Het Advies BENJAMIN DISRAËLI. li leren Grendelen. Vierde Blad. Zaterdag 16 Februari 1929 72ste Jaargang. No. 8410. JAN VAN DER SLUIJS. zei Freddy, terwijl ze op de leuning van mijn wipte, ik moet een advies van jo hebben, ieusch? Ja, werkelijk. Ilc kom bij jou omdat Je zoo oud Je neemt me toch niet kwalijk dat ik dat zoo zeg? Ut ben acht-en-twintlg, nog niet eens zes jaar dan jij. Nog niet precies oud genoeg om mijn vader te a zijn, zei Freddy pruilend, maar het ia toch Ijpe leeftijd. Vat wil je eigenlijk?, vroeg ik koel. wees niet zoo flauw, zei Freddy, terwijl ze mij lijn haar trok. Ik moet heusch een advies van iben en de oudere behoort de jongere te helpen. Js je niet vlug vertelt wat je te vertellen hebt, zal ik... Vat?, informeerde Freddy belangstellend, flets, zeg wat je te zeggen hebt en verdwijn. We hier op kantoor niet om vliegen te vangen. [Vel, kwam ze eindelijk met haar moeilijkheid den dag, terwijl ze gemakkelijk ging zitten, over Jan van den Horst a? In over Dlck Hollenberg. Vat is er met ze aan de hand? Vat er met ze aan de hand is? Wel, gisteravond danspartijtje bij de Elswouds, hebben ze me ten huwelijk gevraagd. Hebei tegelijk? feen, natuurlijk niet, domime jongen. De een na Mier. En nu weet ik niet wie van de twee ik moet. Ze zijn allebei verschrikkelijk knap en Jan heeft het meeste geld, maar ik geloof lek meer verstand heeft. Het leven is moeilijk, le Freddy met een zucht. [aar moet je dan persé met een van hun tweeën a?, opperde ik. Ic moet toch met iemand trouwen, beweerde r. Ik word langzamerhand een dagje ouder. lipte van de stoelleuning, wandelde naar het be- 8ii wandspiegeltje (op zichzelf reeds een bj> e luxe voor een heerenkantoor) en begon haar usje te poederen. al ik liever een anderen keer terugkomen?, EO. een, zei ik grimmig. li dacht, Lex, hernam ze zuchtend, dat jij als lat mij zou kunnen helpen. Toe, doe het alsje- i kan het niet, antwoordde ik uit m'n humeur, 'aarom niet? stond op. Je hebt het recht niet, mij een dergelijke vraag i, Freddy. Als advokaat mag ik je in dezen dvies geven. Dat is in strijd met mijn beroeps- Ik Dra «ra gsInferBMerfts puft). Wat betsekent die geleerdheid? Dat een advokaat geen advies mag geven in een zaak, waarin belangen van hemzelf betrokken zijn! t was eruit Maar nu ik eenmaal a gezegd heb, zou ik ook b zeggen. Br was geen terugtocht meer j mogelijk. j Maar, ging ik voort, als ik niet als advocaat spreek, maar om zoo te zeggen als particulier per soon, is er geen macht ter wereld die me dat beletten kan. Dank je vel, Lex, iel Frddy zacht Als je werkelijk prijs stelt op mijn advies, kun Je het krijgen. Jan van der Horst is een dwaas en Dlok Kollenberg is ongeveer geen steek beter. Oeon van beiden zou een geschikte partij voor je zijn. Wat jij noodig hebt Is iemand met een voldoende hoeveel heid verstand, die... een beetje... de baas zou zijn. Freddy wendde het hoofd af. Is dat je advie9?, vroeg ze dof. Ja. Ik haal Je, zei ze. Jo bent een varken van een vent Je hebt mijn advies gevraagd en ik heb het Je gegeven. Je hebt me niets te verwijten. J* «fivtss Hit» Ik gsfrxmzgtt, dat ïa waar, maar niet Je jalouzie. Mijn... wit? Je bent jaloersch, besliste Freddy. Er bestaat voor mij geen enkele reden om ja loersch te zijn, antwoordde ik, omdat je immers met m ij trouwen zult O! Of misschien niet? Freddy deed een stap achteruit en keek mij pein zend aan. Heusch, ze! ze na een langs stilte, als lk er over nadenk, misschien zou ik... Naar wat se verder vertelde, heb Ik, eerlijk gezegd niet ^geluisterd. Toen ze klaar was zwegen we allebei oon poosje en tenslotto «el lk: Nu kindje, ga nu maar naar huls en zeg tegen die twee heerschappen dat ze je mogon hebben. Ze weten wel dat ze meniet kunnen krijgen, ver klaarde Freddy, terwijl ze dichter op me toekwam. Maar ik dacht dat Je zei... Ik heb ze gezegd dat ik met een ander ging trou wen, Wel allemachtig! En wie heb Je gezegd, dat Je aanstaande man was? JU natuurlUk, Lex, liefste! FEUILLETON IV, We hebben reeds terloops gewaagd van het huwe- lUk van Benjamin Disraëll met de weduwe van Wyndham Lewis. AanvankelUk had Mrs. Lewis geluis- I terd naar degenen, die haar tegen deze verbintenis waarschuwden. Dizzy was heel ongelukkig en schreef een afscheidsbrief vol liefde en oprechtheid. Terecht kon hij zeggen, dat hU geen vrouw noodig had om hem in zUn carrière te helpr i, maar wel een, die hem liefde en huiselijk geluk wilde schenken. Diepgeroerd j schreef Mary Ann aan Dizzy: kom! ZU trouwde den 28 Augustus 1839. In haar kasboek las men dien dag: „Handschoenen 2/6. In kas 300 Pond. Getrouwd 28 Au gustus 1839. MUn lieve Dizzy werd mUn man". In het zelfde jaar trouwde een ander bekend Parle mentslid, Willem Gladstone en wel met een dochter I van Lady Glynne, die hij op een reis door Italië ont- moet had. ZU bracht een vroolUk humeur ten hu- welUk, hetgeen de omgeving van den vromen, stroeven Gladstone wat soepeler maakte. De methodische, punctueels Gladstone had om zUn vergeetachtige vrouwtje wat regelmaat te leeren, verlangd, dat zU een dagboek zou houden. In het begin daarvan stond te lezen: Vandaag een keukenmeisje aangenomen na een lang gesprek over rellgieuae onderwerpen, meer spe- j ciaal tusschenj haar en Willem gevoerd, i Men ziet welk een verschil er bestond tusschen het viertal, dat twee huwelUken sloot, huweiyken, die bei- den zeer gelukkig waren. Waarschijnlijk was dat het gevolg, omdat elk ihuwelUk twee sterke contrasten verbond. Mary Ann was zich die contrasten zoo wel bewust, dat ze eens naast elkaar hun beider ikarakter-eigen- schappen plaatste. Wat moest zU een bewondering voor haar Dizzy gehad hebben, want zo gaf hem steeds, om I zoo te zeggen, een 10 en zich zelf een nul. Toch was het duidelUk, dat Mary Ann de vrouw was om Dizzy gelukkig te maken en in rijn carrière, die met het woord ambitie geplaveid was, te ondersteunen. ZU was dol op haar Dizzy en ging altUd met hem mee. Ze waren beiden zeer gastvrij en werden zelf ook veel genoodigd en men amuseerde zich dlkwUls kostelUk met de naïviteit en openhartigheid van Mary Ann. Op een goeden dag logeerden ze in eenl prachtig kasteel vol mooie schilderijen. Aan het ontbUt zei Mary Ann tegen haar gastheer, lk vind afschuwelijk, dat U zooveel Indecente schilderijen hebt. Zoo hebben wU er een op onze slaapkamer. Dizzy zegt, dat het voorstelt Venus en/ Adonis, maar ik heb de halve nacht wakker gelegen om te zorgen, dat Dizzy er niet naar zou kijken. Een ander keer had de bekende veldheer Lord Har- dinge de slaapkamer naast het echtpaar Disraëli Na het ontbijt zei Mary Ann tegen Lord Hardinge: ik ben de gelukkigste aller vrouwen, want toen Ik vanmorgen wakker werd kon ik tegen mezelf zeggen: lk heb toch maar altUd geluk, nu heb ik weer geslapen tusschen den grootsten spreker en den grootsten veldheer van dezen tyd. Daar Dizzy het niet hoorde, kon leder een genoegelUk lachen, ware hU er bU geweest dan zou men dat nagelaten hebben, want Dizzy verdedig- Naar het Engelseh van ETHEL M. DELL. held ene minuten ma Jeanie'a confidentie werkte door; dan liet zU plotseling haair naald rusten k naar het kind. e's hoofd was over haar themaboek gebogen, aar lag in zware golven om haar schouders. Er a moede uitdrukking tusschen haar wenkbrau- ajigzaam ginig haar "hand over de bladzUde, een paar woorden en keek dan weer op. illng klonk uit de kamer boven haar het schrille van een viool. Jeanie zuchtte, legde haar werk met kalme beslistheid neer naar haar toe. „Waar heb je last mede?" ij hartelUk. „Ik ben geen groote geleerdte in het i, maar ik zou je toch wel kunnen helpen, denk u," zeide Jeanie op baar moe-beleefden toon. !t mij niet helpen. Dat moet niemand." &n toch de woorden die je niet weet, voor je in lonnaire opzoeken." i, dank u. Vader heeft liever niet dat we gefaol- irden." ,n gen diepe kringen onder de oogen, die rij naar opsloeg, maar zij glimlachten dajpper met vol- onbewuste melancholie. legde liefdierUk haar harid op het bruine hoofd bet' tegen zich aan, om het te laten rusten. l0j klein ding!" zeide zU medeiydend. ik ben niet kleim, heusch niet," zeide Jeanie, j)8. o heel kort oogenblik haar oogen sluitend. „Ik toet Maart dertien. En ze zUn allemaal jonger behalve Roninie en Jiulian." bukte zich niet een vlugge moederlijke bewe- kuste het blauw geaderde voorhoofd. Jeanie Baar oogen verbaasd open. Blijkbaar was zij niet aan dergelijke onverwachte liefkoozingen. P blij, dat we u gekregen hebben, Mrs. Denys," 1 j ®oet haar rustig air van kinderlijke waardlg- y bent een groote hulp voor ons." toe woorden keek zij weer in haar thema-boek flI' 'ry liep, na even nagedacht te hebben, naar da *9 hoorde weer dien vermoeiden zucht van het zij die achter rioh dicht deed. tonder een oogenblik aarzelen, den hall door op de eerste deur, waar zij bij kwam. „Bin- 'P een stem er zij ging naar binnen. e Staphen Lorimer keek met een deftig- Wtcht «ra stja echrij ttM op, maar toen tOJ haar zag, veranderde zijn gelaatsuitdrukking eenigs- zins. „Ah, Mrs. Denys, bent U het? Kom binnen, als het u blieft!" zeide hij hoffelijk. „Is er iets, waarmede lk u van dienst kan zijn?" Zijn oogen waren donker en heel klein, zóó klein, dat zij bijna verdwenen, als hij glimlachte. Zonder dat kleine gebrek zou Mr. Lorimer een kniap man geweest zijn. Hij stond op, toen Avery dichterbij kwam, en zette met groote hoffelijkheid een stoel voor haar klaar. „Dank u." zeide zij. „Ik ben maar even falnnengeloo- pen om u te zeggen, dat de kleine Jeanie vanavond zoo moe is. Zij heeft den heelen middag geen tijd ge had voor haar huiswerk, omdat zij bij de kleinen In de kinderkamer geweest is. Zij wil met alle geweld haar Fransche thema maken, maar ik weet zeker, dat u dat niet goed zoudt vinden, als u wist hoe doodmoe het kind is. Mag ik haar zeiggen het vanavond niet te döen?" Zij sprak vlug en heel ernstig en haar heldere oogen keken Mr. Lorimet recht in het gelaat. Zij zag zijn glimlach verdwijnen en zijn oogen weer verschijnen, terwijl zij het hem vroeg. Hij antwoordde niet dadelijk en een groote twijfel maakte zich van haar meester. Zij trok haar wenk brauwen als in een stille vraag op. „Ja beste Mrs. Denys", zeide hij, in antwoord op haar onuitgesproken vraag, „ik zie dat u het feit op prijs stelt, dat er voor ieder vraagstuk minstens twee gezichtspunten bestaan. U zegt mij, dat Jeanie in de kinderkamer geholpen heeft tijdens dat gedeelte van den dag, dat rechtmatig behoorde gewijd te zijn| aan het zich eigen maken van lessen. Zij heeft haar hulp zeker uit eigen beweging aangeboden?" „O, ja!" Er klonk iets scherps in Averys antwoord. „Uit goedheid is zij naar de kinderkamer gegaan, om dat Nurse feitelijk den geheelen nacht met de baby op getrokken had en rust hebben moest en ik voor Mrs. Lorimer maar Warderhurst moest Daarom heeft Jeimie de zorg voor Bertie en David op zich genomen en zijn Gracie en Pat met mij meegegaan." Mr. Lorimer maakte een afwerend gebaar. „O, spaar u en mij al die bijzonderheden. Mrs. Denys! Ik hoor tot mijn genoegen, dat Jeanie u geholpen heeft, maar tevens heeft zij niet het reoht, plicht te offeren op het altaar van hulpvaardigheid. U zult erkennen,, dat ge hoorzamen beter is dan offeren. Uit principe kan ik haar, geloof ik, niet van haar taak ontlasten ent ik vertrouw, dat zij er bij de volgende gelegenheid aan denken zal haar plicht te laten voorgaan." Een lichte blos was naar Avery's gelaat gestegen en haar oogen fopkelden, maar rij bedwong zich. Er klonk geen verontwaardiging in haar stern, toen zij antwoord de: „Geloof mij, Mr. Lorimer, dat kind zal nooit haar plicht verzaken. Daar Js zij veel te consciëntieus voor. Heusch, terwille van haar gezondheid kom ik u vragen haar die Fransche thema niet te «laten maken. Ik weet zeker, dat zij niet sterk is. Misschien heb lk er verkeerd aan gedaan haar vanmiddag in de kinderkamer te la ten aura, ofeohoan lk niet weet hoe we het radon had de zijn vrouw door dik en dun en maakte haar nooit verwijten. Zelfs niet toen zij met Prins Louis Napoleon (de latere keizer Napoleon III) op de Theems roeiden, Prins Louis de boot deed kantelen en Mary Ann tegen hem zei: U moet geen dingen doen, waar U geen ver stand van hebt, U la de onhandigste man, dien lk ken. De Prins lachte hartelijk, maar Dizzy keek toen toch wel een beetje sip, ofschoon hij inwendig dolle pret had. Zooala dat in Engeland altijd te doen gebruikelijk was, dacht Disraëli als Parlementslid met succes ook dadelijk aan een ministers-portefeuille. De Whigs, nog steeds aan het roer, maakten moei lijke tijden door. De ontevredenheid onder de bevol king groeide steeds aan, men eischte een nieuwe kies wet. Een petitie met ruim een mlllioen handteekenln- gen sprak van algemeen kiesrecht, van geheime stem ming eni van belooning voor de Parlementsleden. Geen der groote partijen waren bereid deze petitie in het Parlement te steunen, maar voorb et rittende kabinet was het toch het moeilijkste om de petitie eenvoudig dood te zwijgen. Er was maar één Parlementslid, die 't voor de petitionisten (Chartlsta genaamd) opnam, dat was Benjamin Disraëli. Men schudde het hoefd over hem, vreesde dat hij ultra-radicaal geworden was, maar degenen, die nadachten zelden: neen, hij. is slechts anti- Whlg, door dik en dun. Lord John Russell, het hoofd der Whigs voelde de bedreiging, die er voor zijn partij bestond, nu daar onder de Tories zulk een geweldig redenaar het gezag der Whigs ondermijnde. Hij voelde de catastrophe aan komen en hij had gelijk. De Whigs hadden te kampen met de gevolgen van vier achtereenvolgende mis oogsten en met het bestaan der beschermende rechten op het graan. zy waren in hun hart vishandelaren, maar zy aarzelden, die aarzeling bleek noodlottig en... het ministerie werd tot heengaan genoopt. Men zei tegen Mary Ann: Je man heeft het kabinet doen val len, hy zal zeker minister worden. De Koningin verzocht dep Hertog van Wellington, om een kabinet te vormen, maar deze voelde zich te oud. Dus werd Slr Robert Peel kabinetsformateur en deze... sloeg Disraëll over. Dizzy voelde zich diep gekrenkt en schreef een lan gen brief aan Sir Robert, waarin hy gewaagde van de vele offers, die hy aan de party der Tories ge- fa raoh thad en van de diensten aan die party bewezen. Slr Robert beantwoordde hem heel koeltjes. De arme Mary Ann schreef ook een brief aan Sir Robert en bezwoer hem tooh rekening te houden met haar man. Het hielp allemaal niets, weer moest Disraëli afwach ten. Alle ambitie gaf niets, hy was volgens Peel niet aan de beurt en daarmee basta. Toen het Parlement geopend was en Dizzy rijn blik liet gaan over de nieuwe ministers, kon hy zyn woede ternauwernood bedwingen, het liefste had hy den hee- ren eens rijn superioriteit getoond, maar hij bedwong zioh. Tot zyn groote ergernis zag hy Gladstone op een mini sterszetel zitten. Heel veel had hy in die dagen aan Mary Ann te danken, die hem steed3 tot kalmte wist te brengen, hoe moeiiyk dat ook was. Men kan licht begrypen, dat de andere politieke party en ook de wRitra, «t» radTcaltn, Rem graag naar Hun kamp Had den zien overloopen, terwijl de vyanden van Peel en van de ministers in de eigen partij zich niet schroomden hem op te stoken om Peel een beentje te lichten. Hy deed niets van dien aard. In de Kamer steunde hy het Kabinet en hield gees tige redevoeringen, die degenen, die nadat hy door Peel gepasseerd was aan zyn bekwaamheid waren gaan twijfelen, weer geheel aan zyn voeten brachten. Dizzy, de Protectionist, was het met de financteele wetten van den nieuwen Premier niet eens, maar be streed hem toch niet Hy wachtte af, Mary Ann had gezegd: je tyd zal komen, en dat geschiedde nog eer der dan hy had kunnen denken. Tot zyn bewonderaars behoorden eerelge partygenooton, die in Cambrldge hadden gestudeerd cn daar met meer nieuwe rwetscho begrippen omtrent de ïydendo mensohhcld vertrouwd geraakt waren en bezield met goeden wil om de gene zingsmethode te ontdekken^ en aan te wenden, lid van het Parlement waren geworden. Lord John Manners, Gcorgo Smythe en Cochrane vormden de kern van deze jongeren onder de Parlementsleden en daar zy zich tot Dizzy aangetrokken voelden, ontspon zich een ka meraadschap, die van groote beteekenis zou worden. Deze Jongelieden behoorden allen tot de hooge aris tocratie en Dizzy voelde de romantiek daarvan nog even sterk aan als vroeger en het streelde hem dooi' deze onwikkelde, flinke jongolieden felteiyk als hun geesteiyken meerdere gezocht te worden. Al bewonder de hy de feudalltelt der vrienden, toch gooide hy zich zelf niet weg. Kyk eens, zei hij op een goeden dag, de adel van Engeland is felteiyk op 3 fundeeringen opgebouwd: de beroovlng van de eKrk, de verkoop van titels door de eerste Stuarta en de verkoop van kamer zetels in den modernen tyd. Toen Hendrik VII zyn Pairs om zich verzamelde, schaarden zich slechts negen en twintig om zyn troon en van die zyn er nog slecht» vyf nakomelingen over. De rest is dus jonge adel. Ver- geiyk daarby eens zei d'Israëli (zyn grootvader en va der schreven zich nog zoo, hy veranderde het in Dis raëli, omdat het „d'een te buitenlandsoh karakter gaf), de historie van Israël. Je kunt dan wel nagaan, dat myn familie veel ouder is dan die van Jullie, j Inmiddels zat Slr Robert Peel vast in den zadel en j dus besloot Disraëll een beetje vaoantie te nemen. Hy bezocht eerst zyn kiezers, en/ vertelde, dat hy wat op reis ging en dat hy, teruggekomen, Peel zou steunen, ook in zaken waarmede hy het niet eens was. Er zou echter een zaak zyn, waarby de party-discipline hem niet zou mogen binden en dat was Indien Sir Robert iets mocht voorstellen, dat zouindruischen tegen de belangen van de landbouwers. Dizzy en Mary Ann gingen naar Parijs en amuseer den zich koateiyk. Zy werden door Generaal Bandrand, wiens vrouw, een Engelsche die zy kenden, was voor gesteld aan koning Louis Philippe, wien men vertelde, dat DlrsaëU hem zoo graag wat over de Engelsche Staatsmachine wilde vertellen. Louis Philippe was allerhartelijkst, maar ta burger- iyk naar den smaak van den fynbesnaarden Disraëli, die zich een heel ander idéé gevormd had van een koning, dan deze eigenaardige baas, dié by voorkeur zelf het vleesch voorsneed, ja zelfs op gala-diners, al thans die stukken, welke voor zyn speciale vriendin nen en vrienden bestemd waren. Disraëli kreeg te Parijs bezoek van Smythe en Cochrane, die hem vertelden omtrent do politieke con stellatie en de toenemende ontevredenheid onder de jongeren, waardoor hun groep zich uitbreidde. Dadelijk was Dizzy vuur en vlam. Met een groep van 50 60 personen achter zich, zou hy Sir Robert wol ondersteboven kegelen en zoo vond hy zelf dat had deze aan hem verdiend. Passeeren als minister dat was al erg genoeg, maar een« hooghartigen brief aan Dizzy als antwoord op diens keurige uiteenzetting sturen, dat was te erg. Men was echter nog niet aan het omverwerpen van Peel toe, want daarvoor genoot Disraëll nog niet genoeg vertrouwen. Zelfs Manners twyfelde soms nog aan de opreohtheid van Dizzy, hoe graag hy daarin ook wilde vertrouwen. Disraëll, die in zyn uiteriyk zyn ras aller minst verloochende, was een der voorstanders van het zg. „Oxfordisme" in de Engelsche Staatskerk, waar toe hy sedert zyn kinderjaren lid van uitmaakte. Dit Oxfordisme bestaat heden nog en heeft als uitvloeisel de verroomsohing van de Engelsche Staatskerk gekre gen. De Anglo Catholica onder Lord Hallfax gaan nog iets verder dan de Oxfordians en willen weer geheel tot Rome terugeeren. 1). Zelfs Smytho vertrouwde de godsdienstige gevoelen» van zyn vriend Dizzy niet al te best en schreef aan een vriend: De sympathie van Disraëli voor een ge matigd Oxfordisme herinnert aan de sympathie van Napoleon voor een gematigd Mohamedaniame. Het groepje Jong-Engeland (Disraëll, Smythe, Lord John Manners en Cochrane) begonnen inmiddels hun den moeten inrichten. Maar dart is mijn schuld, niet de hare. Ik neem er de volle verantwoordeiykheid voor op my." Mr. Lorimer begon weer te «glimlachen. „Dat is heel edelmoedig van u," zeide hy. „Maar uit een rechtsoog- punt beschouwd, betwyfel lk of de geheele last op uw schouders neerkomt U weet waarsclrijniyk ndet, dat Jeanie haar middag aan haar studies besteden moest Datzelfde kan zy niet ter verontschuldiging aanvoeren. Daarom spreek lk u, hoewel ik het verzoek afwijs, vry van iedere schuld in deze zaak. Maak u er ah het u blieft wat minder bezorgd over." „Ik dacht zeker, dat het een «halve vacantledag was. Maar lk maak me «bezorgd heel erg bezorgd om haar. Zy is vanavond niet in staat om te werken." Mr. Lorimer maakte een luchtig gebaar, dat half hu moristische spyt uitdrukken moest „Discipline, beste Mrs. Denys, moet ten koste «van alles geha«ndhaafd worden zelfs onder de leden van uw bekoorlijke sekse. De quaeetie is, dat ik op het oogenblik een van myn zoons verwacht om hem te straffen voor een daad van ongehoorzaamheid." Hy keek naar de schrijftafel, waarop een rotting lag, en weer steeg het «bloed naar Avety's gezicht. „O, gelooft u niet, dat u een beetje te streng voor uw kinderen bent?" zeide zy en dan impulsief. „O, neen, neem my niet kwaiyk. Zoo bedoelde ik het niet. Maar vindt u, dat het nut heeft zoo streng te rijn? Maakt het iemand gehoorzamer?" Hy haalde zyn schouders op en schudde met ironi sche verdraagzaamheid zyn hoofd tegen haar. „Ik ben bang, dat uw hant u parten speelt, Mrs. Denys, en ik mag niet naar uw woorden luisteren. Ik heb myn plicht mijn zeer duideiyke plicht en ik mag daar voor niet terugdeinzen. Wat de resultaten betreft, die liggen in andere handen «dian de irüjne." Er werd zacht op de deur geklopt. „Binnen!" riep hy. De deur ging open en een heel klein, zenuwachtige jongen sloop binnen. Een uitroep kwam over Avery's lippen vóór zij dien onderdrukken kon. Mr. Lorimer keek haar vragend aan. „Het verwonderde me alleen Pat te zien," zeide zy. „Hy is den heelen middag «by my geweest. Ik had niet gedacht, dat hy tyd gehad had om ongehoorzaam te rijn." „Kom hier, Patrlk!" zeide Mr. Lorimer. Patrik kwam dichterby. Hy keek nooh «naai* Avery noch naar zyn vader, maar hield rijn oogen naar den grond gericht. Zyn sproetengezicht had een half ang stige, «half «gemeiyke uitdrukking. Hij bleef voor Mr. Lorimer staan, die hem by zyn schouders ra/m en naar Mrs. Denys rond draaide. „Vertel aan Mrs. Denys wat je hem gedaan hebt!" zeide hy. Pat keek even op en antwoordde lakoniek. ,Jk heb Miike losgelaten." „O lieve hemel," riep Mrs. Denys uit. ,Jk ben ban, dat het myn schuld is." „Uw schuld Mr». Denys?" Mr. Lorltner's oogen wsr» den teohtbsor als tem ««bitterende «peUMcnoppen. „Ja, de myne," herhaalde zy. „Mike jankte aan zyn ketting en lk zeide, dat ik het wreed vond, een hond vast te leggen. Ik geloof dat ik myn gedachten voor «mezelf had moeten «houden," zeide zy met een pathe tisch glimlachje. „Vergeef het ons beiden ditmaal!" Mr. Lftrimer lette niet op haar vraag. „En weet u wat het gevolg érvan geweest is, dat hij losgelaten is?" „Ja, «dat weet lk. Hy heeft met Mr. Evesham's hond gevochten en lk heb geholpen om ze te schelden." „U, Mrs. Denys!" „Ja, ik!" Zij knikte. „Maar ze hebben elkaar niet veel kwaad gedaan. Het spyt me heel, heel erg, Mr. Lorimer. Maar heusch. Pat heeft geen schuld in dezen. Zoudt u niet als het u blieft Zy hield op, want Mr. Lorimer viel haar zeer gede cideerd in de rede. „Bc-hen bang, dat lk het niet met u eens kan zyn. Mrs. Denya. U hebt misschien in on wetendheid gesproken, maar Patriok wist, dat hy door den «hond los te laten, tegen mijn bevelen in «handelde. Daarom moet hy zyn eigen straf ondergaan. Ik moet u verzoeken, dat u in het vervolg trachten zult wat voorzichtiger te zyn met uw opmerkingen. Patrik, doe de deur voor Mrs. Denys open." Het was een duidelyk teeken, dait zy gaan moest het duldeiykste misschien, dat zy ooit in haar leven gehad had. Een heftige gebelgdheid 'kwam in haar op, maar zy voelde, dat «haar zelfbeheersching «haar begaf, en dus durfde zy er geen uiting aan geven. Zy ging. Toen zij in de hall stond, «hoorde zy, dat Pat was be gonnen te huilen. HOOFDSTUK IV. DE HUISHOUDSTER. „Het is altijd hetzelfde," jammerde Mrs. Lorimer. „Mijn arme kinderen! zy zijn nooit uit moeilijkheden." Avery bleef stil staan. Zy was naar den salon ge gaan, om tot zichzelf te komen, maar vond er de vrouw des huizes in tranen op de sopha liggen. Mrs. Lorimer was heel klein en pathetisch, zy «had haar gezondheid reeds lang verloren met het baren en voeden van haar kinderen. Vroeger moest zij een tengere knapheid ge had hebben. Zy was uitgeteerd nu, een uitgeput, klein vrouwtje, zonder kracht om zich «tegen rampspoed te verzetten. De eenige troost in haar leven was haar liefde voor haar echtgenoot. Hem aanbad zy, niet ge heel verblind, maar met toewijding, die nooit wankelde. Ben vriendelijk woord van hem was in staat haar in verrukking te brengen. Er was zooveel verdriet ge mengd In 'haar liefde voor haar kinderen, «dat zy nauwe lijks als een vreugde beschouwd konden worden. Inder daad, zoo dadht Avery dikwijls bij zichzelf, zou zy veel gelukkiger geweest zyn zonder hen. „Ga zitten, Mrs. Denys!" vroeg zy zenuwachtig, toen Avery midden in de kamer «bleef staan. „Wilt u niet wat by mij biyven? Ik kan «niet alleen zijn, wanneer een van de kinderen gestraft wordt. Soms geloof ik, dat Pat de ergste van allemaal is. Hy is zoo vreeseiyk zenuwachtig on «dan verliest hy rijn hoofd. En SLepben «xffrtJpt alit b«l«nwl* hg I» ss« rmgMMu-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 13