Alltieti Billis-
Jzeren Grendelen.
Donderdag 14 Pébraarf BI29.
Tüïste Jaargang No. 8409.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen.
Eerste Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Wi nterhanden
Wi ntervoeten
Schrale Lippen
Ruwe Huid
SCHAGER
COMA
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT VIT TYVEE BLADEN.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 12 Februari 1929.
Nieuw»
BRANDSTICHTING EN AFDREIGING.
Heden werd voortgezet de bekende zaak tegen den
W-Jarigen Leonardus K. te Alkmaar. Omtrent hem Is
een reclasseeringsrapport uitgebracht, dat den Offi
cier niet veel nieuws brengt en Z.Ed. geen aanleiding
geeft tot wijziging van zijn requisitoir: 2 jaar gevange-
nlestraf. Verdediger mr. Wynne geeft nog een kort
pleidooi ten behoeve van zijn cliënt «n persisteert bij
iljn conclusie: een voorw. straf.
Uitspraak week.
DIEFSTAL VAN EEN KONIJN.
Ook de zaak tegen Hendr. A. O., een arbeider uit
Noordsoharwoude, wordt heden verder behandeld. Als
expert op het gebied van tamme konijnenteelt wordt
gehoord de heer Boom, die reeds 26 Jaar lang konijnen
lokt en dus geheel op de hoogte geacht kan worden.
Een konijn kent zijn eigen hok, verklaart de heer
Boom uit eigen ervaring. Voorts beweert de deskundige
pertinent zijn eigen konijnen te kunnen herkennen. Er
Is niet één konijn, dat precies gelijk is met een ander.
Voorts worden nog gehoord 2 getuigen op verzoek
ran verdachte. Deze hebben op 30 Nov. In het schuur
tje van Mannes O. een hok met meerdere konijnen
gezien. 1 December is het konijn, bij Groenland vermist.
De Officier blijft na eenige motiveering persisteeren
bij zijn requisitoir strekkende tot veroordeeling van
jverdachte tot 3 maanden gevangenisstraf.
OPLICHTING TE DEN HELDER.
De heer F. Ch. J. C. is niet verschenen. Hem is bfl
x' dagvaarding ten laste gelegd, dat hij te Den Helder
T i Febuari 1928 den landbouwer D. de Jong «n diens
chtgenoote listiglijk en bedriegelijk heeft afhandig
'"'Éncnaakt een bedrag van dertig gulden.
2 Gedurende een gesprek over een erfenis, heeft ver
dichte aangeboden voor De Jong te willen opponeeren
ils zaakwaarnemer. Voorts Vertelde De Jong, dat hij
In moeilijkheden was met de boerenleenbank, die f 800
ran hem te vorderen had. Verdachte heeft toen gega
randeerd de boerenleenbank tevreden te zullen stellen,
mits de Jong hem f 30 ter hand stelde, ten einde deze
te storten als bankgarantie. De Jong heeft verdachte
daarop f 30 gegeven, doch het bleek later dat S. geen
rtorting heeft gedaan op de bank, alhoewel hij de Jong
bad verzekerd dat de zaak in orde was.
Verdachte heeft in de instructie beweerd, dat deze
iertlg gulden bedoeld waren als honorarium, welke be
kering wordt tegengesproken. Bij de besprekingen tus-
icheii de Jong en verdachte waa"de echtgenoote van
De Jong tegenwoordig. Verdachte heeft ook nog een
briefkaart gezonden, waarin hij mededeelde, dat de
Joerenleenbank genoegen nam met een uitstel.
De hoofdonderwijzer Jb. de Vries, kassier en secreta-
Is Boerenleenbank, kent verdachte niet en heeft nim-
ler van dezen op welke wijze dan ook, een verzoek
tot uitstel van betaling namens De Jong ontvangen,
fan eenige correspondentie omtrent deze zaak ls ge
tuige niets bekend. Wel ls aan De Jong uitstel ver
leend tot 80 Maart. Het geld la thans voldaan door De
Jongs borg.
De heer Offioler acht de oplichting primair ten
laste gelegd, volkomen bewezen,
Dit sluwe type heeft handig gebruik gemaakt van
de moeilijkheden van den getuige.
Eisch tegen verdachte, die niet onverdeeld gunstig
bekend staat, 8 maanden gevangenisstraf.
BLOEDIGE MISHANDELING.
De niet verschenen verdachte Machiel P., grondwer
ker, heeft op 24 Nov. de aandacht van de Justitie op
zich gevestigd door zijn collega Jan de G., die zich
evenals hij in het café van Kuiper bevond, met een
scherp mes in den arm te steken.
Eenige aanleiding voor deze vriendelijkheid bestond
er volgens den mishandelde niet. Wel was het rumoe
rig in het café, zooals hij thans, als getuige gehoord,
mede verklaart. Getuige is door den plaatselijken ge
neesheer behandeld. Eenige andere Zuiderzeewerkers
hebben de mishandeling waargenomen.
Verdachte heeft direct na het plegen van het feit aan
den rijksveldwachter Tilstra, die hij ontmoette, den
weg gevraagd naar de zg. Ark.
Eisch 2 maanden gev.
Verdachte staat niet ongunstig bekend,
MISHANDELING DOOR EEN JACHTOPZIENER T
De 44-jarige jachtopziener en onbez. Rijksveldwach
ter Joh. D. te Egmond-Binnen, staat terecht als ver
dacht in den nacht van 22 op 23 Nov. den 19-jarigen
vischer Aldert Smit van Elgmond aan Zee, die zloh
onledig hield met stroopen in 't duin, met gebruikma
king van een lantaarn, op het achterhoofd en in het
gelaat te hebben geslagen, waardoor hij bloedend
werd verwond.
Verdachte D. wordt door mr. Van Löben Seis, advo
caat te Haarlem, bijgestaan als raadsman en verdediger.
Verdachte ontkent geslagen te hebben. Smit en zijn
vriend Visser iwaren bezig met stroopen met behulp
van een lichtbak. Zij hebben het licht gedoofd en zijn
op de vlucht geslagen. Verdachte, die in het bezit was
van een zaklantaarn, heeft Smit nagezet, terwijl zijn
collega v. d. Berg zich met den mede-strooper Visser
bemoeide. De jachtopziener zegt Smit gepakt te heb
ben maar ontkent absoluut geslagen! te hebben.
Smit was niet gewond, toen verdachte met hem sprak.
De tweede strooper, Visser, ia door jachtopziener
v. d. Berg gegrepen. Hij heeft gezien dat verdachift
zijn kameraad heeft geslagen, tweemaal met een lan
taarn, onder het uitstooten van eenige vloeken.
Verdachte blijft ontkennen. Het ia een complot om
hem er In te krijgen. Verdachte bezigt geen vloeken
Getuige Visser protesteert daartegen Hij heeft juist
kwestie met Smit ea absoluut geen reden om dezen
voor te spreken
Dokter Schipper, arts te Egmond aan Zee, geeft
deskundig verslag oratrsnt den aard der verwondin
gen Smit was patiënt van den getuige-deskundige. De
wonden kunnen niet toegebracht zijn met een zak
lantaarntje. Het waren geen treffers, maar meer
schuurslagen Behandeld heeft getuige de wondjes niet.
Daar was geen aanleiding voor.
Jachtopziener v. d. Berg, gehoord als getuige a de
charge, verklaart dat verdachte niet heeft geslagen
Hij stond gewoon met Smit te praten Wat voor dien
tijd is gebeurd, kan hij niet zeggen
Get Visser blijft echter bij zijn verklaring volhar
den V. d. Berg beeft de jas van Visser gescheurd,
omdat hij de gestroopte konijnen wou afnemen
De Officier wijst op het tegenstrijdige in de getuigen
verklaringen en achte het overtuigend bewijs niet ge
leverd, reden waarom spreker vrijspraak requlreert
Verdediger schept grootelijka behagen in het requisi
toir en dringt eveneens aan op vrijspraak, in een zeer
uitvoerig pleldooL
AMBTSBELEMMERING EN WJEDERSPANNIG-
HEID.
De heer Genard Kw, 24 jaar, en werkman te Den
Helder, heeft zich volgens dagvaarding ln den nacht
van 14 op 15 October schuldig gemaakt aan een sterke
oppositie tegen de agenten de Haan en de Glopper,
die het noodig hadden geoordeeld zijn broeder ter zake
verschillende buitensporigheden aan te houden en naar
het politiebureau over te brengen.
Naar het proces-verbaal luidt, zou gezegde heer Kw.
hebben getracht zijn broeder Johannes op handtastelij
ke wijze uit de maoht der politie te verlossen. Nog
meerdere gedroegen zich opstandig en recalcitrant, zoo
dat het een; heel nachtrelletje werd en de twee agen
ten heel wat te doen'hadden, eer de orde was hersteld.
Het was zelfs noodig van een revolverschot gebruik
te maken om er den schrik ln te brengen.
Wat nu Gerard Kw., thans terechtstaande, aanbe
langt, deze scheen het niet eens te zijn met de ziens
wijze der politie en; had niet alleen eenige getuige
decharge, doch ook een alleszins respectabel verdedi
ger, in casu mr. Zeegers, gemobiliseerd.
De agent de Haan komt eenlgermate op zijn verbaal
terug en reotlflceert, dat verdachte hem niet heeft
I vastgegrepen, wel heeft deze heer aan zijn broeder
Johannes getrokken. Maar overigens qualiflceert de
Haan verdachte als de geheele oorzaak van het verzet
tegen de politie. Hij heeft o.m. ook de Bruin, anders
een lobbes van een vent, opgezweept, zich ia de arres
tatie te mengen,
i De agent is blijkbaar niet bijster goed te spreken
over verdachte en vraagt den president of hij ver
plicht is de vragen van dezen mijnheer te beantwoorden,
aangezien verdediger hem verdacht heeft trachten te
maken.
I Vervolgens worden nog 4 getuigen gehoord op ver
zoek van de verdediging, die blijkbaar van de actie
des heeren Gerard Kw. niet veel gemerkt hebben.
Van overwegende beteekenis voor den verdachte zijn
deze getuigen nu bepaald niet.
De Officier laat eenige bezwarende punten in de dag-
j vaarding schieten en legt nu alleen belemmering van
agent de Haan ten laste.
Ter zake dit feit vordert het O. ML 3 weken gev.
Mr. Zeegers heeft niet den indruk, dat de politie
tactisch is opgetreden en meer hebben geleverd een
persiflage van het gezag. Pleiter oefent voorts critiek
op het proces-verbaal en het gebeurde daarop nog eens
besprekende, komt verdediger tot de conclusie, dat
twijfel bestaat omtrent het bewijs en' verzoekt hij per
saldo dat zijn cliënt zal worden vrijgesproken. In elk
geval, dat hem geen gevangenisstraf zal worden op-
j gelegd. Voorts overlegt pleiter eenige loffelijke getuig-
j schriften omtrent verdachte.
i In zijn repliek protesteert de Officier tegen de critiek
door den verdediger uitgeoefend op het beleid der po-
litie en meent dat vooral iemand als verdediger, die
's Konings rok draagt (verdediger is n,J. ook officier in
actieven dienst) het gezag moet hooghouden.
Voorts beantwoordt de Officier verdediger op ven-
schillende punten in z0n verdediging.
Mr. Zeegers is volkomen bereid, wat hij heeft ge
zegd omtrent het ophouden van het gezag door de
politie, in te trekken. Overigens handhaaft hij hetgeen
door hem ln eerste instantie is opgemerkt en persisteert
hij bij zijn clausullën.
FEUILLETON
Naar het Engelsoh
ETHEL M. DELL.
Piers raapte de courant op en vouwde die glad. Hij
!ng erin zitten lezen en Sir Beverley zat naar hem te
dJken met dat in zijn steengrijze oogen, wat niemand
rooit in mocht zien.
„Eet je cakes op, jongen!" zeide hij eindelijk.
,Wat?" Piers keek even op. „O, ja, dadelijk, sir! Dat
een interessant proces, wat? Adderley was een vriend
n me, ziet u."
.Wanneer heb je hem leeren kennen?'
ilk heb hem in mijn schooltijd gekend. Hij heeft
a heele vacantie hier ln de buurt gelogeerd. Het was
list or ik dat jaar op reis geweest toen. Ik heb hem
vrij goed leeren kennen. Hij heeft me toen ver
foeiden© goede wenken voor worstelen gegeven."
„Heeft hij je geleerd \hoe je den nek van je tegen-
inder moet breken" vroeg Sir Beverley droogjes.
Piers maakte ©en nauwelijks merkbare beweging met
la ééne hand, die zich klemde om de courant, die hij
kthield. „Het as de moeite waard ze te weten," sei-
hij met zijn oogen op de courant gericht. „Maar ik
gedacht, dat hij een te oude rot was om zich in
RtoÜijkheden te brengen."
Sir Beverley bromde. Piers las verder. Eindelijk ïeg-
L,^ de courarLt neer- ..Ik ben beestachtig onbeleefd,"
1 We hij. „Een cake?"
f .Eet ze zelf!" zeide Sir Beverley. „Ik vind ze ver-
JMkkelijk."
Piers nam het schaaltje op en begon te eten. Hij
"~ie, terwijl hij dat deed, blijkbaar dn gepeins, vecr-
n .naar het vuur.
«Zit niet zoo te droomen," zeide Sir Beverley scherp.
keek zijn grootvader aan met zijn zachte, Itali-
^>che oogen, waarin een verborgen vuur gloeide. „Ik
uiot,"' zeide hij .„Ik vraag me af waarom u
dat' Adderley opgehangen moet worden."
■.Omdat hij een moordenaar ds" hitste Sir Beverley.
maar zeide Piers en zwoeg dam.
»V«rder joBigen! Maak je zin af!" beval Sir Beven-
..De heb het land aan die halve
„Ik dacht alleen, dat ophangen het zachtste vonnis
van de twee is. Als Ik Adderley was, zou ik vragen,
opgehangen te worden."
„Je weet niet waarover je spreekt."
„Het is goed; laten we orv.er iets anders praten. Cae
sar heeft vanmiddag prachtig gevochten met dien Ier-
schen terrler van de pastorie. Ik 'kom ze niet van el
kaar krijgen, daarom ben ik mee gaan doen. En we
zouden nu nog bezig zijn, als we aam ons lot overgela
ten waren." Plotseling begon hij jongensachtig te
lachen. „Maar een vriendelijke dame kwam uit den
tuin en stortte den inhoud van een lampetkan over ons
drieën uit. Dapper van haar niet? Ik ben bang, dat
ik op dat oogenblik niet al te complimenteus was, maar
d'aarma heb ik gefleerd haar takt en haar tegenwoordig
heid van geest op prijs te stellen. Ik zal haar morgen
gaan bedanken.
„Wie was het?" ibromd'a Sir Beverley achterdochtig.
„Toch niet die kleine witte uil, Mrs. Lorimer?"
„Mirts. Lorimer! Lieve hemel! Zij zou gegald hebben
en naar den Eerwaarden Etephen om hulp gevlogen
zijn. Neen dit was een vrouw, geen uil! Z ij heet Mrs,
Denys Mrs, zooals z e uitdrukkelijk zei. Ze hebben
in de pastorie een huishoudster genomen. Nieit te gauw,
zou dik zeggen. Wie zou in dat huishouden niet kunnen
hielpen.?"
Sir Beverley lachte even. „Misschien weet zij voor
zichzelf te zorgen. Dat kunnen de meesten."
„Zij weet in ieder gevail in een moeilijk geval haar
hoofd bij elkaar te houden."
„Dierlijk instinct," hoonde Sir Beverley.
„En dierlijke moed," hield Piers lachend vol.
„Scheid toch uLt, Piers! Je praat als een dwaas!"
Piers wijdde nu zijn aandacht aan het verorberen
der cakes en er volgde een lange stilte. Dan stond hij
ap, om het ledige schaaltje neer t)e zetten en nog een
kop thee in te schenken.
„Die thee is zeer vergiftig," zeide Sir Beverley.
„Ik zal er niet door vergiftigd worden," zeide Piers.
Hij dronk het kopje leeg en ging naar het haard
kleedje/terug. „Ik mag zeker wel roöken?" vroeg hij
eenigiszfns gedwongen.
Sir Beverley lag achterover in zijn stoel naar hem te
kijken. Plotseling stak hij een bevende hand uit.
„Je bent een goede jongen Piers," zeide hij. „Je mag
alles doen wat 'je wilt"
Fiers' oogen begonnen te fonkelen. Hij greep de uit
gestoken hand. „U .bent de bovenste beste! Ga mee naar
de biljartkamer en laten we een honderd' caromboles
spellen. Dat mal u wat trek voor het diner geven".
Hij heesdh den euden man, vóór hij zich kon vernet
ten, uit zijn stoel. Z0 stonden samen voor het groote
vuur en Sir Beverley reikte zijn stijve ledematen udt
I Hij was een half hoofd igrooter dan zijn kleinzoon.
I „Wat een woelwater toen je toch!" zeide hij half
lachend. „Kun je dan geen minuut stil zitten? Wil ja de
courant niet lezen? Be ben ermee .klaar."
„Ik ook," antwoordde Piers, terwijl hij het blad in
den haard wierp, „Ga mee, sir. We hebben niet veel
tijd."
„Waar heb je dat voor gedaan?" vi-oeg Sir Beverley
sfcaanblijvend. „Wil je het huis ih brand steken?" Waar
heb je dat voor gedaan?"
„Omdat ik een dwaas was," zeide Piers met een plot
selinge, vreemde heftigheid. „Een vervloekte dwaas als
u het weten wilt Maar nu is het voorbij. Laat maar
branden!"
I De courant laaide op en schrompelde ineen tot asch.
Sir Beverley liet zich medenemm.
„Je bent een vreemde jongen. Maar alles bij elkaar
genomen, zou ik zeggen, dat er nog heel wat grootere
gekken in de wereld zijn dan jij."
„Dank u, sir," zeide Fiers.
HOOFDSTUK HL
DISPLINE.
I „Mrs. Denys, mag ik binnenkommen?" Jeaöie Lori-
mer's klein, wit gezichtje keek om de deur. „Ik heb
.mijn Fransche thema meegebracht" zeide zij half ver-
j cntschuldlgend. „Ik dacht, dat u het wel goed zoudt
j vinden.
I „Natuurlijk, kom maar binnen, beste kind. Ik heb je
graag bij me." De huishoudster hield met haar vlug
naaien op%n keek glimlachend naar het knappe, bruin
harige kind. „Kom maar dicht b(j het licht. Ik hoop,
dat de thema niet al te lang is."
„Nog al erg lang," zuchtte JeanDe onwillekeurig. „Ik
had ze eerder moeten malcen, maar ik haJd het zoo druk
met de kleinen. Is dat Graoiie's jurk, waar u mee be
zig bent? Wat een vreselijke scheur!" Zij kwam naast
Mrs. Denys staan en sprak met een zachte, vrij een
tonige stem. Een zware 'haarlok viel, ttoen zij zich voor
overboog om te kijken, over toet werk; met een nieuwen
zucht schudde zij dien weg. „Graclie ls zoo'n wildzang."
„Lieve kind, je bent moe," zeflde Mts. Denys vrien
delijk. Moederlijk sloeg zij haar arm om het slanke li
chaam, dat tegen haar aan leunde, terwijl' zij met kri
tische oogen opkeek naar 'het bleeke, jonge gezichtje.
I „Een beetje," zeide Jeamle.
I „Al» ik jou was, zou Ik vanavond die thema maar
PORNOGRAFISCHE LECTUUR.
De 34-jarlge sigarenwinkelier en blbliotheokhouder
Hendrik W. te Dan Helder, heeft op 10 November
eenige exemplaren van de frivole „Zwarte Kat" en
„Pan" voor zijn winkelraam aldaar geëxposeerd en
daardoor aan de publieke eerbaarheid aanstoot gege
ven, voor welk laatstgemeld feit hij nu terecht staat
De rechercheur van de Heldersche Scotland Yard,
Horsman, heeft een en ander geconstateerd en enkele
verdachte nummers in beslag genomen.
Verdachte zegt, dat hij niet de opzet heeft gehad, de
eerbaarheid te schenden. Ondersoheidene winkeliers
hebben die tijdschriften verkocht Hij stelt ze thans niet
meer verkrijgbaar.
De geïncrimineerde schuine moppen in de dagvaar
ding overgenomen, worden) niet voorgelezen.
De Officier neemt aan, dat verdachte van derge
lijke strafbare feiten oen gewoonte heeft gemaakt en
vordert f 50 boete of 50 dagen, met vorbeurd-verklaring
der in beslag genomen lectuur.
H30OGER BEROEP ARBEIDSWET.
De uitvoerder Anth. Olthoff, van beroep uitvoerder
en wononde te Medembllk, is door den kantonrechter
veroordeeld ter zake overtreding der Arbeidswet, om
dat hij op 17, 18, 19 en 20 September 1928 op het werk
eerver sluisbouw aldaar een 10-tal arbeiders langer heeft
doen werken dan wettelijk ls toegestaan.
Een en ander is geoonstateerd door arbeids-inspec
teur Rus en een collega.
(Veroordeelde is van dit vonnis in hoog er beroep ge
gaan, welk beroep thans wordt behandeld-
Hij heeft zijn juridische belangen opgedragen aan
mr. Mos, advocaat en procureur te Amsterdam.
Verdachte erkent overigens, dat de overtredingen be
gaan zijn. Door overstelpende drukte heeft hij ver
zuimt de arbeidsinspectie dispensatie te verzoeken. De
Directie der Zuiderzeewerken spoorde hem voortdu
rend aan, voort te maken met den sluisbouw.
Hij is in Juli 1928 alreeds veroordeeld teffl zake een
dergelijke overtreding en) dus recidivist
De heer Hille, aannemer te Amsterdam, wordt ge
hoord op verzoek van de verdediging; die verklaarde,
dat het overwerk noodzakelijk was, met het oog op
den voortgang der Zuiderzeewerken en de veiligheid
daarvan.
Volgens controleur Rus heeft de heer HMe nood
zakelijkheid van dit overwerk pertinent ontkend. Deze
noodzaak is den heer Rus in den loop van het onder
zoek dan ook beslist niet gebleken. Geconstateerd zijn
160 overtredingen, die echter niet alle tefaate zijn ge
legd.
De Officier verzoekt vernietiging van het vonnis van
den) kantonrechter wegens gebreken en vordert op
nieuw schuldig verklaring met veroordeeling tot 40 A
f 12 boete of 40 X 12 dagen hechtenis.
Verdediger, mr. Mos, acht het bewijs niet geleverd.
Evenmin dat de overtredingen béhooren. dooU
verbalisant zijn. geconstateerd. Voorts merkt pleiter
op, dat door herhaald recidive alleen hechteniastr&f
mocht worden opgelegd en nu in hooger beroep, omdat
de ambténaar niet mede appelleerde, geen straf meer
mag worden opgelegd.Tenslotte wijst pleiter op over
macht, zooals kan blijken) uit een brief van den inge
nieur der Zuiderzeewerken, onder wiens leiding dit
werk staat en oefent verdediger nog een uitvoerige eri-
niet maken," zeide Mre. Denys. .Morgenochtend zal je
er lang niet zooveel moeite mede hebben. Ga wat op
de sopha liggen rusten tot het avondeten."
„O, neen, dat kan ndet. Vader wil niet dat we naar
bed gaan voor we onze dagtaak af hebben."
,Maar heusch als je -werkelijk moe bent—"
Maar Jeanie schudde haar hoofd. „Neen, dank u wel,
ik moet die thema maken. OliVe heeft de hare al lang
af."
„Waar is Olive?"
„Die zit beneden te lezen. We mogen ai tijd lezen, als
we ons huiswerk af hebben." Weer kwam de korte, on
bewuste zucht Jeanie ging aan tafed zitten. „Moeder is
zoo zenuwachtig vanavond," zeide zij, terwijl zij de
blaren van haar boek omsloeg. „Ronald en Julian heb
ben gerookt en zij is bang, dat vader het merken zal.
Voor haar hoop ik, dat hij het niet doet. Maar afls zij
niet eten, merkt zij het zeker. Hij heeft laatst Julian
twee avonden achter elkaar afgeranseld, omdat hij er
om gelogen had."
Mtrs. Denys hield een paar scherpe woorden, die haar
op de lippen kwamen .temig. Zij .begon, niet haar ge
zicht over haar werk gebogen, vlug te naaien. Het was
een iheel bekoorlijk gezichtje met grijze oogen en bij
zonder zachten mond. Een kuiltje aan den eenen kant
ervan gaf haar iets meisjesachtigs, als zij 'glimlachte.
Maar zij was een jong meisje. Zij had iets kalm ver-
trouwe nds over zich als iemand, dóe iets van de wereld
en wat daarin omgaat weet. Zij was nog jong en toch
lag het in haar karakter vurig te zijn; maar zij had
niet in zich van het rustelooz% der Jeugd. Avery Denys
was een vrouw, die haar jongemeisjes-jaren geheel ach
ter zich had. Haar geestdrift en haar impulsen ont
brandden aan een vastere Vlam dan de flikkerende
toorts der jeugd. Er was geen romantiek meer in haar
leven, maar toch kende zij .geen bitterheid- Zij hadden
het lijden gekend en het dapper onder de oogen gezien.
Het eenige spoor, dat dit op haar achtergelaten had,
was dat een van vrouwelijk weten, dat haar zelfs in
haar vroolijke stemming als een kleed omhulde. Vlug
van begrip en nog vlugger om sympathie te voelen, hed
zij geleerd haar emoties in bedwang te houden en haar
aangeboren vroolijkheid verborg veel van wat te heilig
was om onnoodig aan het licht gebracht te worden., Zij
ha)d een levendig gevoel voor humor, dat haar door me-
nigen storm staande gehouden had. Zooals haar vader
ln de lang vervlogen dagen van geluk en voorspoed
gezegd had, zij nam de hindernissen flink.
Wordt vervolgd.