j het licht. Ik hoop, dat de thema niet al te lang is." „Nog al erg lang," zuchtte JeanDe onwillekeurig. „Ik had ze eerder moeten malcen, maar ik haJd het zoo druk met de kleinen. Is dat Graoiie's jurk, waar u mee be zig bent? Wat een vreselijke scheur!" Zij kwam naast Mrs. Denys staan en sprak met een zachte, vrij een tonige stem. Een zware 'haarlok viel, ttoen zij zich voor overboog om te kijken, over toet werk; met een nieuwen zucht schudde zij dien weg. „Graclie ls zoo'n wildzang." „Lieve kind, je bent moe," zeflde Mts. Denys vrien delijk. Moederlijk sloeg zij haar arm om het slanke li chaam, dat tegen haar aan leunde, terwijl' zij met kri tische oogen opkeek naar 'het bleeke, jonge gezichtje. I „Een beetje," zeide Jeamle. I „Al» ik jou was, zou Ik vanavond die thema maar PORNOGRAFISCHE LECTUUR. De 34-jarlge sigarenwinkelier en blbliotheokhouder Hendrik W. te Dan Helder, heeft op 10 November eenige exemplaren van de frivole „Zwarte Kat" en „Pan" voor zijn winkelraam aldaar geëxposeerd en daardoor aan de publieke eerbaarheid aanstoot gege ven, voor welk laatstgemeld feit hij nu terecht staat De rechercheur van de Heldersche Scotland Yard, Horsman, heeft een en ander geconstateerd en enkele verdachte nummers in beslag genomen. Verdachte zegt, dat hij niet de opzet heeft gehad, de eerbaarheid te schenden. Ondersoheidene winkeliers hebben die tijdschriften verkocht Hij stelt ze thans niet meer verkrijgbaar. De geïncrimineerde schuine moppen in de dagvaar ding overgenomen, worden) niet voorgelezen. De Officier neemt aan, dat verdachte van derge lijke strafbare feiten oen gewoonte heeft gemaakt en vordert f 50 boete of 50 dagen, met vorbeurd-verklaring der in beslag genomen lectuur. H30OGER BEROEP ARBEIDSWET. De uitvoerder Anth. Olthoff, van beroep uitvoerder en wononde te Medembllk, is door den kantonrechter veroordeeld ter zake overtreding der Arbeidswet, om dat hij op 17, 18, 19 en 20 September 1928 op het werk eerver sluisbouw aldaar een 10-tal arbeiders langer heeft doen werken dan wettelijk ls toegestaan. Een en ander is geoonstateerd door arbeids-inspec teur Rus en een collega. (Veroordeelde is van dit vonnis in hoog er beroep ge gaan, welk beroep thans wordt behandeld- Hij heeft zijn juridische belangen opgedragen aan mr. Mos, advocaat en procureur te Amsterdam. Verdachte erkent overigens, dat de overtredingen be gaan zijn. Door overstelpende drukte heeft hij ver zuimt de arbeidsinspectie dispensatie te verzoeken. De Directie der Zuiderzeewerken spoorde hem voortdu rend aan, voort te maken met den sluisbouw. Hij is in Juli 1928 alreeds veroordeeld teffl zake een dergelijke overtreding en) dus recidivist De heer Hille, aannemer te Amsterdam, wordt ge hoord op verzoek van de verdediging; die verklaarde, dat het overwerk noodzakelijk was, met het oog op den voortgang der Zuiderzeewerken en de veiligheid daarvan. Volgens controleur Rus heeft de heer HMe nood zakelijkheid van dit overwerk pertinent ontkend. Deze noodzaak is den heer Rus in den loop van het onder zoek dan ook beslist niet gebleken. Geconstateerd zijn 160 overtredingen, die echter niet alle tefaate zijn ge legd. De Officier verzoekt vernietiging van het vonnis van den) kantonrechter wegens gebreken en vordert op nieuw schuldig verklaring met veroordeeling tot 40 A f 12 boete of 40 X 12 dagen hechtenis. Verdediger, mr. Mos, acht het bewijs niet geleverd. Evenmin dat de overtredingen béhooren. dooU verbalisant zijn. geconstateerd. Voorts merkt pleiter op, dat door herhaald recidive alleen hechteniastr&f mocht worden opgelegd en nu in hooger beroep, omdat de ambténaar niet mede appelleerde, geen straf meer mag worden opgelegd.Tenslotte wijst pleiter op over macht, zooals kan blijken) uit een brief van den inge nieur der Zuiderzeewerken, onder wiens leiding dit werk staat en oefent verdediger nog een uitvoerige eri- niet maken," zeide Mre. Denys. .Morgenochtend zal je er lang niet zooveel moeite mede hebben. Ga wat op de sopha liggen rusten tot het avondeten." „O, neen, dat kan ndet. Vader wil niet dat we naar bed gaan voor we onze dagtaak af hebben." ,Maar heusch als je -werkelijk moe bent—" Maar Jeanie schudde haar hoofd. „Neen, dank u wel, ik moet die thema maken. OliVe heeft de hare al lang af." „Waar is Olive?" „Die zit beneden te lezen. We mogen ai tijd lezen, als we ons huiswerk af hebben." Weer kwam de korte, on bewuste zucht Jeanie ging aan tafed zitten. „Moeder is zoo zenuwachtig vanavond," zeide zij, terwijl zij de blaren van haar boek omsloeg. „Ronald en Julian heb ben gerookt en zij is bang, dat vader het merken zal. Voor haar hoop ik, dat hij het niet doet. Maar afls zij niet eten, merkt zij het zeker. Hij heeft laatst Julian twee avonden achter elkaar afgeranseld, omdat hij er om gelogen had." Mtrs. Denys hield een paar scherpe woorden, die haar op de lippen kwamen .temig. Zij .begon, niet haar ge zicht over haar werk gebogen, vlug te naaien. Het was een iheel bekoorlijk gezichtje met grijze oogen en bij zonder zachten mond. Een kuiltje aan den eenen kant ervan gaf haar iets meisjesachtigs, als zij 'glimlachte. Maar zij was een jong meisje. Zij had iets kalm ver- trouwe nds over zich als iemand, dóe iets van de wereld en wat daarin omgaat weet. Zij was nog jong en toch lag het in haar karakter vurig te zijn; maar zij had niet in zich van het rustelooz% der Jeugd. Avery Denys was een vrouw, die haar jongemeisjes-jaren geheel ach ter zich had. Haar geestdrift en haar impulsen ont brandden aan een vastere Vlam dan de flikkerende toorts der jeugd. Er was geen romantiek meer in haar leven, maar toch kende zij .geen bitterheid- Zij hadden het lijden gekend en het dapper onder de oogen gezien. Het eenige spoor, dat dit op haar achtergelaten had, was dat een van vrouwelijk weten, dat haar zelfs in haar vroolijke stemming als een kleed omhulde. Vlug van begrip en nog vlugger om sympathie te voelen, hed zij geleerd haar emoties in bedwang te houden en haar aangeboren vroolijkheid verborg veel van wat te heilig was om onnoodig aan het licht gebracht te worden., Zij ha)d een levendig gevoel voor humor, dat haar door me- nigen storm staande gehouden had. Zooals haar vader ln de lang vervlogen dagen van geluk en voorspoed gezegd had, zij nam de hindernissen flink. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1